Pagina 1
MODEL: MX-M905 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM Gebruikershandleiding Klik om naar de inhoudsopgave van het betreffende hoofdstuk te gaan. VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Functies van het apparaat en procedures voor het plaatsen van originelen en papier. KOPIEERAPPARAAT Gebruik van de kopieerfunctie...
Pagina 2
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING Klik op een knop hieronder om naar de gewenste pagina te gaan. In de volgende uitleg wordt ervan uitgegaan dat u Adobe Reader XI gebruikt (sommige knoppen worden standaard niet weergegeven). (1) (2) (3) Knop om terug te gaan naar het begin van de pagina Knop om terug te gaan naar de laatst weergegeven pagina Wanneer een bewerking niet wordt uitgevoerd zoals...
Pagina 3
De randapparatuur is over het algemeen optioneel. Bij enkele modellen maakt bepaalde randapparatuur echter deel uit van de standaarduitrusting. In de uitleg in deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat de MX-M905 is uitgerust met een multi-handinvoerlade, een lade met grote capaciteit, een nietfinisher, een perforatiemodule en een krulcorrectie-eenheid.
Pagina 4
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN CLOUD LINK......1-49 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT •...
Pagina 5
ADRESBOEK ......1-103 Sharp OSA ....... 1-152 ADRESBOEKSCHERM .
Pagina 6
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ONDERDEELNAMEN EN FUNCTIES BUITENKANT (6) (7) (8) (9) Automatische documentinvoereenheid Tonerlade Hiermee worden meerdere originelen automatisch Deze lade bevat de tonercartridge. Wanneer de toner in geladen en gescand.
Pagina 7
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Optioneel (10) (11) (12) Finisher (voor nieten van 100 vellen) Nietfinisher (voor nieten van 50 vellen) Hiermee wordt papier geniet en uitgevoerd. Deze niet en vouwt papier. ► FINISHER (VOOR NIETEN VAN 100 VELLEN) ►...
Pagina 8
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Optioneel Invoegeenheid Hierin kunnen kaften en invoegvellen die moeten worden ingevoegd tussen afgedrukte vellen worden geplaatst. Met behulp van de functie voor handmatige afwerking kunt u direct papier invoeren in de finisher of nietfinisher om het papier te nieten, te perforeren of te vouwen.
Pagina 9
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BINNENKANT Hoofdschakelaar Transportband Gebruik deze schakelaar om de voeding van het Via deze band wordt de afbeelding die is gevormd met apparaat in te schakelen. toner van de fotogeleidende drum overgebracht op Laat deze schakelaar in de stand staan bij gebruik papier.
Pagina 10
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID EN GLASPLAAT Klep van documentinvoergedeelte Open deze klep om een vastgelopen origineel te verwijderen. Origineelgeleiders Deze geleiders zorgen ervoor dat het origineel goed wordt gescand. Stel de geleiders af op de breedte van het origineel. Documentinvoerlade Plaats het origineel.
Pagina 11
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ZIJKANT EN ACHTERKANT Faxuitbreidingskit (optie) USB-aansluiting (type A) Netstekker Deze aansluiting wordt gebruikt om een USB-apparaat of Externe aansluiting voor telefoonlijn een USB-stick op het apparaat aan te sluiten. Wanneer de faxfunctie van het apparaat wordt gebruikt, Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed).
Pagina 12
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BEDIENINGSPANEEL In dit gedeelte worden de namen en functies van de verschillende onderdelen van het bedieningspaneel beschreven. Aan-indicator USB-aansluiting (type A) Deze indicator gaat branden als de hoofdschakelaar van Deze aansluiting wordt gebruikt om een USB-apparaat of het apparaat in de stand "...
Pagina 13
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN DE VOEDING INSCHAKELEN In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de voeding van het apparaat kunt in- en uitschakelen en hoe u het apparaat opnieuw opstart. Bedien de twee voedingsschakelaars: de hoofdschakelaar die zich linksonder achter de voorklep bevindt en de toets [Aan] op het bedieningspaneel.
Pagina 14
Naast tikken, wat gelijk staat aan het normale aanraken van het scherm, kan het aanraakscherm van het apparaat ook worden bediend door lang aanraken, vegen en schuiven. Bedieningstypen Tikken Schuiven Eenvoudige Best. ophalen Eenvoudige Best. ophalen Sharp OSA Scan van schijf Scan van schijf Raak het scherm met uw Schuif met uw vinger de Overige Aantal exempl.
Pagina 15
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Bediening in de schermen Toets (tikken) A. Tik op een item om het te selecteren. De geselecteerde toets krijgt een andere kleur. B. Tik op cijfertoetsen om cijfers in te voeren. C.
Pagina 16
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tab (tikken) A. Tik op een tab om te veranderen wat wordt weergegeven. Aantal exempl. Dubbelz. Kopie Origineel Aanpassing Achtergrond Afdrukstand Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Auto Kopieerfactor Kopie vergroten/verkleinen...
Pagina 17
Tik op een modus om weergegeven met tekst of deze te wijzigen. LIJN PRINTER een pictogram. Eenvoudige Eenvoudige Best. ophalen Opdracht Status Sharp OSA ►Schakelen tussen Kopie Scan van schijf Kies functies die in de 10:15 modi vanaf de betreffende modi kunnen modusweergave worden gebruikt.
Pagina 18
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pictogram dat de status van het apparaat aangeeft Pictogram Apparaatstatus Pictogram Apparaatstatus Printergegevens worden verwerkt. Er is een USB-apparaat geïnstalleerd. Printergegevens worden afgedrukt. Het field-supportsysteem is ingeschakeld. Er zijn gegevens om te verzenden. Invoer van 1-bits alfanumeriek teken Er zijn foutgegevens om door te sturen.
Pagina 19
Schakelen tussen modi vanaf het Schakelen tussen modi vanaf de beginscherm modusweergave Druk op de toets [Beginscherm]. Tik op de modusweergave. LIJN PRINTER Eenvoudige Eenvoudige Best. ophalen Sharp OSA Opdracht Status Kopie Scan van schijf Origineel Details Papier Dubbelz. Kopie Kopieerfactor Nietje / Perforatie...
Pagina 20
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORBEELDSCHERM In het voorbeeldscherm kunt u uitvoerafbeeldingen weergeven en afbeeldingen die in het apparaat zijn opgeslagen via het aanraakscherm. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Verzenden en afdrukken Voorbeeldweergave Programmaregistratie Huidige inst.
Pagina 21
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pagina's verwijderen Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina die u wilt wissen en Opgegeven bereik wissen Opg. gebied voor orig. wissen tik op Pagina verwijderen Pagina verplaatsen...
Pagina 22
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pagina's verplaatsen Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina die u wilt verplaatsen en versleep om de pagina te verplaatsen. Einde bew. U kunt de pagina ook verplaatsen door op de toets [Pagina verplaatsen] te tikken in het actiescherm en dan op tikken van de bestemming.
Pagina 23
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Hoofdstukinvoegingen instellen Als N-Up of 2-Zijdig is geselecteerd, kunt u een pagina die is gemarkeerd met naar de eerste pagina verplaatsen. Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina waarvoor u hoofdstukinvoegingen wilt instellen.
Pagina 24
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Lege pagina invoegen Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op en tik op voor de locatie Selecteer de locatie voor het invoegen Annuleren en terugkeren van een blanco pagina.
Pagina 25
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Volg de aanwijzingen in het scherm Opgegeven bereik wissen Verlaten om het te wissen bereik op te geven. Beginpunt Geef het te wissen bereik op en tik dan op de toets [OK]. Hoogte Breedte Wissen...
Pagina 26
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BEDIENING VAN VEELGEBRUIKTE TOETSEN Cijfertoetsen Tik op een cijfer om dit in te voeren. Tik op de toets [C] om het ingevoerde cijfer te wissen. Aantal exempl. In het adresscherm kunt u tekens invoeren die geen cijfers zijn; er wordt een andere toetsindeling gegeven. U kunt de cursor ook verplaatsen met de toetsen [←] en [→].
Pagina 27
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ACTIESCHERM Aanbevolen functies worden weergegeven in het actiescherm wanneer u functies configureert in iedere modus. In het actiescherm kunt u functies configureren of de geconfigureerde functie combineren met een functie die wordt weergegeven in het actiescherm.
Pagina 28
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op de toets [Toets registreren]. Beheerdersrechten zijn vereist. Tik op de toets van de functie die u wilt registreren. Favoriete functies oproepen Tik op Verzenden en afdrukken Aantal exempl. Snelbestand Origineel Geg.
Pagina 29
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ECOFUNCTIES VAN HET APPARAAT Deze functies helpen energieverbruik besparen door bewerkingen van secties die vaak hoog energieverbruik hebben te beheren. Het apparaat biedt twee modi voor energiebesparing. Functie Beschrijving Pagina AUTOMATISCH UITSCHAKELEN Wanneer geen bewerkingen worden uitgevoerd, wordt in deze modus de...
Pagina 30
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Functie Aangepast Energieniveau slaapstand Lage energie Lage energie Eco-scan Aan (Alleen verzendmodi) Aan (Alle modi behalve Kopiëren) De instellingen voor energiebesparing in Systeeminstellingen worden niet toegepast wanneer de Ecomodus wordt gebruikt. De modusinstellingen configureren "Instellingen (beheerder)"→...
Pagina 31
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORVERWARMFUNCTIE In deze modus wordt de temperatuur van de fuseereenheid verlaagd en staat het apparaat in een wachtstand met laag energieverbruik. De voorverwarmfunctie wordt ingeschakeld wanneer het apparaat gedurende een ingestelde tijd in de wachtstand staat zonder een opdracht uit te voeren.
Pagina 32
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN SCHAKEL DE MODUS VOOR AUTOMATISCHE UITSCHAKELING IN ZODRA DE EXTERNE OPDRACHT IS VOLTOOID Als u gewoon afdrukt of ontvangen faxgegevens afdrukt in de modus Timer Voor Autom. Uitschakelen, wordt de voeding ingeschakeld en gaat het apparaat nadat de afdrukopdracht is voltooid direct terug naar de modus Timer Voor Autom.
Pagina 33
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN PLANNINGSINSTELLING IN- /UITSCHAKELEN Gebruik deze functie om de tijden voor het in- en uitschakelen van het apparaat in te stellen om zo het energieverbruik te verminderen. Begintijd 9:00 12:00 Lunchpauze 13:00 Eindtijd...
Pagina 34
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEBRUIKERSAUTHENTICATIE Gebruikersverificatie beperkt het gebruik van het apparaat tot aangemelde gebruikers. Het is mogelijk om de functies op te geven die de verschillende gebruikers mogen gebruiken. Zo kunt u het apparaat aanpassen aan de behoeften van uw werkplek.
Pagina 35
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op de toets [OK]. Gebruikersauthenticatie Wanneer het ingevoerde gebruikersnummer is Voer uw geauthenticeerd, wordt het resterend aantal pagina's gebruikersnummer in. Aanm. beheer. weergegeven dat de gebruiker kan kopiëren of scannen. Wanneer een limiet is ingesteld voor het aantal pagina's dat een gebruiker kan gebruiken, wordt het gebruikte aantal pagina's van de aangemelde gebruiker weergegeven.
Pagina 36
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AUTHENTICATIE OP BASIS VAN GEBRUIKERSNAAM EN WACHTWOORD Met deze methode kunnen gebruikers zich aanmelden met een gebruikersnaam en wachtwoord dat zij van de beheerder van het apparaat of de beheerder van de LDAP-serverhebben ontvangen. Bij het opstarten van het apparaat wordt het aanmeldscherm weergegeven.
Pagina 37
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Voer de gebruikersnaam in. Gebruikersauthenticatie Invoer via het aanraaktoetsenbord Voer gebruikersnaam en wachtwoord in. Als de gebruikersnaam niet in de instellingsmodus is Gebruikersnaam Druk in om aanmeldnaam in te voeren Selecteer uit lijst geregistreerd, moet een gebruiker die alleen Wachtwoord...
Pagina 38
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op de toets [OK]. Gebruikersauthenticatie Voer gebruikersnaam en wachtwoord in. Wanneer de ingevoerde gebruikersnaam en het wachtwoord zijn geauthenticeerd, wordt het resterend aantal pagina's Selecteer uit lijst Gebruikersnaam weergegeven dat de gebruiker kan kopiëren of scannen.
Pagina 39
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN KOPPELFUNCTIE MET ACTIVE DIRECTORY U kunt lid worden van het Active Directory-domein (AD-domein) van het apparaat zodat u gebruikersbeheerfuncties via het netwerk kunt uitvoeren. Als Active Directory niet op het netwerk is geactiveerd, moet u voor elk apparaat op het netwerk een afzonderlijke apparaatauthenticatie uitvoeren.
Pagina 40
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Gebruikersauthenticatie in het AD-domein De volgende methoden kunnen worden gebruikt voor de gebruikersauthenticatie in het AD-domein. 1. Authenticatie door het apparaat handmatig in te voeren Voer de authenticatie uit via het aanraakscherm van het apparaat. Raadpleeg 'AUTHENTICATIE OP BASIS VAN GEBRUIKERSNAAM EN WACHTWOORD (pagina 1-33)' voor de authenticatiemethode.
Pagina 41
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN FUNCTIES DIE MET ACTIVE DIRECTORY KUNNEN WORDEN GEBRUIKT Netwerkmappen die toegankelijk zijn voor gebruikers Als een gebruiker die zich heeft aangemeld bij het AD-domein een netwerkmap op het apparaat wil openen, krijgt de gebruiker alleen toegang tot de mappen waarvoor deze is gemachtigd.
Pagina 42
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN REKENING CODE REKENING CODE Een rekeningcode, die wordt toegevoegd aan een vastgelegd takenlogboek na het uitvoeren van een afdrukopdracht of opdracht voor beeldverzending, wordt gebruikt voor het verwerken van rekeningen. Rekeningcodes zijn ingedeeld in twee typen: main code en subcode.
Pagina 43
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEBRUIK VAN REKENING CODE Als het gebruik van een rekeningcode is ingeschakeld bij "Instellingen (beheerder)" dan wordt het venster voor rekeningcode weergegeven op het moment dat wordt overgeschakeld naar een andere modus (bij het afdrukken/ verzenden in de modus documentarchivering).
Pagina 44
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op een Main Code in de lijst om Annuleren en terugkeren Selecteer Billing Code. deze te selecteren. Toevoegen/Bewerken Rekeningcode Main Code Belangrijkste Code Naam MAIN001 Company 1 MAIN002 Company 2 MAIN003 Company 3...
Pagina 45
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Rekeningcode rechtstreeks invoeren Als het venster voor het invoeren van Rekening Code de rekeningcode wordt weergegeven, Voer Rekeningcode in. tikt u op het vak bij [Main Code] en Main Code AAAA Selecteer uit lijst voert u de main code in.
Pagina 46
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN NIEUWE REKENINGCODE REGISTREREN Nieuwe rekeningcode registreren. U kunt een nieuwe rekeningcode registreren via het venster voor het invoeren van een rekeningcode en via de "Instellingen". Een rekeningcode registreren via de Instellingsmodus Selecteer "Instellingen"...
Pagina 47
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op [Nieuw Toev] in het Nieuw Toev Registratie Hoofdcode actiescherm. Main Code Belangrijkste Code Naam Terugkeren naar het venster voor het selecteren van een rekeningcode Tik op Tik op het vak bij [Main Code] en voer Annuleren en terugkeren Registratie Hoofdcode de main code in.
Pagina 48
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Op een groep tikken om deze te Wissen (Geselect.:1/32) Geef openbaar adres aan selecteren als openbare bestemming Lijst van organisaties /groepen Group 1 U kunt maximaal acht groepen opgeven. Wanneer u klaar Group 2 bent met het invoeren van de instellingen tikt u op Group 3...
Pagina 49
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEREGISTREERDE REKENINGCODE BEWERKEN OF WISSEN U kunt de geregistreerde rekeningcode wijzigen of wissen. U kunt de rekeningcode ook bewerken of wissen bij "Instellingen". Een rekeningcode bewerken of registreren via de Instellingsmodus Selecteer "Instellingen"...
Pagina 50
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Bewerk de main code indien nodig. Annuleren en terugkeren Registratie Hoofdcode " Zie stap 4 t/m 7 bij NIEUWE REKENINGCODE Main Code Registr. beëind. AAAA Registreren " voor meer informatie over REGISTREREN (pagina 1-43) Belangrijkste Code Naam Volgende Billing Code.
Pagina 51
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Rekeningcode wissen Als het venster voor het invoeren van Rekening Code de rekeningcode wordt weergegeven, Voer Rekeningcode in. tikt u op de toets [Selecteer uit lijst] Main Code AAAA Selecteer uit lijst van de main code.
Pagina 52
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN CLOUD LINK Via de Cloud Link-functie kan het apparaat worden verbonden met een online cloud service zodat u gescande gegevens kunt uploaden en gegevens die u hebt opgeslagen in de cloud kunt afdrukken. Scangegevens uploaden Gegevens afdrukken die zijn opgeslagen in de cloud De machine kan verbinding maken met de volgende cloud services:...
Pagina 53
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN SCANGEGEVENS UPLOADEN NAAR EEN CLOUD SERVICE In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u gescande gegevens kunt uploaden naar een cloud service. Tik op [Google Drive], [OneDrive] of [SharePoint Online] in het beginscherm. •...
Pagina 54
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op de toets [Een document afdrukken]. • Het scherm voor het selecteren van een bestand wordt weergegeven. • Kies het bestand en tik op de toets [Afdrukinstelling wijzigen] om het scherm met afdrukinstellingen weer te geven. •...
Pagina 55
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AirPrint Hierna wordt de procedure uitgelegd hoe u afdrukt of een bestand verzendt op de machine met AirPrint. Voor gebruik van AirPrint zijn de PS3-uitbreidingskit en een draadloze LAN-adapter vereist. Om een fax via AirPrint te verzenden, is de faxuitbreidingskit vereist.
Pagina 56
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Een fax verzenden met AirPrint U kunt via de machine via fax een bestand verzenden dat gemaakt is in een toepassing die compatibel is met AirPrint. De verzendprocedure is afhankelijk van de toepassing. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor informatie over het verzenden van een bestand via fax.
Pagina 57
U kunt het apparaat op afstand bedienen via hetzelfde paneel als het bedieningspaneel van het apparaat. Dit paneel wordt op uw pc weergegeven en biedt dezelfde gebruikerservaring als bediening op het apparaat zelf. Eenvoudige Best. ophalen LIJN PRINTER Sharp OSA Opdracht Status Scan van schijf Verzenden en afdrukken Aantal exempl.
Pagina 58
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN UNIVERSEEL ONTWERP VAN HET APPARAAT Het apparaat en de software zijn zo ontworpen dat het apparaat voor alle gebruikers eenvoudig te gebruiken is. UNIVERSEEL ONTWERP VAN DE BEDIENING Afstelling van hoek van bedieningspaneel De hoek van het hele bedieningspaneel kan worden afgesteld zodat het apparaat ook zittend kan worden bediend.
Pagina 59
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN UNIVERSEEL ONTWERP VAN DE WEERGAVE Tekstgrootte wijzigen U kunt de tekstgrootte op het aanraakscherm wijzigen. Wanneer de tekst op het aanraakscherm klein is en moeilijk leesbaar dan kunt u de tekst vergroten In de "Instellingen (beheerder)"...
Pagina 60
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN UNIVERSAL DESIGN-FUNCTIES Het apparaat beschikt over functies en instellingen die compatibel zijn met Universal Design. Gebruiksvriendelijke gebruikersinterface • Eenvoudige modus Deze modus bevat alleen de veelgebruikte opties. De knoppen en de tekst zijn extra groot om de bediening eenvoudiger te maken.
Pagina 61
Aan de rechterzijde van het bedieningspaneel zodat het papier kan worden verwijderd zonder de lade te belemmeren. Zorgeloze ondersteuning • Sharp Power Net-systeem Dit systeem controleert en diagnosticeert de staat van het apparaat periodiek via fax of internet. Zo wordt ervoor gezorgd dat de toner en andere benodigdheden tijdig worden vervangen.
Pagina 62
999999, waarna de teller wordt teruggezet op 1. Accounttaak-id De taak-id die wordt gebruikt in de Sharp OSA wordt vastgelegd. Opdrachtmodus Het type opdrachtmodus, zoals kopiëren of afdrukken, wordt vastgelegd.
Pagina 63
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Itemnaam Beschrijving Hoofditems Aantal gereserveerde Het aantal gereserveerde origineelpagina's van een pagina's kopieer-, afdruk-, scan- of andere opdracht wordt vastgelegd. Aantal voltooide pagina's Het aantal voltooide pagina's van een set wordt vastgelegd.
Pagina 64
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Itemnaam Beschrijving Algemene functionaliteit Kleurinstelling De kleurmodus die door de gebruiker is geselecteerd wordt vastgelegd. Spec. Functies De speciale modi die zijn geselecteerd bij het uitvoeren van de opdracht worden vastgelegd. Bestandsnaam De opgeslagen bestandsnaam wordt vastgelegd.* Gegevensgrootte [KB]...
Pagina 65
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER LADEN BELANGRIJKE INFORMATIE OVER PAPIER NAAM EN PLAATS VAN DE LADEN Wanneer een lade met grote capaciteit is geïnstalleerd Lade 2 Doorvoerlade Lade 1 Lade 5 Lade 3 Lade 4 Wanneer laden met grote capaciteit zijn geïnstalleerd Lade 1 Lade 2 Doorvoerlade...
Pagina 66
• De beeldkwaliteit en geschiktheid voor het fuseren van toner met het papier wisselt mogelijk naargelang de omgeving, bedrijfsomstandigheden en papiereigenschappen. De beeldkwaliteit is dan lager dan u zou verkrijgen met Sharp-standaardpapier. Raadpleeg de dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger voordat u papier gaat gebruiken.
Pagina 67
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Papiertypen die in elke lade kunnen worden geplaatst Lade Lade Lade Doorvo Lade 5 Laden met Doorvoerlade Invoegeenheid erlade Lade met grote (voor de (bovenste / grote capaciteit laden met onderste) capaciteit grote Lade Lade (MXLC12/...
Pagina 68
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN • Zie "SPECIFICATIES" in de "Beknopte handleiding" en "Papierlade- instellingen (pagina 8-122)" voor uitgebreide informatie over het formaat en type papier dat in elke lade van het apparaat kan worden geplaatst. • Gerecycled papier, gekleurd papier en voorgeperforeerd papier moet voldoen aan dezelfde specificaties als normaal papier.
Pagina 69
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER PLAATSEN IN LADE 1/2 Er kan maximaal 1200 vel papier van A4-formaat (8-1/2" × 11") en B5-formaat worden geplaatst in lade 1. In lade 2 kan maximaal 800 vel A4-papier (8-1/2 × 11") worden geladen. Als u een ander type of formaat papier hebt geplaatst dan de keer ervoor, moet u de instellingen controleren bij "Instellingen (beheerder)".
Pagina 70
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Doe de aanvoerrol omhoog en plaats Indicatorlij papier in de lade. Plaats het papier met de afdrukzijde omlaag. De stapel mag niet boven de indicatorlijn uit komen (maximaal 1200 vel voor lade 1 en maximaal 800 vel voor lade 2). Indicatorl Doe de aanvoerrol omlaag en duw de papierlade rustig terug in het apparaat.
Pagina 71
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Zet de papierformaatgeleider en de transparant ongeveer goed voor het papierformaat dat u wilt gebruiken. (1) Breng de onderkant van de papierformaatgeleider op gelijke hoogte met de desbetreffende sleuf onder in de lade. Breng de papierformaatgeleider op een lijn met de sleuf voor het papierformaat dat u wilt gebruiken (aangegeven met een teken).
Pagina 72
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER PLAATSEN IN LADE 3/4 Er kan maximaal 500 vel papier van formaat A3W tot B5R (12" × 18" tot 7-1/4" × 10-1/2"R) in lade 3 worden geladen. Er kan maximaal 500 vel papier van formaat A3W breed tot A5R (12" × 18" tot 5-1/2" × 8-1/2"R) in lade 4 worden geladen. •...
Pagina 73
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Een niet-standaardpapierformaat kan alleen in lade 4 worden geladen. Lade 3 kan niet worden gebruikt voor papierformaten die niet standaard zijn. Waaier het papier uit. Waaier het papier goed uit voordat u het laadt. Als u het papier niet uitwaaiert, kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd waardoor het apparaat vastloopt.
Pagina 74
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Tabpapier laden in lade 4 Verwijder de geleider voor het tabpapier. De geleider bevindt zich binnen in lade 4. Trek de lade naar buiten en installeer de geleider. Stel de geleideplaten in op de driehoekige markeringspositie.
Pagina 75
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Zie de volgende afbeelding en pas de tabpositie van het tabpapier aan. Originelen Tabpapier Achterrand 1e pagina Zijde 2 Bovenrand 1e pagina 2e pagina 3e pagina 4e pagina 4e pagina 3e pagina 2e pagina Schuif de lade rustig in het apparaat en stel het papiertype in op tabpapier.
Pagina 76
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER IN DE PAPIERLADE MET GROTE CAPACITEIT LADEN Gebruik de papierlade met grote capaciteit voor de uitvoer van omvangrijke afdrukopdrachten die niet met de normale lade kunnen worden verwerkt. • De lade met grote capaciteit (MX-LC12) kan maximaal 3500 vellen A4, B5 en 8-1/2" × 11" papier bevatten. •...
Pagina 77
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Duw de papierlade rustig terug in het apparaat. Druk de lade langzaam volledig in het apparaat. Als het papier met kracht erin gestoken wordt, kan het scheef komen te zitten of vastlopen. Lade met grote capaciteit (MX-LCX3 N) Druk op de bedieningstoets.
Pagina 78
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN • Steek niet uw hand in de ruimte binnen in de papiertafel tijdens het laden van papier. • Berg geen reservepapier of andere voorwerpen op in de ruimte binnen in de lade. Duw de papierlade rustig terug in het apparaat.
Pagina 79
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Het papierformaat wijzigen voor de lade met grote capaciteit (MX-LCX3 N) Draai de schroef van de papiergeleider los. Verschuif de plaat van de Plaat papiergeleider. Verschuif de plaat tot de rode lijn in het midden van het formaatvenstertje staat.
Pagina 80
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Zet de papiergeleider aan de rechterkant in de juiste stand voor het gebruikte papierformaat. (1) Houd de vergrendeling van de papiergeleider omhoog en zet de papiergeleider in de juiste stand voor het gebruikte papier. (2) Maak de vergrendeling van de papiergeleider los.
Pagina 81
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER IN DE PAPIERLADEN MET GROTE CAPACITEIT LADEN Gebruik de papierladen met grote capaciteit voor de uitvoer van omvangrijke afdrukopdrachten die niet met de normale lade kunnen worden verwerkt. De laden met grote capaciteit kunnen maximaal 5000 vellen papier bevatten (2500 vellen voor lade 5 en 2500 vellen voor lade 6) van A3W (12"...
Pagina 82
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Waaier het papier uit. Waaier het papier goed uit voordat u het laadt. Als u het papier niet uitwaaiert, kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd waardoor het apparaat vastloopt. Laad het papier. Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog. De stapel mag niet boven de indicatorlijn uit komen (maximaal 2500 vel).
Pagina 83
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Het tabpapier laden Verwijder de geleider voor het tabpapier. De geleider bevindt zich in de bovenste lade. Plaats het tabpapier in de lade. Plaats het tabpapier met de afdrukzijde omhoog zodat de tab zich aan de rechterkant bevindt. Zie de volgende afbeelding en pas de tabpositie van het tabpapier aan.
Pagina 84
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Plaats de geleider voor het tabpapier. Plaats de geleider aan de bovenkant van het tabpapier. Schuif de lade rustig in het apparaat en stel het papiertype in op tabpapier. Stel met behulp van "Papierlade- instellingen" in de systeeminstellingen het papiertype in op tabpapier. U kunt als volgt het papiertype instellen op tabpapier: Maak deze instelling in [Lade-Instel.] in het beginscherm, of in "Instellingen"...
Pagina 85
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Stem de papiergeleider af op het gebruikte papierformaat. Schuif de papiergeleider naar voor of achter tot het teken dat het gebruikte formaat aangeeft ( ) in het formaatvenstertje staat. Wanneer u een van beide verschuift, verschuift zowel de verste plaat als de plaat dichtbij.
Pagina 86
• Bij het gebruik van ander gewoon papier dan het Sharp-standaardpapier of andere speciale media dan de door Sharp aanbevolen transparanten, of wanneer u afdrukt op de achterzijde van eerder bedrukt papier, moet het papier met één vel tegelijk worden geladen.
Pagina 87
• Als u wilt kopiëren op de tabs van tabpapier, komt [Tabkopie] in "Overige" van pas. Transparanten laden • Gebruik door SHARP aanbevolen transparanten. • Waaier de vellen enkele malen uit bij het laden van meerdere transparanten in de doorvoerlade.
Pagina 88
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Papier in de doorvoerlade plaatsen (op de machine) Open de doorvoerlade. Als u papier laadt dat groter is dan A4R of 8-1/2" × 11"R, kunt u het verlengstuk uittrekken. Trek het verlengstuk van de doorvoerlade helemaal uit. Plaats geen zware voorwerpen op de doorvoerlade en pas er geen neerwaartse druk op uit.
Pagina 89
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Papier in de doorvoerlade plaatsen (op de laden voor grote capaciteit) Als u het papier in de doorvoerlade wilt vervangen, drukt u op de bedieningstoets en verwijdert u het papier. De papiertafel wordt naar beneden verplaatst. De bedieningstoets knippert terwijl de papiertafel naar beneden wordt verplaatst.
Pagina 90
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Druk op de bedieningstoets. De papiertafel wordt omhoog verplaatst. De bedieningstoets knippert terwijl de papiertafel omhoog wordt verplaatst. De toets licht op als de papiertafel boven is aangekomen. 1-87...
Pagina 91
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN HET ORIGINEEL PLAATSEN EEN PROCEDURE SELECTEREN VOOR HET PLAATSEN VAN HET ORIGINEEL AFHANKELIJK VAN TYPE EN STATUS Plaats het origineel in de automatische documentinvoereenheid. Afhankelijk van het type en de status van het origineel gebruikt u de glasplaat.
Pagina 92
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u originelen in de automatische documentinvoereenheid plaatst. • Plaats originelen van verschillend formaat zo nodig tezamen in de automatische documentinvoereenheid. Gebruik in dat geval de functie "Overige" in elke modus om [Origineel gem. form.] in te stellen. Een origineel kan niet worden gedetecteerd wanneer alle pagina's van hetzelfde formaat zijn maar sommige een andere afdrukstand hebben.
Pagina 93
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN Toegestane formaten voor originelen Minimaal formaat van origineel Maximaal formaat van origineel Standaardformaat Standaardformaat (Minimum formaat dat automatisch kan worden gedetecteerd) (Maximum formaat dat automatisch kan worden gedetecteerd) 148 mm (lengterichting) × 210 mm of A5 297 mm (lengterichting) ×...
Pagina 94
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN GLASPLAAT In dit gedeelte worden de stappen beschreven voor het plaatsen van een origineel op de glasplaat. • Sluit de automatische documentinvoereenheid voorzichtig. Hardhandig sluiten van de automatische documentinvoereenheid kan tot beschadiging leiden. •...
Pagina 95
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN Sluit de automatische documentinvoereenheid. Nadat u het origineel hebt geplaatst, moet u de automatische documentinvoereenheid sluiten. Als de eenheid open blijft, zullen de delen die buiten het origineel vallen zwart worden gekopieerd, waardoor te veel toner wordt verbruikt. •...
Pagina 96
Het opdrachtstatusscherm is verdeeld in de volgende vier tabbladen, waarmee u een opdrachtenlijst kunt selecteren door op een gewenst tabblad te tikken. LIJN PRINTER LIJN PRINTER Eenvoudige Eenvoudige Best. ophalen Opdracht Status Opdracht Status Vorige Sharp OSA Kopie Scan van schijf 10:15 Vorige Afdrukken Scannen Faxen Internetfax Taak Opdrachtwachtrij...
Pagina 97
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN • Lijst Spool (alleen weergegeven als een opdracht wordt ontvangen die via een computer wordt afgedrukt) Geeft afdruktaken weer tot aan de verzending naar het apparaat vanaf een computer. De opdrachten worden naar de Opdrachtwachtrij verplaatst nadat de overdracht is voltooid.
Pagina 98
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN OPDRACHTEN IN UITVOERING OF GERESERVEERDE OPDRACHTEN STOPPEN OF VERWIJDEREN Tik op de opdrachtstatusweergave en tik op het tabblad voor de opdracht die u wilt stoppen of verwijderen. Tik op de toets [Opdr.Wachtr].
Pagina 99
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN GERESERVEERDE OPDRACHTEN MET PRIORITEIT VERWERKEN Deze functie geeft prioriteit aan de verwerking van gekopieerde, gefaxte of beeldverzendingsopdrachten die later zijn geopend dan opdrachten die al in de wachtrij staan voor afdrukken of verzenden. Het gebruik van de functie voor verwerking met prioriteit verschilt als volgt, afhankelijk van het opdrachttype.
Pagina 100
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN De volgorde van opdrachten wijzigen Indien er een opdracht in uitvoering is, kan een onderbrekingsopdracht worden uitgevoerd, of een opdracht kan lager in de rij worden gezet om de opdrachtvolgorde te veranderen. Tik op de toets van de opdracht die u wilt verplaatsen en tik vervolgens op de toets "Order Sorteren".
Pagina 101
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN In het tabblad Afdrukken kunt u de weergave van het scherm "Opdr.Wachtr" wijzigen van het aantal afgedrukte exemplaren naar het aantal resterende exemplaren die nog moeten worden afgedrukt voor elke opdracht. Afdrukken Scannen Faxen...
Pagina 102
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN VOLTOOIDE OPDRACHTEN CONTROLEREN Tik op de opdrachtstatusweergave en tik op het tabblad voor de opdracht waarvan u de inhoud wilt controleren. Tik op de toets [Voltooid]. Afdrukken Scannen Faxen...
Pagina 103
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN DE OPDRACHTENLIJST LEZEN De betekenis van elk opdrachtpictogram en bericht dat wordt weergegeven in "Status" is als volgt: Pictogrammen die het type opdracht aangeven Afdrukopdracht (RGB/CMYK) Kopieeropdracht Opdracht voor Scannen naar E-mail Opdracht voor Scannen naar FTP...
Pagina 104
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN Berichten die bij "Status" worden getoond opdracht in uitvoering Weergave Status "Afdrukken" Afdrukopdracht wordt uitgevoerd. "Kopieren" Kopieeropdracht wordt uitgevoerd. "Verbinden" Bezig met verbinden "Verzenden" Bezig met verzenden "Ontvangen"...
Pagina 105
"failed" Er heeft zich een ongewone situatie voorgedaan als leveringsbevestiging is ingesteld * Als het ontvangende apparaat een apparaat van SHARP is, retourneert het ontvangende apparaat als de "dispatched" fax is ontvangen of als de ontvangst is mislukt.
Pagina 106
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESBOEK ADRESBOEK U kunt "Contacten" en "Groep" opslaan in het adresboek. Voor een contactpersoon kunnen meerdere adressen worden opgeslagen, inclusief adressen voor fax, e-mail, Internetfax en directe SMTP. Als u adressen die zijn opgeslagen als "Contacten" registreert en direct ingevoerde adressen als "Groep" registreert, kunt u eenvoudig berichten verzenden naar meerdere bestemmingen door een groep op te geven.
Pagina 107
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESBOEKSCHERM Tik op de toets [Adresboek] in het basisscherm in de modi voor beeld verzenden, zoals Fax, E-mail of Internetfax, om het adresboek weer te geven. U kunt het adresboek ook weergeven door op het pictogram [Adresboek] in het beginscherm te tikken.
Pagina 108
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Beperken op frequent gebruik Tik op de toets [Freq. Gebruik] om een adres te selecteren in het scherm dat wordt getoond. Adressen die zijn geregistreerd als "Freq. Gebruik" adressen worden weergegeven. Zoeken in alg. adressen Adres Sorteren Verzendgeschiedenis...
Pagina 109
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Beperken op index Zoek op alfabet om de adressen te beperken. Tik bijvoorbeeld op "A" op de indexbalk om "Contacten" weer te geven die zijn opgeslagen met zoektekst die begint met "A". Verzendgeschiedenis Adres Sorteren Oproepen met zoeknummer Direct TX...
Pagina 110
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN OPSLAAN VIA DIRECTE INVOER U kunt nieuwe namen en adressen in het adresboek opslaan door ze direct in te voeren. Tik op [Toevoegen] in het actiescherm van het adresboekscherm of tik op het pictogram [Adres- beheer] in het beginscherm.
Pagina 111
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN OPSLAAN VIA GLOBAAL ADRES ZOEKEN U kunt de zoekresultaten van het globaal adresboek opslaan als nieuwe adressen in het adresboek. Globaal adres zoeken vereist een LDAP-server. Tik op [Toevoegen] in het actiescherm van het adresboekscherm of tik op het pictogram [Adres- beheer] in het beginscherm.
Pagina 112
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Tik op het invoerveld om de Voer Annuleren en terugkeren Start Zoeken Initialen in zoekvoorwaarde in te voeren en tik Item Doel Naam vervolgens op de toets [Start Zoeken]. Tik op voor [Item] om het zoekdoel te wijzigen. U kunt [Naam] of [Adres] selecteren.
Pagina 113
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN OPSLAAN UIT VERZENDLOGBOEKEN VAN FAX OF AFBEELDING U voegt een adres dat u hebt ingevoerd via verzendbewerkingen van fax of afbeelding toe aan het adresboek als nieuwe registratie. FTP- en bureaubladadressen kunnen niet worden opgeslagen in het adresboek vanuit verzendlogboeken. Tik in de modus voor het verzenden van faxen of afbeeldingen op [Verzendgeschiedenis] in het actiescherm.
Pagina 114
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Tik op de toets [OK]. GROEPEN OPSLAAN Registreer een "Groep"' door adressen te selecteren uit de adressen die al zijn opgeslagen als "Contacten". Bij deze registratie wordt alleen een verwijzing uitgevoerd naar reeds geregistreerde adressen en neemt het totaal aantal geregistreerde adressen (maximaal 6000) in het adresboek niet toe.
Pagina 115
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Tik op het adres dat u wilt registreren in de "Groep" en tik dan op de toets Geregistreerd Adres test@test.com U kunt meerdere adressen selecteren. Voorbeeld- weergave Start Info. Herhaal stap 3 en 5 om adressen te registreren. Als u klaar bent met het registreren van adressen tikt u op de toets Tik op de toets [Registr.].
Pagina 116
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN IN HET ADRESBOEK BEWERKEN/VERWIJDEREN U kunt de informatie in de gegevens van "Contacten" of "Groep" in het adresboek bewerken of verwijderen, maar ook de adressen onder "Contacten" en "Groep". Contactpersonen en groepen bewerken/verwijderen In het scherm met het adresboek selecteert u een contact of groep die u wilt bewerken en tikt u vervolgens op [Bewerken] in het actiescherm.
Pagina 117
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Adressen bewerken/verwijderen Selecteer een contact of groep die u wilt bewerken en tik vervolgens op [Bewerken] in het actiescherm. In het scherm met het adresboek selecteert u het contact of de groep met het adres dat u wilt bewerken en tikt u vervolgens op [Bewerken] in het actiescherm.
Pagina 118
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK HET BEREIK INSTELLEN VOOR PUBLICATIE VAN CONTACTPERSONEN EN GROEPEN "Contacten" en "Groep" die in het adresboek zijn opgeslagen, kunnen worden gedeeld binnen een opgegeven groep of opgeslagen als persoonlijke contactpersonen waar alleen u toegang toe hebt. Als er geen publiciteitsbereik is opgegeven, worden de opgeslagen "Contacten"...
Pagina 119
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Als u bent aangemeld als beheerder, kunt u elke gewenste gebruikersnaam selecteren in de gebruikerslijst. Een gebruiker registreren: Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Gebruikers -bediening] → [Gebruikers -bediening] → [Gebruikers- Lijst] → [Gebruikersregistratie]. VERZENDGESCHIEDENIS WISSEN U kunt de verzendgeschiedenis van verzonden faxen en afbeeldingen wissen.
Pagina 120
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR RANDAPPARATUUR RANDAPPARATUUR Het apparaat kan worden voorzien van randapparatuur voor extra functionaliteit. De randapparatuur is over het algemeen optioneel. Bij enkele modellen maakt bepaalde randapparatuur echter deel uit van de standaarduitrusting. (vanaf oktober 2016) Productnu Productnaam Beschrijving...
Pagina 121
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Productnu Productnaam Beschrijving mmer Invoegeenheid MX-CF11 Met deze eenheid worden kaften en invoegvellen ingevoegd. Met deze eenheid kan tevens papier worden ingevoerd naar een finisher (voor het nieten van 100 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) voor afwerking.
Pagina 122
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR FINISHER (VOOR NIETEN VAN 50 VELLEN) Deze bevat de staffelfunctie waarmee papier wordt gesorteerd en elke set verschoven wordt uitgevoerd en de nietsorteerfunctie waarmee elke set afdrukken wordt geniet. Als u een optionele perforatiemodule installeert, kunt u afgedrukt papier perforeren. ONDERDEELNAMEN Uitvoerlade Voorklep...
Pagina 123
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR DE CARTRIDGE VERVANGEN Wanneer de nietcartridge geen nietjes meer heeft, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. Volg de bedieningsprocedure om de nietcartridge te vervangen. Open de klep. Trek de eenheid naar buiten. Trek de eenheid rustig naar buiten totdat deze niet meer verder gaat.
Pagina 124
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Wanneer er nog nietjes aanwezig zijn, is ontgrendelen niet mogelijk. Verwijder de nietcartridge. Installeer een nieuwe nietcartridge. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Verwijder de afdichting pas van de cartridge wanneer de cartridge in het magazijn is geplaatst. Duw het nietjesmagazijn stevig terug in het apparaat.
Pagina 125
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Trek de afdichting die de nietjes op hun plaats houdt recht naar buiten. Plaats het nietjesmagazijn. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Duw de nieteenheid naar binnen. Sluit de klep. 1-122...
Pagina 126
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR FINISHER (VOOR NIETEN VAN 100 VELLEN) Deze bevat de staffelfunctie waarmee papier wordt gesorteerd en elke set verschoven wordt uitgevoerd en de nietsorteerfunctie waarmee elke set afdrukken wordt geniet. Als u een optionele perforatiemodule installeert, kunt u afgedrukt papier perforeren. ONDERDEELNAMEN Nietverzamelaar Bovenklep...
Pagina 127
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR TOEBEHOREN Voor de finisher (voor het nieten van 100 vellen) is de volgende nietcartridge vereist: Nietcartridge (ca. 5000 nietjes per cartridge × drie cartridges) MX-SCX2 DE CARTRIDGE VERVANGEN Wanneer de nietcartridge geen nietjes meer heeft, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. Volg de bedieningsprocedure om de nietcartridge te vervangen.
Pagina 128
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Verwijder de lege nietcartridge. Wanneer er nog nietjes aanwezig zijn, kan de nietcartridge niet worden verwijderd. Plaats een nieuwe nietcartridge in het nietjesmagazijn. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Plaats het nietjesmagazijn terug. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt.
Pagina 129
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR NIETAFVAL VERWIJDEREN Als een finisher wordt gebruikt om te nieten, wordt nietafval geproduceerd. Het nietafval wordt verzameld in de nietafvalbak. Volg de onderstaande stappen om nietafval te verwijderen. Open de voorklep. Pak het lipje van de nietafvalbak vast, trek de bak rustig naar buiten en verwijder het nietafval.
Pagina 130
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Sluit de voorklep. 1-127...
Pagina 131
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR NIETFINISHER (VOOR NIETEN VAN 50 VELLEN) Deze eenheid omvat de staffelfunctie waarmee gesorteerde vellen papier worden uitgevoerd en waarbij elke set papier wordt verschoven, de nietsorteerfunctie waarmee elke set afdrukken wordt geniet, de zadelsteekfunctie waarmee het midden van de vellen automatisch wordt geniet en de vellen doormidden worden gevouwen en de papiervouwfunctie waarmee papier doormidden wordt gevouwen.
Pagina 132
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR TOEBEHOREN Voor de nietfinisher (voor het nieten van 50 vellen) is de volgende nietcartridge vereist: Afwerkingseenheid Nietcartridge (ca. 5000 nietjes per cartridge × drie cartridges) AR-SC2 Nietfinisher Nietcartridge (ca. 2000 nietjes per cartridge × vier cartridges) MX-SCX3 DE CARTRIDGE VERVANGEN Afwerkingseenheid...
Pagina 133
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Trek de eenheid naar buiten. Trek de eenheid rustig naar buiten totdat deze niet meer verder gaat. Verwijder het nietjesmagazijn. Pak het groene deel van het nietjesmagazijn en trek het magazijn omlaag. Ontgrendel de klep van het nietjesmagazijn.
Pagina 134
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Installeer een nieuwe nietcartridge. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Verwijder de afdichting pas van de cartridge wanneer de cartridge in het magazijn is geplaatst. Duw het nietjesmagazijn stevig terug in het apparaat. Trek de afdichting die de nietjes op hun plaats houdt recht naar buiten.
Pagina 135
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Duw de nieteenheid naar binnen. Sluit de klep. Nietfinisher Wanneer de nietcartridge geen nietjes meer heeft, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. Volg de bedieningsprocedure om de nietcartridge te vervangen. Verwijder voordat u met deze procedure begint alle uitvoer uit de uitvoerlade van de nietfinisher (voor het nieten van 50 vellen).
Pagina 136
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Verwijder het nietjesmagazijn. (1) Pak het groene deel en trek het naar voren en omlaag. De eenheid die het nietjesmagazijn bevat, komt naar voren. (2) Trek het nietjesmagazijn omhoog en naar buiten. Vervang de cartridges in het voorste en achterste nietjesmagazijn (twee cartridges). Ontgrendel de klep van het nietjesmagazijn.
Pagina 137
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Installeer een nieuwe nietcartridge. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Verwijder de afdichting pas van de cartridge wanneer de cartridge in het magazijn is geplaatst. Duw het nietjesmagazijn stevig terug in het apparaat. Trek de afdichting die de nietjes op hun plaats houdt recht naar buiten.
Pagina 138
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Duw de nieteenheid naar binnen. Sluit de klep. 1-135...
Pagina 139
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR NIETFINISHER (VOOR NIETEN VAN 100 VELLEN) Deze eenheid omvat de staffelfunctie waarmee gesorteerde vellen papier worden uitgevoerd en waarbij elke set papier wordt verschoven, de nietsorteerfunctie waarmee elke set afdrukken wordt geniet, de zadelsteekfunctie waarmee het midden van de vellen automatisch wordt geniet en de vellen doormidden worden gevouwen en de papiervouwfunctie waarmee papier doormidden wordt gevouwen.
Pagina 140
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR TOEBEHOREN Voor de nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) is de volgende nietcartridge vereist: Afwerkingseenheid Nietcartridge (ca. 5000 nietjes per cartridge × drie cartridges) MX-SCX2 Nietfinisher Nietcartridge (ca. 5000 nietjes per cartridge × vier cartridges) MX-SCX1 DE CARTRIDGE VERVANGEN Afwerkingseenheid...
Pagina 141
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Knijp de groene delen van het nietjesmagazijn in en trek het magazijn vervolgens omhoog en naar buiten. Verwijder de lege nietcartridge. Wanneer er nog nietjes aanwezig zijn, kan de nietcartridge niet worden verwijderd. Plaats een nieuwe nietcartridge in het nietjesmagazijn.
Pagina 142
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Sluit de voorklep. Maak een proefafdruk met de nietsorteerfunctie en controleer of het nieten goed verloopt. Nietfinisher Wanneer de nietcartridge geen nietjes meer heeft, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. Volg de bedieningsprocedure om de nietcartridge te vervangen. Verwijder voordat u met deze procedure begint alle uitvoer uit de uitvoerlade van de nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen).
Pagina 143
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Zet de ontgrendelingshendel van het nietjesmagazijn omlaag en verwijder het nietjesmagazijn. Trek het nietjesmagazijn er naar rechts uit. Vervang beide nietcartridges. Druk op de vergrendelingsknop om de ontgrendelingshendel te activeren. Verwijder de lege nietcartridge. Druk op de vergrendelingsknop om de ontgrendelingshendel te activeren.
Pagina 144
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Druk op de vergrendelingsknop om de ontgrendelingshendel te activeren. Duw het nietjesmagazijn stevig terug in het apparaat. Lijn van het nietjesmagazijn uit met van de eenheid. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Duw de nietfinisher naar binnen.
Pagina 145
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR NIETAFVAL VERWIJDEREN Als een finisher wordt gebruikt om te nieten, wordt nietafval geproduceerd. Het nietafval wordt verzameld in de nietafvalbak. Volg de onderstaande stappen om nietafval te verwijderen. Open de voorklep. Pak het lipje van de nietafvalbak vast, trek de bak rustig naar buiten en verwijder het nietafval.
Pagina 146
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR PAPIERAFVAL VERWIJDEREN Als gevouwen papier wordt bijgesneden met de snijderfunctie, wordt er papierafval gegenereerd. Het papierafval wordt verzameld in de papierafvalbak. Volg de bedieningsprocedure om papierafval te verwijderen. Met behulp van de snijderfunctie wordt een zijstrook afgesneden tijdens het vouwen, waardoor een nette afwerking ontstaat. Open de voorklep.
Pagina 147
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Duw de verzamelaar rustig weer naar binnen. Sluit de voorklep. 1-144...
Pagina 148
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR PERFORATIEMODULE (MX-PNX4A/B/C/D) De perforatiemodule kan op een finisher (voor het nieten van 50 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 50 vellen) worden geïnstalleerd om het uit te voeren papier te perforeren. Een finisher (voor het nieten van 50 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 50 vellen) is vereist om de perforatiemodule te kunnen installeren.
Pagina 149
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Plaats de perforatieafvalverzamelaar terug. Controleer of de perforatieafvalverzamelaar correct is teruggeplaatst. Sluit de klep. 1-146...
Pagina 150
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR PERFORATIEMODULE (MX-PN13A/B/C/D) De perforatiemodule kan op een finisher (voor het nieten van 100 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) worden geïnstalleerd om het uit te voeren papier te perforeren. Een nietfinisher of finisher (voor het nieten van 100 vellen) is vereist om de perforatiemodule (voor het perforeren van 100 vellen) te kunnen installeren.
Pagina 151
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Duw de verzamelaar rustig weer naar binnen. Sluit de voorklep. 1-148...
Pagina 152
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR VOUWEENHEID Een vouweenheid kan worden gebruikt voor Z-vouw, Lettervouw, Harmonicavouw, Dubbele vouw en Enkele vouw. Een finisher (voor het nieten van 100 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) is vereist om de vouweenheid te kunnen installeren.
Pagina 153
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR INVOEGEENHEID Hierin kunnen kaften en invoegvellen die moeten worden ingevoegd tussen afgedrukte vellen worden geplaatst. Met behulp van de functie voor handmatige afwerking kunt u direct papier invoeren in de finisher (voor het nieten van 100 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) om het papier te nieten, te perforeren of te vouwen.
Pagina 154
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR STATUSINDICATORS De statusindicators geven de status van het apparaat aan. De groene indicator gaat branden of knipperen om de taakstatus van het apparaat aan te geven. De rode indicator gaat branden of knipperen wanneer er een fout optreedt. Wanneer het apparaat na een fout nog wel kan worden gebruikt, blijft de indicator branden.
Pagina 155
Sharp OSA (Open Systems Architecture) is een architectuur die het apparaat rechtstreeks koppelt aan software-applicaties (externe applicaties) voor het gebruik van het apparaat via een netwerk. Wanneer u een apparaat gebruikt dat Sharp OSA ondersteunt, kunt u toetsen op het bedieningspaneel en apparaatfuncties, zoals scannen, naar externe applicaties verzenden.
Pagina 156
Tik op een modustoets om terug te gaan naar het vorige scherm. Externe verificatiemodus inschakelen: In de "Instellingen (beheerder)" selecteert u [Systeeminstellingen] → [Sharp OSA-instellingen] → [Instellingen externe accountapplicatie] en schakelt u de instelling [Extern accountbeheer] in. • De functie voor gebruikersbediening van het apparaat kan niet worden gebruikt in externe-authenticatiemodus.
Pagina 157
Externe telmodus kan samen met de functie voor gebruikersbediening van het apparaat worden gebruikt. (Externe telmodus kan ook worden gebruikt wanneer de functie voor gebruikersbediening is uitgeschakeld.) Externe telmodus inschakelen: Bij "Instellingen (beheerder)" selecteert u [Systeeminstellingen] → [Sharp OSA-instellingen] → [Instellingen externe accountapplicatie] en schakelt u alleen de instelling [Extern accountbeheer] in. 1-154...
Pagina 158
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Wanneer papier vastloopt, wordt het bericht "Papierstoring" weergegeven op het aanraakscherm en wordt het afdrukken en scannen gestopt. Tik in dat geval op de toets [Oplos. papierstoringen bekijken] in het aanraakscherm. Als u op deze toets tikt, wordt uitgelegd hoe u het vastgelopen papier kunt verwijderen.
Pagina 159
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD ONDERHOUD In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het apparaat kunt reinigen en hoe u de tonercartridge, de fles met afvaltoner en de stempelcartridge kunt vervangen. REGELMATIG ONDERHOUD Voor een optimale werking moet het apparaat regelmatig worden gereinigd. Gebruik geen ontvlambare sprays bij het reinigen van het apparaat.
Pagina 160
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD SCANGEBIED Wanneer zwarte of witte strepen op de gescande afbeelding zichtbaar zijn bij het gebruik van de automatische documentinvoereenheid, reinig dan het scangebied (het dunne lange glas naast de glasplaat). Gebruik voor het reinigen van dit onderdeel het glasreinigingsmiddel dat in de automatische documentinvoereenheid is opgeslagen.
Pagina 161
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Plaats het glasreinigingsmiddel terug op zijn plaats. HET OPPERVLAK VAN DE DOORVOERROL REINIGEN Als het papier regelmatig vastloopt in de doorvoerlade, reinigt u de doorvoerrol. Veeg het oppervlak van de doorvoerrol af met een schone zachte doek die is bevochtigd met water of een neutraal reinigingsmiddel. Doorvoerlade (op het apparaat) Verwijder het papier.
Pagina 162
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Laad het papier. Doorvoerlade (laden met grote capaciteit) Druk op de bedieningstoets en verwijder het papier. De papiertafel wordt naar beneden verplaatst. De bedieningstoets knippert terwijl de papiertafel naar beneden wordt verplaatst. De toets licht op als de papiertafel beneden is aangekomen.
Pagina 163
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Laad het papier en druk op de bedieningstoets. De papiertafel wordt omhoog verplaatst als op de bedieningstoets wordt gedrukt. 1-160...
Pagina 164
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE TONERCARTRIDGE VERVANGEN Normaal gesproken dienen tonercartridges vervangen te worden wanneer het bericht "Vervang de tonercartridge." verschijnt. Houd één set vervangende tonercartridge bij de hand, zodat u altijd meteen een nieuwe tonercartridge kunt installeren wanneer de toner op is.
Pagina 165
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Trek de tonerlade naar buiten. Trek de tonerlade rustig naar buiten totdat deze niet meer verder gaat. Als het toetsenbord uit het bedieningspaneel is getrokken, berg het dan weer op in het bedieningspaneel. Met uitgetrokken toetsenbord kan de tonerlade in contact komen met het toetsenbord en schade veroorzaken.
Pagina 166
• Als u de tonercartridge rechtop bewaart, kan de toner hard en onbruikbaar worden. Sla tonercartridges altijd op hun zijkant • Als een andere tonercartridge dan een door Sharp aanbevolen tonercartridge wordt gebruikt, levert het apparaat mogelijk niet de maximale kwaliteit en prestaties en kan het schade oplopen. Gebruik een door Sharp aanbevolen tonercartridge.
Pagina 167
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE STEMPELCARTRIDGE VERVANGEN Als een stempeleenheid (AR-SU1) is geïnstalleerd op de automatische documentinvoereenheid en de stempel licht is geworden, vervangt u de stempelcartridge (AR-SV1). Verbruiksgoederen Stempelcartridge (2 in verpakking) AR-SV1 Open de automatische documentinvoereenheid. Verwijder de aandrukplaat van de automatische documentinvoereenheid.
Pagina 168
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Installeer een nieuwe stempelcartridge. Duw de stempeleenheid terug op zijn plaats. Duw de stempeleenheid naar binnen totdat deze vastklikt. Lijn de linkerbovenhoek van de aandrukplaat uit met de linkerachterzijde (aan de punt van de markering) van de glasplaat.
Pagina 169
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►TEKENINVOER TEKENINVOER NAMEN EN FUNCTIES VAN AANRAAKTOETSEN Open het aanraaktoetsenbord om de naam van een bestand, programma, map of gebruiker te registreren. Sluit het aanraaktoetsenbord Sluit het aanraaktoetsenbord Geeft de ingevoerde tekst weer. Voltooit de ingevoerde tekens en sluit het aanraaktoetsenbord Vult de opgeslagen woorden in.
Pagina 170
Pictogrammen KOPIEERAPPARAAT Functies die u kunt gebruiken in de modus Eenvoudige Kopie Milieuvriendelijke functies Functies voor kopiëren op speciale media UITVOER ....... . . 2-37 VOORDAT U HET APPARAAT ALS •...
Pagina 171
KOPIEERAPPARAAT FUNCTIES TER VERBETERING VAN DE FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN DE VEILIGHEID ....... 2-86 UITVOER EN DICHTHEID .
Pagina 172
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT KOPIEERMODUS Er zijn twee modi om te kopiëren: de eenvoudige modus en de normale modus. De eenvoudige modus is beperkt tot vaak gebruikte functies waarmee u de meeste kopieertaken eenvoudig kunt uitvoeren. Wanneer u gedetailleerde instellingen of speciale functies wilt selecteren, gebruikt u de normale modus.
Pagina 173
Tik op het pictogram van de modus [Eenvoudige Kopie]. Tik op het pictogram van de modus [Kopiëren]. LIJN PRINTER LIJN PRINTER Eenvoudige Eenvoudige Best. ophalen Eenvoudige Eenvoudige Best. ophalen Sharp OSA Opdracht Status Sharp OSA Opdracht Status Kopie Scan van schijf Kopie Scan van schijf 10:15 10:15...
Pagina 174
Tik om over te schakelen uit een van de modi. op de modusweergave. Overschakelen naar de Eenvoudige modus Tik op [Eenvoudige Kopie]. LIJN PRINTER Eenvoudige Eenvoudige Best. ophalen Opdracht Status Sharp OSA Kopie Scan van schijf Het beginscherm van eenvoudige kopie wordt Origineel Adres E-mailadres Details weergegeven.
Pagina 175
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Overschakelen naar de Eenvoudige modus Tik op de modusweergave. LIJN PRINTER Eenvoudige Best. ophalen Opdracht Status Sharp OSA Scan van schijf Zoeken in alg. adressen Adresboek Adres Faxnummer Belichting Verzendgeschiedenis Auto Resolutie Zoeknummer oproepen...
Pagina 176
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT KOPIEERPROCEDURE In dit gedeelte worden de belangrijkste procedures uitgelegd voor kopiëren. Selecteer instellingen in de onderstaande volgorde om ervoor te zorgen dat het kopiëren probleemloos verloopt. Raadpleeg voor gedetailleerde procedures voor het selecteren van instellingen, de uitleg van elke instelling in dit hoofdstuk.
Pagina 177
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Scan het origineel. Tik op de toets [Voorbeeld- weergave] om het origineel te scannen. In de eenvoudige modus In de normale modus Origineel Aantal exempl. Verzenden en afdrukken Details Snelbestand Origineel Geg. tijdelijk opslaan Auto Papier Bestand...
Pagina 178
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. • Tik op de toets [CA] om alle instellingen te annuleren. Wanneer u op de toets [CA] tikt, worden alle eerder geselecteerde instellingen gewist en keert u terug naar het basisscherm.
Pagina 179
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL CONTROLEREN Eenvoudige modus Het formaat van het geplaatste origineel wordt weergegeven in de linker bovenhoek van het scherm. Als u het origineel in de automatische documentinvoereenheid plaatst, verschijnt het pictogram origineel naast het formaat van het origineel.
Pagina 180
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Standaardformaten Standaardformaten zijn formaten die het apparaat automatisch kan detecteren. Selecteer als u het standaardformaat wilt opgeven, in de "Instellingen" (beheerder) [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Instelling Detectie Formaat Origineel]. Lijst van opties voor Instelling detectie formaat origineel Standaardformaten (gedetecteerde origineelformaten) Selecties Glasplaat...
Pagina 181
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Stand van het geplaatste origineel Plaats het origineel zoals hieronder wordt getoond. Als u het origineel in een onjuiste stand plaatst, is de perforatie- of nietpositie mogelijk niet correct is. Bekijk de afdrukstand of de voorbeeldafbeelding in het voorbeeldscherm. KOPIEERVOORBEELD (pagina 2-9) ►...
Pagina 182
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN Het apparaat is ingesteld om automatisch de papierlade te selecteren die papier bevat van hetzelfde papierformaat als het geplaatste origineel (Automatische papierselectie.). Als het papierformaat van het origineel niet juist kan worden gedetecteerd omdat het een niet-standaard formaat is of als u het papierformaat voor het kopiëren wilt veranderen, kunt u handmatig een papierlade selecteren.
Pagina 183
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe de instellingen worden geselecteerd in het basisscherm van de eenvoudige modus. DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) ► KOPIËREN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID GEBRUIKEN VOOR KOPIËREN Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid.
Pagina 184
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. Twee of meer sets kopieën maken: Tik op de toets voor het aantal exemplaren om het aantal kopieën op te geven. Origineel Details Papier...
Pagina 185
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. Twee of meer sets kopieën maken: Tik op de toets voor het aantal exemplaren om het aantal kopieën op te geven. Origineel Details Papier...
Pagina 186
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID GEBRUIKEN VOOR 2-ZIJDIG KOPIËREN Originelen Kopieën Originelen Kopieën Originelen Kopieën Automatisch 2-zijdig kopiëren van Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige 1-zijdige originelen 2-zijdige originelen originelen •...
Pagina 187
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Voorbeeld- weergave]. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR 2-ZIJDIG KOPIËREN Originelen kopie Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen Tweezijdig kopiëren helpt papier besparen. De standaard 2-zijdige kopieermodus wijzigen: Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] →...
Pagina 188
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Controleer het papier (de lade) die u Origineel Details wilt gebruiken voor kopiëren en tik op Papier Dubbelz. Kopie Kopieerfactor Nietje / Perforatie de toetsen voor andere instellingen die Selectie u wilt selecteren. 100% Papiercassette 1 1 →...
Pagina 189
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL AUTOMATISCH AANPASSEN Standaard worden het belichtingsniveau en het origineeltype automatisch aangepast aan het origineel dat u kopieert. ([Auto] wordt weergegeven.) Deze functie past de afbeelding tijdens het kopiëren automatisch aan om de meest geschikte kopie te krijgen. Origineel Details Origineel...
Pagina 190
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Details] als u meer gedetailleerde instellingen wilt kiezen en schakel over naar de normale modus. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Tik op de toets [Belichting]. Tik op de toets van het betreffende Origineel Aantal exempl.
Pagina 191
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. VERGROTEN/VERKLEINEN AUTOMATISCHE FACTORSELECTIE In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u automatisch de juiste factor kunt selecteren die overeenkomt met het papierformaat, wanneer u handmatig de papierlade wijzigt voor het maken van een kopie op papier met een ander formaat dan het origineel.
Pagina 192
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. HANDMATIGE FACTORSELECTIE In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een kopieerfactor kunt opgeven voor een kopie op papier van een ander formaat dan het origineel of hoe u het afbeeldingsformaat kunt wijzigen voor het kopiëren. U kunt de volgende drie methoden gebruiken om de kopieerfactor op te geven.
Pagina 193
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De vaste-factortoets gebruiken Tik op de toets [Kopieerfactor]. ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) Tik op om de factor in te Kopieerfactor stellen. ( 25~200 ) Auto Image Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Enigszins verminderen (3% besparing) tikt u op...
Pagina 194
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De afmetingen van de afbeelding opgeven Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Tik op de toets [Kopieerfactor]. Tik op de toets [op formaat] op het Enigszins verminderen Aantal exempl.
Pagina 195
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DE LENGTE EN BREEDTE AFZONDERLIJK VERGROTEN/VERKLEINEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de horizontale en verticale kopieerfactor afzonderlijk kunt opgeven. Wanneer 50% is geselecteerd voor de horizontale factor en 70% voor de verticale factor U kunt de volgende twee methoden gebruiken om de kopieerfactor op te geven.
Pagina 196
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [X] en stel de factor X Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. (horizontaal) in. Papierformaat Kopieerfactor Papierinvoerlade wijzigen Auto Image Dubbelz. Kopie Zoom X-y zoom Aanpassing Achtergrond ( 25~200 ) 141% 200% ( 25~200 )
Pagina 197
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Geef de afmetingen van X en Y van Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. zowel het beeldformaat als het Papierformaat Kopieerfactor Papierinvoerlade wijzigen op formaat Dubbelz. Kopie uitvoerformaat op. De kopieerfactor wordt berekend op basis van opgegeven formaten. Aanpassing Achtergrond Voer het beeldformaat en het afgewerkt formaat in.
Pagina 198
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DE AFDRUKSTAND EN HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL SELECTEREN Als het origineel een niet-standaardformaat heeft of het formaat niet juist wordt gedetecteerd, geeft u het formaat van het origineel handmatig op. Stel de afdrukstand van de afbeelding in om ervoor te zorgen dat de afdrukstand van het geplaatste origineel goed wordt herkend.
Pagina 199
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de betreffende toets voor het Dubbelz. Kopie Aantal exempl. formaat origineel. Origineel Aanpassing Achtergrond Afdrukstand Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Auto Kopieerfactor Kopie vergroten/verkleinen...
Pagina 200
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De afdrukstand en het formaat van een origineel in niet-standaard-formaat opgeven Tik op de toets [Origineel] om de afdrukstand van het origineel in te stellen. ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. ►...
Pagina 201
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN Sla de veelgebruikte niet-standaard origineelformaten op. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u niet-standaard origineelformaten opslaat, ophaalt, verandert en wist. • Het opgeslagen origineelformaat blijft behouden, ook als het apparaat wordt uitgeschakeld. •...
Pagina 202
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op een toets ( ) om een Dubbelz. Kopie Aantal exempl. extra origineelformaat op te slaan. Origineel Aanpassing Achtergrond Opslaan/Verwijderen Lege pagina Overslaan Select. formaattoets om aangep. orig. Lege pagina in orig. overslaan Tik op een toets die geen formaat aangeeft.
Pagina 203
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Een opgeslagen origineelformaat ophalen Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Tik op de toets [Origineel]. Tik op het tabblad [Aangepast Formaat]. Tik op de toets van het Opslaan/Verwijderen Aantal exempl.
Pagina 204
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. KOPIEËN MAKEN MET DE DOORVOERLADE KOPIEËN MAKEN MET DE DOORVOERLADE Naast kopieën op normaal papier kunt u met de doorvoerlade ook kopieën maken op transparanten, tabpapier en andere speciale media. Raadpleeg "GESCHIKTE PAPIERTYPEN (pagina 1-63)"...
Pagina 205
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. HET TYPE EN FORMAAT VAN PAPIER IN DE DOORVOERLADE OPGEVEN Tik op de toets [Papier Selectie] en vervolgens op de toets van de doorvoerlade. ► DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN (pagina 2-13) Tik op de toets [Type + formaat] en vervolgens op de toets die overeenkomt met het type van het geplaatste papier.
Pagina 206
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. UITVOER Configureer de uitvoerinstellingen voor kopieën met Sorteren, Groep, Staffel, Scheidingspagina, Nieten, Perforeren of Vouwen. Geef ook de uitvoerbestemming van kopieën op. U kunt in de normale modus op de toets [Uitvoer] tikken om de instellingen voor alle uitvoerfuncties te configureren. Instellingen voor de niet- en perforatiefunctie kunnen ook in de eenvoudige modus worden geconfigureerd.
Pagina 207
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Scheidingspagina Deze functie voegt scheidingspagina's toe na het opgegeven aantal kopieën of voor elke taak die wordt uitgevoerd. EEN SCHEIDINGSPAGINA INVOEGEN TUSSEN KOPIEËN OF TAKEN (pagina 2-40) ► Sorteren/groeperen Selecteer de sorteermethode bij het kopiëren van het gescande origineel. Met 'Sorteren' worden de gescande originelen per set gesorteerd en uitgevoerd.
Pagina 208
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. UITVOERBESTEMMING WIJZIGEN Geef de bestemming van uitgevoerde kopieën op. Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ►...
Pagina 209
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. EEN SCHEIDINGSPAGINA INVOEGEN TUSSEN KOPIEËN OF TAKEN Deze functie voegt scheidingspagina's tussen elke set kopieën of tussen elke taak. Als u scheidingspagina's invoegt tussen sets kopieën, kunt u aangeven of u de scheidingspagina wilt invoegen voor of na elke set.
Pagina 210
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Uitvoer]. Tik op de toets [Scheidingspagina]. Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. Dubbelz. Kopie Uitvoer Uitvoerlade N-Up Meer pag. op een pag. plaatsen Bovenste lade Margeverschv. Middelste Pos. verschuiven voor marge lade Wissen Onderste lade...
Pagina 211
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. INSTELLING SORTEREN/GROEPEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de sorteermethode kunt selecteren als u het gescande origineel wilt uitvoeren. Automatisch Schakelt de sorteermodus in wanneer het origineel in de automatische documentinvoereenheid is geplaatst en schakelt de groepmodus in wanneer het origineel op de glasplaat is geplaatst.
Pagina 212
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op het tabblad [Sorteren/groepen] Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. en vervolgens op de toets [Auto], Uitvoer Dubbelz. Kopie Uitvoerlade N-Up [Sorteren] of [Groep]. Meer pag. op een pag. plaatsen Bovenste lade Margeverschv. Middelste Pos.
Pagina 213
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. NIETINSTELLINGEN Geef op of de set van de uitvoer wordt geniet of niet. Nietpositie Beeldrichting Nieten Links Boven Rechts Er wordt niet geniet. 1 nietje Staand 2 nietjes 1 Nietje (Diagonaal) 1 nietje Liggend 2 nietjes 1 Nietje (Diagonaal)
Pagina 214
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Nieten AAN (behalve boekje) Tik op de toets [Nietje / Perforatie]. ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ►...
Pagina 215
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Elke set gesorteerde kopieën nieten De instelprocedure in de normale modus wordt uitgelegd. Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
Pagina 216
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Zadelnieten voor gesorteerde kopieën Met deze functie wordt elke set kopieën op twee plaatsen in het midden van het papier geniet, doormidden gevouwen en uitgevoerd. Bij zadelvouwen wordt een zijstrook afgesneden, waardoor een fraai uitvoerbeeld ontstaat. De instelprocedure in de normale modus wordt uitgelegd.
Pagina 217
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Linkse Binding Tablet] Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. of [Rechts inbinden] om een origineel N-Up Boekje Meer pag. op een pag. plaatsen Selecteer Output Rand voor Binding. Margeverschv. te selecteren en de kaftinstelling te Pos.
Pagina 218
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. PERFORATIE-INSTELLINGEN Met deze functie perforeert u kopieën en voert u ze uit in de lade. Perforatiepositie Beeldrichting Links Boven Rechts Geen perforatie. Staand Liggend • De standaard perforatie-instellingen aanpassen: Selecteer bij "Instellingen (beheerder)" de optie [Systeeminstellingen] → [Kopieerinstellingen] → [Uitgangsinstellingen status] →...
Pagina 219
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De instelprocedure in de normale modus wordt uitgelegd. Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ►...
Pagina 220
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. UITVOERPAPIER VOUWEN Kopieën kunnen worden gevouwen en uitgevoerd. Te gebruiken Druk voorkant Afbeelding voor vouwen Vouwtypen Open richting papier Nietfinisher (voor het nieten van 50 vellen): A3W, A3, B B B B4, A4R, B5R,12" Binnen ×...
Pagina 221
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Te gebruiken Druk voorkant Afbeelding voor vouwen Vouwtypen Open richting papier A B C Rechts open Binnen A B C Links open Letter vouw A4R, 8-1/2" × 11"R A B C Rechts open Buiten A B C Links open...
Pagina 222
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Te gebruiken Druk voorkant Afbeelding voor vouwen Vouwtypen Open richting papier A B C D Rechts open Binnen A B C D Links open Dubbele vouw A4R, 8-1/2" × 11"R A B C D Rechts open Buiten A B C D...
Pagina 223
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. • U kunt het opgegeven vouwtype bekijken in "VOORBEELDSCHERM (pagina 1-17)". • Een nietfinisher is vereist voor het gebruik van Zadelvouw. • Een vouweenheid is vereist voor het gebruik van Enkele vouw, Lettervouw, Harmonicavouw, Dubbele vouw en Z-vouw. •...
Pagina 224
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Detailtype voor elk vouwtype Niet en vouw Geef "Druk voorkant af" en "Meervoudige vouw" op. Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. Uitvoer Dubbelz. Kopie Uitvoerlade N-Up Detail (Zadelvouw) Meer pag. op een pag. plaatsen Druk voorkant af Margeverschv.
Pagina 225
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Harmonica Geef "Open richting" op. Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. Dubbelz. Kopie Uitvoer Uitvoerlade N-Up Detail (Harmonica) Meer pag. op een pag. plaatsen Open richting Margeverschv. Pos. verschuiven voor marge Rechts open Links open Wissen Randschaduw wissen Voorbeeld-...
Pagina 226
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. KOPIËREN IN BATCHES MEERDERE ORIGINELEN ALS ENKELE PAGINA KOPIËREN (N-Up) Met deze functie kunt u meerdere origineelpagina's kopiëren op een enkel vel papier met dezelfde opmaak. Selecteer de functie 2-Up om twee pagina's te kopiëren op één vel, 4-Up om vier pagina's te kopiëren op één vel of 8-Up om acht pagina's te kopiëren op één vel.
Pagina 227
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op het aantal originelen dat u N-Up gezamenlijk wilt kopiëren en selecteer 2-Up 4-Up 8-Up de toets lay-out. De afbeeldingen worden zo nodig gedraaid. 2-Up 4-Up 8-Up Ga naar stap 7 als u klaar bent met het selecteren van de instellingen.
Pagina 228
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. TEGENOVER ELKAAR LIGGENDE PAGINA'S VAN EEN GEBONDEN DOCUMENT KOPIËREN (DUBBELZIJDIGE KOPIE) Met deze functie worden achtereenvolgens de linker- en rechterhelft van een origineel gekopieerd. Deze functie is nuttig bij het maken van kopieën van de twee tegenover elkaar liggende pagina's van een boek of ander gebonden document. De tegenover elkaar liggende pagina's van een boek of gebonden document kopiëren De tegenover elkaar liggende pagina's worden Boek of gebonden document...
Pagina 229
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Plaats het origineel op de glasplaat. ► GLASPLAAT (pagina 1-91) Lijn het midden van het origineel uit op de juiste formaatmarkering Formaatmarkering Middenlijn van Middenlijn van Middenlijn van B4-origineel 11" x 17"-origineel A3-origineel De pagina aan deze kant wordt als eerste...
Pagina 230
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART ALS ENKELE PAGINA KOPIËREN (KAARTFORMAAT) Met deze functie kunt u de voor- en achterzijde van een kaart op één vel kopiëren, niet op aparte vellen. Deze functie is handig om kopieën te maken ter identificatie en om papier te besparen. Voorzijde Achterzijde Voorbeeld van een A4 (8-1/2"...
Pagina 231
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. • Tik op de gebieden die breedte- en hoogteformaten weergeven en voer het formaat met de cijfertoetsen in. • Als u het formaat snel wilt instellen, geeft u eerst met de cijfertoetsen een waarde op die dicht bij de gewenste waarde ligt en past u deze vervolgens aan met •...
Pagina 232
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DEZELFDE AFBEELDING HERHALEN OP ÉÉN VEL (OPMAAK HERHALEN) Met deze functie kopieert u dezelfde originele afbeelding meerdere malen op één vel. U kunt elk van de volgende drie typen herhaalde kopie instellen. Herhalingsmethode Beschrijving Het maximaal herhaalde aantal kopieën op een vel wordt automatisch berekend op basis van Auto-herhalen...
Pagina 233
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Kopiëren door automatisch het herhalingsaantal te berekenen (Auto-Herhalen) Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-89) ► GLASPLAAT (pagina 1-91) Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus.
Pagina 234
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. Kopiëren door een herhalingsaantal op te geven (Vaste herhaling) Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
Pagina 235
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op [Aantal zijden] om een Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. herhalingsaantal in te stellen. Aanpassing Achtergrond Opmaak herhalen Belichting Aantal zijden Type/belichting selecteren Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, 2x herhalen tikt u op 4x herhalen...
Pagina 236
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Origineel] en selecteer een origineelformaat. Als u op de toets voor het origineelformaat tikt, wordt de afdrukstand van het origineel aangegeven bij "Hoe instellen?". Plaats het origineel zo dat de stand overeenkomt met de afdrukstand die wordt getoond. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op Tik op de toets [Papierformaat] en Aanpassing Achtergrond...
Pagina 237
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES ANDERE FUNCTIES Andere functies worden ingesteld in het basisscherm van de normale modus. DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) ► Andere functies kunnen niet worden geselecteerd in de eenvoudige modus. UITVOER- EN OPMAAKBEWERKINGSFUNCTIES KOPIEËN MAKEN MET FOLDERFORMAAT (BOEKJE) Kopieën die worden gemaakt via "Boekje", kunnen in het midden worden gevouwen om een boekje te maken. Deze functie is handig als u van kopieën een aantrekkelijk boekje of folder wilt maken.
Pagina 238
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES • Als u een boekjekopie van een boek of ander gebonden origineel wilt maken, gebruikt u de functie Boekjekopie. ► EEN FOLDER KOPIËREN (BOEKKOPIE) (pagina 2-74) • Als de functie Boekje is geselecteerd, wordt de functie voor 2-zijdig kopiëren automatisch geselecteerd. Als er instellingen zijn geselecteerd die 2-zijdig kopiëren verhinderen, kunt u de functie Boekje niet gebruiken.
Pagina 239
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik als u een kaft wilt invoegen, op de toets [Kaftinstelling] en op de toets [On]. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige]. De kaftinvoerlade wijzigen: Tik op de toets [Papierlade] om het ladeselectiescherm te tonen. Tik op de kaftinvoerlade op het ladeselectiescherm.
Pagina 240
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES MEERDERE ORIGINELEN KOPIËREN OP ELKE PAGINA VAN HET BOEKJE (BOEKJE 2-Up OF 4-Up PAGINA'S OP 1 VEL) Met deze functie kunt u twee of vier origineelpagina's gelijkelijk op één pagina van de inbindkopie kopiëren. Deze functie is handig als u van een minimum aantal kopieën een aantrekkelijk boekje of een folder wilt maken. Originelen Boekje, 2-Up •...
Pagina 241
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [1-Zijdig], [2-Zijdig N-Up Overige Meer pag. op een pag. plaatsen Boekje] of [2-Zijdig Schr.Blok] al naar Papierformaat Boekje Papierinvoerlade wijzigen Selecteer Output Rand voor Binding. Origineel gelang welke van toepassing is op de Aanp. Formaat/Richting. Selecteer Origineel Type.
Pagina 242
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op [Rand]en selecteer de rand. Boekje Overige Kopiëren als boekje N-Up Margeverschv. U kunt een lijn invoegen tussen de pagina's die op een vel Pos. verschuiven voor marge Selecteer type origineel om op te maken op 1 pagina. zijn gerangschikt.
Pagina 243
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN FOLDER KOPIËREN (BOEKKOPIE) Met deze functie kunt u een kopie maken van de twee tegenover elkaar liggende pagina's van een open boek of ander gebonden document. Kopieën die u maakt met deze functie kunnen in het midden worden gevouwen om een boekje te maken. Deze functie is handig als u van kopieën een aantrekkelijk boekje of folder wilt maken.
Pagina 244
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Selecteer een inbindpositie. Overige Uitvoer Wissen Boekkopie Als u geen kaft wilt invoegen, tikt u achtereenvolgens op de Randschaduw wissen Selecteer inbindrand origineel. toetsen en [Vorige]. Ga vervolgens naar stap 5. Links inbinden Rechts inbinden Voorbeeld- weergave Kaftinstelling Proefkopie Vorige Start...
Pagina 245
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN INBINDKOPIE-ORIGINEEL SPLITSEN PER PAGINA (BOEK SPLITSEN) Met deze functie wordt een zadelsteekorigineel, zoals een catalogus of folder, per pagina gesplitst en in volgorde gekopieerd. • Boek splitsen moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand. • Deze functie ondersteunt drie bindzijden voor originelen: rug links, rug rechts en bovenzijde open. •...
Pagina 246
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN ORIGINEEL KOPIËREN MET DE PAGINA'S INOMGEKEERDE VOLGORDE Wanneer u normaal kopieert, worden de afdrukken van boven naar onder met de afdrukzijde omlaag uitgevoerd. Zo krijgt u een set kopieën in dezelfde volgorde als het origineel. Met de functie Omgekeerde volgorde worden de afdrukken van boven naar onder met de afdrukzijde omhoog uitgevoerd.
Pagina 247
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES OM PAPIER EN TIJD TE BESPAREN LEGE PAGINA'S IN EEN ORIGINEEL OVERSLAAN (LEGE PAGINA OVERSLAAN) Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden deze met deze functie overgeslagen, zodat alleen gevulde pagina's worden gekopieerd. Het apparaat detecteert lege pagina's, zodat u nutteloze kopieën kunt overslaan zonder een origineel te controleren. De lege pagina's worden niet gekopieerd.
Pagina 248
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Lege pagina Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. overslaan] of [Lege pag./rugschaduw Dubbelz. Kopie Lege pagina Overslaan N-Up overslaan]. Meer pag. op een pag. plaatsen Wissen Randschaduw wissen Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Lege pagina overslaan tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
Pagina 249
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE ACHTERGROND AANPASSEN DOOR LICHTE DELEN VAN HET ORIGINEEL DONKERDER OF LICHTER TE MAKEN (ACHTERGROND AANPASSING) U kunt de achtergrond aanpassen door de lichte delen van het origineel donkerder of lichter te maken. Niveau [+] [+] maakt de achtergrond donkerder.
Pagina 250
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-89) ► GLASPLAAT (pagina 1-91) Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA]. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. 2-81...
Pagina 251
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES HET AANTAL VELLEN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL CONTROLEREN (AANTAL ORIGINELEN) Met deze functie wordt het aantal vellen van het gescande origineel geteld en wordt het resultaat weergegeven voordat u een kopie maakt. Zo weet u hoeveel originele vellen zijn gescand en kunt u vergissingen bij het kopiëren voorkomen. •...
Pagina 252
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES TWEE APPARATEN GEBRUIKEN OM DE KOPIEERTIJD TE VERKORTEN (TANDEMKOPIE) Met deze functie wordt een kopieeropdracht gedeeld tussen twee apparaten die op het netwerk zijn aangesloten, zodat de kopieertijd kan worden verkort. Mastermachine en client machine De mastermachine voert het scannen uit en de client machine die bij de mastermachine staat geregistreerd, voert het afdrukken uit zonder het origineel te scannen.
Pagina 253
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tandemkopie gebruiken: Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Instelling tandemverbinding]. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. Als u de glasplaat gebruikt voor het scannen van meerdere origineelpagina's, moet u het origineel wijzigen en op de toets [Start] tikken.
Pagina 254
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES INSTELLINGEN VOOR ECO-AANBEVELING WEERGEVEN (SCHERM ECO-AANBEVELINGSFUNCTIE) Als het basisscherm van de normale modus wordt weergegeven, worden de instellingen voor eco-aanbeveling weergegeven. Deze functie is niet beschikbaar in de eenvoudige modus. Het scherm eco-aanbevelingsfunctie gebruiken: "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Energie Besparen] → [Eco-instelling] → [Toon scherm Eco Aanbevelings Functie].
Pagina 255
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES TER VERBETERING VAN DE VEILIGHEID GEGEVENS TER PREVENTIE VAN NIET-GEAUTORISEERDE KOPIEËN TOEVOEGEN (VERBORGEN PATROONAFDRUK) Tekens die onbevoegd kopiëren voorkomen, zoals vooraf ingestelde of aangepaste tekst, worden onzichtbaar in een achtergrondpatroon geplaatst. Wanneer een uitvoervel met een patroonafdruk wordt gekopieerd, worden de verborgen tekens weergegeven. •...
Pagina 256
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [On] en geef zo nodig Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. elk item op het tabblad Stempel Verborgen patroonafdruk Datum en stempel afdrukken [Standaardinstellingen] op. Standaardinstellingen Instelling afdrukinhoud Dubbelz. Kopie N-Up Standaard Belichting Meer pag. op een pag. plaatsen 48punt Tekengrootte Hoek...
Pagina 257
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES TRACEERBARE GEGEVENS GEFORCEERD AFDRUKKEN (TRACEERGEGEVENSAFDRUK) Met deze functie worden de vooraf opgegeven traceerbare gegevens afgedrukt om een onbevoegde kopie te voorkomen. Originelen Gedeelte voor traceergegevens • Als deze functie samen met een andere functie voor beeldsamenstelling wordt opgegeven, worden de traceergegevens bovenaan afgedrukt.
Pagina 258
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN DE UITVOERPOSITIE EN KANTLIJN KANTLIJNEN TOEVOEGEN (KANTLIJNVERSCHUIVING) Met deze functie verschuift u de gekopieerde afbeelding naar rechts, links of omlaag om de kantlijn aan te passen. Dit is handig wanneer u kopieën wilt binden met een koord of in een map. Als u de afbeelding naar rechts verschuift, kunt u de Zonder kopieën aan de linkerzijde binden met een koord.
Pagina 259
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de richting voor de Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. afbeeldingsverschuiving. Kantlijnverschuiving Uitvoer Dubbelz. Kopie Zijde 1 Zijde 2 Papierformaat Papierinvoerlade wijzigen Rechts Aanpassing Achtergrond Links ( 0~50 ) ( 0~50 ) ( 0~50 ) ( 0~50 ) Omlaag Voorbeeld- weergave...
Pagina 260
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES RANDSCHADUWEN VOOR HET KOPIËREN WISSEN (WISSEN) De functie Wissen wordt gebruikt om de schaduwen te wissen die aan de randen van kopieën kunnen voorkomen bij het kopiëren van dikke originelen of boeken. Een dik boek kopiëren Wissen niet gebruiken Wissen gebruiken Hier zijn schaduwen zichtbaar Er zijn schaduwen...
Pagina 261
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op het selectievakje van de rand Boekje Overige Kopiëren als boekje die u wilt wissen en geef de wispositie Origineel Wissen Aanp. Formaat/Richting. Wissen Dubbelz. Kopie Omhoog Buitenkader Aanpassing Achtergrond Controleer of het selectievakje waarop u tikte is ingesteld op Frame+midden opgeven Links Rechts...
Pagina 262
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES KOPIËREN VAN ORIGINELEN ZONDER AFSNIJDEN VAN DE RAND (FULL BLEED KOPIËREN) Met deze functie kunt u een volledig origineel kopiëren op papier dat groter is dan het originele formaat zonder afbeeldingen bij de rand af te snijden. De functie perforatie kan niet worden gebruikt. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Kopieer volledig].
Pagina 263
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES IN HET MIDDEN VAN HET PAPIER KOPIËREN (CENTREREN) Met deze functie centreert u de gekopieerde afbeelding op het papier. Hiermee kunt u de afbeelding midden op het papier plaatsen wanneer het origineelformaat kleiner is dan het papierformaat of wanneer u de afbeelding verkleint. Zonder de centreerfunctie Met de centreerfunctie Centreren moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand.
Pagina 264
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN PAPIERPOSITIE OPGEVEN (AFBEELDING POSITIONEREN) Met deze functie verplaatst u het gescande origineel naar een opgegeven positie om een kopie te maken. U kunt een kopie maken op elke gewenste positie aangezien u deze kunt precies kunt instellen. We raden aan om de bovenkant op te geven als startzijde van het origineel.
Pagina 265
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Stelt een verplaatsingsafstand in. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Wissen Tik op het gedeelte dat de verplaatsingsafstand aangeeft op Afbeelding positioneren Randschaduw wissen Wissen Geef startpositie voor afdrukken aan. de voor- of achterzijde en voer de afstand in met de Dubbelz.
Pagina 266
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES SCANFUNCTIES EEN GROOT AANTAL ORIGINELEN COLLECTIEF SCANNEN (OPDRACHT SAMENSTELLING) Deze functie splitst de originelen in sets en voert deze per set in de automatische documentinvoereenheid bij het kopiëren van zeer grote aantallen originelen. Hierdoor hoeft u de kopieën niet meer te sorteren. Als u in sets verdeelde originelen scant, scan dan eerst de set die de eerste pagina bevat.
Pagina 267
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Pas de instellingen zo nodig aan. Plaats het origineel in de Indicator documentinvoerlade van de Lijn automatische documentinvoereenheid en tik op de toets [Start] om het eerste origineel te scannen. • Plaats de originelen volledig in de documentinvoerlade. Originelen kunnen worden opgestapeld tot aan de indicatorlijn.
Pagina 268
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES De kopieerinstelling voor elke set van originelen wijzigen Wijzig zo nodig de kopieerinstellingen voor elke set originelen. Voer de stappen uit die hieronder staan beschreven voordat u het volgende origineel gaat scannen zoals in stap 4 van "In de modus Opdracht Samenstelling kopiëren (pagina 2-97)".
Pagina 269
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (ORIGINEEL MET GEMENGDE FORMATEN) Deze functie kopieert originelen met verschillende formaten gelijktijdig; zelfs wanneer originelen van B4-formaat (8-1/2" x 14") vermengd zijn met originelen van A3-formaat (11" x 17"). Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel en kiest daarbij het geschikte papierformaat.
Pagina 270
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES • Gemengde originelen kunnen niet worden gebruikt in combinatie met de volgende functies: Instelling van standaard formaat of instelling van invoerformaat voor Origineel formaat, andere vouwinstelling dan Z-vouw Als afwijkende breedten zijn geselecteerd voor gemengde originelen, kunnen de volgende functies niet worden gebruikt. Nieten, Perforeren, N-Up, Staffel, Boekje, Full bleed kopiëren •...
Pagina 271
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES SCANNEN VAN DUNNE ORIGINELEN (LANGZAME SCANMODUS) Als u dunne originelen via de automatische documentinvoereenheid wilt scannen, kunt u gebruikmaken van deze functie die helpt voorkomen dat dunne originelen vastlopen. De langzame scanmodus moet worden opgegeven voor het scannen van het origineel. De modi "2-Zijdig→2-Zijdig"...
Pagina 272
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE RESOLUTIE AANPASSEN TIJDENS HET SCANNEN (RESOLUTIE) Met deze functie past u de resolutie aan tijdens het scannen van het origineel. Zo wordt uitvoer van hoge kwaliteit of met snelheidsprioriteit ingeschakeld volgens de toepassing. • De resolutie moet worden opgegeven voor het scannen van het origineel. •...
Pagina 273
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET TOEVOEGEN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN DATUMS, PAGINANUMMERS EN WATERMERKEN AFDRUKKEN (STEMPEL) Met deze functie kunt u informatie op kopieën afdrukken die niet op het origineel wordt weergegeven, zoals de "Datum" of een "Stempel". U kunt de volgende zes typen informatie afdrukken. •...
Pagina 274
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-89) ► GLASPLAAT (pagina 1-91) Tik op de toets [Overige] en op de toets [Stempel]. Tik op het tabblad dat u wilt afdrukken en tik vervolgens op de Indeling. U kunt de opmaak van het tabblad [Tekst] opgeven met behulp van voorkeurtekst of via het aanraaktoetsenbord.
Pagina 275
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellen met het tabblad [Tekst] Tik op de toets [Directe Invoer] op het tabblad [Tekst] om het aanraaktoetsenbord te tonen. Gebruik het aanraaktoetsenbord om eventueel gewenste tekens in te voeren. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Aangep. afb. Stempel Alles annuleren Geregistr.
Pagina 276
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN GEREGISTREERDE AFBEELDING TOEVOEGEN AAN EEN ORIGINEEL (AANGEPASTE AFBEELDING) Met deze functie voegt u een afbeelding, die op het apparaat wordt geregistreerd, toe aan een origineel om een kopie te maken. De volgende twee typen aangepaste afbeeldingen zijn beschikbaar. •...
Pagina 277
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Gecombineerde functie Aangepaste afbeeldingsbewerkingen Kopieer volledig Maakt een normale stempelkopie. Centreren Maakt een normale stempelkopie zonder centreren. Stempel Maakt een stempelkopie in het menu Stempel. Vergrot. over meerdere pag. Kan niet worden gecombineerd. Achtergrond- textuurafdruk Maakt een stempelkopie onder een patroonafdruk. Traceer- gegevensafdruk Maakt een stempelkopie onder een traceergegevensafdruk.
Pagina 278
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Stel [Pagina afdrukken] of Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. [Afdrukpositie] in. Aangepaste afbeelding Stempel Datum en stempel afdrukken Selecteer afbeelding om te bedienen. Dubbelz. Kopie Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, N-Up Afbeelding Niet Meer pag. op een pag. plaatsen tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
Pagina 279
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES KAFTEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/ INSTEEKVELLEN) Met deze functie kunt u een ander papiertype invoegen in de pagina's die overeenkomen met de voor- en achterkaften van een kopieeropdracht. Deze functie is handig wanneer u het papier voor de kaft wilt wijzigen om het geheel een beter uiterlijk te geven. Configureer zo nodig de instellingen voor invoegvellen.
Pagina 280
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft Niet gekopieerd 1-Zijdige kopie Hiermee kunt u een voorkaft invoegen aan het begin van kopieën en een 1-zijdige kopie maken als achterkaft op de zesde origineelpagina. Niet gekopieerd 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een voorkaft invoegen aan het begin van kopieën en een 2-zijdige kopie maken als achterkaft op de vijfde of zesde origineelpagina.
Pagina 281
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft 1-Zijdige kopie Niet gekopieerd Hiermee maakt u een 1-zijdige kopie met als voorkaft de eerste origineelpagina en een 1-zijdige kopie met als achterkaft de zesde origineelpagina. Hiermee kunt u insteekvellen invoegen aan einde van kopieën. 2-Zijdige kopie Niet gekopieerd Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken met als voorkaft de eerste twee...
Pagina 282
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft 2-Zijdige kopie 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina als voorkaft en een 2-zijdige kopie op de vijfde en zesde origineelpagina als achterkaft. 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën...
Pagina 283
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft 1-Zijdige kopie 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 1-zijdige kopie maken met als voorkaft de eerste origineelpagina en een 2-zijdige kopie met als achterkaft de zesde origineelpagina. 2-Zijdige kopie 1-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina als voorkaft en een 1-zijdige kopie op de zesde origineelpagina als achterkaft.
Pagina 284
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 2-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft Niet gekopieerd Niet gekopieerd Hiermee kunt u insteekvellen invoegen aan het begin en einde van kopieën. 1-Zijdige kopie Niet gekopieerd Hiermee kunt u een 1-zijdige kopie maken met als voorkaft de eerste origineelpagina en een achterkaft aan het einde van kopieën.
Pagina 285
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft 2-Zijdige kopie 1-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina als voorkaft en een 1-zijdige kopie op de zesde origineelpagina als achterkaft. * De vijfde origineelpagina wordt niet gekopieerd. 2-Zijdige kopie 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina...
Pagina 286
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Wijzigen]. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. N-Up Kaften/Insteekvellen Alles annuleren Meer pag. op een pag. plaatsen Uitvoer Voorkaft Achterkaft Invoegvel Margeverschv. Pos. verschuiven voor marge Handinvoer Normaal 1 Veranderen Geen kopie maken Voorbeeld- weergave Proefkopie Papierlade- Paginaopmaak Instellingen...
Pagina 287
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES INVOEGVELLEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/ INSTEEKVELLEN) Met deze functie kunt u een vel op een specifieke pagina invoegen als invoegvel. Er zijn twee typen invoegvellen. Invoegposities kunnen worden opgegeven. Voeg zo nodig kaften in. Raadpleeg "KAFTEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/INSTEEKVELLEN) (pagina 2-110)"...
Pagina 288
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Kopieerins- Gemaakte kopieën tellingen Voeg een invoegvel in met de 1-zijdige kopieermodus. Voeg een invoegvel in met de 2-zijdige kopieermodus. invoegvel 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken van de derde en vierde origineelpagina op een invoegvel. 2-zijdig origineel kopiëren Kopieerinst- Gemaakte kopieën...
Pagina 289
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-89) Tik op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Kaften/Insteekvellen]. Tik op het tabblad [Plaats blad]. Tik op de toets [Invoegtype A] en op de toets voor weergave van de pagina voor invoegbladen.
Pagina 290
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Als u alleen invoegvel A wilt invoegen, Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. tikt u op de toets [Geen kopie maken]. Kaften/Insteekvellen Uitvoer Alles annuleren Margeverschv. Invoegtype A Pos. verschuiven voor marge Als u een kopie wilt maken op invoegvel A, tikt u op de toets Kopie op insteekvel A [Simplex] of [Dubbelz.
Pagina 291
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE PAGINAOPMAAK VAN KAFTEN EN INVOEGVELLEN CONTROLEREN, BEWERKEN EN WISSEN (PAGINAOPMAAK) Het bewerken van geregistreerde kaften en invoegvellen verschilt, zoals u hieronder kunt zien. • Voor de "Omslagvel" kunt u instellingen wijzigen zoals papiertype, kopiëren/niet kopiëren, 1-zijdig en 2-zijdig kopiëren. •...
Pagina 292
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES INVOEGVELLEN INVOEGEN TUSSEN TRANSPARANTEN (TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN) Wanneer u kopieert op transparanten, blijven de vellen door statische elektriciteit mogelijk aan elkaar plakken. Met de functie voor transparant-insteekvellen wordt automatisch een vel papier ingevoegd tussen elk vel transparant, zodat de vellen makkelijker te hanteren zijn. U kunt ook op invoegvellen kopiëren.
Pagina 293
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [On]. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. N-Up Transparant-Insteekvellen Als u een kopie wilt maken op invoegvellen, tikt u op het Meer pag. op een pag. plaatsen Margeverschv. selectievakje [Kopie ook op insteekvellen maken] om dit in Pos.
Pagina 294
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR SPECIFIEK GEBRUIK TABTEKSTEN OP TABPAPIER KOPIËREN (TABKOPIE) Laad een vel tabpapier in de doorvoerlade en maak een kopie op een tab. Bereid de juiste originelen voor tabteksten voor. De afbeelding wordt Bereid originelen voor die verplaatst met de breedte passen bij de tabposities.
Pagina 295
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tab kopiëren met rechts inbinden Originelen De originelen plaatsen Tabpapier laden Doorvoerlade (op het apparaat) Lade 4 Documentinvoerlade Originelen Zijde 1 Plaats de originelen zo dat zijde Zijde 2 zonder tabtekst als eerste wordt ingevoerd. Definitieve afbeelding Plaats het eerste vel tabpapier Plaats het eerste vel tabpapier Glasplaat zodanig dat de tab naar u toe...
Pagina 296
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Stel een breedte in voor de Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. afbeeldingsverschuiving (tabbreedte). Proefkopie Tabkopie 1 controlepagina kopiëren Bestand Gegevens in map opslaan • Tik op de getalsweergave die de breedte voor de Origineel Kopieren Belichting Type/belichting selecteren afbeeldingsverschuiving weergeeft en voer een breedte in met de cijfertoetsen.
Pagina 297
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN POSTERFORMAATKOPIE MAKEN (VERGROTING OVER MEERDERE PAGINA'S) Met deze functie kopieert u een vergrote originele afbeelding over meerdere vellen. Origineel (formaat A4 (8-1/2" x 11")) Kopie (vergrote afbeelding op 8 vellen A3 (11" x 17") papier) • U moet Vergrot. over meerdere pag. selecteren voordat u het origineel scant. •...
Pagina 298
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets voor het formaat Overige Aanpassing Achtergrond waarnaar u het origineel wilt Belichting Vergrot. Over meerdere pag. Type/belichting selecteren Wissen vergroten. Inch Formaat Origineel Vergrotingsfactor De afdrukstand wordt getoond. A2 (A3x2) Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, A1 (A3x4) A0 (A3x8) tikt u achtereenvolgens op de toetsen...
Pagina 299
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES MET SPIEGELBEELD KOPIËREN (SPIEGELBEELD) Met deze functie maakt u kopieën door het origineel om te keren tot spiegelbeeld. Originelen Spiegelbeeld kopiëren Geef Spiegelbeeld op voordat u een origineel scant. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Spiegel- Beeld]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven.
Pagina 300
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN DE UITVOER EN DICHTHEID ZWART EN WIT OMKEREN IN EEN KOPIE (Z/W OMGEKEERD) Deze functie wordt gebruikt om zwart en wit om te keren in een kopie, zodat u een negatief krijgt. Wanneer u originelen met veel zwart kopieert (hetgeen veel toner vereist), kunt u kopiëren met Z/W Omgekeerd en zo toner besparen. Originelen Z/W Omgekeerd kopie •...
Pagina 301
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EENVOUDIG AANPASSEN VAN DE AFBEELDINGSKWALITEIT (SNELLE AANPASSING AFBEELDINGSKWALITEIT) U kunt de dichtheid en omtrek van afbeeldingen en tekst eenvoudig aanpassen. U moet Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit selecteren voordat u het origineel scant. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit].
Pagina 302
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN (SCHERPTE) Met deze functie past u de scherpte aan voor een scherpere of zachtere afbeelding. Zachter Scherper De scherpte moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Scherpte]. Tik op de toets of schuif met de Origineel...
Pagina 303
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DICHTHEIDSGEBIED VOOR KOPIE AANPASSEN (GRIJSBALANS) U kunt de toon en dichtheid van kopieën aanpassen. De dichtheid is verdeeld over drie bereiken en u kunt de dichtheid van elk bereik instellen. Indien nodig kunt u ook alle drie de densiteitbereiken tegelijkertijd aanpassen. Zwart+ De grijsbalans moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand.
Pagina 304
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES HANDIGE KOPIEERFUNCTIES EEN PROEFKOPIE MAKEN (PROEFKOPIE) Met deze functie maakt u een proefkopie voordat u het opgegeven aantal kopieën maakt. Controleer bij een proefkopie de voorbeeldafbeelding. Wijzig zo nodig de instelling. Als u deze functie gebruikt, wordt het gescande origineel opgeslagen op het apparaat, zodat u het origineel in de gewijzigde instelling niet opnieuw hoeft te scannen.
Pagina 305
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Geef zo nodig de gewenste functies op, zoals "Belichting" en "Kopieerfactor". Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA]. Stel het aantal kopieën (aantal sets) in Aantal exempl. Verzenden en afdrukken met de cijfertoetsen. Snelbestand Origineel Geg. tijdelijk opslaan Auto A4 Programmaregistratie Papierformaat...
Pagina 306
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Het is ook mogelijk het aantal kopieën te wijzigen. Gebruik de cijfertoetsen om het aantal kopieën te wijzigen. • In Proefkopie worden niet-beschikbare functietoetsen niet weergegeven. • Sommige beschikbare functies zijn mogelijk beperkt. • Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA]. TUSSENOPDRACHT Met deze functie onderbreekt u een opdracht in uitvoering en drukt u het origineel dat is opgegeven als tussenopdracht met voorrang af.
Pagina 307
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Tik op de toets [Annuleren] om de tussenopdracht te annuleren. Tik op de toets [Start] om de tussenopdracht te starten. De onderbroken opdracht wordt hervat zodra de tussenopdracht is voltooid. In de functie voor een tussenopdracht wordt geen afdrukvoorbeeld van het gescande origineel weergegeven. 2-138...
Pagina 308
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES GEGEVENS VERZENDEN TIJDENS HET KOPIËREN Met deze functie kunt u tijdens het kopiëren een fax verzenden, een e-mail met een afbeelding als bijlage verzenden of gegevens in de netwerkmap opslaan. U moet de bestemming vooraf in het adresboek opslaan. ►...
Pagina 309
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Stel elke kopieerinstelling naar wens in. Deze kopieerinstellingen worden gebruikt voor faxverzending. Afhankelijk van de functie zijn enkele instellingen mogelijk niet beschikbaar. U kunt een voorbeeld van het gescande origineel bekijken door op de toets [Voorbeeld- weergave] te tikken. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten.
Pagina 310
► GERESERVEERDE OPDRACHTEN OF OPDRACHTEN IN UITVOERING CONTROLEREN (pagina 1-98) ► VOLTOOIDE OPDRACHTEN CONTROLEREN (pagina 1-99) ► LIJN PRINTER Eenvoudige Best. ophalen Sharp OSA Opdracht Status Scan van schijf Verzenden en afdrukken Aantal exempl. Snelbestand Origineel Geg. tijdelijk opslaan Auto A4...
Pagina 311
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES PROGRAMMA'S Programma's worden ingesteld in het basisscherm van de normale modus. DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) ► Programma's kunnen niet worden opgeslagen in de eenvoudige modus. EEN PROGRAMMA OPSLAAN Met deze functie worden kopieerinstellingen gezamenlijk opgeslagen als één programma. Het opgeslagen programma kan eenvoudig worden opgeroepen.
Pagina 312
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES • Er kunnen 48 programma's worden opgeslagen. • De programma-instellingen blijven geregistreerd, ook wanneer de hoofdschakelaar is uitgeschakeld. • Een programma kan ook als sneltoets worden opgeslagen in een beginscherm of favoriet. Zo kunt u het programma snel oproepen.
Pagina 313
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Selecteer of het programma wordt Registratie van programma is voltooid. toegevoegd aan het beginscherm of de Het kan ook worden geregistreerd als Programmaregistratie favoriet of in het beginscherm om te Selecteer programmanr. om te registreren gebruiken als snelkoppeling. favorieten.
Pagina 314
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Tik op [Verwijderen] in het Naam wijzigen Aantal exempl. actiescherm. Verwijderen Programma oproepen Geregistreerde instellingen oproepen bij indrukken Registreren in favorieten Voorinstelling Registreren in prgramma beginscherm Voorbeeld- weergave Proefkopie Overige Start Tik op de toets van het programma dat u wilt verwijderen en tik vervolgens op de toets [Verwijderen].
Pagina 315
Pictogrammen PRINTER Milieuvriendelijke functies Functies voor afdrukken op speciale media HANDIGE PRINTERFUNCTIES PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN FOLDERS EN POSTERS ....3-26 AFDRUKKEN IN EEN •...
Pagina 316
PRINTER AFDRUKOPDRACHTEN AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN ......3-49 DE AFDRUKSTATUS BEKIJKEN ... . . 3-86 •...
Pagina 317
PRINTER►PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT Er moet een printerdriver worden geïnstalleerd om te kunnen afdrukken vanaf uw computer. Stel met behulp van de onderstaande tabel vast welke printerdriver u moet gebruiken. Windows-omgeving Type printerdriver PCL6 Het apparaat ondersteunt de PCL6-printerbesturingstalen van Hewlett-Packard. ®...
Pagina 318
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN Aan de hand van het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit 'WordPad', een standaardapplicatie van Windows. • Het menu dat wordt gebruikt om af te drukken, kan per applicatie variëren. •...
Pagina 319
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING Selecteer de afdrukinstellingen. (1) Klik op de tab [Algemeen]. (2) Selecteer het formaat van het origineel. • U kunt maximaal zeven door de gebruiker gedefinieerde formaten in het menu vastleggen. U kunt een origineel formaat opslaan door [Extra papier] of een van de opties [Gebruiker1] tot en met [Gebruiker7] in het menu te selecteren en op de toets [OK] te klikken.
Pagina 320
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING HET SCHERM INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER / HELP RAADPLEGEN Het scherm Instellingen van de printerdriver bestaat uit negen tabbladen. Klik op de tab om het bijbehorende tabblad te openen. Voor alle instellingen kunt u het Help-scherm raadplegen. Klik rechtsonder in het scherm op de knop [Help]. (1) Tabs: Klik op om de verschillende tabbladen weer te geven.
Pagina 321
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING (6) Afdrukbeeld Een visuele weergave van de gevolgen van de huidige instellingen op het afdrukbeeld. De instellingen voor afwerking worden door pictogrammen aangegeven. (7) Machineafbeelding Hier ziet u welke opties op het apparaat zijn geïnstalleerd en de papier- en uitvoerladen die worden gebruikt. (8) De knop [Help] Hiermee opent u het Help-venster van de printerdriver.
Pagina 322
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING AFDRUKKEN ALS DE FUNCTIE GEBRUIKERSAUTHENTICATIE IS INGESCHAKELD De gebruikersinformatie (zoals gebruikersnaam en wachtwoord) die moet worden ingevoerd, varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode. U moet dan ook contact opnemen met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken. •...
Pagina 323
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING VEELGEBRUIKTE FUNCTIES INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN De instellingen die bij het afdrukken op de verschillende tabbladen zijn geconfigureerd, kunnen als Favoriet worden opgeslagen. Door veelgebruikte instellingen onder een speciale naam op te slaan kunt u die eenvoudig opnieuw selecteren wanneer u ze nodig hebt.
Pagina 324
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING OPGESLAGEN INSTELLINGEN GEBRUIKEN U kunt met één muisklik uw opgeslagen favorieten (veelgebruikte instellingen) toepassen op uw afdrukken. Selecteer de printerdriver van het apparaat in het afdrukvenster van de toepassing en klik op de knop [Voorkeursinstellingen]. De knop die wordt gebruikt om het eigenschappenvenster van de printerdriver te openen (meestal [Eigenschap] of [Voorkeursinstellingen]), kan per toepassing verschillen.
Pagina 325
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printerdriver van het apparaat en selecteer [Eigenschappen van printer]. Klik in Windows Vista op het menu [Organiseren] en vervolgens op [Eigenschappen]. Klik op het tabblad [Algemeen] op de knop [Voorkeursinstellingen].
Pagina 326
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN Aan de hand van het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "TextEdit", een standaardapplicatie van Mac OS X. • Raadpleeg de handleiding software-installatie voor informatie over het installeren van de printerdriver en de configuratie in een Mac OS-omgeving.
Pagina 327
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING Selecteer de afdrukinstellingen. (1) Controleer of de juiste printer is geselecteerd. (2) Selecteer een optie in het menu en configureer de instellingen. (3) Klik op de knop [Druk af]. PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte wordt het instellen van [Papierinvoer] in het venster met afdrukinstellingen uitgelegd. •...
Pagina 328
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING AFDRUKKEN ALS DE FUNCTIE GEBRUIKERSAUTHENTICATIE IS INGESCHAKELD De gebruikersinformatie (zoals gebruikersnaam en wachtwoord) die moet worden ingevoerd, varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode. U moet dan ook contact opnemen met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken.
Pagina 329
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING Voer uw gebruikersinformatie in. (1) Controleer of de printernaam van het apparaat is geselecteerd. (2) Selecteer [Taakverwerking]. (3) Klik op het tabblad [Verificatie]. (4) Voer uw gebruikersinformatie in. • Wanneer authenticatie wordt uitgevoerd via gebruikersnaam/wachtwoord, voert u uw gebruikersnaam in bij 'Gebruikersnaam' en uw wachtwoord (1 tot 32 tekens) bij 'Wachtwoord'.
Pagina 330
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES VEELGEBRUIKTE FUNCTIES DE RESOLUTIE SELECTEREN U kunt kiezen uit de volgende drie opties voor 'Printermodus' (resolutie): 600 dpi Deze modus is geschikt voor het afdrukken van gewone tekst of tabellen. 600 dpi (hoge kwaliteit) Hogere afdrukkwaliteit van kleurenfoto's en tekst. 1200 dpi Selecteer deze modus als u kleurenfoto's en dunne lijnen scherper wilt afdrukken.
Pagina 331
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Geavanceerd1]. (3) Selecteer 'Afdrukmodus'. 3-17...
Pagina 332
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES 2-ZIJDIG AFDRUKKEN Het apparaat kan op beide zijden van het papier afdrukken. Deze functie komt bij veel afdrukopdrachten van pas en is met name handig wanneer u een eenvoudige folder wilt afdrukken. 2-Zijdig afdrukken bespaart bovendien papier. Stand van Afdrukresultaten papier Lange zijde...
Pagina 333
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Lay-out]. (2) Selecteer [Lange kant binden] of [Korte kant binden]. HET AFDRUKBEELD AANPASSEN AAN HET PAPIER Met deze functie wordt het formaat van het afdrukbeeld automatisch vergroot of verkleind zodat dit overeenkomt met het formaat van het in het apparaat geladen papier.
Pagina 334
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Algemeen]. (2) Selecteer het oorspronkelijke formaat bij [Origineel Formaat] (bijvoorbeeld: A4). (3) Selecteer het papierformaat dat u voor het afdrukken wilt gebruiken [Uitvoergrootte] (bijvoorbeeld: A3). Als het opgegeven uitvoerformaat groter is dan het oorspronkelijke formaat, zal de afgedrukte afbeelding worden vergroot. Mac OS MX-xxxx MX-xxxx...
Pagina 335
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES MEERDERE PAGINA'S OP EEN PAGINA AFDRUKKEN Met deze functie kunt u het afdrukbeeld verkleinen en meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Het is ook mogelijk alleen de eerste pagina in het oorspronkelijke formaat af te drukken en meerdere verkleinde pagina's op de volgende vellen af te drukken.
Pagina 336
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Lay-out]. (2) Selecteer het aantal pagina's per vel. (3) Selecteer de volgorde van de pagina's. (4) Als u randlijnen wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje [Rand] in zodat een vinkje wordt weergegeven. •...
Pagina 337
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES LEGE PAGINA'S OVERSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden de lege pagina's overgeslagen. Het apparaat detecteert lege pagina's en drukt ze niet af. Zo worden geen onnodige lege pagina's afgedrukt en hoeft u voor het afdrukken niet te controleren op lege pagina's.
Pagina 338
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES AFDRUKKEN NIETEN/PERFORATIES MAKEN IN UITVOER Functie Nieten Met de nietfunctie kunt u de uitvoer nieten. U kunt de nietfunctie combineren met 2-zijdig afdrukken om verfijnde producten te maken. Met deze functie kunt u aanzienlijk wat tijd besparen bij het maken van hand-outs voor vergaderingen of ander geniet materiaal. U kunt de nietposities en het aantal nietjes selecteren om onderstaande nietresultaten te verkrijgen.
Pagina 339
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (2) Selecteer de nietfunctie of de perforatiefunctie. • Voor de nietfunctie selecteert u het aantal nietjes in het menu 'Nieten' en de nietpositie in het menu 'Positie'. • Voor de perforatiefunctie selecteert u het type perforatie in het menu 'Perforatie' en de perforatiepositie in het menu 'Positie'. Naast het tabblad [Bezig met voltooien] kan de [Nieten] ook worden ingesteld op het tabblad [Algemeen].
Pagina 340
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN FOLDERS EN POSTERS EEN INBINDKOPIE MAKEN (BOEKJE/ZADELSTEEK) Met de functie Inbindkopie kunt u afdrukken op de voor- en achterzijde van elk vel, zodat de vellen kunnen worden gevouwen en ingebonden om een folder te maken. Als een zadelsteek-afwerkingseenheid is geïnstalleerd en u 'Boekje' en 'Nieten' hebt geselecteerd, worden de kopieën automatisch gevouwen en uitgevoerd.
Pagina 341
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Als een zadelsteek-afwerkingeenheid is geïnstalleerd (4) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (5) Selecteer [Rugnieten] bij 'Nieten'. Als een zadelsteek-afwerkingseenheid (grote capaciteit) is geïnstalleerd en de taak niet goed wordt uitgevoerd met [Rugnieten], selecteert u [Rugnieten (omgekeerd)]. Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties].
Pagina 342
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES OVERTOLLIG PAPIER AFSNIJDEN NA VOUWEN Als een snijmodule is geïnstalleerd, kunt u de overbodige randen van het papier afsnijden om een fijnere afwerking te verkrijgen. Windows (1) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (2) Klik op de knop [Snijden]. (3) Zet het selectievakje [Snijden] op , en geef "Snijbreedte"...
Pagina 343
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Kies [Snijden]. (2) Zet het selectievakje [Snijden] op (3) Geef de snijbreedte op. 3-29...
Pagina 344
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKKEN MET INSTELLING VOOR KANTLIJNVERSCHUIVING (KANTLIJN) Deze functie wordt gebruikt om het afdrukbeeld te verschuiven zodat de kantlijn links, rechts of boven aan het papier wordt vergroot. Als een afwerkingseenheid of een zadelsteek-afwerkingseenheid is geïnstalleerd, kunnen de niet- en perforatiefuncties van het apparaat ook in combinatie worden gebruikt.
Pagina 345
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer 'Zijde voor inbinden'. (3) Selecteer 'Margeverschuiving'. 3-31...
Pagina 346
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN GROTE POSTER MAKEN (POSTER AFDRUKKEN) Eén pagina met afdrukgegevens wordt vergroot en afgedrukt op meerdere vellen papier (4 vellen (2x2), 9 vellen (3x3) of 16 vellen (4x4)). De vellen kunnen vervolgens worden samengevoegd om een grotere poster te vormen. Voor een nauwkeurige uitlijning van de vellen kunt u er randlijnen op afdrukken of overlapranden maken (overlapfunctie).
Pagina 347
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET FORMAAT EN DE RICHTING VAN DE AFBEELDING DE AFDRUKPOSITIE OP ONEVEN EN EVEN PAGINA'S AFZONDERLIJK AANPASSEN (AFDRUKPOSITIE) Met deze functie kunt u verschillende afdrukposities (kantlijnen) afzonderlijke instellen voor oneven en even pagina's en de pagina's afdrukken.
Pagina 348
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKBEELD 180 GRADEN DRAAIEN (180 GRADEN DRAAIEN) Met deze functie kunt u de afbeelding 180 graden draaien zodat deze correct kan worden afgedrukt op papier dat maar in één richting kan worden geladen (zoals papier met perforatiegaten). ABCD Windows (1) Klik op de tab [Algemeen].
Pagina 349
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKBEELD VERGROTEN/VERKLEINEN (DE ZOOMINSTELLING/VERGROTEN OF VERKLEINEN) Met deze functie vergroot of verkleint u de afbeelding met een geselecteerd percentage. Op die manier kunt u een kleine afbeelding vergroten of kantlijnen toevoegen aan het papier door het beeld enigszins te verkleinen.
Pagina 350
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS MX-xxxx (1) Selecteer [Pagina-instelling] in het menu [Archief] en voer de verhouding (%) in. (2) Klik op de knop [OK]. 3-36...
Pagina 351
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE LIJNDIKTE AANPASSEN (BREEDTE) De lijnbreedten aanpassen in CAD-afbeeldingen Met deze functie wordt de dikte van de gehele lijn aangepast wanneer de afdruklijnen niet duidelijk zijn in CAD of andere speciale applicaties. Als de gegevens lijnen van verschillende dikte bevatten, kunt u zo nodig alle lijnen op de minimale breedte afdrukken. •...
Pagina 352
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Dunne lijnen in Excel dikker maken Als de randen in Excel niet juist worden afgedrukt, kunt u de lijnen dikker maken. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-printerdriver wordt gebruikt. •...
Pagina 353
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN SPIEGELBEELD AFDRUKKEN (SPIEGELBEELDOMKERING/VISUELE EFFECTEN) De afbeelding wordt zodanig gedraaid dat een spiegelbeeld ontstaat. Deze functie kan worden gebruikt om een sjabloon te maken voor een stempelafdruk of een ander vergelijkbaar afdrukmedium. Deze functie is in een Windows-omgeving alleen beschikbaar wanneer u de PS-printerdriver gebruikt. Windows (1) Klik op de tab [Gedetail.
Pagina 354
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES FUNCTIE VOOR BEELDAANPASSING HELDERHEID EN CONTRAST VAN DE AFBEELDING INSTELLEN (BEELDAANPASSING) Met deze functie past u de helderheid en het contrast aan in de afdrukinstellingen wanneer een foto of andere afbeelding wordt afgedrukt. Deze functie voert eenvoudige correcties uit, zelfs wanneer geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is geïnstalleerd.
Pagina 355
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES ONDUIDELIJKE TEKST EN LIJNEN IN ZWART AFDRUKKEN (TEKST NAAR ZWART/VECTOR NAAR ZWART) Als u een kleurenafbeelding in grijstinten afdrukt, worden de tekst en de lijnen in lichte kleuren ook in zwart afgedrukt. Met deze functie kunt u gekleurde tekst en lichte lijnen die bij het afdrukken in grijstinten moeilijk te zien zijn, naar voren halen.
Pagina 356
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN EEN WATERMERK TOEVOEGEN AAN AFDRUKKEN (WATERMERK) Deze functie voegt een schaduwachtige tekst toe als watermerk in de achtergrond van de afbeelding. Het formaat en de hoek van het watermerk kunnen worden aangepast. Het watermerk kan worden geselecteerd uit de eerder geregistreerde tekst in de lijst.
Pagina 357
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Watermerken]. (2) Klik op het selectievakje [Watermerk] en configureer de watermerkinstellingen. • Configureer de gedetailleerde watermerkinstellingen zoals de selectie van de tekst. • Pas het formaat en de hoek van de tekst aan met de schuifbalk 3-43...
Pagina 358
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN AFBEELDING OVER DE AFDRUKGEGEVENS AFDRUKKEN (AFBEELDINGSSTEMPEL) Met deze functie drukt u een bitmap of JPEG-afbeelding, die op uw pc is opgeslagen, af over de afdrukgegevens. Met deze functie drukt u een veel gebruikte afbeelding of pictogram af dat u zelf hebt gemaakt alsof deze/dit op de afdrukgegevens is gestempeld.
Pagina 359
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN AANGEPASTE AFBEELDING REGISTREREN Met deze functie worden afbeeldingen geregistreerd die zijn gebruikt als aangepaste afbeeldingen vanaf de printerdriver naar het apparaat. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-printerdriver wordt gebruikt. Registratie van aangepaste afbeeldingen blokkeren: Selecteer bij 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] →...
Pagina 360
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN VASTE VORM OVER DE AFDRUKGEGEVENS PLAATSEN (OVERLAYS) Met deze functie plaatst u gegevens op een vaste vorm die u hebt voorbereid. Door tabellijnen of een decoratieve rand te maken in een andere applicatie dan die van het tekstbestand en deze gegevens te registreren als overlaybestand, kunt u eenvoudig een aantrekkelijk afdrukresultaat bereiken.
Pagina 361
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • Zodra het afdrukken is gestart, wordt een bevestigingsbericht getoond. Het overlaybestand wordt pas gemaakt nadat u op de knop [Ja] hebt geklikt. • Wanneer u op de knop [Openen] klikt, wordt het bestaande overlaybestand geregistreerd. Afdrukken met een overlaybestand (1) Open het venster met de drivereigenschappen vanuit de toepassing die wordt gebruikt voor het afdrukken met een overlaybestand.
Pagina 362
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AANTAL EXEMPLAREN TOEVOEGEN (KOPIEERSTEMPEL) U kunt het aantal exemplaren aan de kop- of voettekst van de afdrukgegevens toevoegen. U kunt tevens het nummer van het exemplaar en de afdrukpositie instellen. Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. (1) Klik op de tab [Stempel].
Pagina 363
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN BEPAALDE PAGINA'S OP ANDER PAPIER AFDRUKKEN (ANDER PAPIER) In een Windows-omgeving De voor- en achterkaft en bepaalde pagina's van een document worden op ander papier afgedrukt dan de andere pagina's. Gebruik deze functie als u de voor- en achterkaft op zwaar papier wilt afdrukken of als u gekleurd papier of een andere type papier voor bepaalde pagina's wilt gebruiken.
Pagina 364
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • Klik op de toets [Toev.]. Uw instellingen worden weergegeven bij 'Informatie'. • Wanneer u alle gewenste instellingen hebt geselecteerd, klikt u op de toets [Opslaan] bij 'Favorieten' om de instellingen op te slaan. • Als [Handinvoer] is geselecteerd bij 'Papierlade', moet u het 'Papiertype' selecteren en dat type papier in de doorvoerlade plaatsen.
Pagina 365
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES INSTEEKVELLEN TOEVOEGEN BIJ HET AFDRUKKEN OP TRANSPARANTEN (TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN) Bij het afdrukken op transparanten voorkomt deze functie dat de transparanten aan elkaar plakken door een vel papier tussen twee transparanten te voegen. Dezelfde inhoud die op de transparant wordt afgedrukt, wordt zo nodig ook op het bijbehorende insteekvel afgedrukt.
Pagina 366
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Transparant-insteekvellen] bij 'Functiesets'. (3) Selecteer de instellingen voor het invoegen van transparanten. Als [Aan (afgedrukt)] is geselecteerd bij 'Transparant-Insteekvellen', wordt de inhoud die op de transparant wordt afgedrukt ook op het insteekvel afgedrukt. Selecteer papierbron en -type als dat nodig is. Stel het papiertype voor de doorvoerlade in op [Transparant] en plaats een transparant in de doorvoerlade.
Pagina 367
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES SCHEIDINGSPAGINA'S INVOEGEN TUSSEN OPDRACHTEN OF KOPIEËN U kunt scheidingspagina's invoegen tussen opdrachten of tussen een opgegeven aantal kopieën. Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 1 Opdracht 2 Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Windows (1) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (2) Klik op de knop [Scheidingspagina].
Pagina 368
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN CARBONAFDRUK AFDRUKKEN (CARBONAFDRUK) Met deze functie drukt u een extra afdruk af van het afdrukbeeld op papier van hetzelfde formaat, maar uit een andere papierlade. Als u bijvoorbeeld Carbonafdruk selecteert terwijl er normaal papier is geladen in papierlade 1 en gekleurd papier in papierlade 2, wordt er een op een carbonafdruk lijkend exemplaar afgedrukt terwijl u slechts eenmaal een afdrukopdracht hoeft te geven.
Pagina 369
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKKEN OP TABS VAN TABPAPIER (TAB SHIFT/AFDRUKKEN OP TABPAPIER) Er zijn twee methoden voor het afdrukken op de tabs van tabpapier: 'Tab Shift' en 'Afdrukken op tabpapier'. Tab Shift Gebruik een toepassing om de tekst te schrijven die op het tabpapier moet worden afgedrukt en stel de testverschuivingsafstand in bij [Afdrukpositie] op het tabblad [Lay-out] van het eigenschappenvenster van de printerdriver.
Pagina 370
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Windows Tab Shift Wanneer de voorbereiding van de op het tabpapier af te drukken gegevens is voltooid, voert u de volgende stappen uit: (1) Klik op de tab [Lay-out]. (2) Klik op de knop [Afdrukpositie]. (3) Kies [Tab Shift]. (4) Geef de verschuivingsafstand voor de afbeelding op door rechtstreeks een waarde in te voeren of door op de knop te klikken.
Pagina 371
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Afdrukken op tabpapier (alleen voor PCL6) Open de gegevens waarin u het tabpapier wilt invoegen en selecteer vervolgens de instellingen. (1) Klik op de tab [Invoegbladen]. (2) Selecteer [Tabpapier] bij 'Invoegbladenoptie' en klik op de toets [Instellingen]. (3) Selecteer de instellingen voor de tabpositie. Voor in de handel verkrijgbaar tabpapier gebruikt u de bestaande instellingen, zoals [A4-5tab-D] bij 'Favorieten'.
Pagina 372
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES TWEEZIJDIG AFDRUKKEN WAARBIJ BEPAALDE PAGINA'S OP DE VOORZIJDE WORDEN AFGEDRUKT (HOOFDSTUKINVOEGINGEN) Deze functie drukt bepaalde pagina's op de voorzijde van het papier af. Wanneer u een pagina opgeeft (zoals een voorblad van een hoofdstuk) dat op de voorzijde van het papier moet worden afgedrukt, wordt dit afgedrukt op de voorzijde van het volgende vel, ook als deze normaalgesproken op de achterzijde van het papier zou worden afgedrukt.
Pagina 373
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES PAPIER VOUWEN VOOR AFDRUKKEN (VOUWEN) Als een vouweenheid is geïnstalleerd, kan afgedrukt papier worden gevouwen. Als bijvoorbeeld afdrukbeelden van A4- (8-1/2" × 11") en A3-formaat (11" × 17") worden gemengd, kunt u papier van A3-formaat (11" × 17") vouwen naar A4-formaat (8-1/2" × 11") om de breedte van het afdrukpapier aan te passen aan het A4-formaat (8-1/2"...
Pagina 374
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Druk Vouwtypen Open richting Vouwresultaten Beschrijving voorkant af A B C Rechts open Binnen A B C Links open Papier wordt bijvoorbeeld in drieën gevouwen zodat het Letter vouw in een envelop kan worden gedaan. Kopieën worden vel voor vel uitgevoerd.
Pagina 375
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Druk Vouwtypen Open richting Vouwresultaten Beschrijving voorkant af A B C D Rechts open Binnen A B C D Links open Papier wordt bijvoorbeeld in vieren gevouwen zodat het Dubbele vouw in een envelop kan worden gedaan. Kopieën worden vel voor vel uitgevoerd.
Pagina 376
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Deze functie kan niet worden gebruikt als [Algemenei Instellingen] bij "Instellingen (beheerder)" → [Apparaatbeheer] → [Uitschakelen van duplex] is geselecteerd. • Als de afdrukgegevens als een folder zijn opgemaakt, kan de functie 'Boekje' worden gebruikt om de uitvoer te vouwen en te nieten als een folder.
Pagina 377
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS Vouwen (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Vouwen]. (3) Selecteer de gewenste vouwmethode. Vouwen (Z-vouw) (1) Selecteer [Printerfuncties] en vervolgens [Vouwen(Twee vouwen)]. (2) Configureer de vouwinstellingen. 3-63...
Pagina 378
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES VOORAF INGESTELDE GEGEVENS VOOR OF NA ELKE PAGINA INVOEGEN (INVOEGPAGINA) Met deze functie wordt een vooraf ingesteld gegevensitem op elke pagina ingevoegd tijdens het afdrukken. U kunt eenvoudig documenten maken met gespreide geopende pagina, die bestaat uit tekst op de linkerpagina en aantekenruimte op de rechterpagina.
Pagina 379
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DEZELFDE AFBEELDING AFDRUKKEN IN TEGELPATROON (AFDRUK HERHALEN) Met deze functie drukt u dezelfde afbeelding in tegelpatroon af op een blad. Dit is handig voor het maken van naamkaartjes en stickers. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. •...
Pagina 380
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES PATROONGEGEVENS AFDRUKKEN (VERBORGEN PATROON AFDRUKKEN) Met deze functie kunt u patroongegevens op de achtergrond afdrukken, zoals 'NIET KOPIËREN'. Als papier met patroongegevens wordt gekopieerd, worden de patroongegevens op de achtergrond ook gekopieerd. Hierdoor wordt voorkomen dat informatie via het niet-geautoriseerd kopiëren van documenten wordt gelekt. •...
Pagina 381
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • 'Verborgen Patroon' is een functie om niet-geautoriseerd kopiëren te ontmoedigen. Het biedt geen garantie tegen het lekken van informatie. • Tekst wordt onder bepaalde apparaatomstandigheden mogelijk niet volledig verborgen op een uitvoervel met een patroonafdruk. Selecteer bij 'Instellingen (beheerder)' [Beveiligings- instellingen] → [Instelling Verborgen patroon afdrukken] →...
Pagina 382
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE OMZETTINGSMETHODE WIJZIGEN EN JPEG-AFBEELDINGEN AFDRUKKEN (GEB.STRPRG.OMJPEGWRTEGEV.) In sommige situaties wordt een document dat een JPEG-afbeelding bevat mogelijk niet goed afgedrukt. Dit kan worden opgelost door de manier te wijzigen waarop de JPEG-afbeelding wordt omgezet. Als u een origineel afdrukt dat JPEG-afbeeldingen bevat, kunt u met deze functie aangeven of de afbeeldingen moeten worden omgezet in de printerdriver of in het apparaat.
Pagina 383
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKGEBIED OP HET PAPIER MAXIMALISEREN (AFDRUKGEBIED) Door het afdrukgebied te maximaliseren kunt u op volledig papierformaat afdrukken. Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Ook als het afdrukgebied is gemaximaliseerd, kunnen randen worden afgeknipt. Windows (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen]. (2) Klik op de knop [Overige instellingen].
Pagina 384
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE PRINTERFUNCTIES TWEE APPARATEN GEBRUIKEN OM EEN GROTE OPDRACHT AF TE DRUKKEN (TANDEMAFDRUK) Als u deze functie wilt gebruiken, zijn twee apparaten vereist die tandemafdrukken kunnen uitvoeren. Er worden twee apparaten die op hetzelfde netwerk zijn aangesloten gebruikt om een grote afdrukopdracht parallel uit te voeren.
Pagina 385
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen]. (2) Selecteer [Aan] bij 'Tandemafdruk'. De functie Tandemafdrukken kan alleen worden gebruikt wanneer de printerdriver is geïnstalleerd met behulp van 'Aangepaste installatie', waarbij [Rechtstreekse LPR-afdruk (Adres opgeven/Automatisch zoeken)] is geselecteerd en het selectievakje [Ja] is ingeschakeld voor 'Wilt u de functie Tandemafdruk gebruiken?'.
Pagina 386
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN ORIGINEEL KOPIËREN MET DE PAGINA'S IN OMGEKEERDE VOLGORDE Wanneer u normaal afdrukt, worden de afdrukken van boven naar onder met de afdrukzijde omlaag uitgevoerd. Zo krijgt u een set afdrukken in dezelfde volgorde als het origineel. Met de functie Omgekeerde volgorde worden de afdrukken van boven naar onder met de afdrukzijde omhoog uitgevoerd.
Pagina 387
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Geavanceerd2]. (3) Klik op het selectievakje [Omgekeerde volgorde Afdrukken] zodat verschijnt. 3-73...
Pagina 388
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKBESTANDEN OPSLAAN EN GEBRUIKEN (DOCUMENTARCHIVERING) Met deze functie wordt een afdrukopdracht als bestand op de harde schijf van het apparaat opgeslagen, zodat de opdracht zo nodig kan worden afgedrukt via het aanraakscherm. U kunt een locatie selecteren voor het opslaan van een bestand om te voorkomen dat het bestand wordt gecombineerd met de bestanden van andere gebruikers.
Pagina 389
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • Als u [Snelbestand] selecteert, wordt 'Documentarchivering' ingesteld op [Vasthouden na afdr.]. • Als u [Snelbestand] selecteert, wordt het wachtwoord dat is opgegeven bij 'Documentarchivering' gewist. • U kunt zo nodig voor de gegevensindeling kiezen uit CMYK en RGB voor gegevens die op het apparaat moeten worden opgeslagen.
Pagina 390
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AUTOMATISCH ALLE OPGESLAGEN GEGEVENS AFDRUKKEN Als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op het apparaat, worden alle gearchiveerde (opgeslagen) afdrukopdrachten van de gebruiker die zich aanmeldt automatisch afgedrukt. Nadat alle opdrachten zijn afgedrukt, worden de opgeslagen opdrachten gewist. De volgende stappen zijn vereist om de functie Alles afdrukken te gebruiken: •...
Pagina 391
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES GELIJKTIJDIG AFDRUKKEN EN VERZENDEN Met deze functie drukt u gegevens die in een toepassing zijn gemaakt af vanaf het apparaat en verzendt u de gegevens tegelijkertijd naar de adressen die in het apparaat zijn opgeslagen. Met deze functie kunt u met één handeling van de printerdriver twee taken tegelijkertijd uitvoeren, afdrukken en verzenden. •...
Pagina 392
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER EXTENSIE VAN AFDRUKBARE BESTANDEN Wanneer de printerdriver niet is geïnstalleerd op uw pc, of wanneer de applicatie om een af te drukken bestand te openen niet beschikbaar is, kunt u rechtstreeks naar het apparaat afdrukken zonder de printerdriver te gebruiken. Hieronder ziet u de bestandstypen (en overeenkomstige extensies) die u rechtstreeks kunt afdrukken.
Pagina 393
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Tik op de toets [Selecteer Mapselectie Scannen naar schijf afdrukbestand van FTP] in het Scannen naar Hoofdmap Snelmap extern geheugenapparaat Selecteer afdrukbestand actiescherm. van FTP Selecteer afdrukbestand uit USB-geheugen Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap Tik op de toets van de FTP-server die u wilt gebruiken. Bij het selecteren van de server moet u wellicht een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven.
Pagina 394
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER EEN BESTAND IN EEN USB-GEHEUGEN RECHTSTREEKS AFDRUKKEN Bestanden in een op het apparaat aangesloten USB-geheugen kunnen worden afgedrukt via het bedieningspaneel van het apparaat zonder gebruik te maken van de printerdriver. Als de printerdriver van het apparaat niet is geïnstalleerd op uw pc, kunt u een bestand kopiëren naar een in de handel verkrijgbaar USB-geheugen en dat geheugen aansluiten op het apparaat om het bestand rechtstreeks af te drukken.
Pagina 395
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Selecteer de afdrukvoorwaarden. • Als u in stap 3 meerdere bestanden hebt geselecteerd, kunt u alleen het aantal afdrukken selecteren. • Als u bij stap 3 een PS- of PCL-bestand hebt geselecteerd met afdrukvoorwaarden, krijgen de afdrukvoorwaarden van het bestand prioriteit.
Pagina 396
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Tik op de toets [Geregistreerde netwerkmap openen.] in het actiepaneel en tik vervolgens op de netwerkmap die u wilt openen. Als een scherm wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd naar een gebruikersnaam en wachtwoord, moet u deze informatie opvragen bij de serverbeheerder en vervolgens de juiste gebruikersnaam en wachtwoord invoeren.
Pagina 397
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Het pad naar de netwerkmap direct invoeren. Tik op [Directe invoer van mappad] in Directe invoer van Directe invoer van pad mappad stap 3 van 'Een bestand afdrukken in Geregistreerde Padinvoer netwerkmap openen. naar map Refereer naar Mappen een netwerkmap die u hebt op Netwerk geconfigureerd in de...
Pagina 398
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER RECHTSTREEKS VANAF EEN COMPUTER AFDRUKKEN AFDRUKTAAK VERZENDEN Door [Documenthandelingen] → [Afdruktaak indienen] te selecteren bij 'Instellingen (webversie)' en een bestand op te geven, kunt u het bestand rechtstreeks afdrukken zonder de printerdriver te gebruiken. Via deze procedure kunt u niet alleen bestanden op uw pc afdrukken, maar elk bestand dat u vanaf uw pc kunt openen, zoals een bestand op een andere pc die is aangesloten op hetzelfde netwerk.
Pagina 399
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER E-mailafdrukken uitvoeren Geef met de e-mailsoftware van uw pc het e-mailadres op van het apparaat in 'Adres' en verzend e-mail met bijlagen die moeten worden afgedrukt. U kunt stuuropdrachten in het e-mailbericht invoeren om het aantal kopieën en de afdrukopmaak op te geven. Opdrachten worden ingevoerd in de indeling 'opdrachtnaam = waarde', zoals getoond in het voorbeeld rechts.
Pagina 400
PRINTER►AFDRUKOPDRACHTEN AFDRUKOPDRACHTEN DE AFDRUKSTATUS BEKIJKEN Wanneer u op de opdrachtstatusweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. U kunt de status van een afdrukopdracht controleren door op het tabblad [Afdrukken] te tikken. Zie de volgende items als u opdrachten wilt stoppen, wissen of met prioriteit wilt verwerken: •...
Pagina 401
PRINTER►AFDRUKOPDRACHTEN OVERSTAPPEN OP EEN ANDER PAPIERFORMAAT WANNEER HET PAPIER OPRAAKT Als het afdrukken wordt gestopt omdat het papier op is of het in de printerdriver geselecteerde papierformaat niet in het apparaat is geladen, wordt een melding op het aanraakscherm getoond. Afdrukken begint automatisch wanneer papier wordt geladen in het apparaat.
Pagina 402
PRINTER►BIJLAGE BIJLAGE SPECIFICATIELIJST PRINTERDRIVER Raadpleeg de Help van de printerdriver voor informatie over het instellen van de verschillende onderdelen. HET SCHERM INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER / HELP RAADPLEGEN (pagina 3-6) Functie PCL6 Windows Mac OS Tab (Windows) Item Pagina Kopieën 1 - 9999 1 - 9999 1 - 9999...
Pagina 403
PRINTER►BIJLAGE Functie PCL6 Windows Mac OS Tab (Windows) Item Pagina Dubbelzijdig 3-18 Hoofdstukinvoegingen 3-58 Boekje 3-26 2, 4, 6, 8, 9, 2, 4, 6, 8, 9, 2, 4, 6, 9, 2, 4, 6, 9, Paginanummer 3-21 Herhalen 3-65 Volgorde 3-21 Rand 3-21 pagina's-op-1-...
Pagina 404
PRINTER►BIJLAGE Functie PCL6 Windows Mac OS Tab (Windows) Item Pagina Vector naar zwart 3-41 Tonerbesparingsfunctie Afbeeldingskwaliteit Lettertype Lijnbreedte 3-37 Dikte aanpassen Spiegelbeeld 3-39 PS foutinformatie PS doorvoer Taakcompressie Tandemafdruk 3-70 Blanco Pagina Afdr. Uitsch. 3-23 Reg. van aangepaste afb. 3-45 Overige instellingen •...
Pagina 405
PRINTER►BIJLAGE EEN REKENINGCODE OPGEVEN VIA DE PRINTERDRIVER U kunt een rekeningcode invoeren via de printer van het apparaat. Raadpleeg 'REKENING CODE (pagina 1-39)' voor een overzicht van de functie Rekeningcode. Rekeningcode inschakelen Deze instelling is alleen vereist in Windows. (Altijd ingeschakeld in een Mac OS-omgeving) Klik met de rechtermuisknop op de knop [Start] en selecteer [Configuratiescherm].
Pagina 406
PRINTER►BIJLAGE Windows Als het afdrukken start, wordt het scherm Instelling Rekening Code weergegeven. Voer de Main Code en de Sub Code in en klik op de knop [OK]. Om de opgegeven rekeningcode te onthouden stelt u [Deze Rekening Code Altijd Gebruiken] in op •...
Pagina 407
• Als de gebruikersauthenticatiefunctie van het apparaat is geactiveerd, schakelt u 'Instellingen (beheerder) - [Gebruikers -bediening] - [Standaardinstellingen] - [Afdrukken door ongeldige gebruiker uitschakelen] uit. • Als de gebruikersauthenticatie in de Sharp OSA-toepassing is ingeschakeld, moet afdrukken door ongeldige gebruikers in de toepassing worden geactiveerd.
Pagina 408
• In sommige netwerkomgevingen kan het apparaat de verbindingsfuncties van Google Cloudprinter mogelijk niet gebruiken, of verloopt het afdrukken langzaam of stopt het afdrukken voordat de taak voltooid is. • Sharp Corporation geeft geen enkele garantie voor de continuïteit of stabiliteit van de verbindingsfuncties van Google Cloudprinter.
Pagina 409
Pictogrammen Functies die kunnen worden gebruikt in de modus Eenvoudige Fax • HET GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE VOORDAT U HET APPARAAT ALS DOCUMENTINVOEREENHEID VOOR VERZENDING . . . 4-30 FAXAPPARAAT GEBRUIKT • DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET VOORDAT U HET APPARAAT ALS DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN .
Pagina 410
ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN ..4-63 UITGAAN VAN SPECIFIEK GEBRUIK ..4-100 • ONTVANGEN FAXEN DOORSTUREN • DE TIJD VOOR COMMUNICATIE OPGEVEN . . . 4-100 (FAXGEGEVENS DOORSTUREN)..4-63 •...
Pagina 411
EEN EXTERNE TELEFOON GEBRUIKEN EEN EXTERNE TELEFOON AANSLUITEN ..4-122 • EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN ..4-122 • EEN FAX ONTVANGEN NADAT U DE EXTRA TELEFOON HEBT OPGENOMEN (EXTERNE ONTVANGST) ......4-123 •...
Pagina 412
FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT U kunt de functie fax alleen gebruiken als de Faxuitbreidingskit is geïnstalleerd. VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT Als u het apparaat als faxapparaat wilt gebruiken, sluit u het aan op de telefoonlijn en stelt u het type telefoonlijn in. Sluit het apparaat aan op de telefoonlijn.
Pagina 413
FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT Zorg dat de hoofdschakelaar op ' ' staat. Als de Aan-indicator brandt, staat de hoofdschakelaar op ' '. Als de Aan-indicator niet brandt, zet u de hoofdschakelaar in de stand " " en drukt u op de toets [Aan] op het bedieningspaneel. Toets [Aan] Aan-indicator Hoofdschakelaar...
Pagina 414
FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT Sla het faxnummer van de afzender op. Sla de naam van een afzender op bij [Naam Afzender] en sla het faxnummer op bij [Faxnr.]. Zorg dat u deze gegevens configureert, deze zijn nodig voor de communicatie. De naam en het adres van de afzender opslaan: In de 'Instellingen (beheerder)' selecteert u [Systeeminstellingen] →...
Pagina 415
FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT FAXMODUS U kunt in twee modi faxen: de eenvoudige modus en de normale modus. De eenvoudige modus bevat de functies waarmee u de meeste faxtaken eenvoudig kunt uitvoeren. Wanneer u gedetailleerde instellingen of speciale functies wilt selecteren, gebruikt u de normale modus. In de normale modus kunnen alle functies worden gebruikt.
Pagina 416
Als u een modus wilt selecteren, tikt u in het beginscherm op het pictogram van de modus. De eenvoudige modus openen De Normale modus openen. Tik op het pictogram [Eenvoudige Fax]. Tik op het pictogram [Faxen]. 10:15 10:15 Best. ophalen Eenvoudige Handmatige Adres- Sharp OSA Kopiëren E-mail Faxen van schijf finishing beheer Toner Toner hoeveelheid hoeveelheid...
Pagina 417
Schakelen tussen modi vanuit een modus Tik op de modusweergave als u naar een andere modus wilt overschakelen. Tik op de modusweergave. LIJN PRINTER Eenvoudige Best. ophalen Opdracht Status Sharp OSA Scan van schijf Verzenden en afdrukken Aantal exempl. Snelbestand Origineel Geg. tijdelijk opslaan...
Pagina 418
FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT TOETS [R] Als het apparaat is aangesloten op een bedrijfscentrale, kunt u de optie 'PBX-instelling' inschakelen zodat automatisch verbinding wordt gemaakt met de buitenlijn. Wanneer de PBX-instelling is ingeschakeld, wordt de toets [R] weergegeven in het basisscherm.
Pagina 419
FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT VOLGORDE VAN FAXVERZENDING In dit gedeelte worden de basisprocedures uitgelegd voor het verzenden van een fax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
Pagina 420
FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT Pas de instellingen aan. Geef het origineelformaat, de belichting, de resolutie, enzovoort op. Verwijs zo nodig naar de volgende functies voor de instelling. In de Normale modus In de Eenvoudige modus Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Origineel Adresboek...
Pagina 421
FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN BESTEMMINGEN INVOEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Eenvoudige modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8) ► BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMINGSNUMMER INVOEREN MET DE CIJFERTOETSEN Tik op de toets [Directe Invoer] of de Origineel Adres Faxnummer...
Pagina 422
FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK U haalt een faxnummer van een bestemming op door op de snelkeuzetoets van die bestemming in het scherm Adresboek te tikken. (Snelkeuzetoetsen gebruiken) Het is ook mogelijk meerdere faxnummers onder een snelkeuzetoets op te slaan. Hierdoor kunt u alle nummer ophalen door op die snelkeuzetoets te tikken.
Pagina 423
FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de snelkeuzetoets van de Adres contactpersoon of groep die de Sorteren AAA AAA Origineel faxbestemming bevat. BBB BBB Auto • Het aantal bestemmingen in de lijst kan worden beperkt CCC CCC met veelgebruikt, categorieën, indexen en trefwoorden. DDD DDD (In de Normale modus kan het aantal ook met EEE EEE...
Pagina 424
FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN Als er meerdere bestemmingen zijn geselecteerd, kunt u de bestemmingen weergeven en controleren. Ook is het zo nodig mogelijk om een bestemming te verwijderen (selectie van bestemming annuleren). Tik op de toets [Alle Bestemm.]. Origineel AAA AAA Adres Details...
Pagina 425
FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER U kunt het zoeknummer gebruiken om een bestemming op te geven die in het adresboek is opgeslagen. Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 4-9) Tik op [Zoeknummer oproepen] in het Adres Faxnummer...
Pagina 426
FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server in de instellingsmodus is geconfigureerd (webversie), kunt u in het globale adresboek naar de gewenste bestemming zoeken en het faxnummer ophalen wanneer u een faxverzending uitvoert. U kunt een opgehaald adres ook aan het adresboek toevoegen. Adressen van verzending naar FTP/bureaublad kunnen echter niet vanaf het apparaat worden opgeslagen.
Pagina 427
FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Voer een trefwoord in en tik op de Voer Start Zoeken Initialen in toets [Start Zoeken]. Item Doel Naam Wanneer u op het invoervak voor het trefwoord tikt, wordt het aanraaktoetsenbord weergegeven. Na korte tijd worden de zoekresultaten weergegeven. Voorbeeld- weergave Start...
Pagina 428
FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN Selecteer een bestemming in een verzendlogboek en verzend de gegevens opnieuw. De bestemmingen van de meest recente 50 verzendingen van fax, scannen naar e-mail en/of internetfax worden opgeslagen. Een van deze kan worden geselecteerd om opnieuw te verzenden naar die bestemming. De bestemmingen van overdracht naar FTP/bureaublad en Scannen naar netwerkmap worden ook weergegeven in het verzendlogboek.
Pagina 429
FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de toets van de faxbestemming Verzendgeschiedenis Verwijder alle histories die u opnieuw wilt kiezen. Selecteer adres om opnieuw te verzenden. AAA AAA 1472580369 De laatste 50 adressen die voor verzending zijn gebruikt, BBB BBB 3692580147 worden weergegeven. CCC CCC 2580147369 Directe Invoer...
Pagina 430
FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN VERZENDEN VIA KETTINGKIEZEN Nummerreeksen die u met cijfertoetsen en/of snelkeuzetoetsen hebt ingevoerd, kunnen met elkaar verbonden worden door onderbrekingen en kunnen als één nummer worden gekozen. Als u een internationaal nummer kiest, tikt u bijvoorbeeld op de toets [Onderbreking] tussen het identificatienummer van een internationale telefoonmaatschappij (bijvoorbeeld "001") en de landcode (bijvoorbeeld "81"...
Pagina 431
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Eenvoudige modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8) ► BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN METHODEN VOOR HET VERZENDEN VAN FAXEN Hieronder worden de methoden beschreven die kunnen worden gebruikt voor het verzenden van een fax vanaf het apparaat.
Pagina 432
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN In de volgende situaties zal de verzending automatisch worden gereserveerd (geheugenverzending) • Als de lijn bezet is of er een communicatiefout optreedt en automatisch opnieuw verzenden wordt geactiveerd. ► ALS ZICH EEN COMMUNICATIEFOUT VOORDOET (pagina 4-28) • De lijn van het apparaat zal bezet zijn als een andere fax wordt verzonden of ontvangen, of als het apparaat bezet is. •...
Pagina 433
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN STAND VAN ORIGINELEN Als een origineel van A4-formaat (8-1/2" x 11") in verticale stand ( ) wordt geplaatst, wordt het beeld automatisch 90 graden gedraaid en in horizontale stand ( ) verzonden (Gedraaid verzenden). Als een origineel in horizontale stand ( ) wordt geplaatst, wordt het in die stand ( ) verzonden zonder te worden gedraaid.
Pagina 434
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN AUTOMATISCHE REDUCTIE VAN HET VERZONDEN BEELD Als het verzonden beeld breder is dan het papier in het ontvangende apparaat, zal het beeld automatisch verkleind worden zodat het op het papier van het ontvangende apparaat past. Bijvoorbeeld: verkleinde formaten en verkleiningsfactoren Breedte van verzonden Breedte van papier in Verkleind formaat...
Pagina 435
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET FORMAAT VAN HET GEPLAATSTE ORIGINEEL Als een origineel met een standaardformaat wordt geplaatst, wordt het formaat automatisch gedetecteerd en weergegeven bij 'Scanformaat' in het basisscherm. AUTODETECTIE (pagina 4-46) ► Standaardformaten zijn formaten die het apparaat automatisch kan detecteren. De standaardformaten worden ingesteld bij 'Instelling Detectie Formaat Origineel' in de instellingsmodus.
Pagina 436
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN ALS DE LIJN BEZET IS Als de lijn bezet is wanneer u een fax verzendt, zal er na een standaardinterval automatisch opnieuw een poging tot verzenden plaatsvinden. Dit werkt alleen bij de functie Geheugenverzending. Bij de functie Direct verzenden of Handmatig verzenden wordt de verzending geannuleerd.
Pagina 437
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN FAXBESTEMMING BEVESTIGINGSMODUS In deze modus wordt een bestemmingsbevestigingsbericht weergegeven wanneer een fax wordt verzonden om te voorkomen dat de fax abusievelijk naar de verkeerde bestemming wordt verzonden. Dit stelt u in de instellingsmodus in. Als een fax wordt verzonden terwijl deze functie is ingeschakeld, wordt een adresbevestigingsbericht weergegeven wanneer op de toets [Start] wordt getikt.
Pagina 438
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN Controleer de afbeelding vóór verzending op het aanraakscherm. U kunt op de toets [Voorbeeld- weergave] tikken en dan het origineel scannen, om een voorbeeldweergave van de gescande afbeelding te controleren. U kunt de belichting en resolutie voor de scan aanpassen wanneer u deze in het voorbeeldscherm controleert, zodat u een origineel van betere kwaliteit naar de bestemming kunt verzenden.
Pagina 439
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op de toets [Start] om de verzending te starten. Wanneer het scannen is voltooid, geeft het apparaat een pieptoon af. • Tik op de toets [Voorbeeld- weergave] om het voorbeeld van een afbeelding te controleren voordat u een fax verstuurt.
Pagina 440
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Voer het faxnummer van de Adresboek Adres Faxnummer Zoeken in alg. adressen bestemming in en tik in het Belichting Verzendgeschiedenis Auto Resolutie Zoeknummer oproepen actiepaneel op [Direct TX]. Extra Fijn Direct TX Origineel Verificatiestempel Opdr. samenst. Programma oproepen Geregistreerde inst.
Pagina 441
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR HET VERZENDEN Het opslaan van gescande originelen in het geheugen van het apparaat voordat u ze gaat verzenden wordt 'Geheugen TX' genoemd. In dit gedeelte wordt het scannen van originelen via de glasplaat uitgelegd en het verzenden van gegevens via de functie geheugenverzending.
Pagina 442
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op de toets [Lezen Klaar]. Origineel Plaats volgend origineel. (Pg1) Adres Faxnummer Details Druk op [Start]. Er wordt een pieptoon afgegeven. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Geschiedenis Directe Invoer Open de automatische documentinvoereenheid en verwijder het origineel.
Pagina 443
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE GLASPLAAT GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN Het verzenden van gescande originelen zonder de originelen op te slaan in het geheugen van het apparaat wordt 'Direct TX' genoemd. In dit gedeelte wordt het scannen en direct verzenden van originelen via de glasplaat uitgelegd. Wanneer u vanaf de glasplaat een fax verstuurt met de functie Directe verzending, kan er maar één pagina worden verzonden.
Pagina 444
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Geef het faxnummer van de bestemming op. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een verzendlogboek gebruiken om opnieuw te verzenden ►pagina 4-20 •...
Pagina 445
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN VERZENDINGEN MET DE LUIDSPREKER Als u de luidspreker gebruikt om te bellen, wordt de fax verzonden nadat het nummer is gebeld en verbinding is gemaakt. • Als iemand antwoordt, zult u zijn of haar stem horen maar zult u zelf niet kunnen spreken. •...
Pagina 446
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DEZELFDE FAX NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (DISTRIBUTIEVERZENDING) U kunt dezelfde fax naar meerdere bestemmingen versturen, bijvoorbeeld als u een verslag verzendt naar filialen in verschillende regio's. Deze functie wordt "Distributieverzending" genoemd. Tijdens een bewerking kunt u gegevens verzenden naar maximaal 500 bestemmingen, inclusief gereserveerde verzendopdrachten. (Bijvoorbeeld als er al distributieverzendopdrachten met 450 bestemmingen zijn gereserveerd, kunt u naar maximaal 50 bestemmingen gegevens verzenden.) Verzenden Originelen...
Pagina 447
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-89) ► GLASPLAAT (pagina 1-91) Geef alle bestemmingen op. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 •...
Pagina 448
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
Pagina 449
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Nadat u op de toets van de voltooide Details van geselect. Afdrukken Scannen Faxen Internetfax taak controleren distributieverzending hebt getikt, tikt u Druk verzendbeeld Taak Adres Tijd Inst. Pagina Status activiteiten rapport af 10:50 07/07 0001 op de toets [Details van geselect. taak 0001/0005 OK Vorige Distribueren...
Pagina 450
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN EEN FAX RECHTSTREEKS VANAF EEN COMPUTER VERZENDEN (PC-fax) Een bestand op een computer kan via het apparaat als een fax worden verzonden (PC-Fax-functie). Verzending van faxen via de functie PC-Fax verloopt op dezelfde wijze als het afdrukken van documenten. Selecteer de driver van PC-Fax als printerdriver voor de computer en selecteer vervolgens de opdracht Afdrukken in de applicatie.
Pagina 451
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN EEN VERZENDLOGBOEK VERWIJDEREN In het actiepaneel van elke modus voor het verzenden van afbeeldingen kunt u het verzendlogboek weergeven. U kunt één adres of alle adressen uit het verzendlogboek verwijderen. De geselecteerde historie verwijderen Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ►...
Pagina 452
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Alle histories verwijderen Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 4-9) Tik op [Verzendgeschiedenis] in het Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Adresboek actiescherm. Belichting Zoeknummer oproepen Auto Resolutie Direct TX...
Pagina 453
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET SCANNEN VAN DE ORIGINELEN INSTELLEN AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN ORIGINEEL SCANNEN (2-zijdig orig.) De automatische documentinvoereenheid zal automatisch beide zijden van het document scannen. Verzenden 2-zijdig origineel Twee pagina's worden als één pagina verzonden (N-Up) •...
Pagina 454
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN AUTODETECTIE Wanneer het origineel wordt geplaatst, wordt het formaat ervan automatisch gedetecteerd. In de Normale modus wordt het formaat van het geplaatste origineel in het beginscherm weergegeven als 'Scanformaat' en het verzendformaat als 'Verzendformaat'. Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Adresboek Belichting Zoeknummer oproepen...
Pagina 455
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL IN PAPIERFORMAAT OPGEVEN Als het origineelformaat niet-standaard is (inchformaat of niet-standaardformaat) of als het is niet juist is gedetecteerd, geeft u het origineelformaat handmatig op. Als [Lang Form.] is geselecteerd, kunnen de 2-zijdige scaninstelling en het verzendformaat niet worden gewijzigd. Het beeld wordt alleen in Mono2 verzonden.
Pagina 456
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL MET GETALSWAARDEN OPGEVEN As u een origineel met een niet-standaardformaat scant, zoals een briefkaart, geeft u het formaat van het origineel middels getalswaarden op nadat u het origineel hebt geplaatst. De breedte kan 25 mm t/m 432 mm (1" t/m 17") zijn en de hoogte kan 25 mm t/m 297 mm (1"...
Pagina 457
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN Sla de veelgebruikte niet-standaard origineelformaten op. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u niet-standaard origineelformaten opslaat, ophaalt, verandert en wist. • Het opgeslagen origineelformaat blijft behouden, ook als het apparaat wordt uitgeschakeld. • U kunt maximaal 12 niet-standaard origineelformaten registreren voor kopiëren, faxen en het verzenden van afbeeldingen. •...
Pagina 458
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op een toets ( ) om een Dubbelz. scan Adresboek Adres Faxnummer Opsplitsen in 2 pagina's extra origineelformaat op te slaan. N-Up Scanformaat Meer pag. op een pag. plaatsen Opslaan/Verwijderen Langzamer Scan Mode. Dun origineel scannen Select.
Pagina 459
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Een opgeslagen origineelformaat ophalen Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 4-9) Tik op de toets [Origineel]. Tik op de toets [Scanformaat] en op vervolgens op de tab [Aangepast Formaat].
Pagina 460
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET VERZENDFORMAAT VAN DE AFBEELDING OPGEVEN Tik op deze toets om het verzendformaat op te geven als een papierformaat. Als het opgegeven verzendformaat groter is dan het scanformaat, zal het beeld worden vergroot. Als het opgegeven verzendformaat kleiner is dan het scanformaat, zal het beeld worden verkleind.
Pagina 461
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op de toets [Afdrukstand] met Dubbelz. scan Adresboek Adres Faxnummer Opsplitsen in 2 pagina's dezelfde afdrukstand als het origineel. N-Up Origineel Meer pag. op een pag. plaatsen Langzamer Scan Mode. Dun origineel scannen Als deze instelling niet juist is, wordt er mogelijk geen Scanformaat Verzendformaat 100%...
Pagina 462
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE BELICHTING WIJZIGEN De belichting kan worden aangepast aan de helderheid van het origineel. Bij gebruik van de automatische documentinvoereenheid kan de instelling van de belichting niet meer worden gewijzigd als het scannen eenmaal is begonnen. (Als echter 'Opdr. samenst.' of 'Voorbeeldinstelling' bij 'Overige' wordt gebruikt, kan de belichting telkens wanneer u een nieuwe set originelen plaatst, worden gewijzigd.) Belichtingsinstellingen Belichting...
Pagina 463
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE RESOLUTIE WIJZIGEN De resolutie kan zo gekozen worden dat deze overeenkomt met de eigenschappen van het origineel, zoals tekst of foto, het formaat van de tekst en de lichtsterkte van de afbeelding. Resolutie-instellingen Resolutie Suggestie Standaard Selecteer deze instelling wanneer uw originelen bestaan uit teksten in normaal formaat (zoals de tekst in deze gebruiksaanwijzing).
Pagina 464
FAX►FAXEN ONTVANGEN FAXEN ONTVANGEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Eenvoudige modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8) ► FAXEN ONTVANGEN EEN FAX AUTOMATISCH ONTVANGEN Als de ontvangstfunctie is ingesteld op 'Automatische Ontvangst', zal het apparaat automatisch faxen ontvangen en afdrukken.
Pagina 465
FAX►FAXEN ONTVANGEN De faxen worden automatisch afgedrukt. Als het scherm voor het invoeren van de PIN Code wordt weergegeven: Er is een PIN Code geregistreerd die nodig is om de ontvangen faxgegevens te kunnen afdrukken. Als de juiste PIN Code wordt ingevoerd, wordt de ontvangen fax afgedrukt. ►...
Pagina 466
FAX►FAXEN ONTVANGEN EEN FAX HANDMATIG ONTVANGEN U kunt een fax handmatig ontvangen via het aanraakscherm. • Als u de telefoon opneemt door te tikken op de toets [Luidspreker], kunt u de stem van de beller horen maar kunt u zelf niets zeggen.
Pagina 467
FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS AFDRUKKEN EEN FAX AFDRUKKEN DIE MET EEN PIN CODE IS BEVEILIGD (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) Schakel deze instelling in als u faxen in het geheugen wilt ontvangen en opslaan zonder deze af te drukken. Als u de faxen wilt afdrukken, moet de PIN Code worden ingevoerd.
Pagina 468
FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS OP EEN OPGEGEVEN TIJDSTIP AFDRUKKEN U kunt op een opgegeven tijdstip met het afdrukken van de ontvangen gegevens beginnen. Om zorgeloos te kunnen afdrukken, kunt u beter vermijden grote aantallen pagina's af te drukken tijdens piekuren en als u er niet dringend een afdruk van nodig hebt.
Pagina 469
FAX►FAXEN ONTVANGEN HET BEELD VÓÓR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Controleer het beeld van ontvangen gegevens op het aanraakscherm voordat u deze afdrukt. Deze functie kan worden gebruikt als 'Instellingen (beheerder)' - [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld.* * De fabrieksinstelling is uitgeschakeld.
Pagina 470
FAX►FAXEN ONTVANGEN Tik op de toets van de ontvangen Afdrukken Lijst met ontv. geg. Alle ontvangen geg. gegevens die u wilt controleren en tik Afbeelding controleren Doorsturen naar vervolgens op [Afbeelding ander adres Verwijderen controleren] in het actiepaneel. Bestand Gegevens in map opslaan Geeft de afbeelding van de ontvangen gegevens weer.
Pagina 471
FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN ONTVANGEN FAXEN DOORSTUREN (FAXGEGEVENS DOORSTUREN) Wanneer het apparaat niet kan afdrukken omdat het papier of de inkt op is, kunnen ontvangen faxen worden doorgestuurd naar een ander, eerder opgeslagen faxapparaat. U kunt een ontvanger opslaan door [Telefoonnummer voor doorsturen gegevens instellen (pagina 8-190)] in de Instellingsmodus te selecteren.
Pagina 472
FAX►FAXEN ONTVANGEN Tik op de toets [Uitvoeren] in [Ontvangen gegevens doorsturen] om het doorsturen te starten. Als het scherm voor het invoeren van de PIN Code wordt weergegeven, is de functie 'Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens' ingeschakeld. Voer de PIN Code in met de cijfertoetsen om het doorsturen te starten. ►...
Pagina 473
FAX►FAXEN ONTVANGEN In 'Inkomende routing' selecteert u [Inschakelen] en klikt u op de toets [Indienen]. Het is mogelijk dat het voor gebruikers zonder beheerderrechten verboden is om doorstuurtabellen in dit scherm op te slaan, te bewerken of te wissen en dat ze niet kunnen opgeven welke tabel wordt gebruikt. Stel hiertoe de selectievakjes voor de volgende items in op •...
Pagina 474
FAX►FAXEN ONTVANGEN Selecteer de afzender van wie de faxen zullen worden doorgestuurd. • Als u alle ontvangen gegevens wilt doorsturen, selecteert u [Alle ontvangen gegevens doorsturen]. • Als u alleen de faxen van een opgegeven afzender wilt doorsturen, selecteert u [Verstuur enkele ontvangen gegevens van gespecificeerde afzenders.].
Pagina 475
FAX►FAXEN ONTVANGEN Klik op [Indienen]. Klik op [Instellingen inkomende routing] bij [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)] in de 'Instellingen (webversie)'. Selecteer [Stuur door naar alle doorstuurbestemmingen] of [Doorsturen op basis van Doorstuurvoorwaarde] in de doorstuurtabel. Selecteer [Altijd doorsturen] of [Verstuur ontvangen gegevens enkel op gespecificeerde dagen.] in de doorstuurtabel.
Pagina 476
FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN FAXEN OPSLAAN OP DE HARDE SCHIJF VAN HET APPARAAT (INKOMENDE ROUTING) Ontvangen faxen kunnen op de harde schijf van het apparaat worden opgeslagen. Ontvangen faxen kunnen worden weergegeven op de computer. Stel PDF, TIFF (multi) of TIFF (signaal) in voor de opgeslagen Internetfaxen. U kunt ook via e-mail een melding ontvangen van het opslagresultaat of de opslagmap.
Pagina 477
FAX►FAXEN ONTVANGEN Instellingen voor het opslaan van ontvangen faxen op de harde schijf Klik bij 'Instellingen (beheerder)' op [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)] → [Instellingen Inbound Routing (opslaan)] (beheerdersrechten vereist). • De gegevens die kunnen worden opgeslagen zijn ontvangen faxen en ontvangen internetfaxen. Faxen die zijn ontvangen via vertrouwelijke ontvangst en navraagontvangst kunnen niet worden opgeslagen.
Pagina 478
FAX►FAXEN ONTVANGEN Tik op de toets van de ontvangen Lijst met ontv. geg. Alle ontvangen geg. Afdrukken gegevens die u wilt doorsturen en tik Afbeelding controleren Doorsturen naar ander adres vervolgens op [Doorsturen naar ander Verwijderen adres]. Bestand Gegevens in map opslaan •...
Pagina 479
FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS OPSLAAN U kunt ontvangen faxen opslaan in de map voor documentarchivering. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld* bij 'Instellingen (beheerder).
Pagina 480
FAX►OVERIGE FUNCTIES OVERIGE FUNCTIES In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Normale modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8) ► FAXHANDELINGEN OPSLAAN (PROGRAMMA) Met deze functie worden diverse instellingen gezamenlijk opgeslagen als één programma. Het opgeslagen programma kan eenvoudig worden opgeroepen.
Pagina 481
FAX►OVERIGE FUNCTIES • De in een programma opgeslagen instellingen worden vastgehouden, ook nadat het programma is gebruikt voor verzending. Dezelfde instellingen kunnen herhaaldelijk worden gebruikt voor verzending. • De volgende inhoud kan niet worden opgeslagen in programma's: • Tikken op de toets [Luidspreker], Snelbestand, Bestand, tussen pagina's navigeren en ongespecificeerd wissen tijdens voorbeeld, Metadatainvoer, Verzendinst.
Pagina 482
FAX►OVERIGE FUNCTIES ORIGINELEN COLLECTIEF VERZENDEN TWEE PAGINA'S ALS ÉÉN PAGINA VERZENDEN (N-UP) Verklein twee origineelpagina's tot gelijk formaat en verzend deze als één pagina. Deze functie is handig als u een groot aantal originelen hebt en het aantal verzonden pagina's wilt terugdringen. Voor het standaardformaat (A4 (8-1/2"...
Pagina 483
FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de Overige Verzendgeschiedenis toets [N-Up]. Wissen Zoeknummer oproepen Dubbelz. scan Boek opsplitsen Kaart Formaat Timer Verif. Direct TX Op het pictogram wordt een vinkje Stempel Verificatiestempel Eigen naam Transmissie Geheugenvak kiezen Rapport Programma oproepen weergegeven.
Pagina 484
FAX►OVERIGE FUNCTIES BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART ALS ENKELE PAGINA VERZENDEN (KAART FORMAAT) Verzend de voor- en achterzijde van een kaart als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden. Bij gebruik van deze functie moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst. Verzonden afbeelding Originelen Verzenden...
Pagina 485
FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [On] en geef het juiste Belichting Overige Verzendbelichting opgeven origineelformaat op. Kaart Formaat Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, (25~210) mm tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige]. (25~210) mm Reset Voorbeeld- weergave...
Pagina 486
FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN GROOT AANTAL PAGINA'S VERZENDEN (OPDRACHT SAMENSTELLING) Met deze functie kunt u een origineel dat bestaat uit een groot aantal pagina's opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid en de pagina's via één enkele verzending verzenden. U kunt een fax ook verzenden door originelen zowel in de automatisch documentinvoereenheid als op de glasplaat te plaatsen.
Pagina 487
FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Opdr. samenst.]. Adresboek Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Belichting Zoeknummer oproepen Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Auto Resolutie Direct TX Extra Fijn Verificatiestempel Origineel Programma oproepen Opdr. samenst. Geregistreerde inst. oproepen Zelfde beeld verz. als faxadres Langz.
Pagina 488
FAX►OVERIGE FUNCTIES ORIGINELEN MET VERSCHILLENDE FORMATEN VERZENDEN (ORIGINEEL MET GEMENGDE FORMATEN) Met deze functie kunt u originelen van verschillende formaten gelijktijdig scannen en verzenden, bijvoorbeeld originelen van het formaat B4 (8-1/2" x 14") gecombineerd met originelen van het formaat A3 (11" x 17"). Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel.
Pagina 489
FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Gemengd form.]. Verzendgeschiedenis Adresboek Adres Faxnummer Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Belichting Zoeknummer oproepen Auto Resolutie Direct TX Extra Fijn Verificatiestempel Origineel Programma oproepen Opdr. samenst. Geregistreerde inst. oproepen Zelfde beeld verz. als faxadres Langz.
Pagina 490
FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN ORIGINEEL ALS AFZONDERLIJKE PAGINA'S VERZENDEN EEN ORIGINEEL ALS TWEE AFZONDERLIJKE PAGINA'S VERZENDEN (DUBBELE PAGINA SCANNEN) De linker- en rechterkant van een origineel kunnen als twee afzonderlijke pagina's worden verzonden. Deze functie is nuttig als u de linker- en rechterpagina's van een boek of ander ingebonden document als afzonderlijke pagina's wilt faxen. Boekje of gebonden document Twee pagina's zijn gekopieerd als twee afzonderlijke pagina's.
Pagina 491
FAX►OVERIGE FUNCTIES Voer het faxnummer van de bestemming in. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek ►pagina 4-18 •...
Pagina 492
FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN INBINDKOPIE SPLITSEN IN PAGINA'S EN DE PAGINA'S ACHTEREENVOLGENS VERZENDEN (BOEK SPLITSEN) De geopende pagina's van een folder met zadelsteek worden als losse pagina's uitgesplitst op basis van de eigenlijke paginavolgorde. Als u deze functie gebruikt, hoeft u de te verzenden origineelpagina's niet te sorteren. Deze functie kan worden ingeschakeld als het origineelformaat is ingesteld op [Auto].
Pagina 493
FAX►OVERIGE FUNCTIES Selecteer de inbindzijde van het Wissen Overige Randschaduw wissen inbindkopie-origineel. Resolutie Boek opsplitsen Resolutie origineel wijzigen Selecteer inbindrand origineel. Controleer of in de voorbeeldafbeelding die in het scherm wordt weergegeven de inbindzijde juist is. Links inbinden Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Rechts inbinden tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
Pagina 494
FAX►OVERIGE FUNCTIES ORIGINELEN SCANNEN SCHADUWRANDEN IN HET BEELD WISSEN (WISSEN) Met deze functie wist u die delen van de afbeelding waar zich schaduwen kunnen vormen. Deze functie detecteert schaduwen niet en wist niet alleen de schaduwen. Een dik boek scannen De wisfunctie niet De wisfunctie gebruiken...
Pagina 495
FAX►OVERIGE FUNCTIES Voer het faxnummer van de bestemming in. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek ►pagina 4-18 •...
Pagina 496
FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].
Pagina 497
FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN DUN ORIGINEEL VERZENDEN (LANGZAME SCANMODUS) Gebruik deze functie wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Bij selectie van de langzame scanmodus is 2-zijdig scannen niet mogelijk. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische...
Pagina 498
FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Langz. scanm.]. Adresboek Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Belichting Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Zoeknummer oproepen Auto Resolutie Direct TX Extra Fijn Verificatiestempel Origineel Programma oproepen Opdr. samenst. Geregistreerde inst. oproepen Zelfde beeld verz. als faxadres Langz.
Pagina 499
FAX►OVERIGE FUNCTIES HET AANTAL VELLEN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL CONTROLEREN EN DAN VERZENDEN (AANTAL ORIGINELEN) Tel vóór verzending het aantal vellen van het gescande origineel en geef dit aantal weer. Door het aantal gescande origineelvellen te controleren, kunt u vergissingen bij het verzenden voorkomen. Het telresultaat wordt weergegeven met het aantal gescande vellen van het origineel, niet het aantal pagina's.
Pagina 500
FAX►OVERIGE FUNCTIES Als het scannen is voltooid, AAA AAA Adres Verzendgeschiedenis Er zijn 0 pagina's van (pg 1) het origineel gescand. controleert u het aantal originele Belichting Zoeknummer oproepen Gescande gegevens verzenden? Auto Resolutie Direct TX vellen. Extra Fijn Verificatiestempel Origineel Programma oproepen Het telresultaat wordt weergegeven met het aantal...
Pagina 501
FAX►OVERIGE FUNCTIES GESCANDE ORIGINELEN STEMPELEN (VERIFICATIESTEMPEL) Met deze functie wordt elk origineel dat via de automatische documentinvoereenheid is gescand, gestempeld, zodat u kunt verifiëren dat alle originelen correct zijn gescand. De positie van de verificatiestempel Er wordt een fluorescerend roze 'O'-markering gestempeld.
Pagina 502
FAX►OVERIGE FUNCTIES VERZENDEN EN ONTVANGEN VAN FAXEN OP AFSTAND BEDIENEN EEN FAXMACHINE AANROEPEN EN ONTVANGST INITIALISEREN (NAVRAGEN) Wanneer u verbinding maakt met een ander apparaat en een document van dit apparaat ontvangt, wordt dit 'Navragen' genoemd. De documentontvangst van een ander apparaat wordt "Navraagontvangst" genoemd. U kunt de nummers van meerdere bestemmingen invoeren.
Pagina 503
FAX►OVERIGE FUNCTIES Voer het faxnummer van de bestemming in. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek ►pagina 4-18 •...
Pagina 504
FAX►OVERIGE FUNCTIES NAVRAAG-ONTVANGST HANDMATIG INITIALISEREN Gebruik handmatige navraagontvangst wanneer u navraag moet starten nadat u een opgenomen bericht hebt beluisterd, bijvoorbeeld in het geval van een faxinformatieservice. • Zorg ervoor dat er geen origineel in het apparaat is geplaatst wanneer u de functie Navraagontvangst gebruikt. •...
Pagina 505
FAX►OVERIGE FUNCTIES FUNCTIES DIE BETREKKING HEBBEN OP DE AFZENDER AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (EIGEN FAXADRES VERZ.) Uw afzenderinformatie (datum, tijd, naam afzender, faxnummer afzender of naam bestemming, aantal pagina's) wordt automatisch toegevoegd boven aan elke faxpagina die u verzendt. Buiten het scangebied Laden (fabrieksinstellingen)
Pagina 506
FAX►OVERIGE FUNCTIES AFZENDERINFORMATIE TIJDELIJK WIJZIGEN (EIGEN NAAM KIEZEN) U kunt de afzenderinformatie die bij verzending van uw eigen nummer moet worden gebruikt, tijdelijk wijzigen door een selectie te maken uit afzonderlijk opgeslagen gegevens. De functie wordt opgeheven wanneer de verzending met de gewijzigde afzenderinformatie wordt beëindigd. De afzenderinformatie opslaan die u voor de functie Eigen naam kiezen wilt gebruiken: In de 'Instellingen (beheerder)' selecteert u [Systeeminstellingen] →...
Pagina 507
FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
Pagina 508
FAX►OVERIGE FUNCTIES UITGAAN VAN SPECIFIEK GEBRUIK DE TIJD VOOR COMMUNICATIE OPGEVEN Geef een tijdstip op waarop automatisch moet worden begonnen met de verzending of distributieverzending. Verzending begint automatisch op de opgegeven tijd. Deze functie is nuttig wanneer u gereserveerde verzendingen, distributieverzendingen of andere verzendingen wilt uitvoeren tijdens uw afwezigheid, 's avond of op andere tijden waarop de telefoontarieven laag zijn.
Pagina 509
FAX►OVERIGE FUNCTIES Voer het faxnummer van de bestemming in. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek ►pagina 4-18 •...
Pagina 510
FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er wordt een pieptoon afgegeven om aan te geven dat het scannen is beëindigd; het apparaat gaat stand-by voor verzending. •...
Pagina 511
FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de toets [Transmissie Rapport]. Tik op de toets van de Overige afdrukinstellingen. Transmissie Rapport Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Niet afdrukken tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
Pagina 512
FAX►OVERIGE FUNCTIES NAVRAAGGEHEUGENFUNCTIES EEN FAX VERZENDEN WANNEER EEN ANDER APPARAAT NAVRAAG DOET BIJ UW APPARAAT (NAVRAAGGEHEUGEN) Het verzenden van een document dat naar het geheugen is gescand terwijl een ander apparaat navraag doet bij uw apparaat, wordt 'Navraaggeheugen' genoemd. Voorafgaand aan de navraag moet het document dat naar het andere apparaat zal worden gefaxt, in een navraaggeheugenvak worden gescand.
Pagina 513
FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN DOCUMENT IN EEN NAVRAAGGEHEUGEN SCANNEN Volg deze stappen om een document in het geheugenvak voor navraagverzending (Openbaar Vak) te scannen. Als er nog een ander document in het geheugenvak (Openbaar Vak) staat, wordt het pas gescande document toegevoegd aan het al eerder opgeslagen document.
Pagina 514
FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Er verschijnt een voorbeeld van de afbeelding in het aanraakscherm als het origineel wordt gescand. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. •...
Pagina 515
FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN DOCUMENT UIT HET OPENBAAR VAK VERWIJDEREN Verwijder een document uit het geheugenvak (Openbaar vak) wanneer u dit niet meer nodig hebt. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak]. Tik op het tabblad [Navraaggeheugen]. Tik op de toets [Openbaar Vak] in de mappenlijst. Tik op [Vak leegmaken] in het actiescherm.
Pagina 516
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Normale modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8) ► F-CODECOMMUNICATIE F-CODECOMMUNICATIE Via deze functie kan het apparaat communiceren met andere apparaten die ook ondersteuning bieden voor F-code. Hiermee is uitwisseling van vertrouwelijke documenten (vertrouwelijke communicatie), terughalen (navraag) en distributie (navraaggeheugen) van informatie, en distributie van informatie naar meerdere bestemmingen (relaydistributieverzending) mogelijk met andere apparaten die F-codecommunicatie ondersteunen.
Pagina 517
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN De werking van F-codes Een fax die met een F-code wordt verzonden, wordt ontvangen in het geheugenvak van F-codecommunicatie op het ontvangende apparaat dat is opgegeven door middel van de F-code (subadres en wachtwoord). Als de F-code die verzonden is door het verzendende apparaat niet overeenkomt met de F-code op de ontvangende apparaat, vindt er geen ontvangst plaats.
Pagina 518
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN F-CODE BELLEN Wanneer u een F-codehandeling uitvoert, wordt de F-code (subadres en wachtwoord) toegevoegd aan het faxnummer dat wordt gekozen. Controleer de F-code (subadres en wachtwoord) die in het geheugenvak op het andere apparaat is opgeslagen voordat u een F-codeverzending verricht. Het is handig om een F-code (subadres en wachtwoord) samen met het faxnummer onder een snelkeuzetoets of groepstoets op te slaan.
Pagina 519
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN F-CODES GEBRUIKEN VOOR VERTROUWELIJKE VERZENDING Verzend een fax naar het faxnummer van een bestemming nadat u de F-code (subadres en wachtwoord) hebt toegevoegd. Gebruik zo nodig Vertrouwelijke verzending met F-code in combinatie met distributieverzending of timerverzending. Het kan handig zijn om deze functie in een programma op te slaan.
Pagina 520
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN EEN FAX MET VERTROUWELIJKE F-CODEONTVANGST CONTROLEREN Wanneer een vertrouwelijke fax met F-code wordt ontvangen, wordt de fax opgeslagen in het geheugenvak dat door de F-code is opgegeven. Als u ontvangen faxen wilt controleren, voert u het PIN Code in. •...
Pagina 521
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Tik op de toets van de ontvangen Lijst met ontv. geg. Alle ontvangen geg. Afdrukken gegevens die u wilt controleren en tik Afbeelding controleren Afz. Ontvangen gegevens Status Doorsturen naar 10:45 07/07 Niet gecontr. vervolgens op [Afbeelding controleren] ander adres Verwijderen in het actiepaneel.
Pagina 522
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Tik op de toets [Overige] en op de toets [Navragen]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [Vorige]. De instelling Navraag annuleren: Tik op de toets [Navragen] om het vinkje te verwijderen. Geef de bestemming op.
Pagina 523
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN EEN DOCUMENT IN EEN GEHEUGENVAK SCANNEN VOOR NAVRAAGVERZENDING MET F-CODE Wanneer het apparaat van een ander apparaat een verzoek tot verzending ontvangt, verzendt deze functie van uw apparaat naar het andere apparaat een fax die opgeslagen is in een geheugenvak met F-code (navraaggeheugen). Het andere apparaat moet de F-code (subadres en wachtwoord) die op uw apparaat is geconfigureerd correct opgeven.
Pagina 524
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak]. Tik op het tabblad [Navraaggeheugen]. Aantal herhalingen Vertrouwelijk Navraaggeheugen wijzigen Mapnaam Aantal Openbaar Vak Eenm. Start Vorige Geheugen faxontvangst 100% Tik op de map van het navraaggeheugenvak met F-code. Tik op de toets [Aantal herhalingen wijzigen] in het actiepaneel en stel het aantal navraagpogingen in.
Pagina 525
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN DOCUMENT IN NAVRAAGGEHEUGENVAK MET F-CODE CONTROLEREN U kunt het in het navraaggeheugenvak met F-code opgeslagen document controleren. Een document in een geheugenvak kan niet worden afgedrukt terwijl het wordt verzonden. Bij de fabrieksinstelling wordt het document dat naar het andere apparaat is verzonden, automatisch verwijderd. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak].
Pagina 526
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN EEN DOCUMENT VERWIJDEREN DAT OPGESLAGEN IS VOOR NAVRAAGVERZENDING MET F-CODE Verwijder het in een geheugennavraagvak met F-code opgeslagen document om een nieuw document te kunnen opslaan. Tijdens de communicatie kan er geen origineel uit het geheugenvak worden verwijderd. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak].
Pagina 527
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN RELAYVERZOEKVERZENDING MET F-CODES Bij deze functie wordt een fax naar een geheugenvak voor relaydistributieverzending met F-code op een ander apparaat verzonden, waarna dat apparaat de fax naar meerdere ontvangende apparaten distribueert. Wanneer er een grote afstand is tussen uw apparaat en de ontvangende apparaten, kunt u de fax verzenden naar een relayapparaat dat zich dichterbij de ontvangende apparaten bevindt om zo de telefoonkosten terug te dringen.
Pagina 528
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Geef de bestemming op. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek►pagina 4-18 • Een verzendlogboek gebruiken om opnieuw te verzenden►pagina 4-20 Als het subadres en het wachtwoord onder de snelkeuzetoetsen zijn opgeslagen, hoeft u stap 3 tot en met 6 niet uit te voeren.
Pagina 529
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN RELAYDISTRIBUTIEVERZENDING MET F-CODES Wanneer uw apparaat een relayverzoekverzending ontvangt, wordt de fax ontvangen en opgeslagen in een geheugenvak voor relaydistributie met F-code op uw apparaat. Uw apparaat stuurt de fax vervolgens door naar alle doelapparaten die in het geheugenvak zijn geprogrammeerd. Verzending naar de doelapparaten vindt automatisch plaats.
Pagina 530
FAX►EEN EXTERNE TELEFOON GEBRUIKEN EEN EXTERNE TELEFOON GEBRUIKEN EEN EXTERNE TELEFOON AANSLUITEN EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN U kunt een extra telefoon op het apparaat aansluiten. De telefoon kan worden gebruikt voor telefoongesprekken en om faxontvangst op het apparaat te starten. Sluit de extra telefoon aan zoals hieronder wordt aangegeven.
Pagina 531
FAX►EEN EXTERNE TELEFOON GEBRUIKEN EEN FAX ONTVANGEN NADAT U DE EXTRA TELEFOON HEBT OPGENOMEN (EXTERNE ONTVANGST) Volg de onderstaande stappen als u een faxontvangst wil starten nadat u de telefoon hebt opgenomen en via de extra telefoon een gesprek hebt gevoerd. Druk op de extra telefoon op de knoppen [5], [*] en [*].
Pagina 532
FAX►DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN FAXOPDRACHTEN Wanneer u op de opdrachtstatusweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. Tik op de faxopdrachtstatus, tik op de functieweergave en selecteer de fax. Raadpleeg de volgende items als u opdrachten wilt stoppen, wissen of met prioriteit wilt verwerken: OPDRACHTEN IN UITVOERING OF GERESERVEERDE OPDRACHTEN STOPPEN OF VERWIJDEREN (pagina ►...
Pagina 533
FAX►DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN Herhaalopdrachten Een herhaalopdracht staat onder aan de opdrachtwachtrij. Verzending van de herhaalopdracht begint op basis van de instelling voor [Opnieuw oproepen indien bezet] in de instellingsmodus. Als de verzending is voltooid, wordt de herhaalopdracht naar de lijst met voltooide opdrachten verplaatst en verandert de status in 'Verzenden OK'.
Pagina 534
FAX►DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN Voorbeelden van berichten die in de statuskolom worden afgedrukt Afdrukpagina Beschrijving De transactie is normaal verlopen. De communicatie vond plaats in de modus G3. De communicatie vond plaats in de modus G3 ECM. De communicatie vond plaats in de modus Super G3. Doorsturen De ontvangen gegevens zijn doorgestuurd.
Pagina 535
Pictogrammen SCANNER/ Functies die kunnen worden INTERNETFAX gebruikt in de modus Eenvoudige Scan • EEN FAX VERZENDEN IN DE VOORDAT U HET APPARAAT ALS INTERNETFAXMODUS ....5-33 NETWERKSCANNER GEBRUIKT •...
Pagina 536
SCANNER/INTERNETFAX • EEN HANDTEKENING TOEVOEGEN ALS U ANDERE FUNCTIES EEN SCAN GAAT VERZENDEN (ELEKTRONISCHE HANDTEKENING) ..5-114 SCANBEWERKINGEN OPSLAAN (PROGRAMMA) ..5-65 • DE TE VERZENDEN GEGEVENS ORIGINELEN COLLECTIEF SCANNEN EN VERZENDEN . . . 5-68 VERSLEUTELEN (VERSLEUTELING) .
Pagina 537
SCANNER/INTERNETFAX DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN OPDRACHTEN VOOR BEELDVERZENDING ..5-140 VOLTOOIDE VERZEND- EN ONTVANGSTOPDRACHTEN ..5-141 SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) DE BASISPROCEDURE VOOR SCANNEN ..5-142 METADATAVERZENDING VOORBEREIDINGEN VOOR METADATAVERZENDING.
Pagina 538
SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GAAT GEBRUIKEN TOEPASSINGEN VAN DE NETWERKSCANNER Met de netwerkscanner kunt u een afbeeldingsbestand maken op basis van de gegevens van het origineel dat is gescand door het apparaat en het bestand via een netwerk naar een pc, FTP-server of andere bestemming te verzenden.
Pagina 539
SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Gegevensinvoermodus Gegevens die in de modus Gegevensinvoer worden ingevoerd via het aanraakscherm of automatisch worden gegenereerd door het apparaat, kunnen als een metagegevensbestand in XML-indeling worden verzonden naar een directory op een FTP-server of een toepassing op een pc. De applicatie-integratiemodule moet worden geïnstalleerd om de functie voor verzending van metadata te gebruiken.
Pagina 540
SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Sla de gegevens van de afzender op. Voordat u Scannen naar E-mail gaat gebruiken: Sla de standaardnaam van de afzender op bij 'Naam Afzender' en het e-mailantwoordadres bij 'E-mailantwoordadres'. De naam en het e-mailadres van de afzender opslaan die moeten worden gebruikt als geen afzender wordt geselecteerd: In de "Instellingen (beheerder)"...
Pagina 541
SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT BESTEMMINGEN OPSLAAN VOOR SCANNEN NAAR DESKTOP Als u uw computer als scanbestemming voor Scannen naar desktop in het apparaat wilt opslaan, moet de Network Scanner Tool worden geïnstalleerd. Als u een afbeelding naar uw computer wilt scannen, moet Network Scanner Tool op uw computer worden uitgevoerd. Raadpleeg het 'Sharpdesk-installatiehandboek' dat met de Network Scanner Tool is meegeleverd.
Pagina 542
SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT DE NETWERKSCANNERMODUS De netwerkscannermodus heeft twee modi: de eenvoudige modus en de normale modus. De eenvoudige modus bevat de functies waarmee u de meeste verzendtaken eenvoudig kunt uitvoeren. Wanneer u gedetailleerde instellingen of speciale functies wilt selecteren, gebruikt u de normale modus. In de normale modus kunnen alle functies worden gebruikt.
Pagina 543
De normale modus openen Tik op het pictogram van de modus [Eenvoudige Scan]. Tik op het moduspictogram [E-mail], [FTP/Bureaublad], [Netwerkmap] of [Internetfax] . 10:15 10:15 10:15 CLOUD PORTAL Eenvoudige Eenvoudige Lade-instell. Sharp OSA Kopiëren E-mail Faxen Kopie Scan Toner Toner hoeveelheid Vergrote Instellingen...
Pagina 544
Tik op de gewenste modus om die te openen. De eenvoudige modus openen Tik op [Eenvoudige Scan]. LIJN PRINTER Eenvoudige Best. ophalen Opdracht Status Sharp OSA Scan van schijf Het beginscherm van de eenvoudige modus wordt Aantal exempl. Verzenden en afdrukken Snelbestand weergegeven.
Pagina 545
SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT De normale modus openen Tik op de modusweergave. LIJN PRINTER Eenvoudige Best. ophalen Opdracht Status Sharp OSA Scan van schijf Aantal exempl. Verzenden en afdrukken Snelbestand Origineel Geg. tijdelijk opslaan Auto A4 Bestand...
Pagina 546
SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT VOLGORDE VAN BEELDVERZENDING Tik in het beginscherm op het pictogram voor de gewenste modus voor het verzenden van afbeeldingen. SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-16) ► Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
Pagina 547
SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Selecteer de gewenste functies. Geef het formaat, de belichting, de bestandsindeling en overige instellingen voor het origineel op. Verwijs zo nodig naar de volgende functies voor de instelling. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Druk in om adres in te Origineel Zoeken in alg.
Pagina 548
SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT ORIGINEELFORMAAT VERZENDBARE ORIGINEELFORMATEN De volgende origineelformaten kunnen worden verzonden Minimaal formaat van origineel Maximaal formaat van origineel Via de automatische 131 mm (hoogte) x 140 mm (breedte) 297 mm (hoogte) x 1000 mm* (breedte) documentinvoereenheid (5-1/8"...
Pagina 549
SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Lijst van opties voor Instelling detectie formaat origineel Standaardformaten (gedetecteerde origineelformaten) Selecties Glasplaat Documentinvoerlade (automatische documentinvoereenheid) AB-1 A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R A3, A4, A4R, A5, A5R, B4, B5, B5R, 8-1/2" x 11", 8-1/ 2"...
Pagina 550
SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN BESTEMMINGEN INVOEREN BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK Tik in het adresboekscherm op de snelkeuzetoets van een geregistreerde bestemming om de bestemming op te halen. U kunt zo nodig meerdere bestemmingen opslaan onder een snelkeuzetoets. Wanneer u op deze toets tikt, worden alle opgeslagen bestemmingen opgehaald.
Pagina 551
SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de snelkeuzetoets van een Verzendgeschiedenis Adres contactpersoon of groep met een Sorteren Zoeknummer oproepen Toevoegen bestemming. Zelfde beeld verz. als faxadres Individuele lijst • De lijst met weergegeven bestemmingen kan worden afdrukken ingekort op Categorie, Veelgebruikt en Index of door trefwoorden te gebruiken.
Pagina 552
• Als adres zoeken vanuit de gebruikerslijst is geblokkeerd in de systeeminstellingen • Als gebruikersauthenticatie is uitgeschakeld, of alleen op gebruikersnummer is • Als Sharp OSA externe authenticatie wordt gebruikt • Als [Voeg E-mailadres gebruiker toe voor aanmelden.] is ingeschakeld in [Standaardadres] •...
Pagina 553
SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN Als er meerdere bestemmingen zijn geselecteerd, kunt u de bestemmingen weergeven en controleren. U kunt ook een bestemming uit de lijst verwijderen (selectie van bestemming annuleren). Tik op de toets [Adresoverzicht]. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Origineel...
Pagina 554
SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER U kunt het zoeknummer gebruiken om een bestemming op te geven die in het adresboek is opgeslagen. Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 5-10) Tik op [Zoeknummer oproepen] in het Verzendgeschiedenis Druk in om adres in te...
Pagina 555
SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN Tik in het basisscherm van een modus op [Tekstvak]. Tik in het basisscherm van Internetfax op [Tekstvak] om het scherm weer te geven waarin u het adrestype wilt selecteren. Tik op de toets [Internetfax] of [Directe SMTP]. In de eenvoudige modus kan alleen het e-mailadres worden opgegeven.
Pagina 556
SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN NETWERKMAP OPGEVEN Tik op de toets [Bladeren] in het Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren scherm voor het invoeren van Adresinvoer netwerkmappen. Padinvoer naar map Bladeren • Als u rechtstreeks een map wilt invoeren, tikt u op Gebruik.Naam [Maplocatie].
Pagina 557
SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server in de instellingsmodus (webversie) is geconfigureerd, kunt u een adres opzoeken in een globaal adresboek en het bestemmingsadres ophalen voor Scannen naar e-mail of Internetfax (uitgezonderd directe SMTP-adressen). In de normale modus kunt u ook een adres toevoegen dat u in het adresboek hebt opgezocht.
Pagina 558
SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op bij [Item] en selecteer een Voer Start Zoeken Initialen in item dat u wilt zoeken bij [Naam] of Item Doel Naam Scan naar [Adres]. HDD/USB Kleur Voer Initiaal in en druk op Enter of extern Start Start toetsenbord of [Begin Zoekopdracht] knop.
Pagina 559
SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN Selecteer een bestemming in een verzendlogboek en verzend de gegevens opnieuw. De bestemmingen van de laatste vijftig verzendingen met Scannen naar e-mail, Internetfax (inclusief directe SMTP-adressen) en/of Faxen worden opgeslagen. Selecteer een van deze bestemmingen om opnieuw te verzenden naar die bestemming.
Pagina 560
SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de toets van de bestemming Verwijder alle histories Verzendgeschiedenis waarnaar u opnieuw wilt verzenden. Selecteer adres om opnieuw te verzenden. Directe Invoer De laatste 50 adressen die voor verzending zijn gebruikt, Directe Invoer worden weergegeven. Directe Invoer Als een scherm wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd de gebruikersnaam en het wachtwoord in te Voorbeeld-...
Pagina 561
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN AFBEELDINGEN VERZENDEN AFBEELDINGEN VERZENDEN EEN BEELD IN SCANMODUS VERZENDEN U kunt een afbeelding verzenden in de scanmodus (Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP, Scannen naar bureaublad en Scannen naar netwerkmap). • Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, wordt een bericht getoond en stopt het scannen. •...
Pagina 562
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-20) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-21) ►...
Pagina 563
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als het origineel in de documentinvoerlade is geplaatst, klinkt er een pieptoon wanneer het scannen is voltooid en wordt het document verzonden. •...
Pagina 564
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN ONDERWERP, BESTANDSNAAM, ANTWOORD NAAR EN PLATTE TEKST OP HET MOMENT VAN SCANVERZENDING WIJZIGEN Wijzig onderwerp, bestandsnaam, antwoord naar en inhoud tijdens het verzenden van een scan. U kunt de tekst direct invoeren. • Bij Scannen naar FTP, Scannen naar bureaublad of Scannen naar netwerkmap wordt alleen de bestandsnaam gebruikt. •...
Pagina 565
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Als u de bestandsnaam wilt wijzigen, Druk in om adres in te Verzendgeschiedenis Adresboek Adres voeren tikt u op het invoervak Zoeknummer oproepen Onderwerp Verificatiestempel Bestandsnaam Door systeeminstellingen vastgezet [Bestandsnaam]. Programma oproepen Kleurmodus Opties Geregistreerde inst. oproepen Auto/Mono Zelfde beeld verz.
Pagina 566
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets die u wilt gebruiken Oproepen via Antwoord naar gebruikersnummer voor het antwoordadres. Gebruikersnaam Sorteren Directe Invoer User1 User1 Wanneer u klaar bent met het invoeren van de tianne tianne instellingen, tikt u op • U kunt adressen selecteren uit de gebruikerslijst op dezelfde manier als waarop u het antwoordadres zou Voorbeeld- weergave...
Pagina 567
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN EEN FAX VERZENDEN IN DE INTERNETFAXMODUS Hiermee wordt een fax in de Internetfaxmodus verzonden. Deze procedure kan ook worden gebruikt voor directe verzending via Directe SMTP. • Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, wordt een bericht getoond en stopt het scannen. •...
Pagina 568
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-20) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-21) ►...
Pagina 569
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Lezen Klaar]. Er klinkt een pieptoon ten teken dat de bewerking is voltooid. Open de automatische documentinvoereenheid en verwijder het origineel. • Als er gedurende één minuut geen actie wordt ondernomen nadat het bevestigingsscherm is weergegeven, wordt het scannen automatisch beëindigd en wordt de verzending gereserveerd.
Pagina 570
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op een voorkeurtekst-toets. Overige Onderwerp Wissen Directe Invoer No.1 No.2 No.3 Voorbeeld- No.4 weergave No.5 Start Ontvangen Vorige Geheugen faxontvangst : 100% De selectie van het onderwerp annuleren: Tik op de toets [Wissen]. Als u de tekst rechtstreeks wilt invoeren, tikt u op de toets [Directe Invoer] om het aanraaktoetsenbord te openen. Voer het onderwerp in en tik op de toets [OK] .
Pagina 571
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Typ de tekst. Overige Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Invoer inhoud tikt u op Voorkeurselec. Alles wissen • Als u vooraf opgestelde tekst wilt selecteren die is opgeslagen in de instellingsmodus (webversie), tikt u op de toets [Voorkeurselec.].
Pagina 572
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN DEZELFDE AFBEELDING NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (DISTRIBUTIEVERZENDING) Verzend dezelfde gescande afbeelding in één bewerking naar meerdere bestemmingen van scan-, internetfax- en faxmodi. Tijdens een bewerking kunt u gegevens verzenden naar maximaal 500 bestemmingen, inclusief gereserveerde verzendopdrachten. (Bijvoorbeeld als er al distributieverzendopdrachten met 450 bestemmingen zijn gereserveerd, kunt u naar maximaal 50 bestemmingen gegevens verzenden.) Verzending Originelen...
Pagina 573
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Bestemmingen voor een contactpersoon of groep registreren: Tik op de toets [Nieuwe Toevoegen] in het actiepaneel van het adresboekscherm of tik op het pictogram [Adresbeheer] in het beginscherm. Zie 'ADRESSEN OPSLAAN VIA DIRECTE INVOER (pagina 1-107),'ADRESSEN OPSLAAN VIA GLOBAAL ADRES ZOEKEN (pagina 1-108)', 'EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN (pagina...
Pagina 574
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] (de toets [Start] in de normale modus) om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
Pagina 575
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Als internetfaxadressen inbegrepen zijn Als er bij de bestemmingen internetfaxadressen zijn, gelden de volgende beperkingen. Kleurmodus Vast ingesteld op zwart-wit binair. Bestandsindeling Vast ingesteld op TIFF. (bestandscompressie modus) Origineel De verzending wordt uitgevoerd naar alle adressen met dezelfde beeldbreedte als internetfax. Aanpassing Kan niet worden ingesteld.
Pagina 576
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN OPNIEUW VERZENDEN NAAR DISTRIBUTIEBESTEMMINGEN WAARBIJ DE VERBINDING IS MISLUKT De resultaten van een voltooide distributieverzending kunnen worden gecontroleerd in het opdrachtstatusscherm. Als een verzending naar een of meer bestemmingen mislukt, kunt u de afbeelding opnieuw verzenden naar deze bestemmingen.
Pagina 577
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Nadat u op de tab [Mislukt] hebt getikt, Opn.verz. naar alle adr. Details met fouten tijdens verz. tikt u op de toets [Opn.verz. naar alle Vorige Nummer: Adres Starttijd Status adr. met fouten tijdens verz.] in het aaa@aaa.□□□ 10:05 07/07 actiepaneel om de afbeelding opnieuw bbb@bbb.□□□...
Pagina 578
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN EEN INTERNETFAX VANAF EEN PC VERZENDEN (PC-I-FAX) Een bestand op een computer kan via het apparaat als een fax worden verzonden (PC-I-Fax-functie). Verzending van faxen via de functie PC-I-Fax verloopt op dezelfde wijze als het afdrukken van documenten. Selecteer de driver van PC-Fax als printerdriver voor de computer en selecteer vervolgens de opdracht Afdrukken in de applicatie.
Pagina 579
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN BEELDINSTELLINGEN AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN ORIGINEEL SCANNEN (2-ZIJDIG ORIGINEEL) Met de automatische documentinvoereenheid kunt u automatisch beide zijden van een origineel scannen. Verzending scan 2-zijdig De voor- en achterkant worden gescand. origineel De instellingen voor dubbelzijdig scannen worden gewist wanneer de verzending is voltooid. 2-zijdig scannen is niet mogelijk als het origineelformaat is ingesteld op Lang Form.
Pagina 580
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN SCANFORMAAT EN VERZENDFORMAAT (VERGROTEN/VERKLEINEN) Wanneer het origineel wordt geplaatst, wordt het formaat ervan automatisch gedetecteerd. In de normale modus wordt het formaat van het geplaatste origineel aangegeven als het 'Scanformaat' en het te verzenden formaat als het 'Verzendformaat'. Druk in om adres in te Adresboek Adres...
Pagina 581
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL IN PAPIERFORMAAT OPGEVEN Als het origineel een niet-standaardformaat heeft of het formaat niet juist wordt gedetecteerd, geeft u het formaat van het origineel handmatig op. Als [Lang Form.] is geselecteerd, kunnen de 2-zijdige scaninstelling en het verzendformaat niet worden gewijzigd. Het beeld wordt alleen in Mono2 verzonden.
Pagina 582
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL MET GETALSWAARDEN OPGEVEN Als u een origineel wilt scannen dat geen standaardformaat heeft, zoals een kaart of briefkaart, geeft u het formaat van het origineel na het plaatsen van het origineel met numerieke waarden op. De breedte kan 25 mm t/m 432 mm (1"...
Pagina 583
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN Sla de veelgebruikte niet-standaard origineelformaten op. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u niet-standaard origineelformaten opslaat, ophaalt, verandert en wist. • Het opgeslagen origineelformaat blijft behouden, ook als het apparaat wordt uitgeschakeld. • U kunt maximaal 12 niet-standaard origineelformaten registreren voor kopiëren, faxen en het verzenden van afbeeldingen. •...
Pagina 584
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op een toets ( ) om een Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Aanpassing Achtergrond extra origineelformaat op te slaan. Langzamer Scan Mode. Scanformaat Dun origineel scannen Opslaan/Verwijderen Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Select.
Pagina 585
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Een opgeslagen origineelformaat ophalen Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 5-10) Tik op de toets [Origineel]. Tik op de toets [Scanformaat] en op vervolgens op de tab [Aangepast Formaat].
Pagina 586
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET VERZENDFORMAAT VAN DE AFBEELDING OPGEVEN Tik op deze toets om het verzendformaat op te geven als een papierformaat. Als het opgegeven verzendformaat groter is dan het scanformaat, zal het beeld worden vergroot. Als het opgegeven verzendformaat kleiner is dan het scanformaat, zal het beeld worden verkleind.
Pagina 587
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Stand afbeelding] met Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Aanpassing Achtergrond dezelfde afdrukstand als het origineel. Langzamer Scan Mode. Origineel Dun origineel scannen Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Als deze instelling niet juist is, wordt er mogelijk geen Scanformaat Verzendformaat...
Pagina 588
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN Selecteer een belichting en afbeeldingstype op basis van het origineel voor een optimale scankwaliteit. • Als u de glasplaat gebruikt voor het scannen van meerdere origineelpagina's, moet u altijd de belichtingsinstelling wijzigen bij het wisselen van pagina's.
Pagina 589
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN In de scanmodus of de gegevensinvoermodus Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 5-10) Tik op de toets [Belichting]. Tik op de toets die is toegewezen aan het type origineel dat u wilt instellen op basis van het type origineel.
Pagina 590
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN DE RESOLUTIE WIJZIGEN Geef de resolutie-instelling op. De resolutie selecteren Voor originelen met normale tekst is een resolutie van 200 x 200 dpi voldoende voor een leesbare afbeelding. Voor foto's en illustraties levert een hogere resolutie (600 x 600 dpi, enzovoort) een scherpe afbeelding op. Een hoge resolutie resulteert echter in een groter bestand en als het bestand te groot is, is verzending wellicht niet mogelijk.
Pagina 591
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN INDELING WIJZIGEN IN DE SCAN- OF GEGEVENSINVOERMODUS Wijzig de bestandsindeling (bestandstype en compressiemodus/compressieverhouding) voor de verzending van een gescand beeld op het tijdstip van verzending. Daarnaast kunt u, als de gescande originelen zich in verschillende bestanden bevinden, het aantal pagina's per bestand wijzigen. Het bestandstype van de modus [Z/W] en het bestandstype van de modus [Kleur/ grijswaarde] zijn gekoppeld.
Pagina 592
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN • De bestandsindeling voor de verzending van een gescande afbeelding wordt opgegeven bij het opslaan van een bestemming onder een snelkeuzetoets. U kunt de indeling echter op het tijdstip van verzending nog wijzigen. • Als [PDF/Versleut.] is opgegeven voor het bestandsformaat, wordt het scherm voor wachtwoordinvoer weergegeven bij het scannen.
Pagina 593
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets voor het gewenste bestandstype. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op Als de toets [Z/W] is geselecteerd Als de toets [Kleur/ grijswaarde] is geselecteerd Best.Indeling Best.Indeling Kleur/ TIFF TIFF JPEG grijswaarde...
Pagina 594
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Best.Indeling]. Tik op de tab [Kleur/grijstinten] of [Z/W] en selecteer de indelingsmodus voor scannen. • De indelingsinstelling voor de modus [Z/W] is de bestandsindeling met de kleurmodus ingesteld op [Mono]. • De indelingsinstelling voor de modus [Kleur/grijstinten] is de bestandsindeling met de kleurmodus ingesteld op [Meerkleuren] of [Grijstinten].
Pagina 595
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets Compressie of Comprimeringsfactor. Als de toets [Z/W] is geselecteerd Als de toets [Kleur/grijstinten] is geselecteerd Resolutie Resolutie Druk in om adres in te Druk in om adres in te Adres Adres Verzendresolutie wijzigen Verzendresolutie wijzigen voeren voeren Belichting...
Pagina 596
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN INDELING WIJZIGEN IN DE INTERNETFAXMODUS Het formaat voor de internetfaxmodus wordt in de systeeminstellingen ingesteld. Internet Fax-instellingen (pagina 8-105) ► KLEURMODUS WIJZIGEN Wijzig de kleurmodus voor het scannen van originelen. In de Eenvoudige modus Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] als u het origineel gaat scannen. Als u de instellingen wilt opgeven voor de verschillende toetsen, selecteert u 'Instellingen (webversie)' - [Systeeminstellingen]→...
Pagina 597
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Grijstinten] of [Mono] om de Z/W-modus voor automatische kleurselectie in te stellen. Geef op of voor het scannen van zwart-witoriginelen Mono2 of Grijstinten moet worden gebruikt. Als de bestandsindeling is ingesteld op JPEG, wordt er in grijstinten gescand. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op De Z/W-modus kan alleen worden ingesteld wanneer de toets [Auto] is geselecteerd in de kleurmodusinstelling (stap 3).
Pagina 598
SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN DE SCANINSTELLINGEN AUTOMATISCH INSTELLEN (AUTO INST.) Als u de scaninstellingen voor een origineel automatisch wilt laten instellen, tikt u op de toets [Auto Inst.] in het basisscherm van de eenvoudige modus. Origineel Adres E-mailadres Details Lege pagina Origineel Resolutie Best.Indeling Overslaan...
Pagina 599
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ANDERE FUNCTIES SCANBEWERKINGEN OPSLAAN (PROGRAMMA) Met deze functie worden diverse instellingen gezamenlijk opgeslagen als één programma. Het opgeslagen programma kan eenvoudig worden opgeroepen. Stel dat elke maand documenten van A4-formaat (8-1/2" x 11") naar een bestand worden gescand en naar elk filiaal worden verzonden.
Pagina 600
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES • De in een programma opgeslagen instellingen worden vastgehouden, ook nadat het programma is gebruikt voor verzending. Dezelfde instellingen kunnen herhaaldelijk worden gebruikt voor verzending. • De volgende inhoud kan niet worden opgeslagen in programma's: • Tikken op de toets [Luid- spreker] •...
Pagina 601
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].
Pagina 602
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN COLLECTIEF SCANNEN EN VERZENDEN TWEE PAGINA'S ALS ÉÉN PAGINA VERZENDEN (N-Up) Verklein twee origineelpagina's tot gelijk formaat en verzend deze als één pagina. Deze functie is handig als u een groot aantal originelen hebt en het aantal verzonden pagina's wilt terugdringen. Voor het standaardformaat (A4 (8-1/2"...
Pagina 603
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de modusweergave om het beginscherm van de Internetfaxmodus te openen. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 5-10) Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ►...
Pagina 604
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (ORIGINEEL MET GEMENGDE FORMATEN) Scan originelen met verschillende formaten gelijktijdig; bijvoorbeeld als originelen van het formaat B4 (8-1/2" x 14") worden gemengd met originelen van het formaat A3 (11" x 17"). Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel. Deze functie kan alleen worden gebruikt met de combinaties van origineelformaten die hieronder worden weergegeven.
Pagina 605
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Orig. met gemengd formaat]. Tik anders op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Orig. met gemengd formaat]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [Vorige]. Bij originelen met verschillende formaten stelt u 'Origineel' in op 'Auto'.
Pagina 606
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART OP ÉÉN PAGINA SCANNEN (KAART FORMAAT) Verzend de voor- en achterzijde van een kaart als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden. Verzonden afbeelding Originelen Verzending Voorkant Voorbeeld van het verzenden van een scan met het formaat A4 (8-1/2"...
Pagina 607
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [On] en geef het juiste Overige Aanpassing Achtergrond origineelformaat op. Kleurmodus Kaart Formaat Contrast Afbeeldingscontrast aanpassen Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, ( 25~210 ) Scherpte Afbeeldingsomtrek aanpassen tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
Pagina 608
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES MEERDERE KAARTEN, BONNEN OF ANDERE KLEINE ORIGINELEN TEGELIJKERTIJD SCANNEN NAAR AFZONDERLIJKE BESTANDEN (MULTICROP) Met deze functie worden meerdere kaarten, bonnen of andere kleine originelen die op de glasplaat zijn geplaatst automatisch afgesneden en als afzonderlijke bestanden gescand. • Deze functie kan worden gebruikt met Scannen naar e-Mail, Scannen naar FTP/desktop, Scannen naar netwerkmap en Opslaan op extern geheugenapparaat.
Pagina 609
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de modusweergave om het beginscherm van de gewenste modus weer te geven. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 5-10) Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ►...
Pagina 610
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN VISITEKAARTJE SCANNEN, DE TEKST INLEZEN, EEN BESTAND MAKEN, EN HET BESTAND VERZENDEN (VISITEKAARTJE SCANNEN) U kunt een visitekaartje scannen, de naam en het telefoonnummer uit de tekst laten halen die de OCR-functie herkend heeft, en een vCard of ander bestand maken en versturen. Verzenden vCard-bestand CSV-bestand...
Pagina 611
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Plaats de meerdere visitekaartjes die u wilt scannen op de glasplaat. ► GLASPLAAT (pagina 1-91) Houd daarbij rekening met de volgende punten • Er kunnen maximaal 20 visitekaartjes tegelijkertijd worden geplaatst. • Zorg voor een ruimte van minimaal 5 mm tussen de visitekaartjes. •...
Pagina 612
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [On] en wijzig de Overige Aantal originelen instellingen indien nodig. Scannen adreskaart Nadat u de instellingen hebt voltooid, tikt u op de toets Engels Taalinstelling en daarna op de toets [Vorige]. Best.Indeling vCard (*.vcf) Beeld ook verz.
Pagina 613
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Bestandsnamen De gebruiker kan elke bestandsnaam toewijzen aan een bestand. Als [Gebruik de gehele naam als bestandsnaam] is ingeschakeld, kan de naam op een gescand visitekaartje worden toegewezen als bestandsnaam. Als u geen bestandsnaam instelt, wijst het apparaat een automatisch aangemaakte bestandsnaam toe. Regels voor bestandsnamen Bestandsnamen worden als volgt toegewezen in elke instelling.
Pagina 614
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VEEL ORIGINELEN TEGELIJK SCANNEN (OPDRACHT SAMENSTEL.) Met deze functie kunt u een origineel dat bestaat uit een groot aantal pagina's opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid en de pagina's via één enkele verzending verzenden. U kunt een fax ook verzenden door originelen zowel in de automatisch documentinvoereenheid als op de glasplaat te plaatsen.
Pagina 615
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Opdr. samenst.]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Als u gaat scannen naar e-mail, tikt u op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Opdr. samenst.]. De instelling Opdracht Samenstelling annuleren: Tik op de toets [Opdr. samenst.] om de instelling uit te schakelen. Pas de instellingen zo nodig aan.
Pagina 616
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN ORIGINEEL ALS AFZONDERLIJKE PAGINA'S SCANNEN EN VERZENDEN EEN ORIGINEEL ALS TWEE AFZONDERLIJKE PAGINA'S SCANNEN (DUBBELE PG SCANNEN) De linker- en rechterzijde van een origineel worden als twee afzonderlijke pagina's gescand. Deze functie is nuttig wanneer u de pagina's van een boek of een ander gebonden document opeenvolgend wilt scannen. Bij gebruik van Dubbele Pg Scannen moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst.
Pagina 617
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel op de glasplaat. ► GLASPLAAT (pagina 1-91) Lijn het midden van het origineel uit op de juiste formaatmarkering Formaatmarkering Middenlijn van Middenlijn van Middenlijn van B4-origineel 11" x 17"-origineel A3-origineel De pagina aan deze kant wordt als eerste gekopieerd.
Pagina 618
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start]. Herhaal dit totdat alle pagina's zijn gescand en tik vervolgens op de toets [Lezen Klaar]. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het verzenden is voltooid.
Pagina 619
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN INBINDKOPIE SPLITSEN IN PAGINA'S EN DE PAGINA'S ACHTEREENVOLGENS VERZENDEN (BOEK SPLITSEN) De geopende pagina's van een folder met zadelsteek worden vóór verzending op pagina gesplitst op basis van de werkelijke paginavolgorde. Als u deze functie gebruikt, hoeft u de te verzenden origineelpagina's niet te sorteren. Deze functie kan worden ingeschakeld als het origineelformaat is ingesteld op [Auto].
Pagina 620
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Selecteer de inbindzijde van het Lege pagina Overslaan Overige Lege pagina in orig. overslaan inbindkopie-origineel. Wissen Boek opsplitsen Randschaduw wissen Selecteer inbindrand origineel. Aanpassing Achtergrond Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Resolutie Verzendresolutie wijzigen tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
Pagina 621
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES KLEUREN EN TINTEN AANPASSEN DE ACHTERGROND AANPASSEN DOOR LICHTE GEBIEDEN IN HET ORIGINEEL DONKERDER OF LICHTER TE MAKEN (AANPASSING ACHTERGROND) U kunt de achtergrond aanpassen door lichte gebieden in het origineel donkerder of lichter te maken. Niveau [+] [+] hiermee maakt u de achtergrond donkerder.
Pagina 622
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de toets [Aanpassing Achtergrond]. Tik op of gebruik de Best.Indeling Overige Bestandsindeling selecteren schuifregelaar om het opgegeven Scherpte Aanpassing Achtergrond Afbeeldingsomtrek aanpassen Pas Origineel Achtergrondintensiteit aan. Contrast bereik aan te passen. Afbeeldingscontrast aanpassen Kleurmodus Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen,...
Pagina 623
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING CONTRAST TOEVOEGEN AAN HET GESCANDE ORIGINEEL (CONTRAST) Er is contrast Vaag origineel toegevoegd voor een scherpere afbeelding. Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
Pagina 624
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets of gebruik de Scherpte Overige Afbeeldingsomtrek aanpassen schuifregelaar om het contrast aan te Resolutie Contrast Verzendresolutie wijzigen Belichting passen. Verzendbelichting opgeven Kleurmodus Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Laag Hoog tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
Pagina 625
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING DE CONTOUREN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL VERBETEREN (SCHERPTE) Maak de afbeelding Origineel met vage scherper voordat u die contouren gaat verzenden. Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
Pagina 626
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets of schuif met de Contrast Overige Afbeeldingscontrast aanpassen schuifbalk om de scherpte aan te Resolutie Scherpte Verzendresolutie wijzigen Belichting passen. Verzendbelichting opgeven Kleurmodus Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Minder Scherp Scherper tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
Pagina 627
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING CHROMATISCHE KLEUREN UIT HET GESCANDE ORIGINEEL VERWIJDEREN (UITVALKLEUR) Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-89) ►...
Pagina 628
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
Pagina 629
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ROOD/GROEN/BLAUW AANPASSEN IN KOPIEËN (RGB aanpassen) Met deze functie versterkt of verzwakt u een van de drie kleurcomponenten rood (R), groen (G) of blauw (B). R (Rood)+ G (Groen)+ B (Blauw)+ Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
Pagina 630
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
Pagina 631
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN SCANNEN SCHADUWRANDEN IN HET BEELD WISSEN (WISSEN) Wanneer u dikke originelen of boeken scant, moet u de schaduwranden wissen die kunnen worden weergegeven op de afbeelding. Een dik boek scannen De wisfunctie niet De wisfunctie gebruiken gebruiken De schaduw verschijnt hier Er zijn schaduwen Er zijn geen schaduwen...
Pagina 632
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-89) ► GLASPLAAT (pagina 1-91) Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. ►...
Pagina 633
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de breedte van de wisstrook op. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige]. • Tik op de getalsweergave die het gebied van de kantlijnverschuiving op de voorzijde of achterzijde aangeeft en voer het gebied in met de cijfertoetsen.
Pagina 634
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN DUN ORIGINEEL SCANNEN (LANGZAME SCANMODUS) Gebruik deze functie wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Bij selectie van de langzame scanmodus is 2-zijdig scannen niet mogelijk. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid.
Pagina 635
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de Overige Verzendgeschiedenis toets [Langz. scanm.]. Origineel Zoeknummer oproepen Opdr. samenst. Langz. scanm. gem. form. Aantal Verificatiestempel Wissen Dubbelz. scan originelen Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Programmaregistratie Multi- Huidige inst. registreren Boek opsplitsen Kaart Formaat verkleinen...
Pagina 636
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES LEGE PAGINA'S UIT EEN VERZENDING WEGLATEN (LEGE PAGINA OVERSLAAN) Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden deze met deze functie overgeslagen, zodat alleen gevulde pagina's worden verzonden. Het apparaat detecteert lege pagina's, zodat u nutteloze blanco vellen kunt overslaan zonder een origineel te controleren.
Pagina 637
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de toets [Lege pagina Overslaan]. Tik op de toets [Lege pagina Dubbelz. scan Overige Opsplitsen in 2 pagina's overslaan] of [Lege pag./rugschaduw Origineel Lege pagina Overslaan Wissen overslaan]. Randschaduw wissen Kleurmodus Belichting Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Verzendbelichting opgeven...
Pagina 638
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES HET AANTAL VELLEN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL CONTROLEREN EN DAN VERZENDEN (AANTAL ORIGINELEN) Tel vóór verzending het aantal vellen van het gescande origineel en geef dit aantal weer. Door het aantal gescande origineelvellen te controleren, kunt u vergissingen bij het verzenden voorkomen. •...
Pagina 639
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen is voltooid. Tik op de toets [Voorbeeld- weergave] om het voorbeeld van een afbeelding te controleren voordat u een fax verstuurt. 'HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN (pagina 5-64)' voor meer informatie.
Pagina 640
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES GESCANDE ORIGINELEN STEMPELEN (VERIFICATIESTEMPEL) Met deze functie wordt elk origineel dat via de automatische documentinvoereenheid is gescand, gestempeld, zodat u kunt verifiëren dat alle originelen correct zijn gescand. De positie van de stempel Er wordt een fluorescerend roze 'O'-markering gestempeld.
Pagina 641
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Plaats de originelen in de automatische documentinvoereenheid. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-89) Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 5-10) Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ►...
Pagina 642
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES SPECIFIEKE FUNCTIES AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (Eigen I-Faxadr. Verz.) Uw afzendergegevens (datum, tijd, naam afzender, adres afzender, aantal pagina's) worden automatisch toegevoegd boven aan het bestand dat u verzendt. Deze functie kan niet worden gebruikt in de scanmodus of gegevensinvoermodus. Voorbeeld van de afgedrukte afzenderinformatie (1) Datum, tijd: datum en tijdstip van verzending (2) Naam afzender: de in het apparaat geprogrammeerde naam van de afzender...
Pagina 643
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES DE AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT WIJZIGEN (TRANSMISSIERAPPORT) Er wordt automatisch een rapport afgedrukt om u te waarschuwen wanneer een Internetfaxtransmissie mislukt of een distributieverzending wordt uitgevoerd. Het transactierapport bevat een beschrijving van de verzending (datum, starttijd, naam van bestemming, vereiste tijd, aantal pagina's, resultaat, enzovoort).
Pagina 644
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets van de Overige afdrukinstellingen. Transmissierapport Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Niet afdrukken tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige]. Afdrukken bij fouten Altijd Afdrukken Voorbeeld- weergave Beeld Van Origineel Afdrukken Start Vorige Ontvangen...
Pagina 645
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN VERZENDING OP EEN OPGEGEVEN TIJDSTIP STARTEN (TIMER-VERZENDING) Geef een tijdstip op waarop automatisch moet worden begonnen met de verzending of distributieverzending. Verzending begint automatisch op de opgegeven tijd. Deze functie is nuttig wanneer u gereserveerde verzendingen, distributieverzendingen of andere verzendingen wilt uitvoeren tijdens uw afwezigheid, 's avond of op andere tijden waarop de telefoontarieven laag zijn.
Pagina 646
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-16) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-19) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-20) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-21) ►...
Pagina 647
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er wordt een pieptoon afgegeven om aan te geven dat het scannen is beëindigd; het apparaat gaat stand-by voor verzending.
Pagina 648
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN HANDTEKENING TOEVOEGEN ALS U EEN SCAN GAAT VERZENDEN (ELEKTRONISCHE HANDTEKENING) U kunt een handtekening toevoegen als u een scan gaat verzenden. Aan de hand van de elektronische handtekening kan de ontvanger de afzendergegevens controleren. Deze functie is beschikbaar voor Scannen naar E-mail. Een elektronische handtekening aan een scan toevoegen •...
Pagina 649
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
Pagina 650
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES DE TE VERZENDEN GEGEVENS VERSLEUTELEN (VERSLEUTELING) Om beveiligingsredenen kunt u de te verzenden gegevens versleutelen. Deze functie is beschikbaar voor Scannen naar E-mail. De te verzenden gegevens versleutelen • Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] → [Beveiligings- instellingen] → [S/MIME-instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen]. •...
Pagina 651
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
Pagina 652
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN GESCAND DOCUMENT VIA GMAIL OF EXCHANGE VERZENDEN U kunt vanaf de machine e-mail verzenden met Gmail of Exchange. Een gescand document via Gmail of Exchange verzenden KOPPELINGSFUNCTIE VOOR GMAIL Gmail Connector is een functie waarmee u gescande document via de Gmail-server met een Google-account per e-mail kunt verzenden.
Pagina 653
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik in het actiescherm op [Verlaat Home Edit Mode]. U verlaat de modus Beginscherm bewerken en keert terug naar het beginscherm. Zie "Handleiding aanpassing gebruikersinterface" voor het bewerken van het beginscherm. Een gescand document via de koppelingsfunctie voor Gmail verzenden Hieronder wordt uitgelegd hoe u een document op de machine scant en het gescande beeld via Gmail verzendt.
Pagina 654
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES KOPPELINGSFUNCTIE VOOR EXCHANGE Met de koppelingsfunctie voor Exchange kunt u gescande documenten per e-mail verzenden via een Exchange-server van Microsoft Corporation. Er kan verbinding worden gemaakt met de versies Microsoft Exchange Server 2010/2013. Voordat u de koppelingsfunctie voor Exchange gebruikt In dit gedeelte worden de instellingen uitgelegd die moeten worden geconfigureerd voordat u de koppelingsfunctie voor Exchange kunt gebruiken.
Pagina 655
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Een gescand document via Exchange verzenden Hieronder worden de stappen uitgelegd hoe u een document op de machine scant en het gescande beeld via Exchange verzendt. Tik in het beginscherm op de toets [Exchange (E-mail)]. Het aanmeldscherm voor Exchange wordt weergegeven. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in voor verbinding met de Exchange-server.
Pagina 656
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES INSTELLINGENSCHERM In dit gedeelte wordt het instellingenscherm van de koppelingsfunctie voor Gmail en voor Exchange uitgelegd. Op dit scherm kunt u de instellingen voor de ontvanger, het e-mailonderwerp, een bericht en de naam van het bijgevoegde bestand invoeren. U kunt ook de account voor aanmelden wijzigen en geavanceerde scaninstellingen selecteren.
Pagina 657
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Scaninstellingen Tik op de toets [Details] om de geavanceerde scaninstellingen te selecteren. Detailscherm De onderstaande scaninstellingen kunnen geselecteerd worden. Op de aangegeven pagina's kunt u details en beperkingen over elke instelling vinden. Raadpleeg deze pagina's indien nodig. Instelling Beschrijving Pagina Kleurmodus...
Pagina 658
• In sommige netwerkomgevingen kan de machine de verbindingsfuncties voor Gmail of Exchange mogelijk niet gebruiken, of verloopt het verzenden langzaam of stopt het verzenden voordat de taak voltooid is. • Sharp Corporation geeft geen enkele garantie voor de continuïteit of stabiliteit van de verbindingsfuncties voor Gmail of Exchange.
Pagina 659
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST HET ACTIVITEITENLOGBOEK VAN INTERNETFAXEN CONTROLEREN ACTIVITEITENRAPPORTEN BEELD VERZENDEN AFDRUKKEN Druk een logboek van recente beeldverzendactiviteiten (datum, naam van bestemming, benodigde tijd, resultaat en andere items) af. Het rapport over beeldverzendactiviteiten bevat nuttige informatie voor het oplossen van problemen, bijvoorbeeld over de typen fouten die zich hebben voorgedaan.
Pagina 660
Er heeft zich een ongewone situatie voorgedaan als leveringsbevestiging is ingesteld. * Als het ontvangende apparaat een apparaat van SHARP is, retourneert het ontvangende apparaat 'dispatched' als de fax is ontvangen of 'processed' als de ontvangst is mislukt. Als de leveringsbevestiging is ingesteld voor internetfax, verschijnt de dispositieveldwaarde op de leveringsbevestiging op de teruggezonden e-mail.
Pagina 661
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST INTERNETFAXEN ONTVANGEN AUTOMATISCH INTERNETFAXEN ONTVANGEN De functie Internetfax maakt regelmatig contact met de mailserver (POP3-server) en controleert of er internetfaxen zijn ontvangen. Als er faxberichten zijn ontvangen, worden de faxen automatisch opgehaald en afgedrukt. Standaard wordt elke vijf minuten gecontroleerd of er faxberichten zijn ontvangen. •...
Pagina 662
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS AFDRUKKEN EEN FAX AFDRUKKEN DIE MET EEN PIN CODE IS BEVEILIGD (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) Schakel deze instelling in als u faxen in het geheugen wilt ontvangen en opslaan zonder deze af te drukken. Als u de faxen wilt afdrukken, moet de PIN Code worden ingevoerd.
Pagina 663
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS OP EEN OPGEGEVEN TIJDSTIP AFDRUKKEN Druk ontvangen gegevens op een opgegeven tijdstip af. Om zorgeloos te kunnen afdrukken, kunt u beter vermijden grote aantallen pagina's af te drukken tijdens piekuren en als u er niet dringend een afdruk van nodig hebt. •...
Pagina 664
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST HET BEELD VÓÓR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Controleer het beeld van ontvangen gegevens op het aanraakscherm voordat u deze afdrukt. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld 'Instellingen (beheerder).
Pagina 665
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Tik op de afbeelding die u wilt Selecteer afbeelding om te bedienen. Terug naar lijst met ontvangen gegevens afdrukken en op [Afdrukken] in het Afdrukken Doorsturen naar ander adres actiepaneel. Wissen Het apparaat begint met het afdrukken van de afbeelding. Bestand •...
Pagina 666
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN ONTVANGEN INTERNETFAXEN DOORSTUREN (DOORSTUREN FAXDATA) Wanneer het apparaat niet kan afdrukken omdat er geen papier of toner meer aanwezig is, worden ontvangen internetfaxen doorgestuurd naar een ander, vooraf geregistreerd internetfaxadres (inclusief directe SMTP). • Doorsturen is niet mogelijk wanneer geen faxen zijn ontvangen of geen faxnummer voor doorsturen is geprogrammeerd. •...
Pagina 667
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN NAAR VASTE BESTEMMINGEN (INSTELLINGEN INKOMENDE ROUTING) Ontvangen internetfaxen worden automatisch doorgestuurd naar het faxnummer van een bestemming, een internetfaxadres, een e-mailadres, het adres van een bestandsserver, een bureaubladadres of het adres van een netwerkmap. Ontvangen gegevens kunnen naar de opgegeven bestemmingen worden doorgestuurd zonder te worden afgedrukt.
Pagina 668
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Klik in de 'Instellingen (webversie)' op [Registratie Verzendadres] in het menu [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)]. Voer het adres of faxnummer van de afzender in bij 'Internet Faxadres' of 'Faxnummer' en klik op de knop [Toevoegen aan lijst]. Het ingevoerde verzendadres of -nummer wordt aan de lijst 'In te voeren adres' toegevoegd.
Pagina 669
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Selecteer de doorstuurvoorwaarden. • Als u de ontvangen gegevens altijd wilt doorsturen, selecteert u [Altijd doorsturen]. • Als u een dag en tijd wilt opgeven voor het doorsturen van ontvangen gegevens, selecteert u [Verstuur ontvangen gegevens enkel op gespecificeerde dagen.] en schakelt u het selectievakje van de gewenste dag van de week in.
Pagina 670
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Selecteer [Altijd doorsturen] of [Verstuur ontvangen gegevens enkel op gespecificeerde dagen.] in de doorstuurtabel. De instellingen voor de doorstuurrechten die hier worden weergegeven, zijn gekoppeld aan de doorstuurvoorwaarden die zijn ingesteld bij stap 9. Als u andere voorwaarden met betrekking tot doorsturen wilt gebruiken dan u in stap 9 hebt ingesteld, moet u de doorstuurrechten instellen.
Pagina 671
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Ontvangen faxen opslaan op de harde schijf In de 'Instellingen (beheerder)' klikt u op [Systeeminstellingen] → [Netwerk- instellingen] → [Openbare map/ NAS- instelling]. (Beheerdersrechten zijn vereist.) Selecteer [Toegestaan] bij 'faxreceive:Gebruik van opslag' en klik op de toets [Indienen].
Pagina 672
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS HANDMATIG DOORSTUREN Ontvangen faxen kunnen na ontvangst handmatig worden doorgestuurd. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld* bij 'Instellingen (beheerder).
Pagina 673
SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS OPSLAAN Sla ontvangen faxen op in de map voor documentarchivering. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld* bij 'Instellingen (beheerder). * De fabrieksinstelling is uitgeschakeld.
Pagina 674
SCANNER/INTERNETFAX►DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN OPDRACHTEN VOOR BEELDVERZENDING Wanneer u op de opdrachtstatusweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. U kunt de status van een scanneropdracht controleren door op de tab [Scannen] te tikken. U kunt de status van een internetfaxopdracht controleren door op de tab [Internetfax] te tikken.
Pagina 675
SCANNER/INTERNETFAX►DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN VOLTOOIDE VERZEND- EN ONTVANGSTOPDRACHTEN Een normale verzendingsopdracht wordt naar de opdrachtenlijst verplaatst wanneer verzending is voltooid. In het statusveld wordt dan 'Verzenden OK' weergegeven. Internetfaxopdrachten, zoals ontvangst, timerverzending, herhalingen en doorsturen, worden echter als volgt in het opdrachtstatusscherm weergegeven: Ontvangstopdracht Terwijl er een internetfax wordt ontvangen, wordt 'Ontvangen' in het statusveld van de opdrachtwachtrij weergegeven.
Pagina 676
SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) DE BASISPROCEDURE VOOR SCANNEN Installeer het scannerstuurprogramma op de computer en gebruik een TWAIN-compatibele toepassing* om de computer te gebruiken om te scannen. Scannen vanaf de computer is het handigst voor het scannen van originelen die uit één blad bestaan, zoals een foto, omdat u dan meteen de scaninstellingen kunt aanpassen.
Pagina 677
Start de TWAIN-compatibele toepassing op de computer en selecteer [Scanner selecteren] in het menu [Bestand]. Selecteer het scannerstuurprogramma van het apparaat. (1) Selecteer [SHARP MFP TWAIN K]. (2) Klik op de knop [Selecteren]. Selecteer [Afbeelding ophalen] in het menu [Bestand].
Pagina 678
SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) Bekijk de afbeelding. (1) Selecteer de locatie van het origineel. Het menu 'Bron voor scannen': • Als het origineel uit één vel bestaat en in de documentinvoerlade is geplaatst, selecteert u [SPF(Simplex)]. • Als het origineel dubbelzijdig is en in de documentinvoerlade is geplaatst, selecteert u [SPF(Duplexeenh.
Pagina 679
SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) De scaninstellingen selecteren terwijl u de afbeelding bekijkt. De knop [Draaien]: Telkens als u op deze knop klikt, wordt het origineel 90 graden gedraaid. Zo kunt u de afdrukstand van de afbeelding wijzigen zonder de afbeelding op te pakken. Het afbeeldingsbestand wordt gemaakt op basis van de afdrukstand die in het voorbeeldvenster wordt weergegeven.
Pagina 680
SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) [Op het apparaat] Tik op de toets [Verlaten]. 10:15 Deze machine staat in de PC-scanmodus. Verwijder het origineel niet. IP-adres scanner:0.0.0.0 Pc-scan Verlaten Toner hoeveelheid Bedienings- Vergrote Instellingen Totaal Helderheids- Taakstatus handleiding weergavemodus Aantal instelling Tik op de toets [Ja].
Pagina 681
SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING METADATAVERZENDING VOORBEREIDINGEN VOOR METADATAVERZENDING METADATAVERZENDING (GEGEVENSINVOER) Wanneer de applicatie-integratiemodulekit is geïnstalleerd, worden metadata (gegevens die de kenmerken aangeven van het afbeeldingbestand en aangeven hoe het bewerkt moet worden) gegenereerd op basis van vooraf opgeslagen informatie. Deze metadata worden apart verzonden van een afbeeldingsbestand dat wordt gegenereerd voor het verzenden van een gescande afbeelding.
Pagina 682
SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING VEREISTE INSTELLINGEN IN DE INSTELLINGSMODUS (WEBVERSIE) Als u de instellingen voor metadata wilt configureren, selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Setup Metadata] → [Inserimento Metadati] bij 'Instellingen (beheerder)'. (Beheerdersrechten zijn vereist.) Schakel de verzending van metadata in. Metadatasets opslaan Sla de items (metadataset) op die moeten worden geschreven naar het tijdens het scannen gegenereerde XML-bestand.
Pagina 683
SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING METADATA VERZENDEN METADATA VERZENDEN Selecteer een metadataset, voer elk item in en voer een metadataverzending uit. U kunt metadata verzenden met de functie voor documentarchivering. Het tabblad [Data-Invoer] wordt weergegeven in het scherm met verzendinstellingen van de functie voor documentarchivering om metadataverzending mogelijk te maken. Daarnaast kunnen metadataverzendingen met de functie voor documentarchivering worden uitgevoerd in [Inserimento Metadati] in de instellingsmodus (webversie).
Pagina 684
SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING METADATAVELDEN De volgende drie soorten metadata worden ingesloten in het verzonden XML-bestand. • Automatisch door het apparaat gegenereerde gegevens Deze gegevens worden altijd ingesloten in het XML-bestand en worden automatisch opgeslagen op uw pc. • Vooraf gedefinieerde velden Deze velden worden automatisch herkend door het apparaat en toegewezen aan de juiste XML-tags. Deze velden kunnen worden geselecteerd en kunnen alleen worden ingesloten in het XML-bestand als ze zijn ingeschakeld in de instellingsmodus (webversie).
Pagina 685
Pictogrammen DOCUMENTARCHI- De functies die u kunt VERING gebruiken met Eenvoudige Scan BESTANDEN IN HET DOCUMENTARCHIVERING OPDRACHTSTATUSSCHERM OPHALEN EN GEBRUIKEN ......6-32 DOCUMENTARCHIVERING .
Pagina 686
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING Met deze functie worden het origineel dat op het apparaat is gescand, de verzonden faxafbeelding of afdrukgegevens van een computer opgeslagen op de harde schijf van het apparaat of een extern geheugenapparaat. De opgeslagen bestanden kunnen desgewenst worden afgedrukt of verzonden. U kunt de opgeslagen bestanden ook bewerken, bijvoorbeeld combineren.
Pagina 687
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING TYPEN DOCUMENTARCHIVERING U kunt een bestand op de volgende manieren opslaan met documentarchivering: [Snelbestand] en [Bestand] in de kopieer- of verzendmodus en [Scannen naar schijf] en [Scannen naar extern geheugenapparaat] in de modus voor documentarchivering. Als er een kopieeropdracht, verzendopdracht of andere opdracht wordt uitgevoerd, worden de documentgegevens met deze functie op de harde schijf opgeslagen.
Pagina 688
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING Handige items om op te slaan Wanneer u een opdracht met [Bestand] opslaat in de kopieer- of verzendmodus, of met [Scannen naar schijf] in de modus voor documentarchivering, is het handig om de onderstaande items op te slaan. Deze instellingen zijn niet nodig wanneer u een opdracht opslaat met [Snelbestand].
Pagina 689
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING Het aantal pagina's en bestanden dat bij benadering kan worden opgeslagen Gecombineerd totaalaantal pagina's en bestanden dat in aangepaste mappen en de hoofdmap kan worden opgeslagen Voorbeelden van soorten originelen Aantal pagina's* Aantal bestanden Meerkleuren-origin Max. 15000 (Bijvoorbeeld een tekst met een foto) Formaat: A4 Max.
Pagina 690
Wijzigen'. Sla geen gevoelige documenten op of documenten die niet door anderen mogen worden gebruikt. • Behoudens voor zover wettelijk verplicht aanvaardt SHARP Corporation geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het openbaar worden van gevoelige informatie als gevolg van manipulatie door een derde partij van gegevens die zijn opgeslagen met behulp van de functie Snelbestand of de functie Bestand, of van onjuiste toepassing van de functie Snelbestand of de functie Bestand door de gebruiker die de gegevens opslaat.
Pagina 691
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING GEBRUIKEN IN DE DIVERSE MODI Als u documentarchivering wilt gebruiken, selecteert in elke modus u het actiescherm. Als u bij met maken van een kopie of het verzenden van een fax de gegevens wilt opslaan, tikt u in het actiepaneel van elke modus op [Bestand] of [Snelbestand].
Pagina 692
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING BASISSCHERM VAN DE MODUS DOCUMENTARCHIVERING Wordt gebruikt om een bestand tijdelijk op te slaan. Wordt gebruikt om een bestand in een map te zoeken. Word gebruikt om Mapselectie Mijn map Scannen naar schijf De functies die beschikbaar originelen op te slaan die Scannen naar Hoofdmap Snelmap...
Pagina 693
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING ARCHIVEREN TERWIJL U EEN ANDERE MODUS GEBRUIKT SNELBESTAND Met deze functie kunt u een origineel in de kopieer- of beeldverzendmodus als afbeeldingsbestand opslaan in de snelmap van het apparaat. Het afbeeldingsbestand dat in de modus Snelbestand is opgeslagen, kan op een later tijdstip worden opgehaald, zodat u het document in de verzendmodus kunt kopiëren of verzenden zonder dat u het origineel hoeft te zoeken.
Pagina 694
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Start het maken van de kopie of het verzenden van het beeld. Wanneer de functie wordt uitgevoerd, worden de afbeeldingsgegevens van het origineel opgeslagen in de snelmap. Om te voorkomen dat het bestand onbedoeld wordt opgeslagen, wordt het bericht 'De gescande gegevens worden opgeslagen in de snelbestandmap' zes seconden weergegeven hebt getikt.
Pagina 695
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Activeer de Normale modus en tik in het actiepaneel op [Bestand] om de bestandsinformatie op te geven. Zie'BESTANDSINFORMATIE (pagina 6-12)' voor het selecteren van de gebruikersnaam, bestandsnaam, map en eigenschappen Opslaan op de harde schijf: ► De eigenschap wijzigen (pagina 6-12) ►...
Pagina 696
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING BESTANDSINFORMATIE De procedure voor uitgebreide instellingen wordt hieronder beschreven. Wanneer u een eigenschap, gebruikersnaam, bestandsnaam en map opgeeft, kan een bestand eenvoudiger worden beheerd en gevonden. Als u [Vertrouwelijk] selecteert voor Eigenschap en een wachtwoord instelt, kunnen anderen het bestand bovendien niet zonder uw toestemming bekijken.
Pagina 697
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Een gebruikersnaam opgeven Tik op het tekstvak [Gebruikersnaam]. Als gebruikersauthenticatie wordt gebruikt, wordt automatisch de gebruikersnaam geselecteerd die is gebruikt voor aanmelden. In dat geval kunt u deze stap overslaan. U moet de gebruikersnaam eerst opslaan door in de 'Instellingen (beheerder)' [Gebruikers -bediening] → [Gebruikers- Lijst] te selecteren.
Pagina 698
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING ALLEEN DE DOCUMENTGEGEVENS OPSLAAN (SCANNEN NAAR SCHIJF) OPSLAAN OP HARDE SCHIJF Opslaan vanuit Eenvoudige Scan Tik op de toets [Eenvoudige Scan] in 10:15 het beginscherm. Eenvoudige Eenvoudige Lade-instell. CLOUD PORTAL Kopie Scan Toner hoeveelheid Bedienings- Vergrote Instellingen Totaal Helderheids-...
Pagina 699
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het scannen te starten. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en het opslaan van de bestanden is voltooid. Opslaan vanuit Documentarchivering Tik op de toets [Best.
Pagina 700
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING OPSLAAN OP EXTERN GEHEUGENAPPARAAT Opslaan vanuit Eenvoudige Scan Tik op de toets [Eenvoudige Scan] in 10:15 het beginscherm. Eenvoudige Eenvoudige Lade-instell. CLOUD PORTAL Kopie Scan Toner hoeveelheid Bedienings- Vergrote Instellingen Totaal Helderheids- Taakstatus handleiding weergavemodus Aantal instelling Tik op [Scan naar HDD/USB].
Pagina 701
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Opslaan vanuit Documentarchivering Tik op de toets [Best. ophalen van schijf] in het beginscherm. Tik op [Scannen naar extern geheugenapparaat] in het actiescherm. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
Pagina 702
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Scannen naar een USB-stick Plaats de USB-stick in het apparaat. Tik op [Scannen naar extern 10:15 Het externe geheugenapparaat (USB) is aangesloten. geheugenapparaat] als er een scherm Afdrukken van extern verschijnt waarin u de actie moet geheugenapparaat (USB) Scannen naar extern geheugenapparaat...
Pagina 703
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Lees het bericht [Gegevens verzenden voltooid.] en verwijder de USB-stick uit het apparaat. 6-19...
Pagina 704
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN EEN OPGESLAGEN BESTAND De schermen en procedures kunnen variëren, afhankelijk van of gebruikersauthenticatie is ingeschakeld. De procedure voor het gebruik van een opgeslagen bestand afhankelijk van de situatie wordt uitgelegd. 'GEBRUIKERSAUTHENTICATIE (pagina 1-31)' voor informatie over de procedures voor gebruikersauthenticatie.
Pagina 705
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDSSELECTIESCHERM Het bestandsselectiescherm kan worden weergegeven in de indeling 'Lijst' of 'Miniatuur' (als u de bestanden als miniaturen wilt weergeven). Modus voor lijstweergave Schakelen tussen de Geef aan welke bestanden voor elk type lijstweergave en de opdracht moeten worden weergegeven. miniatuurweergave.
Pagina 706
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN EEN BESTAND SELECTEREN OM OP TE HALEN Tik op de toets [Best. ophalen van schijf]. Als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld en 'Mijn map" is geconfigureerd door [Gebruikers -bediening] te selecteren bij 'Instellingen (beheerder)' → [Gebruikers- Lijst], wordt de aangepaste map die als 'Mijn map' is ingesteld geopend.
Pagina 707
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Snel afdrukken Hiermee drukt u een bestand af met de instellingen waarmee het is opgeslagen. Selecteer een bestand en tik op de toets [Nu afdrukken]. Als u de gegevens na het afdrukken wilt verwijderen, schakelt u het selectievakje [Gegevens afdrk. En verwijderen] in Afdrukinstelling Hoofdmap Alle Bestanden...
Pagina 708
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN MEERDERE BESTANDEN AFDRUKKEN MEERDERE BESTANDEN AFDRUKKEN Selecteer de toetsen van de bestanden die u wilt afdrukken. • Vertrouwelijke bestanden kunnen niet tegelijkertijd met andere bestanden worden afgedrukt. • Een bestand in de momenteel geselecteerde map kan niet tegelijkertijd worden geselecteerd met een bestand uit een andere map.
Pagina 709
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN AFDRUKKEN IN BATCHES Tik op de toets [Batch-afdruk]. Tik op het tekstvak [Gebruikersnaam]. Terug naar Batch-afdruk bestandskeuzescherm Hoofdmap Alle Bestanden Gebruikersnaam Wachtwoord Wijzig aantal afdrukken Verwijderen Gebruik het aantal vooraf ingestelde ( 1~9999 ) afdrukken per opdracht. Afdruk Datum (Afl.) Volgorde...
Pagina 710
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Tik op de toets [Start] om het afdrukken te starten. Als er geen bestanden zijn die overeenkomen met de zoekvoorwaarden, keert u terug naar het scherm met de bestandslijst. Als u in het actiepaneel op de toets [Gegevens verwijderen] tikt, worden alle bestanden verwijderd die voldoen aan de huidige zoekvoorwaarden.
Pagina 711
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN VERPLAATSEN Hiermee wijzigt u de opslaglocatie voor het bestand. (Het bestand wordt verplaatst naar een andere map.) Bestanden met de eigenschap 'Beveiligen' kunnen niet worden verplaatst. Als u een beveiligd bestand wilt verplaatsen, moet u de eigenschap wijzigen in 'Delen' of 'Vertrouwelijk'. Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand hebt geselecteerd.
Pagina 712
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN VERWIJDEREN Opgeslagen bestanden die niet meer nodig zijn, kunnen worden verwijderd. Bestanden met de eigenschap 'Beveiligen' kunnen niet worden verwijderd. Als u een beveiligd bestand wilt verplaatsen, moet u de eigenschap wijzigen in 'Delen' of 'Vertrouwelijk'. Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand hebt geselecteerd.
Pagina 713
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Automatisch verwijderen van bestanden Door de mappen en de tijd op te geven, kunt u instellen dat gegevens voor documentarchivering in opgegeven mappen automatisch worden verwijderd. Als u de bestanden op het apparaat regelmatig verwijdert, voorkomt u dat gevoelige informatie openbaar kan worden gemaakt en wordt er ruimte vrijgemaakt op de harde schijf.
Pagina 714
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN AFBEELDINGSBESTANDEN CONTROLEREN Terug naar HDD_06062015_112030 Gebr. Onbekend Automatische kleur bestandskeuzescherm De bestandsinformatie. De voorbeeldafbeeldingen Het paginanummer. van de bestanden. Het totaal aantal pagina's. Het voorbeeldscherm Het voorbeeldscherm in vergroten of verkleinen. stappen van 90 graden draaien. • Afhankelijk van het formaat van de afbeelding, kan een deel van de afbeelding worden afgesneden in het scherm voor beeldcontrole op het aanraakscherm.
Pagina 715
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN SAMENVOEGEN U kunt bestanden combineren die zijn opgeslagen met Document archiveren. • Als u slechts één bestand selecteert, wordt de toets [Bestand combineren] niet weergegeven. • De bestandsnaam is een combinatie van de eerste bestandsnaam, een tilde en 'Serienr.'. U kunt de bestandsnaam later desgewenst wijzigen.
Pagina 716
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN IN HET OPDRACHTSTATUSSCHERM OPHALEN EN GEBRUIKEN Bestanden die zijn opgeslagen met de functie Bestand of Snelbestand worden als toetsen weergegeven in het opdrachtstatusscherm Voltooid. Dit is handig wanneer u snel de opgeslagen gegevens van een kopieeropdracht wilt afdrukken of snel een opgeslagen fax naar een andere bestemming wilt verzenden.
Pagina 717
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN ZOEKEN EN OPHALEN Als een groot aantal bestanden is opgeslagen, kan het vinden van een bestand veel tijd in beslag nemen. Met de zoekfunctie van de modus voor documentarchivering kunt u een bestand snel vinden. U kunt ook zoeken als u slechts een deel van de bestands- of mapnaam kent. Een map kan ook worden opgegeven als een zoekbereik.
Pagina 718
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Selecteer de zoekvoorwaarden. Selecteer afdrukbestand Hoofdmap Alle Bestanden van FTP Selecteer afdrukbestand Tik op elk tekstvak en stel de zoekvoorwaarde in. Zoeken uit USB-geheugen Selecteer afdrukbestand Als u naar de huidige map wilt zoeken, stelt u het uit netwerkmap Gebruikersnaam selectievakje [Alleen binnen map zoeken] in op...
Pagina 719
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN EEN EXTERN BESTAND AFDRUKKEN U kunt een bestand op een FTP-server, op een USB-stick of in een netwerkmap van een pc afdrukken. U kunt het bestand ook aanpassen door de afdrukinstellingen te wijzigen voordat u het afdrukt. Tik in het actiepaneel op de toets [Selecteer afdrukbestand van FTP], [Selecteer afdrukbestand uit USB-geheugen] of [Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap].
Pagina 720
HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING....MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING SELECTEREN ......BEGINSCHERM VAN DE MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING .
Pagina 721
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING In de modus voor handmatige afwerking kunt u afwerkingsopties voor gekopieerde of afgedrukte pagina's instellen. U kunt de modus voor handmatige afwerking selecteren als de invoegeenheid is geïnstalleerd. Als de finisher (voor het nieten van 100 vellen), nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen), perforatiemodule of vouweenheid is geïnstalleerd, kunnen afwerkingsactiviteiten zoals nieten, perforeren of vouwen worden uitgevoerd.
Pagina 722
Bedienings- handleiding weergavemodus Aantal instelling Schakelen tussen modi vanuit elke modus Tik op de modusweergave. LIJN PRINTER Eenvoudige Best. ophalen Sharp OSA Opdracht Status Scan van schijf Aantal exempl. Verzenden en afdrukken Snelbestand Origineel Geg. tijdelijk opslaan Auto A4 Bestand...
Pagina 723
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING BEGINSCHERM VAN DE MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING Selecteert een papierlade voor afwerking. Tik op de toets [Type + formaat] om het papiertype en het papierformaat in te stellen. Toont het geselecteerde papier en de uitvoerladen. Invoegeenheid Uitvoerlade Normaal 1 Bovenste lade Bovenste lade...
Pagina 724
HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER PAPIER PAPIERTYPE EN -FORMAAT CONTROLEREN U kunt het type en formaat van papier dat in de invoegeenheid is geladen controleren op het display rechts van de toets [Bovenste lade] of [Onderste lade]. Het papierformaat wordt automatisch gedetecteerd wanneer papier wordt geplaatst. Tik op de toets [Type + formaat] om het papiertype en -formaat in te stellen.
Pagina 725
HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER STAND BIJ LADEN VAN PAPIER Bij het gebruik van de niet-, perforatie- of papiervouwfunctie moet het origineel worden geplaatst op de hieronder aangegeven wijze om nieten of perforeren in de gewenste positie op het papier mogelijk te maken. NIETEN Toets van aanraakscherm Afdrukstand...
Pagina 726
HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER • Als u de nietfunctie wilt gebruiken, moet u een finisher (voor het nieten van 100 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) installeren. • Als u de zadelsteekfunctie wilt gebruiken, moet u een nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) installeren. PERFOREREN Toets van aanraakscherm Afdrukstand...
Pagina 727
HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER Toets van aanraakscherm Afdrukstand Resultaat Letter A B C vouw Harmonic A B C vouw Dubbele A B C D vouw Z-vouw A B C D • Er moet een vouweenheid worden geïnstalleerd als u andere papiervouwfuncties dan zadelvouwen wilt gebruiken. •...
Pagina 728
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING GEBRUIKEN Schakel over van het Beginscherm of elke modus naar de modus voor handmatige afwerking en voer de onderstaande procedure uit. MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING SELECTEREN (pagina 7-3) ► Stel de geleiders af op het formaat van het papier.
Pagina 729
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING Verander zo nodig van papierlade of Uitvoerlade Invoegeenheid Normaal uitvoerlade. Bovenste lade Bovenste lade Normaal Middelste lade Onderste lade ► DE PAPIERLADE WIJZIGEN (pagina 7-18) Onderste lade Type + formaat ► DE UITVOERLADE WIJZIGEN (pagina 7-18) Nieten Perfor.
Pagina 730
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING NIETFUNCTIE Als een finisher (voor het nieten van 100 vellen) is geïnstalleerd, kunt u geladen vellen nieten in een bundel. (Nietfunctie) Als een nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) is geïnstalleerd, kunt u vellen op twee plaatsen op de middenlijn nieten en deze vervolgens vouwen voordat zij worden uitgevoerd.
Pagina 731
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING FUNCTIE KOPIE/PAGINA'S Als u meerdere sets tegelijk wilt nieten, gebruikt u de functie Kopie/pagina's. Laad gesorteerd papier en tik op de toets [Kopie/pagina's] om een aantal kopieën en het aantal pagina's per set in te voeren. C B A C B A C B A De instellingen voor Kopie/pagina's gelden niet voor de functies voor het vouwen en perforeren van papier.
Pagina 732
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING Als u [Alle Pag.'s] selecteert voor het aantal kopieën/aantal pagina's, geeft u "1" op voor het aantal af te drukken sets. Indien u meer kopies of pagina's instelt dan het aantal kopies of pagina's dat kan worden geniet, wordt een bericht weergegeven en is de toets [Start] niet beschikbaar.
Pagina 733
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING PERFORATIEFUNCTIE Als een perforatiemodule is geïnstalleerd, kunt u gaten maken in papier. • De beschikbare papierformaten voor de perforatiefunctie zijn B5R tot A3 (8-1/2" × 11"R tot 11" × 17"). • U kunt geen gebruik maken van het papierformaat A3W (12" × 18") en speciale media zoals transparanten. •...
Pagina 734
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING PAPIERVOUWFUNCTIE Als een papiervouweenheid is geïnstalleerd, kunt u papier vouwen in Z-vouw en Lettervouw. Als een nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) is geïnstalleerd, kunt u zadelvouwen gebruiken. De papierformaten die kunnen worden geselecteerd, verschillen per type papiervouw. Beschikbare vouwtypen en papierformaten Typen vouw Vouwresultaten...
Pagina 735
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING Typen vouw Vouwresultaten Papierformaat Z-vouw A3, B4, A4R, 11" × 17", 8-1/2" × 14", 8-1/2" × 11"R A B C D • Speciale media, zoals transparanten en tabpapier, kunnen niet worden gebruikt. • De papiervouwfunctie kan niet worden gebruikt met de niet- en perforatiefunctie. De functie kan echter wel worden gebruikt als het papierformaat voor Z-vouw is ingesteld op A3, B4 of 11"...
Pagina 736
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING Meervoudige vouw instellen (als Zadelvouw is geselecteerd) Als Zadelvouw is geselecteerd, tikt u Uitvoerlade Invoegeenheid Normaal 1 op de toets [Details]. Bovenste lade Bovenste lade Normaal 1 Middelste lade Onderste lade Onderste lade Type + formaat Nieten Perfor.
Pagina 737
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING DE PAPIERLADE WIJZIGEN De papierlade wordt automatisch gedetecteerd wanneer papier in de invoegeenheid wordt geplaatst. Als u een papierlade moet opgeven, bijvoorbeeld als papier in zowel de bovenste als onderste lade van de invoegeenheid is geplaatst, tikt u op de toets [Bovenste lade] of [Onderste lade] om de juiste papierlade op te geven. Uitvoerlade Invoegeenheid Normaal 1...
Pagina 738
• Lijst van organisaties /groepen ... . . 8-65 Sharp OSA-instellingen..... 8-119 •...
Pagina 740
Systeem- instellingen instellen. Instellingen Kopieer- Printer- Sitemap Beginscherm Instellingen Instellingen Instellingen Instellingen Sharp OSA Het instellingenmenu wordt links naast het scherm dat Beeld verzend. Doc. Archiv. Instellingen daarop verschijnt weergegeven. Algemenei Netwerk- Beveiligings- Instellingen Instellingen instellingen Tik in het menu op de instelling die u wilt wijzigen.
Pagina 741
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS De instellingsmodus weergeven (webversie) Als het apparaat is verbonden met een netwerk, hebt u toegang tot de ingebouwde webserver van het apparaat via de webbrowser van de pc. Druk het IP-adres van het apparaat af vanuit de instellingsmodus van het apparaat en voer het adres in de webbrowser van de pc in.
Pagina 742
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST INSTELLINGSMODUSLIJST INSTELLINGSMODUSLIJST Hieronder volgt een lijst van items in de instellingsmodus met de fabrieksinstellingen en beperkingen voor elk item. • Afhankelijk van de specificaties van het apparaat en de geïnstalleerde randapparatuur zijn sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar. • Sommige instellingen kunnen alleen op de webpagina worden geconfigureerd. Status G: Algemene gebruiker;...
Pagina 744
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Instelling van Card IC-kaart gebruiken voor authenticatie Uitgeschakeld Acties bij paginalimiet uitvoertaken wordt bereikt Opdracht wordt afgerond, ook wanneer de paginalimiet wordt bereikt Waarschuwing wanneer aanmelden mislukt Uitgeschakeld Uitschakelen van afdrukken door ongeldige gebruiker Uitgeschakeld ...
Pagina 745
– *1 Verschijnt als [LDAP] is ingesteld in "Authenticatie-instellingen". *2 Verschijnt als "Instellingen (beheerder)" - [Sharp OSA-instellingen] → [Instellingen externe accountapplicatie] → [Authenticatieserver (Server 1) instellen] is ingeschakeld. *3 Deze instelling kunt u in de instellingsmodus van de webpagina configureren.
Pagina 746
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Systeeminstellingen Instellingen voor het beginscherm G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling ● Instelling voor het beginscherm (pagina 8-83) Voorwaarde- Instellingen – Pictogram* – Achtergrondbeeld* – Dit kan in de instellingsmodus van het apparaat worden ingesteld als er een USB-stick is geplaatst. Kopieerinstellingen G: Algemene gebruiker;...
Pagina 747
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Registratie van aangepaste afbeelding uitschakelen Uitgeschakeld Verzenden tijdens kopiëren uitschakelen Uitgeschakeld Hoge kwaliteitsscan van Document Feeder Uitgeschakeld Snelle Scan vanaf Glasplaat Uitgeschakeld Auto wissen vóór uitvoering Afdruktaak Uitgeschakeld Uitgangsinstellingen status Stand afbeelding Portret ...
Pagina 748
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Printerinstellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling ● Printerinstellingen (pagina 8-89) Voorwaarde- Instellingen Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Ingeschakeld Testpagina Niet Afdrukken Uitgeschakeld A4/Letter-Formaat Auto Veranderen Uitgeschakeld Instellingen handinvoerlade • Papierformaat herkenning handinvoer inschakelen Uitgeschakeld •...
Pagina 750
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingen Beeld Verzenden Algemene instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling ● Algemene instellingen (pagina 8-122) Voorwaarde- Instellingen Instellingen enige tijd vasthouden nadat scannen is Uitgeschakeld voltooid Automatische Starttijd voor Taak Tijdens Scannen 60sec. Standaardweergave-Instellingen E-mail (Fax als de faxuitbreidingskit is geïnstalleerd) ...
Pagina 751
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Instel. voor deactiveren van registratie • Registratie van bestemming via bedieningspaneel Alle Ongeldig uitschakelen • Registratie van bestemming op webpagina uitschakelen Alle Ongeldig • Uitschakelen Alle Programma Items Registratie/ Uitgeschakeld Wissen • Registratie van geheugenvak uitschakelen Alle Ongeldig •...
Pagina 754
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling - Naam Afzender Ingeschakeld - Datum & tijd Ingeschakeld - Sessiepaginateller Uitgeschakeld - Unieke identificatie Uitgeschakeld • Standaardonderwerp – • Taakinformatie automatisch toevoegen aan Ingeschakeld kerntekst van e-mailbericht • Automatisch een voetnoot toevoegen aan de inhoud Uitgeschakeld van het e-mailbericht •...
Pagina 755
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling • Dagelijks afdrukken op opgegeven tijd Uitgeschakeld • Platte Tekst Afdrukken Instelling Selecteren Uitgeschakeld Instellingen verzenden I-Fax Ontvanstrapport Aan/Uit Instelling Uitgeschakeld Time-Out Aanvraag I-Fax Ontvangstrapport Instellen 1 Uur Aantal malen opnieuw zenden bij ontvangstfout 2 Tijden ...
Pagina 756
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling • POP3-server – • Poortnummer • POP-authenticatie Uitgeschakeld • Gebruikersnaam – • Wachtwoord – - Wachtwoord wijzigen Uitgeschakeld • Time-out POP3-communicatie 60sec. • Instelling Van Interval Ontvangstcontrole 5 minuten • SSL inschakelen Uitschakelen Standaard- Instellingen • Ifax eigen naam en nummer instellen - Eigen Naam I-Fax Instellen –...
Pagina 757
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling - Faxen Ingeschakeld • Instelling Verzendadres Alle ontvangen gegevens doorsturen Doorsturen BestemmingsInstellingen voor Ontvangen Data • Doorstuurvoorwaarde 1 tot 3 - Doorstuurvoorwaarde Niet doorsturen - Dag van de week Alle Ongeldig - Doorstuurtijd instellen Uitgeschakeld - Starttijd 00 Uur 00 Minuut - Voltooiïngstijd 00 Uur 00 Minuut...
Pagina 758
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling - Faxen Uitgeschakeld - Internetfax Uitgeschakeld • Specificeer Opgeslagen Map – - Instelling voor sorteren op mapdatum voor Uitgeschakeld opslag • Best.Indeling • Instelling afdrukstijl Alleen afdrukken bij opslag fout Bestandsnaaminstelling • Voorinstelling van teken - Teken 1, 2 –...
Pagina 764
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling • Standaardweergave-Instellingen Beginscherm • Favoriete menu's standaard weergeven Uitgeschakeld • Actiepaneel als standaard weergeven. Ingeschakeld • Het pictogram wordt getoond wanneer de Ingeschakeld netwerkkabel niet is aangesloten. • Bevestingsdialoogvenster weergeven als taak wordt geannuleerd. Ingeschakeld • Wijzig het aantal sets in het display voor taakstatus Voortgang •...
Pagina 765
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling • Instellingen bediening op afstand - Bediening van externe software + Bedieningsauthoriteit Verboden + Wachtwoordinvoerscherm weergeven Tonen in PC en MFP - Bediening vanaf opgegeven PC + Bedieningsauthoriteit Verboden + Hostnaam of IP-adres van PC – + Wachtwoordinvoerscherm weergeven Tonen in PC en MFP - Bediening door gebruiker met wachtwoord + Bedieningsauthoriteit...
Pagina 766
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Autom. omschakelen van afwerkladen Ingeschakeld Standaard detecteren in automatische kleurmodus 3 (normaal) Totaalinst. voor afwerking Specificeer Afwerkingspositie gebaseerd op Geselecteerd Papier. Papiergewicht Inst. • Papiergewicht 60 tot 89 g/m (16 tot 23 lbs. ) ...
Pagina 767
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling • Verzenden tijdens afdrukken uitschakelen Uitgeschakeld • Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen Uitgeschakeld Instellingen Beeld Verzenden • Omschakelen weergave- volgorde uitschakelen Uitgeschakeld • Faxdistributie uitschakelen Uitgeschakeld • Scanfunctie uitschakelen Alle Ongeldig • Instel. voor deactiveren van registratie - Reg.
Pagina 768
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Apparaatbeheer • Uitschakelen van origineelinvoer Uitgeschakeld • Uitschakelen van duplex Uitgeschakeld • Cassette met grote capaciteit uitschakelen Ingeschakeld • Lade-instelling uitschakelen Uitgeschakeld • Handinvoer uitschakelen Uitgeschakeld • Uitschakelen van afwerkeenheid Uitgeschakeld • Offset uitschakelen Uitgeschakeld • Uitzetten nieteenheid Uitgeschakeld •...
Pagina 769
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Productcode Serienummer – Lettertypeset voor streepjescode – Internetfaxuitbreidingskit – Toepassingsintegratiemodule – Aangepaste koppelingen – *1 Als een lade met grote capaciteit (MX-LC12) is geïnstalleerd. *2 Als een lade met grote capaciteit (MX-LCX3 N) is geïnstalleerd. *3 Als de laden met grote capaciteit zijn geïnstalleerd.
Pagina 782
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling • Verticale positie - Bovenzijde van papier bedrukken Uitgeschakeld - Onderzijde van papier bedrukken Ingeschakeld • Horizontale positie - Linkerzijde van papier bedrukken Ingeschakeld - Rechterzijde van papier bedrukken Uitgeschakeld Selecteer de taak die u wilt afdrukken •...
Pagina 783
Uitgeschakeld • Kopieren Uitgeschakeld Beeld Verzenden Alle ingeschakeld Document- Archivering Alle ingeschakeld Systeeminstellingen Ingeschakeld Sharp OSA Alle ingeschakeld Lijst met energiebesparingspatronen Patroon automatische update – Origineel eco-patroon – Instellingen specifieke datumhandeling –...
Pagina 784
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Systeem- controle G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling ● Systeemcontrole (pagina 8-173) Takenlogboek Opdrachtlogboekgebruik – • Takenlogboek – • Opdrachtlogboek opslaan - Nummer van takenlogboek voor kennisgeving via e-mail 50000 • Opdrachtlogboek verwijderen – Opdrachtlogboek bekijken –...
Pagina 785
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Aanpassing beeldkwaliteit G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling ● Afbeeldingskwaliteit aanpassen (pagina 8-177) Collectieve Aanpassing Stand fuserreiniging – Reinig modus MC – Zwarte Letter/Zwarte Lijn Dikte verstelling Verminder zwarte strepen Uitgeschakeld Geef waarschuwingsbericht bij opmerken zwarte Uitgeschakeld strepen.
Pagina 786
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingen Eerste Ingebruikneming G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling ● Instellingen Eerste Ingebruikneming Voorwaarde- Instellingen Naam – Machinecode – Machinelocatie – Memo – Klok aanpassen – • Huidige datum – • Geef de tijdzone aan –...
Pagina 787
SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS STATUS Status Machine-identificatie Het scherm Machine-identificatie bevat de systeeminformatie van het apparaat. Hier worden de modelnaam, de huidige status en de locatie van het apparaat weergegeven. Item Beschrijving Toets [Update] Hiermee werkt u de weergegeven informatie bij. Serienummer Toont het serienummer van het apparaat. Als [Naam] niet is ingesteld, wordt [Niet ingesteld] weergegeven.
Pagina 788
SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS Item Beschrijving Toont de huidige status van de benodigdheden. Voorraadstatus Als nietjes zijn geplaatst, wordt de status ervan weergegeven. Status papierinvoercassette Toont de huidige status van de papierladen die in het apparaat zijn geïnstalleerd. Wijzig het kleurenschema dat voor de webpagina wordt gebruikt. Instelling weergavepatroon (Kan alleen op de webpagina worden ingesteld.) Toont het scherm voor opnieuw opstarten.
Pagina 789
SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS Netwerkstatus Het scherm Netwerkstatus bevat algemene statusinformatie en statusinformatie met betrekking tot de protocollen TCP/IP, DNS en WINS. Item Beschrijving Toont algemene informatie over het netwerk. • Connectietype: Toont het type netwerkverbinding. • Koppelingsstatus: Toont de gegevensoverdrachtsnelheid van de NIC en kabelgegevens.
Pagina 790
SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS Firmwareversie Geeft de firmwareversie van het apparaat in een lijst weer. Spanning uit/aan Via het scherm In-/uitschakelen kunt u het apparaat opnieuw opstarten of de energiespaarmodus inschakelen. Voor deze functie hebt u beheerdersrechten nodig. Item Beschrijving Hiermee wordt het apparaat opnieuw opgestart. Start de MFP opnieuw Tik op de toets [Uitvoeren] om het scherm Opnieuw opstarten te openen en tik daarna nogmaals op de toets [Uitvoeren] om het apparaat opnieuw op te starten.
Pagina 791
• Lijst Metadata-set • Gemeenschappelijke Instellingenlijst • Scaninstellingenlijst • Faxinstellingenlijst • I-Fax Instellingenlijst • Documentarchivering Instellingenlijst • Sharp OSA-instellingenlijst Algemeen U kunt lijsten met beheerdersinstellingen afdrukken voor de volgende modi. • Lijst Papierinstellingen • Instellingenlijst Printeridentificatie • Uitvoeringsinstellingenlijst • Lijst Toetsenbordinstellingen •...
Pagina 792
SYSTEEMINSTELLINGEN►ADRESBOEK ADRESBOEK Adresboek Verzendbestemmingen (contactpersonen), zoals faxadressen en Scannen naar E-mail-adressen, en groepen kunnen in het adresboek worden opgeslagen. Zie 'ADRESBOEK (pagina 1-103)' voor de procedure voor het opslaan van contactpersonen en groepen met het aanraakscherm van het apparaat. In de instellingsmodus wordt de lijst met opgeslagen contactpersonen en groepen weergegeven.
Pagina 793
SYSTEEMINSTELLINGEN►ADRESBOEK Item Beschrijving Verzendmodus Selecteer de communicatiesnelheid en de Internationale Correspondentiemodus. Instellen als standaard gebruikt Een adres als standaardadres instellen. Internetfax Internetfaxadres Als u een nieuw adres wilt opslaan, selecteert u [Nieuw adres] en voert u het adres in het veld Adres in. Als u een adres wilt zoeken dat als globaal adres is opgeslagen, klikt u op deze knop en Globaal Adres Zoeken selecteert u het adres in de lijst.
Pagina 794
SYSTEEMINSTELLINGEN►ADRESBOEK Item Beschrijving Bureaublad Als u een adres wilt toevoegen, selecteert u [Nieuw adres] en voert u het adres in bij Bureaubladbestemming [Hostnaam of IP-adres]. Voer het poortnummer in. Voer het poortnummer van de bestemmingscomputer in. Procesdirectory Geef de directory op waarnaar de gegevens moeten worden verzonden. Selecteer het bestandsformaat dat voor een gescande afbeelding moet worden gebruikt.
Pagina 795
SYSTEEMINSTELLINGEN►DOCUMENTHANDELINGEN DOCUMENTHANDELINGEN Documenthandelingen Document- Archivering Gegevens die met Documentarchivering zijn opgeslagen kunnen via internet worden bewerkt. Hoofdmap De bestanden in de hoofdmap kunnen worden weergegeven. U kunt een opgegeven bestand bewerken door op [Afdrukken], [Verzenden], [Verplaatsen] of [Wissen] te klikken. Als het bestand dat u wilt bewerken beveiligd is met een wachtwoord, voert u het wachtwoord in bij 'Bestands PIN Code/Wachtwoord'.
Pagina 796
SYSTEEMINSTELLINGEN►DOCUMENTHANDELINGEN Zoeken Zoekcriterium Gebruik deze instellingen om de zoekvoorwaarden in te voeren. U kunt een opgegeven bestand bewerken door op [Afdrukken], [Verzenden], [Verplaatsen] of [Wissen] te klikken. Als het bestand dat u wilt bewerken beveiligd is met een wachtwoord, voert u het wachtwoord in bij 'Bestands PIN Code/Wachtwoord'. Item Beschrijving Gebruikersnaam...
Pagina 797
SYSTEEMINSTELLINGEN►DOCUMENTHANDELINGEN Batch-afdruk Met een batch-afdruk kunnen meerdere bestanden tegelijk worden afgedrukt. Gebruik zoekcriteria om de bestanden te zoeken en selecteer meerdere bestanden in de zoekresultaten. Als u het aantal exemplaren wilt gebruiken dat is ingesteld toen de bestanden met Documentarchivering werden opgeslagen, selecteert u 'Gebruik het in elk bestand opgeslagen aantal kopieën'.
Pagina 798
SYSTEEMINSTELLINGEN►DOCUMENTHANDELINGEN Afdruktaak indienen U kunt een bestand op uw computer afdrukken. De bestanden die kunnen worden afgedrukt zijn: PDF-, TIFF-, JPEG-, PCL-, PS-, XPS-, DOCX-, PPTX- en XLSX-bestanden met de extensie pdf, tif, tiff, jpeg, jpg, jpe, jfif, pcl, ps, xps, docx, pptx en xlsx. Alleen beschikbaar als de MFP PostScript ondersteunt.
Pagina 799
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING GEBRUIKERSBEDIENING Gebruikers -bediening Gebruikers- Lijst Dit tabblad wordt gebruikt om gebruikers op te slaan, te bewerken en te verwijderen als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld. • De toets [Toevoegen] Hiermee voegt u een nieuwe gebruiker toe. • Toets [Wissen] De geselecteerde gebruiker uit de lijst verwijderen. •...
Pagina 800
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Als fabrieksinstelling opgeslagen gebruikers De volgende gebruikers zijn in de fabriek in het apparaat opgeslagen. • Beheerder: de beheerdersaccount van het apparaat is als fabrieksinstelling opgeslagen. • Systeembeheerder: de account voor systeembeheer is als fabrieksinstelling opgeslagen. Deze account kan geen opdrachten uitvoeren.
Pagina 801
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Gebruikersregistratie Item Beschrijving Een gebruikersnaam van maximaal 255 tekens opslaan. Deze gebruikersnaam wordt Gebruikersnaam gebruikt als toetsnaam in het authenticatiescherm, als gebruikersnaam voor documentarchivering en als verzendernaam. Gebruikersnaam gebruiken als Selecteer deze optie als u de ingevoerde gebruikersnaam wilt gebruiken als loginnaam.
Pagina 802
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Aangepaste Index U kunt de naam van de aangepaste index wijzigen. Tik op de naam van de aangepaste index in de lijst om deze te bewerken. Wis de eerder ingevoerde tekens en voer een nieuwe naam in (maximaal 127 tekens). Lijst van organisaties /groepen Deze modus wordt gebruikt om gebruikersgroepen op te slaan.
Pagina 803
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Netwerkserver toegangscontrole uitvoeren Toegangscontrolegegevens voor maximum aantal pagina's, bevoegdheden en favoriete handelingen kunnen van tevoren op een netwerkserver worden opgeslagen. Als deze netwerkserver voor netwerkauthenticatie wordt gebruikt, vindt de gebruikersauthenticatie plaats aan de hand van de opgeslagen toegangscontrolegegevens. Gebruik deze functie als gebruikersauthenticatie plaatsvindt door middel van netwerkauthenticatie met een LDAP-server of een adreslijstservice (zoals Active Directory).
Pagina 804
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Als 1000 gebruikers al handmatig zijn geregistreerd, is inloggen niet mogelijk. Verwijder oude of ongebruikte gebruikersnamen. Neem contact op met de beheerder van het apparaat. • Als toegangscontrole is ingeschakeld en de toegangscontrole-informatie niet kan worden verkregen via netwerkauthenticatie, is gebruikersauthenticatie niet mogelijk. •...
Pagina 805
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Een gebruiker alleen d.m.v. gebruikersnummer authenticeren Gebruik deze optie voor eenvoudige authenticatie als u de netwerkauthenticatie overslaat. • Het aanmeldscherm hangt af van de geselecteerde authenticatiemethode. 'GEBRUIKERSAUTHENTICATIE (pagina 1-31)' voor meer informatie. • Als 'Een gebruiker alleen d.m.v. gebruikersnummer authenticeren' is geselecteerd als authenticatiemethode, kan de netwerkauthenticatie niet worden gebruikt.
Pagina 806
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Uitschakelen van afdrukken door ongeldige gebruiker Het is mogelijk het afdrukken door gebruikers waarvan geen informatie op het apparaat is opgeslagen te blokkeren, zoals het afdrukken zonder het invoeren van geldige gebruikersinformatie in de printerdriver of het afdrukken van een bestand op een FTP-server in de instellingsmodus (webversie).
Pagina 807
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Pas loginnaam toe op de gebruikersnaam van de netwerkmap Pas loginnaam toe op de gebruikersnaam van de netwerkmap Help-weergave van aanmeldscherm bewerken De instellingen die u hier hebt gemaakt, worden weergegeven in het aanmeldscherm. Gebruikersinformatie afdrukken Drukt de volgende itemlijsten af. •...
Pagina 808
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Paginalimietgroep Deze modus wordt gebruikt om instellingen voor paginalimieten vooraf te registreren voor elke groep. De paginalimiet voor elke gebruiker wordt opgegeven door een van deze geregistreerde groepen te selecteren wanneer de gebruiker wordt geregistreerd. • De toets [Toevoegen] Gebruik deze toets om een nieuwe groep toe te voegen.
Pagina 809
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Authoriteitsgroep Gebruik deze modus om instellingen die relevant zijn voor gebruikersautoriteiten vooraf op te slaan voor elke groep. De autoriteit van elke gebruiker wordt opgegeven door een van deze geregistreerde groepen te selecteren wanneer de gebruiker wordt geregistreerd. • De toets [Toevoegen] Gebruik deze toets om een nieuwe groep toe te voegen.
Pagina 810
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Item Beschrijving Goedkeuringsinstelling voor Geen Geen Geen tonerbesparing Geen tonerbesparing Geen tonerbesparing gebruik tonerbesparingsmodus tonerbesparing tonerbesparing PDF maken voor surfen op pc Toegestaan Verboden Toegestaan Toegestaan Toegestaan Beeld Verzenden Goedkeuringsinstellingen voor elke modus • E-mail Alle toegestaan Alle verboden Alle toegestaan Alle toegestaan Alle verboden...
Pagina 811
Verboden Verboden Verboden gebruikers weergeven SharpOSA Instelling van goedkeuring voor Toegestaan Verboden Toegestaan Toegestaan Toegestaan gebruik van een Sharp OSA Algemene functies Goedkeuringsinstellingen voor Alle toegestaan Alle toegestaan Alle toegestaan Alle toegestaan Alle toegestaan dubbelzijdig afdrukken Wijzigen Rekeningcode Toegestaan Toegestaan...
Pagina 813
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Favoriete handelingen-groep Groepslijst favoriete bediening Voor elke groep kan een favoriete bedieningsomgeving worden ingesteld. Bijvoorbeeld: een gebruiker die een andere taal spreekt moet normaal gesproken elke keer de taal wijzigen wanneer hij of zij het apparaat gaat gebruiken. Door de taalinstelling in een favoriete handelingen-groep te registreren, wordt de taal automatisch gekozen wanneer de betreffende gebruiker zich aanmeldt.
Pagina 814
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Item Beschrijving Toetsgeluid Stel het geluid in dat u hoort wanneer op een toets wordt getikt. Keuze Toetsenbord Stel de taal van het toetsenbord in. Weergavepatroon instelling Selecteer het kleurenpatroon dat in het aanraakscherm wordt gebruikt. Wanneer Vasthouden is ingeschakeld in de printerdriver en afdrukgegevens naar het Opgeslagen taken automatisch apparaat zijn gespoold, worden de gespoolde gegevens automatisch afgedrukt wanneer de afdrukken na login...
Pagina 815
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Beginschermlijst Beginscherminstellingen moeten vooraf worden opgeslagen. Selecteer een beginscherm voor de registratie van Groepslijst favoriete bediening. Item Beschrijving Naam Voer een naam van maximaal 32 tekens voor het beginscherm in. Selecteer een van de eerder opgeslagen beginschermen als sjabloon voor het nieuwe Selecteer de groepnaam voor het beginscherm.
Pagina 816
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Gebruikersaantallen terugzetten Selecteer een gebruiker in het instellingenscherm en tik op de toets [Aantal wissen]. Het scherm 'Gebruikersaantallen op nul zetten' wordt weergegeven voor de betreffende gebruiker. De scherminhoud varieert, afhankelijk van het feit of één gebruiker of meerdere gebruikers zijn geselecteerd. De items die in beide gevallen worden weergegeven, worden beschreven in de onderstaande tabel.
Pagina 817
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Instelling Rekening Code Beheerinstellingen De instelling van de rekeningcode wijzigen. Gebruik Rekening Code De rekeningcode inschakelen of uitschakelen. Gebruik Code Instellingen Er wordt automatisch een gebruikscode toegewezen als geen rekeningcode wordt ingevoerd. Voer de code in en gebruik maximaal 32 1-bits tekens. Neem de Rekeningcode over bij Modusovergang Als deze functie is ingeschakeld, dan wordt het venster voor het invoeren van de rekeningcode niet weergegeven bij een modusovergang.
Pagina 818
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Main code zoeken Voer de main code en de naam van de main code in en tik vervolgens op de toets [Zoeken]; het zoekresultaat wordt weergegeven. Instellingen Item Beschrijving Main Code Voer de Main Code in. Voer de code in en gebruik maximaal 32 1-bits tekens. Voer de Main Code in.
Pagina 819
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Sub code zoeken Voer de sub code en de naam van de sub code in en tik vervolgens op de toets [Zoeken]; het zoekresultaat wordt weergegeven. Instellingen Item Beschrijving Sub Code Voer de Sub Code in. Voer de code in en gebruik maximaal 32 1-bits tekens. Voer de Sub Code in.
Pagina 820
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling voor het beginscherm U kunt de lay-out, de pictogrammen en de achtergrond van het beginscherm van het apparaat wijzigen. Voorwaarde- Instellingen Item Beschrijving U kunt de lay-out van de toetsen wijzigen door een patroon te selecteren dat eerder is Sjabloon opgeslagen.
Pagina 821
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Achtergrondbeeld Gebruik deze instelling om een achtergrondafbeelding te registreren. Item Beschrijving Afbeeldingen, zoals achtergrondafbeeldingen, worden in de lijst Geregistreerde afbeelding geregistreerd. Als u een afbeelding wilt registeren, klikt u op de naam van een geregistreerde afbeelding of een ongebruikte naam. Daarop wordt het scherm Achtergrondbeeld registreren De lijst Achtergrondbeeld weergegeven.
Pagina 822
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Kopieerinstellingen Voorwaarde- Instellingen De volgende instellingen zijn bedoeld voor de kopieerfunctie. Standaardinstellingen die u met deze instellingen selecteert, zijn van toepassing op alle functies van het apparaat (niet alleen de kopieerfunctie). Instelling Draaien Kopie Als het origineel en het papier in een andere afdrukstand worden geplaatst, wordt de afbeelding met deze functie automatisch 90 graden gedraaid om correct op het papier te worde gekopieerd.
Pagina 823
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Begininstelling Tabkopie Deze instelling wordt gebruikt om de breedte van de standaardafbeeldingsverschuiving (de tabbreedte) voor tabkopieën in te stellen. Geef een waarde op van 0 mm (0") t/m 25 mm (1") in stappen van 3 mm (1/8"). Uitschakelen Registratie/Wissen van Programma Deze instelling wordt gebruikt om het verwijderen en wijzigen van de kopieerinstellingen in de werkprogramma's niet toe te staan.
Pagina 824
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Hoge kwaliteitsscan van Document Feeder U kunt de resolutie voor kopieën via de automatische documentinvoereenheid wijzigen van 600 x 400 dpi naar 600 x 600 dpi (modus Hoge kwaliteit). Wanneer u gebruikmaakt van de modus Hoge kwaliteit, worden fijne lijnen en kleine tekst beter afgedrukt. Wanneer u de modus Hoge kwaliteit niet selecteert, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan om te kunnen scannen met een resolutie van 600 x 400 dpi en de hoogste snelheid te behalen.
Pagina 825
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Uitgangsinstellingen status De volgende instellingen zijn bedoeld voor de kopieerfunctie. De standaardinstellingen die u met deze instellingen selecteert, hebben betrekking op alle functies van het apparaat (niet alleen de kopieerfunctie). De kopieerinstellingen worden naar de standaardwaarden teruggezet als op de knop [Aan] wordt gedrukt, als op de toets [CA] wordt getikt of wanneer de interval voor automatisch wissen is verstreken.
Pagina 826
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Printerinstellingen U kunt de instellingen met betrekking tot de printerfunctie configureren. Voorwaarde- Instellingen De voorwaarden voor printerinstellingen worden hieronder beschreven. Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Hiermee schakelt u de mogelijkheid uit om een kennisgevingspagina af te drukken. Testpagina Niet Afdrukken Hiermee schakelt u de mogelijkheid uit om de testpagina af te drukken.
Pagina 827
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Interface-Instellingen U kunt de instellingen met betrekking tot de printerfunctie configureren. Deze instellingen worden gebruikt om de verzending van gegevens naar de USB- of netwerkpoort te controleren en te bewaken. Hexadecimale Dump Deze functie wordt gebruikt om de afdrukgegevens van een computer af te drukken in hexadecimale indeling, samen met de bijbehorende ASCII-tekst.
Pagina 828
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Uitgangsinstellingen status Als u gegevens afdrukt in een omgeving waar de printerdriver niet wordt gebruikt (met andere woorden: als u gegevens afdrukt via het MS-DOS-systeem of als u gegevens afdrukt via een pc waarop de meegeleverde printerdriver niet is geïnstalleerd), stelt u de gedetailleerde afdrukvoorwaarden in.
Pagina 829
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingsitems Beschrijving • (Uitgeschakeld) Snelbestand • (Ingeschakeld) *1 Papierformaten die kunnen worden gebruikt met deze functie zijn A3, B4 en A4, 11" x 17", 8-1/2" x 14" en 8-1/2" x 11". (Deze functie werkt bij sommige afdrukmethoden mogelijk niet.) *2 Kan worden geselecteerd als 2 pagina's op 1 vel is geselecteerd.
Pagina 830
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN PostScript-instellingen Als een fout optreedt tijdens het afdrukken van PostScript, bepalen deze instellingen of een foutbericht wordt afgedrukt en of de PostScript-gegevens in binaire indeling worden ontvangen. Instellingsitems Instellingen Instelling Standaard, Tekst/Foto, Tekst, Foto, Dot (Hoog Lijn Scherminstellingen Configureer de afbeeldingsinstellingen voor PostScript. Nummer), Dot (Laag Lijn Nummer) Als een PS (PostScript)-fout optreedt tijdens het afdrukken van...
Pagina 831
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen voor e-mail afdrukken Selecteer deze optie om E-mail afdrukken te gebruiken. E-mail afdrukken Geef aan of E-mail afdrukken al dan niet moet worden uitgevoerd. POP3-server Stel de POP3-server voor e-mail in. Poortnummer Stel het poortnummer van de e-mailserver in. POP-authenticatie Stel deze optie in om POP-authenticatie voor e-mail uit te voeren.
Pagina 832
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Directe Afdrukinstellingen (Netwerkmap) Configureer deze instellingen als u bestanden in een netwerkmap met Rechtstreek afdrukken wilt gaan afdrukken. Er wordt een lijst met beschikbare netwerkmappen weergegeven. Als u een netwerkmap wilt toevoegen, klikt u op de knop [Toevoegen] en configureert u de instellingen. Registratie van netwerkmap Configureer de instellingen voor de netwerkmap.
Pagina 833
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Beeld Verzenden Algemene instellingen Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (E-mail, Internetfax, enzovoort) kunnen worden geconfigureerd. 'Instellingen Beeld Verzenden (pagina 8-184)' voor informatie over de instellingen voor de faxfunctie. De volgende bedieningsinstellingen zijn van toepassing op alle beeldverzendfuncties. Voorwaarde- Instellingen Instellingen enige tijd vasthouden nadat scannen is voltooid Gebruik deze instelling om de instellingen te bewaren nadat het scannen is voltooid (totdat de functie Automatisch...
Pagina 834
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Voorbeeldinstelling Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens Geef aan of een voorbeeld van ontvangen faxen en internetfaxen moet worden weergegeven. Dit wordt weergegeven als een faxuitbreidingskit of internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd. Standaardlijst/miniatuurweergave Fax/I-fax ontvangstgegevens:Selecteer lijst of miniaturen als standaardweergave in het scherm met ontvangen faxen/I-faxen. Standaard Belichtingsinstellingen Deze instelling wordt gebruikt om de standaardbelichtingsinstellingen in te stellen voor het scannen van documenten in de beeldverzendmodus.
Pagina 835
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Standaardverificatie-Stempel Dit wordt gebruikt om de standaardinstelling in of uit te schakelen. Schakel dit in om de verificatiestempel altijd toe te voegen aan een origineel dat al is gescand met de automatische documentinvoereenheid. Configureer de instellingen voor de volgende items: •...
Pagina 836
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN [Opn. verzenden] uitschakelen in fax/scan modus Met deze instelling schakelt u de toets [Opn. verzenden] in het basisscherm van de beeldverzendmodus uit. Selecteren uit adresboek uitschakelen Hiermee schakelt u de selectie van bestemmingen vanuit het adresboek uit. Configureer de instellingen voor de volgende items: •...
Pagina 837
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Nieuwe Toevoegen Sla een afzendernaam op. Er kunnen maximaal 20 tekens worden opgeslagen. Tik op de toets [Opslaan] na het invoeren van een afzendernaam. Het laagste ongebruikte registratienummer van 01 t/m 18 wordt automatisch aan de afzendernaam toegewezen. Dit nummer kan niet worden gewijzigd.
Pagina 838
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Opgegeven pagina's per bestand Hiermee wordt een apart bestand gegenereerd voor elke gescande pagina wanneer meerdere pagina's worden gescand. Als deze instelling is ingeschakeld, kan een aantal pagina's per bestand worden opgegeven. OCR Instelling Configureer de instellingen die vereist zijn voor OCR. Lettertype Stel het lettertype in dat moet worden gebruikt voor elke taal die wordt herkend.
Pagina 839
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Compressiemodus bij distributie Hiermee selecteert u de compressiemodus voor distributie tijdens het gebruik van Scannen naar E-mail of Internetfax. De opgegeven compressiemodus wordt gebruikt voor alle bestemmingen, ongeacht de afzonderlijke instellingen voor de compressiemodus. Zwart/wit MH (G3), MMR (G4) Kleur/grijstinten Lage compressie, Gemiddelde compressie, Hoge compressie Nadruk zw.
Pagina 840
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Stel Resolutie Automatisch in U kunt het apparaat zelf de resolutie laten bepalen. Lege pagina Overslaan Geef aan of lege pagina's tijdens het scannen automatisch moeten worden overgeslagen. Scanfunctie uitschakelen Schakel deze optie in om scannen vanaf een externe computer en opslag op externe geheugenapparaten uit te schakelen.
Pagina 841
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Beheerinstellingen Geavanceerde instelling Selectie van Reply-to (Antwoord naar) uitschakelen. Het selecteren van verzendadressen onmogelijk maken. Bestandsnaamgeving U kunt de gegevens selecteren die in de naam van de gescande bestanden zijn opgenomen. Serienummer U kunt het serienummer van het apparaat aan de bestandsnaam toevoegen. Tekst U kunt elke willekeurige tekst aan de bestandsnaam toevoegen.
Pagina 842
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Internet Fax-instellingen Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (Internetfax, Directe SMTP, enzovoort) kunnen worden geconfigureerd. 'Instellingen Beeld Verzenden (pagina 8-184)' voor informatie over de instellingen voor de faxfunctie. Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd wanneer de internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd. Standaard- Instellingen Hiermee worden de standaardinstellingen voor de modus Internetfax geconfigureerd.
Pagina 843
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Origineel afdrukken op transactierapport Wanneer een transactierapport wordt afgedrukt, wordt deze instelling gebruikt om een gedeelte van de eerste pagina van de verzending op het transactierapport af te drukken. Selecteer een van de volgende instellingen. • Altijd Afdrukken • Afdrukken bij fouten •...
Pagina 844
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen verzenden Deze instellingen worden gebruikt om de instellingen voor de modus Internetfax te configureren. I-Fax Ontvanstrapport Aan/Uit Instelling Met deze instelling wordt een ontvangstrapport aangevraagd bij het verzenden van een internetfax. Time-Out Aanvraag I-Fax Ontvangstrapport Instellen De tijdsduur dat het apparaat wacht op het ontvangstrapport van het ontvangende apparaat kan worden ingesteld op elke waarde tussen 1 uur en 240 uur in stappen van 1 minuut.
Pagina 845
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Aantal herhaalde pogingen bij een bezette lijn De instelling geeft aan of opnieuw bellen wel of niet plaatsvindt wanneer de lijn bezet is. U kunt voor het opnieuw bellen het aantal belpogingen instellen. U kunt elke waarde tussen 0 en 15 selecteren. Tijd (in minuten) tussen herhaalde pogingen bij een bezette lijn U kunt het interval tussen nieuwe belpogingen instellen.
Pagina 846
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Letter formaat RX verkleint afdrukken Wanneer een fax van A3-formaat wordt ontvangen, verkleint deze functie de fax tot ledger-formaat (11" x 17"). Wanneer deze instelling is ingeschakeld, worden faxen met ledger-formaat (11" x 17") ook verkleind. Ontvangstdatum/-tijd afdrukken Schakel deze instelling in om de datum en tijd van ontvangst af te drukken. Selecteer [Binnen het ontvangen beeld] of [Buiten het ontvangen beeld] als positie waar de datum en tijd moeten worden afgedrukt.
Pagina 847
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling toestaan/weigeren van mail of domeinnaam Hiermee wordt ontvangst van opgegeven adressen/domeinen wel of niet toegestaan. Item Instellingen Item Ontvangst van het opgeslagen adres/domein is niet toegestaan. Ontvangst Toestaan Ontvangst van het opgeslagen adres/domein is toegestaan. Alle Ongeldig Alle ongeldig Hiermee wordt een nieuw adres of domein (maximaal 50) toegevoegd waarvan ontvangst wel of niet is toegestaan.
Pagina 848
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling directe SMTP Poortnummer (ontvangen), Poortnummer (verzenden) Geef het poortnummer op dat moet worden gebruikt voor verzending en ontvangst via Directe SMTP. Time-out Geef de tijd op waarna de verzending of ontvangst wordt geannuleerd als er geen respons van de server wordt ontvangen tijdens verzenden/ontvangen via Directe SMTP.
Pagina 849
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan) Instellingen inkomende routing De ontvangen fax- en internetfaxgegevens kunnen worden doorgestuurd volgens de opgeslagen doorstuurtabel. Als deze functie is ingeschakeld, kunt u de ontvangen internetfaxen ook doorsturen naar een specifiek e-mailadres zonder ze af te drukken. Tabelregistratie U kunt de gegevensdoorstuurtabel opslaan of bewerken die de doorstuurinstellingen voor ontvangen gegevens bevat.
Pagina 850
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Beheerinstellingen Hiermee worden de beheerinstellingen opgeslagen voor gebruik bij inkomende routing. Lijstnaam Instellingen Registreren van doorstuurtabel uitschakelen Hiermee schakelt u de registratie van doorstuurtabel uit. Wijzigen/verwijderen van doorstuurtabel Hiermee schakelt u wijziging van doorstuurtabel uit. uitschakelen Hiermee schakelt u wijziging van voorwaarden voor doorsturen van Wijzigen van doorstuurvoorwaarde uitschakelen gegevens uit.
Pagina 851
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Inbound Routing (opslaan) Instellingen voor opslag op harde schijf van ontvangen data U kunt een externe accountapplicatie toevoegen en beheren: Instellingen voor het opslaan van ontvangen faxen op de harde schijf. Item Instellingen Automatische Opslag in HDD van Stel in of u ontvangen faxen wilt opslaan op de harde schijf.
Pagina 852
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Setup Metadata Als de applicatie-integratiekit is geïnstalleerd, kunt u de metadata beheren die in andere applicaties moeten worden gebruikt. De opgeslagen metadata worden op de pagina met metadata weergegeven. U kunt metadata toevoegen, bewerken of verwijderen. • De toets [Toevoegen] Hiermee voegt u een nieuwe metadata-set toe.
Pagina 853
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Document- archivering Voorwaarde- Instellingen De instellingen voor documentarchivering worden hieronder beschreven. Selecteer [Instellingen Document- archivering] om de instellingen te configureren. Instellingen Standaardmodus Hiermee wordt aangegeven welke modus (Delen of Vertrouwelijk) moet worden gebruikt als standaardmodus voor het opslaan van een bestand. Als u [Vertrouwelijke Modus] selecteert, wordt het selectievakje [Vertrouwelijk] in het informatiescherm voor archivering ingesteld op Instelling Sorteermethode...
Pagina 854
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Standaard origineelafbeeldingstype Selecteer vooraf het standaardorigineeltype om het scannen van het origineel op een geschikte resolutie mogelijk te maken. De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd. • Tekst/Afged.Foto • Tekst/Foto • Tekst • Foto • Afgedrukte Foto • Map Als de belichting staat ingesteld op [Auto], kan geen standaardorigineeltype worden geselecteerd. Instelling Oorspronkelijke Resolutie U kunt een van de volgende resoluties selecteren als standaardresolutie voor de verzendfunctie.
Pagina 855
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Standaardinstelling van PDF-indeling voor surfen op pc U kunt de aanvankelijke bestandsindeling opgeven voor het openbare PDF-bestand of het downloadbestand dat tijdens de uitvoering van elke opdracht wordt gemaakt. Z/W : Compressiemodus Geen, MH (G3), MMR (G4) Kleur/grijstinten : Comprimeringsfactor Laag, Middel, Hoog Instellingen tijdens de uitvoering van elke opdracht Telkens wanneer gegevens voor kopiëren, printer, scanner, internetfax, fax of opgeslagen scangegevens worden...
Pagina 856
Voorwaarde- Instellingen Cookie-instelling Geef aan hoe toepassingscookies worden behandeld bij het gebruik van een toepassing in Sharp OSA. Als "Cookie vasthouden" is geselecteerd, bewaart de machine cookies die in een toepassing worden gebruikt. Als "Cookie niet vasthouden" wordt geselecteerd, worden cookies niet vastgehouden als een toepassing wordt gebruikt.
Pagina 857
Rapporteert de bestandsnaam. Selecteer bestand* Voer de bestandsnaam in. * Deze functies kunnen alleen op de webpagina worden ingesteld. Instelling ontvangende toepassing De Fax- of I-Fax-ontvangstfuncties kunnen in de Sharp OSA-applicaties worden ingesteld. Instellingen Item Instellingen Doorsturen naar toepassing De Fax- of I-Fax-berichtontvangst kan door Sharp OSA-applicaties worden beheerd.
Pagina 858
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Item Instellingen Adres voor toepassings Voer de URL van het aanmeldscherm in dat het eerst moet worden weergegeven nadat het programma gebruikers interface. apparaat is ingeschakeld. Adres voor webservice Voer de URL in van de server of computer die opdrachten en gebeurtenissen verstuurt via het XML/SOAP-protocol. Time-out Voer een time-out in.
Pagina 859
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene instellingen Papierinstellingen Papierlade- instellingen In dit gedeelte worden instellingen voor de papierlade en het papiertype beschreven. Deze instellingen bepalen het papiertype, het papierformaat en functies die voor elke papierlade zijn toegestaan. Als u [Papierlade- instellingen] selecteert, wordt er een lijst weergegeven met de laden en huidige instellingen. Automatisch schakelen van lade Als het papier in een lade opraakt tijdens het afdrukken, bepaalt dit of een andere lade met hetzelfde papierformaat en hetzelfde papiertype automatisch wordt geselecteerd en het afdrukken doorgaat.
Pagina 860
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Lade-instellingen Papierlade Papiertype Formaat Normaal Papier 1 tot 2* Recycled, Kleur, Briefpapier, Papiercassette 1 A4, B5, 8-1/2" x 11" Voorbedrukt, Geperforeerd, gebruikerstype Normaal Papier 1 tot 2* Recycled, Kleur, Briefpapier, Papiercassette 2 A4, 8-1/2" x 11" Voorbedrukt, Geperforeerd, gebruikerstype Auto-AB (A3W, A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 216 x 330 mm Normaal Papier 1 tot 2* (8-1/2"...
Pagina 861
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Papierlade Papiertype Formaat Auto-AB (A3W, A3, B4, A4W, A4, A4R* , B5, B5R, A5R, Normaal Papier 1 tot 2* 11" x 17", 216 x 343 mm (8-1/2" x 13-1/2")* , 216 x 340 mm Recycled, Kleur, Briefpapier, (8-1/2" x 13-2/5")* , 216 x 330 mm (8-1/2"...
Pagina 862
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Kies een papierformaat voor autom. det. 'Kies een papierformaat voor autom. det.' in het instellingenscherm van de handinvoerlade wordt gebruikt om het automatisch gedetecteerde papierformaat te selecteren uit vergelijkbare formaten. Selecteer een van twee formaten wanneer 'Auto-Inch' is ingesteld. Selecteer een van vijf formaten wanneer 'Auto-AB' is ingesteld.
Pagina 863
U kunt kiezen uit Eenvoudige kopie, Kopiëren, Eenvoudige scan, E-mail, Netwerkmap, FTP/Bureaublad, Eenvoudige fax, Fax, Print Release, Gegevensinvoer, Adresboek, Adresboek (Eenvoudige scan), Adresboek (Eenvoudige fax), Documentarchivering, Beginscherm, Exchange (E-mail), Gmail of Sharp OSA-scherm. Favoriete menu's standaard weergeven U kunt opgeven dat de 'Favoriet' eerst moet worden weergegeven tijdens de modusselectie.
Pagina 864
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Toetsbediening Toetsgeluid Regelt het geluidsniveau van het toetsgeluid of schakelt het geluid uit. Key Touch Geluid bij standaardinstelling Wanneer u de belichting instelt in het scherm voor het aanpassen van de belichting van iedere modus, klinkt drie keer een pieptoon als de referentiewaarde is bereikt.
Pagina 865
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Beginwaarde aantal originelen Hiermee bepaalt u of 'Aantal originelen' bij Overige voor elke functie wordt ingeschakeld. Kopieren • Kopieren Beeld Verzenden • Scan naar • Internetfax • Faxen • Data-Invoer Document Archiveren • Scannen naar schijf Voorbeeldinstelling Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens Geef aan of een voorbeeld van ontvangen faxen en internetfaxen moet worden weergegeven.
Pagina 866
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Modus Eenvoudige Instellingen Geef aan welke items kunnen worden geselecteerd in de modus Eenvoudige kopie en andere eenvoudige modi. De items worden op volgorde op het scherm weergegeven, vanaf het item dat als Nr 1 is ingesteld. De items die in de modus Eenvoudige kopie kunnen worden ingesteld Papierselectie, 2-Zijdige kopie, Kopieerfactor, Nieten/ Perforeren, Kleurmodus, Afdrukstand, Belichting en N-Up, Kaartformaat De items die in de modus Eenvoudige scan kunnen worden ingesteld...
Pagina 867
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Toetsenbordinstellingen Standaard toetsenbordinstelling De toetsenbordinstellingen configureren voor het invoeren van tekst. Keuze Toetsenbord U kunt de lay-out en de weergave van de toetsen aanpassen aan de ingestelde taal. Toetsenbordprioriteit instellen Als er een extern toetsenbord is aangesloten, kunt u aangeven of het externe toetsenbord of het toetsenbord op het scherm (het aanraaktoetsenbord) prioriteit moet krijgen.
Pagina 868
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaatbeheer Diverse apparaten die op het apparaat zijn aangesloten, kunnen worden ingesteld. Instelling Detectie Formaat Origineel Een van de 8 groepen standaardorigineelformaten die hieronder worden weergegeven, kunnen worden geselecteerd voor detectie door de functie Detectie formaat origineel. Detecteerbare origineelformaten Selecties Glasplaat Documentinvoerlade (automatische...
Pagina 869
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Zadelvouw en nietpositie instelling Deze instelling wordt gebruikt om de vouw- en nietpositie aan te passen wanneer een nietfinisher (voor nieten van 100 vellen) is geïnstalleerd en de functie Zadelsteek wordt gebruikt. Geef een waarde op binnen +/- 2,0 mm in stappen van 0,25 mm. Papiersoort voor Auto Papierselectie U kunt het papiertype* opgeven dat tijdens de functie Automatische papierselectie zal worden geselecteerd.
Pagina 870
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Datalijst Afdrukken met [Enkelzijdig] of [Dubbelzijdig] definiëren in Datalijst. Uitschakelen van duplex Deze functie wordt gebruikt om 2-zijdig afdrukken uit te schakelen als de duplexmodule bijvoorbeeld niet goed functioneert. Uitschakelen van verschuiving Offset-uitvoer uitschakelen. Uitschakelen van origineelinvoer Gebruik deze instellingen om het gebruik van de automatische documentinvoereenheid niet toe te staan wanneer deze bijvoorbeeld niet goed functioneert.
Pagina 871
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Statusindicatorinstell. De statusindicator achter op het apparaat gaat branden of knipperen om de status van het apparaat aan te geven. U kunt deze instelling aanpassen en zelf instellen welke status overeenkomt met het branden of knipperen van de groene indicator (statusindicator). De indicator gaat uit wanneer Automatisch uitschakelen is ingeschakeld. Statusindicator (groen): U kunt aangeven welke taakstatus en scanstatus van een origineel leidt tot het aangaan of knipperen van de indicator.
Pagina 872
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen in /uitschakelen Met de volgende instellingen schakelt u bepaalde functies in of uit. Gebruikers- bediening Afdrukken door ongeldige gebruiker uitschakelen Het is mogelijk het afdrukken door gebruikers waarvan geen informatie op het apparaat is opgeslagen te blokkeren, zoals het afdrukken zonder het invoeren van geldige gebruikersinformatie in de printerdriver of het afdrukken van een bestand op een FTP-server in de instellingsmodus (webversie).
Pagina 873
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Beeld Verzenden Omschakelen weergave- volgorde uitschakelen Hiermee schakelt u de mogelijkheid uit om de weergavevolgorde (volgorde van zoeknummer, oplopend, aflopend) te wijzigen in het adresboek en andere items. Als deze optie is ingesteld, wordt de weergave ook niet gesorteerd als u op het tabblad in het adresboekscherm tikt. De huidige volgorde van de weergave wordt gebruikt nadat de instelling is geselecteerd.
Pagina 874
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Selecteren uit adresboek uitschakelen Hiermee schakelt u de selectie van bestemmingen vanuit het adresboek uit. Configureer de instellingen voor de volgende items: • E-mail • FTP • Internetfax (incl. directe SMTP) • Faxen • Bureaublad • Netwerkmap Alles selecteren: alle items worden geselecteerd. Geselecteerde wissen: alle selecties worden gewist.
Pagina 875
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Bedienings- Instellingen Timer voor automatisch wissen annuleren Hiermee schakelt u de modus Automatisch wissen uit. Uitschakelen van opdrachtprioriteit De functie Opdrachtprioriteit kan worden uitgeschakeld. Na uitschakeling wordt de toets [Prioriteit] niet meer in het scherm met de opdrachtstatus getoond. Uitsch.
Pagina 876
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Met deze instelling kunt u het gebruik van perforeren blokkeren, bijvoorbeeld wanneer de perforatiemodule van de afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid niet goed functioneert. Invoegeenheid uitschakelen Hiermee wordt het gebruik van de invoegeenheid uitgeschakeld. Uitschakelen vouw-unit Deze instelling wordt gebruikt om de vouweenheid uit te schakelen. Uitschakelen van snijmodule Deze instelling wordt gebruikt om de snijmodule uit te schakelen.
Pagina 877
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Klokaanpassing Dit is de eerste basisinstelling voor de bediening van het apparaat. Gebruik deze functie om de datum en tijd van de ingebouwde klok van het apparaat in te stellen. Als [Systeem- instellingen] bij 'Instellingen (beheerder) [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen] → [Klokinstelling deactiveren] is ingeschakeld, kunnen de datum en tijd niet worden ingesteld.
Pagina 878
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Datumformaat Dit is de eerste basisinstelling voor de bediening van het apparaat. De notatie die wordt gebruikt voor het afdrukken van de datum op lijsten en andere uitvoer kan worden gewijzigd. Als [Systeem- instellingen] bij 'Instellingen (beheerder) [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen] → [Klokinstelling deactiveren] is ingeschakeld, kunnen de datum en tijd niet worden ingesteld.
Pagina 879
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Netwerk- instellingen Snelle setup Selecteer de minimaal vereiste instellingen voor de apparaatverbinding met het netwerk. Instellingen voor draadloos Connectietype Gebruik deze instelling om te schakelen tussen [Alleen bekabeld], [Bedraad+Draadloos (Access Point Mode)] of [Draadloos (Infrastructuur Modus)]. Als 'Draadloos (Infrastructuur Modus)' is geselecteerd bij 'Connectietype' Toegangpunt Zoeken Klik hierop om naar toegangspunten te zoeken.
Pagina 880
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN DNS-instellingen Primaire server Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in. Secundaire server Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in. Domeinnaam Voer de domeinnaam in waar de geselecteerde DNS-server bestaat. SMTP-instelling Primaire server Voer de hostnaam of het IP-adres van de primaire SMTP-server in. Naam Afzender Voer de naam van de afzender in.
Pagina 881
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN LDAP-server Voer de hostnaam of het IP-adres van de LDAP-server in. Gebruikersnaam Voer de accountnaam voor de LDAP-instelling in. Wachtwoord Voer het wachtwoord in. Wachtwoord wijzigen Wijzig het wachtwoord door in te stellen. Authenticatietype Selecteer de authenticatieserver in de vervolgkeuzelijst. KDC-server Voer de hostnaam of het IP-adres van de Kerberos-authenticatieserver in.
Pagina 882
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Protocolinstelling Selecteer de algemene netwerkinstellingen. De TCP/IP-gegevens kunnen worden ingesteld. TCP/IP IPv4-instellingen Gebruik deze instelling om het IP-adres van het apparaat in te stellen wanneer u het apparaat gebruikt in een TCP/IP (IPv4)-netwerk. DHCP Gebruik deze instelling om het IP-adres automatisch te verkrijgen met behulp van DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v6.
Pagina 883
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Services instellingen Selecteer de algemene netwerkinstellingen. Selecteer de instellingen voor DNS, SMTP, Kerberos-authenticatie, SNTP, mDNS, SNMP en WINS. DNS-instellingen IPv4-instellingen Primaire server Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in. Secundaire server Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in. IPv6-instellingen Primaire server Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in.
Pagina 884
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Wachtwoord Voer het wachtwoord in. Als u het wachtwoord wilt wijzigen, stelt u [Wachtwoord wijzigen] in op POP voor SMTP is ingesteld, wordt u geauthenticeerd voor de POP-server voordat u de SMTP-communicatie gebruikt. • POP3-server: voer de hostnaam of het IP-adres van de secundaire SMTP-server in. •...
Pagina 885
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN mDNS mDNS-instellingen mDNS Stel deze optie in om de mDNS-instellingen te gebruiken. Servicenaam Voer een servicenaam in. Domeinnaam De domeinnaam weergeven. Service met hoogste prioriteit Selecteer een service die u met de prioriteit gebruikt. SNMP SNMP v1-instellingen SNMP v1-instellingen Stel deze optie in om de SNMPv1-instellingen te gebruiken.
Pagina 886
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Direct print instellingen Voer een vervaldatum voor het profiel in. Instelling LPD Stel deze optie in om LPD te gebruiken. Time-out Voer een time-out in. De standaardinstelling is 90 seconden. Banner gebruiken Stel deze optie in om de banner te gebruiken. De standaardinstelling is 'Ongeldig'. Instelling ruwe afdruk Ruwe afdruk Stel deze optie in om RAW afdrukken te gebruiken.
Pagina 887
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaatnaam De apparaatnaam opgeven die op het clientapparaat wordt weergegeven. Deze naam is identiek aan de apparaatnaam op de pagina Machine-informatie van de status. Registreer met Google Cloud Print Dit wordt weergegeven als de 'Status' 'Niet ingesteld' is. Tik op deze toets om de registratie-informatie weer te geven op het bedieningspaneel. Open de webbrowser op uw apparaat en ga naar de URL die wordt weergegeven.
Pagina 888
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN geo URI (RFC 5870) Voer de geografische locatie van de machine in. Voer de locatiegegevens in en gebruik de indeling van de geo URI-norm. Aansluiten op externe dienst Cloud Connect Instellingen Office 365 Domeinnaam Stel deze optie in als u een koppeling naar de functie OneDrive for Business/SharePoint Online gebruikt. Voor uw domeinnaam voor Office 365 in (het ***** gedeelte van *****.onmicrosoft.com).
Pagina 889
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Instellingsitems Instelling Naam Voer de adresboeknaam in. Voert de standaardzoekinstellingen in voor het zoeken naar een specifiek gebied van de LDAP-directorygegevensstructuur. Zoek-root Bijvoorbeeld: o = ABC, ou = NY, cn = Everyone De ingevoerde waarden moeten met een puntkomma of komma van elkaar worden gescheiden. LDAP-server Voer de hostnaam of het IP-adres van de LDAP-server in.
Pagina 890
(Bijvoorbeeld: "10*" (gelijk aan 100.nnn.nnn.nnn tot 109.nnn.nnn.nnn) Als de Sharp OSA-toepassing die "HTML Browser 3.5" gebruikt is ingesteld op een uitzonderingsadres, kan regel (3) niet worden gebruikt. 4) U kunt een scheidingsteken (puntkomma (;)) gebruiken om meerdere adressen in te voeren.
Pagina 891
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Huidige status draadloos Hiermee geeft u de ontvangstniveaus (max. 100) van het draadloze netwerk en de IP-adressen weer. Scherm voor draadloze instellingen weergeven Klik op de knop [Setup]. In het scherm Instellingen voor draadloos kunt u de SSID, het beveiligingstype, de versleuteling en de beveiligingscode voor het draadloze netwerk instellen.
Pagina 892
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Configureer hier de SSID, het beveiligingstype, de versleuteling en de beveiligingscode voor het draadloze netwerk. Wanneer u op de knop [Indienen] klikt, worden de instellingen opgeslagen. Toegangpunt Zoeken Klik hierop om naar toegangspunten te zoeken. Als de zoekresultaten worden weergegeven, klik dan op het toegangspunt dat u wilt gebruiken en klik op [OK].
Pagina 893
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Active Directory Instellingen Domeinnaam Voer de naam van het domein in. Zoek Attribuut: Het opzoekkenmerk instellen. De standaardinstelling is cn. Link met gebruikerscontrolefunctie Paginalimietgroep Hier kunt u een paginalimietgroep instellen. De standaardinstelling is pagelimit. Authoriteitsgroep Hier kunt u een authoriteitsgroep instellen. De standaardinstelling is authority. Favoriete handelingen-groep Hier kunt u een favoriete handelingen-groep instellen.
Pagina 894
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Beveiligings- instellingen Wanneer instellingen worden gewijzigd, worden deze pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgestart. Zie VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-10)' voor informatie over het opnieuw opstarten van het apparaat. Wachtwoord wijzigen Toegang tot Webpagina van Apparaat Beperken Via Wachtwoord Gebruik deze instelling om het aanmeldscherm weer te geven zodat de gebruiker zich moet aanmelden om toegang te krijgen tot de webserver.
Pagina 895
• BMLinkS • mDNS • WSD • Tandemuitvoer verzenden • Afdrukken vrijgeven • Gegevensback-up (verzenden) • Sharp OSA (uitbreidingsplatform) • Afdrukken vrijgeven • HTTP • HTTPS • XMPP Filterinstelling U kunt de filter via een IP- of MAC-adres instellen om ongeautoriseerde toegang tot het apparaat via een netwerk te voorkomen.
Pagina 896
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Client-poort • HTTPS: SSL-versleuteling toepassen op HTTP-communicatie. • FTPS: SSL-versleuteling toepassen op FTP-communicatie. • SMTP-SSL: SSL-versleuteling toepassen op SMTP-communicatie. • POP3-SSL: SSL-versleuteling toepassen op POP3-communicatie. • LDAP-SSL: SSL-versleuteling toepassen op LDAP-communicatie. Versleutelingsniveau Het versleutelingsniveau kan op een van drie niveaus worden ingesteld. Apparaatcertificaat Certificaatstatus Toont de status van het certificaat dat vereist is voor verzending met SSL.
Pagina 897
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Versleutelingsinstellingen E-mail ondertekenen Schakel 'E-mail ondertekenen' in om een handtekening te gebruiken. Versleutelen Schakel versleuteling in. Schakelen verzenden uit, naar de adressen die niet kunnen worden versleuteld. Verbied verzending naar adressen die niet kunnen worden versleuteld. Maker van Certificate Signing Request(CSR) Voer onderstaande informatie in en tik op de toets [Uitvoeren] om een Certificate Signing Request (CSR) aan te maken.
Pagina 898
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN IPsec-regels De geregistreerde IPsec-regels worden weergegeven. Als u een nieuwe regel wilt toevoegen, klikt u op de knop [Toevoegen]. Als u een regel wilt verwijderen, selecteert u de regel die u wilt verwijderen en klikt u op de knop [Verwijderen]. Registratie IPsec-regels Regelnaam Voer een naam in voor de IPsec-regel.
Pagina 899
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN EAP authenticatiemethode Stel de EAP-authenticatiemethode in bij IEEE802.1X. EAP gebruikersnaam Voer maximaal 64 tekens in voor de EAP-gebruikersnaam die voor authenticatie wordt gebruikt. Wachtwoord Voer maximaal 64 tekens in voor het EAP-wachtwoord dat voor authenticatie wordt gebruikt. Serverauthenticatie Geef aan of serverauthenticatie wordt gebruikt. EAP time-out Geef de EAP time-out op.
Pagina 900
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Veiligheidscontrole Afdruktaken beperken andere dan de huidige Afdruktaak in Wachtrij U kunt de instellingen selecteren voor het annuleren van afdrukopdrachten die niet moeten worden vastgehouden of juist aangeven dat alle afdrukopdrachten moeten worden vastgehouden. Als [Afdruktaken beperken andere dan de huidige Afdruktaak in Wachtrij] is ingeschakeld, kunnen onderstaande instellingen worden geselecteerd.
Pagina 901
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Verborgen patroon afdrukken Selecteer Instelling Verborgen patroon afdrukken. De functie Verborgen patroonafdrukken voorkomt niet-geautoriseerd kopiëren, omdat de opgegeven tekst op de achtergrond van de uitvoervellen wordt afgedrukt. Uitgangsinstellingen status Standaardinstellingen Item Instellingen Instelling Verborgen patroon Een patroonafdruk kan worden afgedrukt met deze instellingen. afdrukken Belichting Selecteer een belichting.
Pagina 902
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Traceer- gegevensafdruk Hiermee drukt u de tracking-informatie boven of onder aan uitgevoerde pagina's af wanneer een kopieer- of afdrukopdracht wordt uitgevoerd. Item Instellingen Instelling traceergegevensafdruk Stel deze optie in om de tracking-informatie af te drukken. De volgende informatie kan worden afgedrukt. Afdrukgegevens •...
Pagina 903
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Energie Besparen Eco-instelling Het energieverbruik van het apparaat kan met de Ecomodus worden verlaagd. Hoewel elke functie-instelling afzonderlijk kan worden gewijzigd, beschikt het apparaat over de 'Aangepast' en 'Ecomodus' waarmee de instellingen simultaan kunnen worden gewijzigd. Toon scherm Eco Aanbevelings Functie U kunt milieuvriendelijke functies als dubbelzijdig afdrukken en N-Up activeren tijdens kopiëren, het afdrukken van gearchiveerde documenten en rechtstreeks afdrukken.
Pagina 904
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Voorverwarmingsfunctie Geef het aantal minuten op voordat de voorverwarmfunctie wordt geactiveerd. Stel een waarde in van 1 tot 120 in stappen van 1 minuut. De voorverwarmfunctie wordt ingeschakeld wanneer de ingestelde tijdsduur verloopt nadat het afdrukken is voltooid en er geen verdere handelingen plaatsvinden.
Pagina 905
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Wijzig overg. tijd volgens tijd van dag. Deze functie garandeert optimaal gebruik van de modus Automatisch uitschakelen voor elke tijdsperiode door het gebruik van het apparaat te analyseren op basis van takenlogboeken voor een periode van 4 weken. Wanneer deze instelling is ingeschakeld, is de optie [Vaste overgangstijd.] uitgeschakeld. •...
Pagina 906
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Handmatig U kunt een patroon instellen voor elke tijdsperiode. Het apparaat beschikt al over een sjabloon met 3 patronen. Het patroon voor energiebesparing kan worden toegevoegd aan de 'Oorspronkelijke ecopatronen 1 t/m 4'. Sjabloon met drie patronen Sjabloon Patroon Beschrijving van de modus Hele dag "Energiebesp.
Pagina 907
• Kopieren • Beeld Verzenden • Document- Archivering • Systeem- instellingen • Sharp OSA • Handmatige afwerking Lijst met energiebesparingspatronen Deze functie analyseert het gebruik van het apparaat en beheert de overgang naar de modus Automatisch uitschakelen op basis van de gebruiksfrequentie.
Pagina 908
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen specifieke datumhandeling U kunt een datum instellen waarop u een grote hoeveelheid opdrachten gaat afdrukken of een speciale bewerking gaat uitvoeren. U stelt deze datum dan in als "specifieke datum" met een specifiek energiebesparingspatroon. De bewerking voor de specifieke datum wordt uitgevoerd op de datum die is ingesteld als specifieke datum, ongeacht de instelling van de overgangstijd voor Automatisch uitschakelen (ingeschakeld of uitgeschakeld).
Pagina 909
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Planningsinst. In /uitschakelen Het bedieningspaneel van het apparaat kan op een vooraf ingestelde tijd worden in- of uitgeschakeld. U kunt maximaal drie (3) patronen instellen. 'Instelling 1', 'Instelling 2' en 'Instelling 3' worden in deze volgorde uitgevoerd als ze voor dezelfde dag van de week of op dezelfde tijd zijn ingesteld.
Pagina 910
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Systeemcontrole Takenlogboek Opdrachtlogboekgebruik Hiermee wordt het logboek van een uitgevoerde opdracht op het apparaat verwijderd of opgeslagen. Stel het aantal opdrachten in voor [Nummer van takenlogboek voor kennisgeving via e-mail] en klik op [Opslaan]. Tik op de toets [Wissen] om het takenlogboek te verwijderen. U kunt het takenlogboek opslaan door [Takenlogboek] te selecteren in de instellingsmodus (webversie).
Pagina 911
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaat kopiëren De instellingsinformatie van het apparaat wordt in XML-indeling opgeslagen en gekopieerd naar een ander apparaat. Met deze functie hoeft u dezelfde instellingen niet telkens opnieuw te configureren in verschillende apparaten. Als u het apparaat wilt gebruiken om een bestand te bewerken, plaatst u de USB-stick in het apparaat. Als u instellingen op de webpagina moet selecteren, gebruikt u de computer om het bestand te bewerken.
Pagina 912
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Bewaren/ oproepen van systeeminstellingen U kunt de instellingen van de huidige instellingsmodus naar de vorige opgeslagen instellingen of naar de fabrieksinstellingen terugzetten. Huidige Configuratie Opslaan Hiermee wordt de momenteel geconfigureerde instellingsmodus opgeslagen in het apparaatgeheugen. De opgeslagen instellingen worden bewaard, ook nadat u het apparaat met de toets [Aan] hebt uitgeschakeld. Gebruik 'Configuratie Herstellen' hieronder om de opgeslagen instellingen op te halen.
Pagina 913
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Status- en waarschuwingsbericht via e-mail Statusbericht Hiermee selecteert u de instellingen voor de standaard e-mailstatusfunctie of geavanceerde e-mailstatusfunctie. De e-mailstatusfunctie kan periodiek de apparaatinformatie naar het opgeslagen adres verzenden. Standaard Hiermee stelt u de E-mailstatusadreslijst 1, E-mailstatusadreslijst 2 en E-mailstatusdealeradreslijst afzonderlijk in. Item Beschrijving Voer het bestemmingse-mailadres voor verzending van de apparaatstatusinformatie in.
Pagina 914
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Afbeeldingskwaliteit aanpassen Collectieve Aanpassing Diverse apparaten die op het apparaat zijn aangesloten, kunnen worden ingesteld. Stand fuserreiniging Gebruik deze functie om de fuser van de machine schoon te maken wanneer er vlekken of andere vuiligheden verschijnen op de bedrukte kant van het papier. Na uitvoering van deze functie zal er een "V" afgedrukt worden, wat betekent dat de fuser is schoongemaakt.
Pagina 915
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Grijsbalans U kunt de gradatie en dichtheid van kopieën aanpassen. De dichtheid is verdeeld over 3 bereiken en u kunt het niveau van elk bereik instellen. Densiteitaanpassing wanneer [Auto] is geselecteerd voor Belichting Configureer de instellingen voor kopiëren als [Auto] is geselecteerd voor de kopieerbelichting. De belichting kan afzonderlijk worden ingesteld voor kopiëren via de glasplaat of met de automatische documentinvoereenheid.
Pagina 916
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Afbeeldingskwaliteit Scan RGB-instelling Stel de kleurtoon (RGB) voor scannen in. Scherpte Gebruik deze instelling voor een scherpe gescande afbeelding. Contrast Het contrast van gescande afbeeldingen kan worden aangepast. 8-179...
Pagina 917
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene functies Autom. kalibratie grijstinten (Kopie) Autom. kalibratie grijstinten (Afdrukken) Kopiecalibratie vanaf Scherm Printer Kalibratie door Scherm Voert automatische grijsschaalcorrectie uit. Bij kopiëren gebruikt u [Autom. kalibratie grijstinten (Kopie)] voor de aanpassing. Voor afdrukken maakt u aanpassingen met [Autom. kalibratie grijstinten (Afdrukken)]. In elke modus kunt u [Kopiecalibratie vanaf Scherm] en [Printer Kalibratie door Scherm] gebruiken voor aanpassingen met extra precisie.
Pagina 918
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Eerste Ingebruikneming Hiermee worden de items gegroepeerd die direct na de installatie van het apparaat zijn ingesteld. De Instellingen Eerste Ingebruikneming komen overeen met de normale instellingen met dezelfde naam. Raadpleeg voor meer informatie over een instelling de uitleg over het normale item. Item Beschrijving Voorwaarde- Instellingen...
Pagina 919
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Hierna volgt een overzicht van de instellingsmodus voor fax- en fabrieksinstellingen. Afhankelijk van de specificaties van het apparaat en de geïnstalleerde randapparatuur zijn sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar. Systeeminstellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling ■...
Pagina 920
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Instellingsitems Fabrieksinstelling - Vertrouwelijke Ontvangst Kennisgevingspagina Afdrukken • Instelling Afdrukken Activiteitenrapport - Automatisch afdrukken bij vol geheugen Uitge schak. - Dagelijks afdrukken op opgegeven tijd Uitge schak. • ECM Ingeschakeld • Digitaal lijnnetwerk Uitge schak. • Detectie Onderscheidend Belsignaal •...
Pagina 921
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Instellingsitems Fabrieksinstelling Polling-instelling • Set faxdetectiebeveiliging in Ingeschakeld F-Codegeheugenvak – ● Fax Data Ontvangen/Doorsturen (Manueel) (pagina 8-195) Faxinstellingen Ontvangstinstellingen Automat. Ontvangst Meer sets printen Uitge schak. Nieten Uitge schak. Ontvangen gegevens doorsturen –...
Pagina 922
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Luidsprekerinstellingen Gebruik deze instellingen om geluiden vanuit de luidspreker in te stellen (voor Luidspreker, Belvolume, Lijncontrole, Signaal faxontvangst voltooid, Signaal faxverzending voltooid en Foutsignaal faxcommunicatie). Voor Faxontvangstsignaal, Signaal faxverzending voltooid en Foutsignaal faxcommunicatie kunt u naast het volume ook het Toonpatroon en de Tijdinstelling transmissie compleet-geluid selecteren.
Pagina 923
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Instelling Afdrukken Activiteitenrapport U kunt het apparaat zodanig instellen dat het activiteitenrapport dat in het geheugen is opgeslagen periodiek wordt afgedrukt. U kunt instellen dat het Activiteitenrapport voor beeldverzending telkens bij het bereiken van 200 transacties wordt afgedrukt of op een aangegeven tijdstip (slechts eenmaal per dag).
Pagina 924
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Verzendinstellingen U kunt de instellingen voor faxverzending configureren. Instelling Verzenden Automatische Reductie Met deze instelling kunt u de grootte van verzonden faxen automatisch laten verkleinen zodat deze overeenkomt met het formaat van het papier in het ontvangende apparaat. Als deze instelling is uitgeschakeld, worden faxen met de volledige grootte verzonden.
Pagina 925
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Landdifferentiatietabel Aantal belpogingen Interval tussen pogingen Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, 1 tot 10 een willekeurig aantal Zweden, Italië, Spanje, Nederland, (standaard: 2) minuten van 1 tot 15 Saudi-Arabië, Zuid-Afrika, Hongarije, (standaard: 3) Tsjechië, Slowakije, Polen, Griekenland, Rusland Canada 1 tot 14 (standaard: 2)
Pagina 926
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Aantal belpogingen Interval tussen pogingen Singapore, Thailand, Maleisië, India, 1 tot 9 een willekeurig aantal Filippijnen (standaard: 2) minuten van 1 tot 15 (standaard: 1) Hongkong 1 tot 3 (standaard: 2) Taiwan 1 tot 15 (standaard: 2) Indonesië...
Pagina 927
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Instelling Reductie Auto Ontvangst Wanneer een fax wordt ontvangen waarin afgedrukte informatie, zoals de naam en het adres van de afzender, is opgenomen, is het ontvangen beeld iets groter dan het standaardformaat. Deze instelling wordt gebruikt om het beeld automatisch aan het standaardformaat aan te passen.
Pagina 928
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Faxuitvoerinstellingen Deze instellingen worden gebruikt om het aantal kopieën en de uitvoerlade te selecteren voor ontvangen faxen. Als een afwerkingseenheid is geïnstalleerd, kan de afwerklade als uitvoerlade worden geselecteerd en kan nieten worden geselecteerd. Uitvoerlade Selecteer de uitvoerlade voor ontvangen faxen. Aantal afdrukken Stel het aantal ontvangen faxen dat wordt afgedrukt in op een waarde tussen 1 en 99.
Pagina 929
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Instelling aantal toestaan/weigeren Gebruik deze instelling om aan te geven of ontvangst vanaf een opgeslagen nummer moet worden toegestaan of geweigerd. Item Instellingen Geweigerd Weiger ontvangst vanaf het opgeslagen nummer. Ontvangst Toestaan Sta ontvangst vanaf het opgeslagen nummer toe. Zelfs wanneer nummers zijn opgeslagen, de nummers negeren en ontvangst van alle Alle Ongeldig nummers toestaan.
Pagina 930
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Polling-instelling De volgende instellingen zijn bedoeld voor regulier navraaggeheugen via het openbare vak. Set faxdetectiebeveiliging in Wanneer u gebruikmaakt van de navraaggeheugenfunctie, bepaalt deze instelling of een apparaat navraag kan doen bij uw apparaat of dat alleen de apparaten die zijn opgeslagen in uw apparaat navraag kunnen doen. Nieuwe Toevoegen Wanneer u de Instelling Navraagbeveiliging hebt ingeschakeld, gebruikt u deze instelling om faxnummers van de apparaten die toestemming hebben om navraag te doen bij uw apparaat op te slaan (of te wissen).
Pagina 931
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX F-Codegeheugenvak In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u geheugenvakken voor verschillende typen F-codecommunicatie kunt opslaan. Opslag van een geheugenvak Wanneer u op de toets [Nieuw Toev] tikt, wordt het registratiescherm weergegeven. U kunt maximaal 100 F-Codegeheugenvakken voor alle functies opslaan (navraaggeheugen, vertrouwelijk en relaydistributie). Een geheugenvak bewerken en verwijderen Wanneer u een geheugenvak in de lijst selecteert, wordt het scherm voor bewerking voor het vak weergegeven.
Pagina 932
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Fax Data Ontvangen/Doorsturen (Manueel) In dit gedeelte worden de instellingen voor het ontvangen en doorsturen van faxen uitgelegd. Faxinstellingen Item Instellingen Stel de methode voor faxontvangst in. Automatische Ontvangst: wanneer een oproep binnenkomt, geeft het apparaat een beltoon weer, waarna automatisch de fax wordt ontvangen. •...
Pagina 933
The copyrights for the software components and various relevant documents included with this product that were developed or written by SHARP are owned by SHARP and are protected by the Copyright Act, international treaties, and other relevant laws. This product also makes use of freely distributed software and software components whose copyrights are held by third parties.
Pagina 934
Copyright (c) 1995 - 2008 Kungliga Tekniska Högskolan (Royal Institute of Technology, Stockholm, Sweden). All rights reserved. All rights reserved. Export of this software from the United States of America may require a specific license from the United States Government. It is the responsibility of any person or organization contemplating export to obtain such a license before exporting.
Pagina 935
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS" AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;...
Pagina 936
The licence and distribution terms for any publically available version orderivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply becopied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.] D3DES License --------------- Copyright (c) 1988,1989,1990,1991,1992 by Richard Outerbridge. (GEnie : OUTER; CIS : [71755,204]) Graven Imagery, 1992.
Pagina 937
Finally, any free program is threatened constantly by software patents. We wish to avoid the danger that redistributors of a free program will individually obtain patent licenses, in effect making the program proprietary. To prevent this, we have made it clear that any patent must be licensed for everyone's free use or not licensed at all. The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow.
Pagina 938
sections as part of a whole which is a work based on the Program, the distribution of the whole must be on the terms of this License, whose permissions for other licensees extend to the entire whole, and thus to each and every part regardless of who wrote it.
Pagina 939
may not impose any further restrictions on the recipients' exercise of the rights granted herein. You are not responsible for enforcing compliance by third parties to this License. 7. If, as a consequence of a court judgment or allegation of patent infringement or for any other reason (not limited to patent issues), conditions are imposed on you (whether by court order, agreement or otherwise) that contradict the conditions of this License, they do not excuse you from the conditions of this License.
Pagina 940
THE QUALITY AND PERFORMANCE OF THE PROGRAM IS WITH YOU. SHOULD THE PROGRAM PROVE DEFECTIVE, YOU ASSUME THE COST OF ALL NECESSARY SERVICING, REPAIR OR CORRECTION. 12. IN NO EVENT UNLESS REQUIRED BY APPLICABLE LAW OR AGREED TO IN WRITING WILL ANY COPYRIGHT HOLDER, OR ANY OTHER PARTY WHO MAY MODIFY AND/OR REDISTRIBUTE THE PROGRAM AS PERMITTED ABOVE, BE LIABLE TO YOU FOR DAMAGES, INCLUDING ANY GENERAL, SPECIAL, INCIDENTAL OR CONSEQUENTIAL DAMAGES ARISING OUT OF THE USE OR INABILITY TO USE THE PROGRAM...
Pagina 941
You should also get your employer (if you work as a programmer) or your school, if any, to sign a "copyright disclaimer" for the program, if necessary. Here is a sample; alter the names: Yoyodyne, Inc., hereby disclaims all copyright interest in the program `Gnomovision' (which makes passes at compilers) written by James Hacker.
Pagina 942
library, you must provide complete object files to the recipients, so that they can relink them with the library after making changes to the library and recompiling it. And you must show them these terms so they know their rights. We protect your rights with a two-step method: (1) we copyright the library, and (2) we offer you this license, which gives you legal permission to copy, distribute and/or modify the library.
Pagina 943
The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow. Pay close attention to the difference between a "work based on the library" and a "work that uses the library". The former contains code derived from the library, whereas the latter must be combined with the library in order to run. GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE TERMS AND CONDITIONS FOR COPYING, DISTRIBUTION AND MODIFICATION 0.
Pagina 944
c) You must cause the whole of the work to be licensed at no charge to all third parties under the terms of this License. d) If a facility in the modified Library refers to a function or a table of data to be supplied by an application program that uses the facility, other than as an argument passed when the facility is invoked, then you must make a good faith effort to ensure that, in the event an application does not supply such function or table, the facility still operates, and performs whatever part of its purpose remains meaningful.
Pagina 945
However, linking a "work that uses the Library" with the Library creates an executable that is a derivative of the Library (because it contains portions of the Library), rather than a "work that uses the library". The executable is therefore covered by this License.
Pagina 946
For an executable, the required form of the "work that uses the Library" must include any data and utility programs needed for reproducing the executable from it. However, as a special exception, the materials to be distributed need not include anything that is normally distributed (in either source or binary form) with the major components (compiler, kernel, and so on) of the operating system on which the executable runs, unless that component itself accompanies the executable.
Pagina 947
If any portion of this section is held invalid or unenforceable under any particular circumstance, the balance of the section is intended to apply, and the section as a whole is intended to apply in other circumstances. It is not the purpose of this section to induce you to infringe any patents or other property right claims or to contest validity of any such claims;...
Pagina 948
YOU OR THIRD PARTIES OR A FAILURE OF THE LIBRARY TO OPERATE WITH ANY OTHER SOFTWARE), EVEN IF SUCH HOLDER OR OTHER PARTY HAS BEEN ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES. END OF TERMS AND CONDITIONS How to Apply These Terms to Your New Libraries If you develop a new library, and you want it to be of the greatest possible use to the public, we recommend making it free software that everyone can redistribute and change.
Pagina 949
GNU GENERAL PUBLIC LICENSE Version 3, 29 June 2007 Copyright (C) 2007 Free Software Foundation, Inc. <http://fsf.org/> Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed. Preamble The GNU General Public License is a free, copyleft license for software and other kinds of works. The licenses for most software and other practical works are designed to take away your freedom to share and change the works.
Pagina 950
"This License" refers to version 3 of the GNU General Public License. "Copyright" also means copyright-like laws that apply to other kinds of works, such as semiconductor masks. "The Program" refers to any copyrightable work licensed under this License. Each licensee is addressed as "you". "Licensees"...
Pagina 951
The Corresponding Source for a work in source code form is that same work. 2. Basic Permissions. All rights granted under this License are granted for the term of copyright on the Program, and are irrevocable provided the stated conditions are met. This License explicitly affirms your unlimited permission to run the unmodified Program. The output from running a covered work is covered by this License only if the output, given its content, constitutes a covered work.
Pagina 952
d) If the work has interactive user interfaces, each must display Appropriate Legal Notices; however, if the Program has interactive interfaces that do not display Appropriate Legal Notices, your work need not make them do so. A compilation of a covered work with other separate and independent works, which are not by their nature extensions of the covered work, and which are not combined with it such as to form a larger program, in or on a volume of a storage or distribution medium, is called an "aggregate"...
Pagina 953
Corresponding Source. The information must suffice to ensure that the continued functioning of the modified object code is in no case prevented or interfered with solely because modification has been made. If you convey an object code work under this section in, or with, or specifically for use in, a User Product, and the conveying occurs as part of a transaction in which the right of possession and use of the User Product is transferred to the recipient in perpetuity or for a fixed term (regardless of how the transaction is characterized), the Corresponding Source conveyed under this section must be accompanied by the Installation Information.
Pagina 954
relicensing or conveying under this License, you may add to a covered work material governed by the terms of that license document, provided that the further restriction does not survive such relicensing or conveying. If you add terms to a covered work in accord with this section, you must place, in the relevant source files, a statement of the additional terms that apply to those files, or a notice indicating where to find the applicable terms.
Pagina 955
A "contributor" is a copyright holder who authorizes use under this License of the Program or a work on which the Program is based. The work thus licensed is called the contributor's "contributor version". A contributor's "essential patent claims" are all patent claims owned or controlled by the contributor, whether already acquired or hereafter acquired, that would be infringed by some manner, permitted by this License, of making, using, or selling its contributor version, but do not include claims that would be infringed only as a consequence of further modification of the contributor version.
Pagina 956
Notwithstanding any other provision of this License, you have permission to link or combine any covered work with a work licensed under version 3 of the GNU Affero General Public License into a single combined work, and to convey the resulting work.
Pagina 957
END OF TERMS AND CONDITIONS How to Apply These Terms to Your New Programs If you develop a new program, and you want it to be of the greatest possible use to the public, the best way to achieve this is to make it free software which everyone can redistribute and change under these terms. To do so, attach the following notices to the program.
Pagina 958
---------------------------------------------------------------------------libtiff--------------------------------------------------------------------------- Copyright (c) 1988-1997 Sam Leffler Copyright (c) 1991-1997 Silicon Graphics, Inc. Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this software and its documentation for any purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in all copies of the software and related documentation, and (ii) the names of Sam Leffler and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the software without the specific, prior written permission of Sam Leffler and Silicon Graphics.
Pagina 959
(de "Software"), en hieraan gerelateerde documentatie worden aan u in licentie gegeven door SHARP. U bent eigenaar van de schijf waarop de Software is vastgelegd, maar SHARP en/of de licentienemers van SHARP behouden het eigendomsrecht op de Software en hieraan gerelateerde documentatie.
Pagina 960
De Software en hieraan gerelateerde documentatie worden in hun huidige vorm ("ZOALS DEZE IS") geleverd, zonder garantie van welke aard dan ook en SHARP en de Licentienemer(s) van SHARP (met betrekking tot bepalingen 6 en 7 zal naar SHARP en de Licentienemer(s) van SHARP gezamenlijk worden verwezen als "SHARP") WIJZEN UITDRUKKELIJK ALLE GARANTIES, IMPLICIET DAN WEL EXPLICIET, AF MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT DE GEÏMPLICEERDE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.