3
Stel de papiersoort in.
4
Als het papierformaat was gewijzigd van een AB-formaat in een inch-formaat of vice versa of als de papiersoort was gewijzigd, pas
de betreffende instellingen dan aan zoals uitgelegd in "Papierlade-Instellingen" (pagina 7-13) bij "7. SYSTEEMINSTELLINGEN".
U bent nu klaar met het plaatsen van papier in papierlade 3.
5
HET PAPIERFORMAAT WIJZIGEN IN PAPIERLADE 3
Trek papierlade 3 naar buiten.
1
Verwijder het resterende papier uit de lade.
2
Plaats papier in de lade.
3
Duw papierlade 3 voorzichtig in het apparaat.
4
Druk stevig tegen de lade totdat deze volledig in het apparaat zit.
Stel de papiersoort in van het papier dat in papierlade 3 was geplaatst.
Vergeet niet om de instellingen te wijzigen zoals beschreven bij "Papierlade-Instellingen" (pagina 7-13) bij "7. SYSTEEMINSTELLINGEN".
5
Als u het papierformaat had gewijzigd, wijzig dan de instelling van het papierformaat. Als u het papierformaat niet goed
instelt, dan wordt automatisch het verkeerde papierformaat geselecteerd waardoor mogelijk niet kan worden afgedrukt en het
papier mogelijk scheef wordt ingevoerd.
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Duw papierlade 3 voorzichtig in het
apparaat.
Druk stevig tegen de lade totdat deze volledig in het apparaat zit.
Stel de geleideplaten A en B af door de
vergrendelhendels ervan in te knijpen en
deze naar het te plaatsen papierformaat
te schuiven.
De geleideplaten A en B kunnen worden verschoven. Stel ze af
op het te plaatsen papierformaat door de vergrendelhendels in
te knijpen.
1-33
Inhoudsopgave