Buitenvoeler AFS 2
Best.-nr.: 16 53 39
Breng de buitenvoeler op een
noordelijke of noordoostelijke
wand achter een verwarmde
ruimte aan. Minimale afstanden:
2,5 m van de grond, 1 m
zijwaarts van ramen en
deuren. De
buitentemperatuurvoeler dient
weerbestendig, onbeschermd en niet boven
ramen, deuren en luchtkokers aangebracht en
niet direct aan zonlicht blootgesteld te
worden.
Montage:
Deksel verwijderen
Voeler met bijgevoegde schroef bevestigen
Leiding inbrengen en aansluiten
Deksel plaatsen en hoorbaar inklikken
Dompelvoeler TF 6A
Best. -nr.: 16 53 42
De dompelvoeler dient in de
dompelbuis van het buffervat
gestoken te worden. Is er geen
buffervat aanwezig, dan dient
de dompelvoeler in de
retourleiding van de
warmtepomp aangebracht te
worden.
Diameter: 6 mm
Lengte: 1 m
24
Aanlegvoeler AVF 6
Best.-nr.: 16 53 41
Bij een WPWE dient de bronvoeler
aangesloten te worden. Mocht u dit
vergeten hebben, dan wordt de bronpomp
niet opgestart.
Monteer de dompelvoeler op de
brontoevoer van de warmtepomp.
Mochten er nog meer voelers nodig zijn, dan
moeten deze apart besteld worden.
4.5 Circulatiepompen en mengkraan
Bij het aansluiten moet op de maximale
belastbaarheid van de relais (2 A/250 V AC) en
de maximale belastbaarheid van de regeling
(10 A/250 V AC) gelet worden.
De relaisuitgang circulatiepomp kan al
naar gelang de parameters op
verschillende manieren gebruikt worden.
Montage-aanwijzing:
buis goed
schoonmaken,
warmtegeleidingspasta
aanbrengen. Voeler
met spanband
bevestigen.