Inhoudsopgave
Advertenties
30
Vrijgavemodus 2e verwarming (VW)
(ausgeblendet im Auslieferungszustand)
Onder dit menupunt wordt de inzet van de 2
verwarmingsfunctie gedefinieerd.
draaischakelaar op de IWS in de warmtepomp van stand 1 naar stand 9 is gezet, wat wil
zeggen, dat de inzet van een andere warmteleverancier dan de ingebouwde DHC
(ingebouwde verwarmingselement) gewenst is.
Stand 0:
Er is geen 2
VW voor de verwarmingsfunctie gedefinieerd.
e
Stand 1:
De 2e VW wordt rechtstreeks in het verwarmingscircuit opgenomen. Dit kan een
rechtstreekse opname in het buffervat met een verwarmingselement zijn of een opname in
de retourleiding van de verwarming met een modulerende ketel. De voeler '2
aan de verwarmingsaanvoerleiding gekoppeld te zijn.
De 2
VW wordt beneden het bivalentiepunt al naar gelang de belasting als laatste trap in
e
de cascade opgestart. De 2
verwarmingsaanvoer temperatuur hoger is dan de ingestelde WP-retourtemperatuur + het
verschil tussen werkelijke en ingestelde stooklijn.
Stand 2:
Bij deze stand kan verwarmingscircuit 2 (mengcircuit) niet aangestuurd worden. Pas na
aansluiting van een MSM kan een tweede mengventiel aangestuurd worden.
De 2
VW wordt met het mengventiel in het systeem opgenomen. De voeler '2
e
op de ketel aangesloten te worden en de mengvoeler op de verwarmingsaanvoerleiding.
De 2
VW wordt beneden het bivalentiepunt al naar gelang de belasting als laatste trap in
e
de cascade opgestart. Het mengventiel is in de WP-functie gesloten. Als de 2
en de ingestelde keteltemperatuur bereikt is, wordt door het mengventiel de ingestelde
aanvoertemperatuur van het mengcircuit (WP-retourtemperatuur + verschil tussen
werkelijke en ingestelde stooklijn) geregeld. De 2
keteltemperatuur uitgeschakeld (zie montagevoorschriften MSM).
31
Inzet van de 2
(ausgeblendet im Auslieferungszustand)
Dit menu wordt alleen aangegeven, indien de draaischakelaar van de IWS in de
warmtepomp van stand 1 naar stand 9 is verzet., hetgeen betekent, dat een andere
warmteleverancier dan het ingebouwde element ingezet moet worden.
Bij schakelaarstand 1 wordt het ingebouwde element tijdens spertijd samen met de
warmtepomp uitgeschakeld.
Omdat de warmtepomp tijdens een spertijd van het nutsbedrijf niet in de behoefte aan
verwarming kan voorzien, dient men de inzet van een 2
definiëren.
32
Het wordt alleen aangegeven wanneer de
VW wordt uitgeschakeld als de
e
VW bij spertijd nutsbedrijf
e
verwarming (2
e
VW wordt bij het bereiken van de max.
e
VW gedurende deze tijd te
e
00
VW) voor de
e
VW' dient
e
VW' dient
e
VW opgestart
e
00
Advertenties
Inhoudsopgave
