(1)
Scannen/Best.Indeling
Bestandstype
PDF
versl.
TIFF
XPS
Programma
Opgegeven pagina's
per bestand
(2)
Scannen/Best.Indeling
Bestandstype
PDF
Versl.
TIFF
Hoge comp
XPS
JPEG
Programma
Opgegeven pagina's
per bestand
3
• De toets [Programma] verschijnt niet in USB-geheugenmodus.
• Als dit scherm wordt weergegeven, verschijnt aanvankelijk het instelscherm van de modus [Z/W].
• De formaatinstelling van de modus [Z/W] is het bestandsformaat wanneer de kleurmodus op [Mono] staat.
• De formaatinstelling van de modus [Kleur/grs.] is het bestandsformaat wanneer de kleurmodus op [Meerkleuren] of [Grijstinten] staat.
• Het bestandstype van de modus [Z/W] en het bestandstype van de modus [Kleur/grs.] zijn gekoppeld. Het
bestandstype kan niet voor elke modus apart worden ingesteld. (Wanneer [JPEG] is geselecteerd voor de modus
[Kleur/grs.], wordt [TIFF] automatisch geselecteerd voor de modus [Z/W].)
• Let op het volgende als de bestandsindeling is ingesteld op Compact PDF ([PDF] wordt geselecteerd en het
selectievakje [Hoge comp] is ingesteld op
- Als Compact PDF wordt ingesteld voor één adres in een distributieverzending, zal het bestand als een Compact
PDF-bestand naar alle scanneradressen worden verzonden.
- Als de indeling Compact PDF of Compact PDF (Ultrafijn) wordt ingesteld voor één adres in een distributieverzending,
zal het bestand in Compact PDF (Ultrafijn)-indeling naar alle scanneradressen worden verzonden.
- Indien een faxbestemming wordt opgegeven of de Opn. verzenden wordt ingesteld nadat Compact PDF is ingesteld, zal
de Compact PDF-instelling geannuleerd worden, de bestandsindeling wordt [PDF], en de Comp.factor wordt [Hoge comp].
- Indien Compact PDF wordt ingesteld wanneer een Opn. verzenden-instelling is opgegeven voor de functie
scanner (of een andere), zal de Opn. verzenden-instelling worden geannuleerd en wordt de resolutie Compact
PDF voor de transmissie gebruikt.
- Als Compact PDF wordt geselecteerd, kan [Opn. verzenden] niet worden gewijzigd tijdens het wachten op het
volgende origineel of in [Configureren] in de instellingen Opdr. samenst.
- De resolutie is 300 x 300 dpi.
(2)
OK
Compressiemodus
Geen
MH (G3)
Z/W
MMR (G4)
Kleur/grs.
(1-99)
(3)
(1)
OK
Comp.factor
Lage comp
Gemid. comp
Z/W
Hoge comp
Kleur/grs.
U-Fijn
(1-99)
Stel de indeling in.
● Scannen in Mono2
(1) Selecteer het bestandstype.
Om een bestand met PDF versl. te verzenden, tikt u op
het selectievakje [Versl.] om het te selecteren (
(2) Selecteer de compressiewijze.
● Scannen in kleur/grijstinten
(1) Druk op de aangegeven toets om de modus
[Kleur/grs.] te selecteren.
Indien [Kleur/grs.] wordt gemarkeerd, is de modus
[Kleur/grs.] geselecteerd.
(2) Selecteer het bestandstype.
• Om een bestand met PDF versl. te verzenden, tikt u op
het selectievakje [Versl.] om het te selecteren (
• Wanneer de Compressiekit wordt geïnstalleerd, verschijnen de
selectievakjes [Hoge comp] en [U-Fijn]. Om verslechtering van
de afbeeldingkwaliteit tegen te gaan en de gegevensomvang
van een te verzenden bestand te verkleinen, kan Compact
PDF worden geselecteerd. [U-Fijn] kan alleen worden
geselecteerd als Compact PDF is ingesteld.
(3) Selecteer de Comp.factor
• Een hoge compressie resulteert in een kleiner bestandsformaat;
de beeldkwaliteit gaat echter wel licht achteruit.
• Als [Hoge comp] is geselecteerd bij de instellingen voor de
bestandsindeling, kan de Comp.factor niet worden geselecteerd.
):
5-65
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
).
).