Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Motorconstructie - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
Toepassing
Instellingen
Toepassing met lage
1-17 Voltage filter time const. moet
massatraagheid
worden verhoogd met een factor 5
I
/I
< 5
tot 10
Load
Motor
1-14 Damping Gain moet worden
gereduceerd
1-66 Min. stroom bij lage snelh. moet
worden gereduceerd (< 100%)
Toepassing met lage
Handhaaf de berekende waarden
massatraagheid
50>I
/I
> 5
Load
Motor
Toepassingen met hoge
1-14 Damping Gain,
massatraagheid
parameter 1-15 Low Speed Filter Time
I
/I
> 50
Const. en parameter 1-16 High Speed
Load
Motor
Filter Time Const. moeten worden
verhoogd
Hoge belasting bij laag
1-17 Voltage filter time const. moet
toerental
worden verhoogd
< 30% (nominaal
1-66 Min. stroom bij lage snelh. moet
toerental)
worden verhoogd (> 100%
gedurende langere tijd kan leiden
tot oververhitting van de motor)
Tabel 3.4 Aanbevelingen voor VVC
Verhoog 1-14 Damping Gain wanneer de motor bij een
bepaald toerental gaat oscilleren. Verhoog de waarde in
kleine stappen. Een goede waarde voor deze parameter
kan 10% of 100% hoger liggen dan de standaardwaarde;
dit hangt af van de motor.
Wijzig het startkoppel in 1-66 Min. stroom bij lage snelh.
100% geeft het nominale koppel als startkoppel.
Toepassing
Instellingen
Toepassing met lage
Handhaaf de berekende waarden.
massatraagheid
Toepassingen met hoge
parameter 1-66 Min. stroom bij lage
massatraagheid
snelh.
Verhoog het toerental tot een
waarde tussen de standaardwaarde
en de maximumwaarde, afhankelijk
van de toepassing.
Stel de relevante aan- en uitloop-
tijden voor de toepassing in. Een te
snelle aanloop veroorzaakt
overstroom/overkoppel. Een te
snelle uitloop veroorzaakt een
uitschakeling (trip) wegens
overspanning.
Hoge belasting bij laag
parameter 1-66 Min. stroom bij lage
toerental
snelh.
Verhoog het toerental tot een
waarde tussen de standaardwaarde
en de maximumwaarde, afhankelijk
van de toepassing.
Tabel 3.5 Aanbevelingen voor diverse fluxtoepassingen
MG33MH10
Programmeerhandleiding
plus
-toepassingen
Danfoss A/S © Rev. 2014-01-30 Alle rechten voorbehouden.
Wijzig het startkoppel in parameter 1-66 Min. stroom bij
lage snelh. 100% geeft het nominale koppel als startkoppel.

1-10 Motorconstructie

Option:
Functie:
Stel het type motorconstructie in.
[0] Asynchroon
Voor asynchrone motoren.
[1] PM, niet-uitspr.
Voor PM-motor met uitspringende of niet-
SPM
uitspringende magneten.
PM-motoren zijn onderverdeeld in twee
groepen: met op de buitenzijde
gemonteerde (niet uitspringende) of
interne (uitspringende) magneten.
[3] SynRM
1-11 Motor Model
Option:
Functie:
LET OP
Deze parameter geldt alleen voor de
FC 302.
Stelt de waarden van de fabrikant voor de
geselecteerde motor automatisch in. Als de
standaardwaarde [1] wordt gebruikt, moeten
de instellingen handmatig worden bepaald
op basis van de instelling in
parameter 1-10 Motorconstructie.
[1]
Std.
Standaard motormodel wanneer *[0]
Asynchron
Asynchroon is geselecteerd in
parameter 1-10 Motorconstructie. Voer de
motorparameter handmatig in.
[2]
Std. PM, non
Beschikbaar wanneer [1] PM, niet-uitspr. SPM is
salient
geselecteerd in parameter 1-10 Motorcon-
structie. Voer de motorparameter handmatig
in.
[10] Danfoss
Beschikbaar wanneer [1] PM, niet-uitspr. SPM is
OGD LA10
geselecteerd in parameter 1-10 Motorcon-
structie. Alleen beschikbaar voor T4, T5 met
een vermogen van 1,5-3 kW. De instellingen
voor deze specifieke motor worden
automatisch ingeladen. Zie Tabel 3.4 voor
meer informatie.
[11] Danfoss
OGD V206
3
3
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave