50
Minimale ontdooitijd (alleen voor WPL)
Vooraf in te stellen tijd (min) voor de ontdooiing op de IWS. De ingestelde tijd geldt voor
de handmatige of noodzakelijke ontdooiing. Volg de montagevoorschriften van de WPL op.
Stel deze tijd niet te lang in, omdat het ontdooiproces anders te laat eindigt. Houd
in normale gevallen de standaardwaarde aan.
51
Handmatig ontdooien (alleen voor WPL)
De handmatige ontdooiing geldt voor alle aangesloten warmtepompen. In stand 1 wordt het
proces eenmalig op gang gebracht en het kan dan niet afgebroken worden. De ontdooitijd
richt zich naar parameter 50. Op de display knipperen de installatiestatussymbolen. De aard
van de ontdooiing is van invloed op de WP-circulatiepompen. Bij persgasontdooiing worden
deze uit-, bij omkeerontdooiing ingeschakeld. Het soort ontdooiing wordt vooraf bepaald
door de draaischakelaar op de IWS. Is er een brontemperatuurvoeler (WPF-M) aangesloten,
is geen handmatige ontdooiing instelbaar. Op de display verschijnen (- - - -)
60
Regeldynamiek
De ingestelde regeldynamiek is maatgevend voor de schakelafstand tussen de afzonderlijke
compressors. Normaliter dient de vooraf ingestelde dynamiek snel genoeg en vrijwel
rimpelloos te werken.
Bij snel reagerende verwarmingssystemen dient er een lagere waarde en bij zeer trage
systemen een hogere waarde ingesteld te worden.
61
Ruimte-invloed
Als er een FE 6 (afstandsbediening met registratie van de ruimtetemperatuur) is aangesloten,
kan de invloed van de gemeten ruimtetemperatuur op de aanvoertemperatuur van het
mengcircuit (verwarmingscircuit 2) bepaald worden. Bij een sterk wisselende
verwarmingstemperatuur dient de invloed van de ruimtetemperatuur verminderd te worden.
62
Looptijd mengventiel [sek.]
Opdat de mengregeling stabiel en snel kan functioneren, dient de looptijd van het
mengventiel ingevoerd te worden. Voor het Stiebel Eltron-mengventiel dient de
standaardwaarde gehandhaafd te worden.
63
Stilstandtijd [min]
Na het uitschakelen van de warmtepomp geldt een bepaalde stilstandtijd, om de compressor
te beschermen. De vooraf ingestelde stilstandtijd van 20 minuten mag onder normale
omstandigheden niet verlaagd worden. Indien vanwege een reparatie o.i.d. een verlaging
gewenst is, dient nadien onverhoopt de instelling weer te worden ingesteld op 20 minuten.
01
00
10
05
210
20
35