Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 80

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
4-16 Koppelbegrenzing motormodus
Range:
Size related
*
Afhankelijk van
de toepassing
*
3
3
LET OP
Wanneer parameter 4-16 Koppelbegrenzing motormodus
wordt gewijzigd terwijl parameter 1-00 Configura-
tiemodus is ingesteld op [0] Snelh. zndr terugk., wordt
parameter 1-66 Min. stroom bij lage snelh. automatisch
aangepast.
LET OP
De koppelbegrenzing reageert op het actuele,
ongefilterde koppel, inclusief koppelpieken. Dit is niet
het koppel dat op het LCP of de veldbus te zien is,
aangezien dat gefilterd is.
4-17 Koppelbegrenzing generatormodus
Range:
100 %
[ 0 - 1000.0 %] Deze functie beperkt het koppel op de
*
LET OP
De koppelbegrenzing reageert op het actuele,
ongefilterde koppel, inclusief koppelpieken. Dit is niet
het koppel dat op het LCP of de veldbus te zien is,
aangezien dat gefilterd is.
4-18 Stroombegr.
Range:
Size
[ 1.0 -
related
1000.0 %]
*
78
Programmeerhandleiding
Functie:
[ 0 - 1000.0 %]
Deze functie beperkt het
[Afhankelijk van
koppel op de as om de
de toepassing]
mechanische installatie
te beschermen.
Functie:
as om de mechanische installatie te
beschermen.
Functie:
Dit is een echte stroombegrenzingsfunctie,
die ook werkt in het oversynchrone bereik.
Door veldverzwakking zal het motorkoppel
bij de stroomgrens echter overeenkomstig
dalen wanneer de spanningstoename stopt
nadat het synchrone toerental van de
motor is bereikt.
Danfoss A/S © Rev. 2014-01-30 Alle rechten voorbehouden.
4-19 Max. uitgangsfreq.
Range:
Functie:
LET OP
Size
[1 -
related
590
*
Deze parameter kan niet worden
Hz]
gewijzigd terwijl de motor loopt.
LET OP
De maximale uitgangsfrequentie mag
niet hoger zijn dan 10% van de schakel-
frequentie van de omvormer
(parameter 14-01 Schakelfrequentie).
Deze parameter biedt een eindbegrenzing van
de uitgangsfrequentie voor een verbeterde
veiligheid voor toepassingen waarbij
onbedoelde, te hoge toerentallen moeten
worden vermeden. Deze eindbegrenzing geldt
in elke configuratie (ongeacht de instelling in
parameter 1-00 Configuratiemodus).
4-20 Bron koppelbegrenzingsfactor
Option:
Functie:
Stel een analoge ingang in voor schaling
van de ingestelde waarden in
parameter 4-16 Koppelbegrenzing
motormodus en parameter 4-17 Koppelbe-
grenzing generatormodus tussen 0 en 100%
(of geïnverteerd). De signaalniveaus die
overeenkomen met 0% en 100% zijn
gedefinieerd in de schaling van de analoge
ingang, bijv. in parametergroep 6-1* Anal.
ingang 1. Deze parameter is alleen actief
als parameter 1-00 Configuratiemodus is
ingesteld op Snelh. zndr terugk. of Snelh.
met terugk.
[0]
Geen functie
[2]
Anal. ingang
53
[4]
Anal. ingang
53
[6]
Anal. ingang
54
[8]
Anal. ingang
54 inv
[10] Anal. ingang
X30-11
[12] An ingang
X30-11 inv
[14] Anal. ingang
X30-12
[16] An ingang
X30-12 inv
MG33MH10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave