Download Print deze pagina

Advertenties

DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM
Gebruikershandleiding
MODEL:
Klik om naar de inhoudsopgave van het
betreffende hoofdstuk te gaan.
VOORDAT U HET APPARAAT
GAAT GEBRUIKEN
Functies van het apparaat en procedures
voor het plaatsen van originelen en papier.
KOPIEERAPPARAAT
Gebruik van de kopieerfunctie
PRINTER
Gebruik van de printerfunctie
FAX
Gebruik van de faxfunctie
SCANNER/INTERNETFAX
Gebruik van de scanner/internetfaxfunctie
DOCUMENTARCHIVERING
Taken opslaan als bestanden op de harde
schijf
HANDMATIGE AFWERKING
De functie voor handmatige afwerking
gebruiken
SYSTEEMINSTELLINGEN
Instellingen configureren om het
apparaat eenvoudiger in het gebruik te maken
MX-M6570
MX-M7570

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Sharp MX-M7570

  • Pagina 1 MODEL: MX-M6570 MX-M7570 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM Gebruikershandleiding Klik om naar de inhoudsopgave van het betreffende hoofdstuk te gaan. VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Functies van het apparaat en procedures voor het plaatsen van originelen en papier. KOPIEERAPPARAAT Gebruik van de kopieerfunctie...
  • Pagina 2 GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING Klik op een knop hieronder om naar de gewenste pagina te gaan. In de volgende uitleg wordt ervan uitgegaan dat u Adobe Acrobat Reader gebruikt (sommige knoppen worden standaard niet weergegeven). (1) (2) (3) Knop om terug te gaan naar het begin van de pagina Knop om terug te gaan naar de laatst weergegeven pagina Wanneer een bewerking niet wordt uitgevoerd zoals...
  • Pagina 3 • Behoudens voor zover wettelijk verplicht aanvaardt SHARP geen enkele aansprakelijkheid voor fouten die optreden tijdens het gebruik van het product of de opties, defecten die het gevolg zijn van onjuiste bediening van het product en de opties of andere fouten, of voor enige schade resulterend uit het gebruik van het product.
  • Pagina 4 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN • Aangepaste Index..... . . 1-51 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN • Lijst van organisaties /groepen... . . 1-51 •...
  • Pagina 5 BEWERKEN/VERWIJDEREN ....1-156 Sharp OSA ....... 1-199 •...
  • Pagina 6 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN • Sharp OSA-instellingen ..... 1-202 VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN ..1-205 ONDERHOUD REGELMATIG ONDERHOUD .
  • Pagina 7 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ONDERDEELNAMEN EN FUNCTIES BUITENKANT (3) (4) (10) (11) (12) (13) Uitvoerlade (uitvoerladekast)* Uitvoerlade-eenheid (rechter lade)* In deze lade worden ontvangen faxen en afgedrukte vellen U kunt deze lade instellen als uitvoerlade.
  • Pagina 8 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN (16) (17) (14) (15) (18) (19) (20) (21) (22) (23) (24) (25) (14) Zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid)* (20) Afwerkingseenheid (grote stapeleenheid)* Deze niet en vouwt papier. Verder kan een Deze niet het papier. Verder kan een perforatiemodule perforatiemodule worden geïnstalleerd om gaten te worden geïnstalleerd om gaten te maken in maken in uitvoerpapier.
  • Pagina 9 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BINNENKANT Hoofdschakelaar Ontgrendelingshendel van rechterklep Trek aan deze hendel en houd hem omhoog om de Gebruik deze schakelaar om de voeding van het rechterklep te openen en vastgelopen papier te verwijderen. apparaat in te schakelen.
  • Pagina 10 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID EN GLASPLAAT Klep van documentinvoergedeelte Detector van formaat van origineel Open deze klep om een vastgelopen origineel te verwijderen. Deze eenheid detecteert het formaat van een origineel dat op de glasplaat is geplaatst.
  • Pagina 11 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ZIJKANT EN ACHTERKANT Connecteur USUSB-aansluiting (type A) Aansluiting alleen voor onderhoudsdoeleinden Deze aansluiting wordt gebruikt om een USB-apparaat of een USB-stick op het apparaat aan te sluiten. Deze aansluiting dient alleen voor gebruik door Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed).
  • Pagina 12 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BEDIENINGSPANEEL In dit gedeelte worden de namen en functies van de verschillende onderdelen van het bedieningspaneel beschreven. Data-indicator Toets [Aan] Deze indicator brandt of knippert om de status van een Druk op deze toets om de voeding van het apparaat in of taak weer te geven.
  • Pagina 13 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN U kunt de hoek van het aanraakscherm wijzigen. DATA-INDICATOR EN FOUTINDICATOR De data-indicator en foutindicator branden of knipperen om de status van het apparaat weer te geven. Foutindicator (rood) Data-indicator (groen) Patroon 1 Patroon 2...
  • Pagina 14 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN DE VOEDING INSCHAKELEN In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de voeding van het apparaat kunt in- en uitschakelen en hoe u het apparaat opnieuw opstart. Bedien de twee voedingsschakelaars: de hoofdschakelaar die zich linksonder achter de voorklep bevindt en de toets [Aan] op het bedieningspaneel.
  • Pagina 15 Naast tikken, wat gelijk staat aan het normale aanraken van het scherm, kan het aanraakscherm van het apparaat ook worden bediend door lang aanraken, vegen en schuiven. Bedieningstypen Tikken Schuiven Eenvoudige Best. ophalen Eenvoudige Best. ophalen Sharp OSA Scan van schijf Scan van schijf Raak het scherm met uw Schuif met uw vinger de Overige Aantal exempl.
  • Pagina 16 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Bediening in de schermen Toets (tikken) A. Tik op een item om het te selecteren. De geselecteerde toets krijgt een andere kleur. B. Tik op cijfertoetsen om cijfers in te voeren. C.
  • Pagina 17 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tab (tikken) A. Tik op een tab om te veranderen wat wordt weergegeven. Aantal exempl. Dubbelz. Kopie Origineel Aanpassing Achtergrond Afdrukstand Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Auto Kopieerfactor Kopie vergroten/verkleinen...
  • Pagina 18 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN TIKBEDIENINGSINSTELLINGEN U kunt tikbedieningsinstellingen configureren op het aanraakpaneel in “Instellingen (beheerder)” – [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Bedienings- Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Instelling Toetsbediening]. Key Touch Geluid bij standaardinstelling Wanneer u de belichting instelt in het scherm voor het aanpassen van de belichting van iedere modus, klinkt drie keer een pieptoon als de referentiewaarde is bereikt.
  • Pagina 19 Tik op een modus om weergegeven met tekst of deze te wijzigen. LIJN PRINTER een pictogram. Eenvoudige Eenvoudige Best. ophalen Taakbeheer Sharp OSA ►Schakelen tussen Kopie Scan van schijf Kies functies die in de 10:15 modi vanaf de betreffende modi kunnen modusweergave worden gebruikt.
  • Pagina 20 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pictogram dat de status van het apparaat aangeeft Pictogram Apparaatstatus Pictogram Apparaatstatus Printergegevens worden verwerkt. Er is een USB-apparaat geïnstalleerd. Printergegevens worden afgedrukt. Het field-supportsysteem is ingeschakeld. Er zijn gegevens om te verzenden. Invoer van 1-bits alfanumeriek teken Er zijn foutgegevens om door te sturen.
  • Pagina 21 U kunt kiezen uit Eenvoudige kopie, Kopiëren, Eenvoudige scan, E-mail, Netwerkmap, FTP/Bureaublad, Eenvoudige fax, Fax, Print Release, Gegevensinvoer, Adresboek, Adresboek (Eenvoudige scan), Adresboek (Eenvoudige fax), Documentarchivering, Beginscherm, Exchange (E-mail), Gmail of Sharp OSA-scherm. De items die kunnen worden ingesteld variëren, afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur.
  • Pagina 22 Schakelen tussen modi vanaf de beginscherm modusweergave Druk op de toets [Beginscherm]. Tik op de modusweergave. Eenvoudige LIJN PRINTER Eenvoudige Best. ophalen Taakbeheer Sharp OSA Kopie Scan van schijf Origineel Details Papier Dubbelz. Kopie Kopieerfactor Nietje / Perforatie Selectie 100% Papiercassette 1 1 →...
  • Pagina 23 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORBEELDSCHERM In het voorbeeldscherm kunt u uitvoerafbeeldingen weergeven en afbeeldingen die in het apparaat zijn opgeslagen via het aanraakscherm. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Verzenden en afdrukken Voorbeeldweergave Snelbestand Geg.
  • Pagina 24 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Voorbeeldinstelling Configureer voorbeeldinstellingen en instellingen zoals het specificeren van de miniatuurweergave als de standaardinstelling voor weergave van Documentarchivering en andere bestanden. Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Bedienings- Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] →...
  • Pagina 25 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pagina's verwijderen Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina die u wilt wissen en Opgegeven bereik wissen Opg. gebied voor orig. wissen tik op Pagina verwijderen Pagina verplaatsen...
  • Pagina 26 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pagina's verplaatsen Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina die u wilt verplaatsen en versleep om de pagina te verplaatsen. Einde bew. U kunt de pagina ook verplaatsen door op de toets [Pagina verplaatsen] te tikken in het actiescherm en dan op tikken van de bestemming.
  • Pagina 27 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Hoofdstukinvoegingen instellen Als N-Up of 2-Zijdig is geselecteerd, kunt u een pagina die is gemarkeerd met naar de eerste pagina verplaatsen. Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina waarvoor u hoofdstukinvoegingen wilt instellen.
  • Pagina 28 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Lege pagina invoegen Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op en tik op voor de locatie Selecteer de locatie voor het invoegen Annuleren en terugkeren van een blanco pagina.
  • Pagina 29 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Volg de aanwijzingen in het scherm Opgegeven bereik wissen Verlaten om het te wissen bereik op te geven. Beginpunt Geef het te wissen bereik op en tik dan op de toets [OK]. Hoogte Breedte Wissen...
  • Pagina 30 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BEDIENING VAN VEELGEBRUIKTE TOETSEN Cijfertoetsen Tik op een cijfer om dit in te voeren. Tik op de toets [C] om het ingevoerde cijfer te wissen. Aantal exempl. In het adresscherm kunt u tekens invoeren die geen cijfers zijn; er wordt een andere toetsindeling gegeven. U kunt de cursor ook verplaatsen met de toetsen [←] en [→].
  • Pagina 31 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ACTIESCHERM Aanbevolen functies worden weergegeven in het actiescherm wanneer u functies configureert in iedere modus. In het actiescherm kunt u functies configureren of de geconfigureerde functie combineren met een functie die wordt weergegeven in het actiescherm.
  • Pagina 32 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Functies opslaan als Favorieten Tik op Verzenden en afdrukken Aantal exempl. Snelbestand Origineel Geg. tijdelijk opslaan Auto Bestand Papierformaat Gegevens in map opslaan Auto Ecoprogramma oproepen Dubbelz. Kopie 1-Zijdig→1-Zijdig Kopieerfactor 100% Belichting...
  • Pagina 33 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN • Favorieten kunnen alleen worden opgeslagen en worden bewerkt door geauthenticeerde gebruikers en beheerders. • Niet-geauthenticeerde gebruikers kunnen favorieten oproepen en gebruiken die door beheerders zijn opgeslagen. De instellingen voor het oproepen van Favorieten en het toestaan/niet toestaan van bewerkingen kunnen worden geconfigureerd bij [Gebruikers -bediening] →...
  • Pagina 34 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ECOFUNCTIES VAN HET APPARAAT Deze functies helpen energieverbruik besparen door bewerkingen van secties die vaak hoog energieverbruik hebben te beheren. Het apparaat biedt twee modi voor energiebesparing. Functie Beschrijving Pagina AUTOMATISCH UITSCHAKELEN Wanneer geen bewerkingen worden uitgevoerd, wordt in deze modus de...
  • Pagina 35 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Functie Aangepast Schakel de functie voor automatische uitschakeling in zodra de externe taak is voltooid. Energieniveau slaapstand Lage energie Lage energie Eco-scan Aan (Alle modi behalve Kopiëren) De instellingen voor energiebesparing in de systeeminstellingen worden niet toegepast als de Aangepast modus/ Ecomodus wordt gebruikt.
  • Pagina 36 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORVERWARMFUNCTIE In deze modus wordt de temperatuur van de fuseereenheid verlaagd en staat het apparaat in een wachtstand met laag energieverbruik. De voorverwarmfunctie wordt ingeschakeld wanneer het apparaat gedurende een ingestelde tijd in de wachtstand staat zonder een opdracht uit te voeren.
  • Pagina 37 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN SCHAKEL DE MODUS VOOR AUTOMATISCHE UITSCHAKELING IN ZODRA DE EXTERNE OPDRACHT IS VOLTOOID Als u gewoon afdrukt of ontvangen faxgegevens afdrukt in de modus Timer Voor Autom. Uitschakelen, wordt de voeding ingeschakeld en gaat het apparaat nadat de afdrukopdracht is voltooid direct terug naar de modus Timer Voor Autom.
  • Pagina 38 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Vaste overgangstijd. De Timer Voor Automatisch Uitschakelen staat vast. Selecteer [Vaste overgangstijd.], en stel de overgangstijd in [Timer Voor Automatisch Uitschakelen] in. Wanneer deze instelling is ingeschakeld, is de optie [Wijzig overg. tijd volgens tijd van dag.] uitgeschakeld. Wijzig overg.
  • Pagina 39 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Automatisch Deze functie beheert de optimale energie voor elke tijdsperiode door het gebruik van het apparaat te analyseren op basis van takenlogboeken voor een bepaalde tijdsperiode. Als het apparaat geen takenlogboeken met gegevens voor 4 weken heeft, wordt sjabloon 2 (Modus 3 (Energiebesparing, prioriteit 1) ingeschakeld tussen 8.00 en 18.00).
  • Pagina 40 Eco-scaninstelling kunt inschakelen. De volgende modi en schermen kunnen worden ingesteld. • Beginscherm • Kopieren • Beeld Verzenden • Document- Archivering • Systeem- instellingen • Sharp OSA • Handmatige afwerking 1-37...
  • Pagina 41 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Lijst met energiebesparingspatronen Deze functie analyseert het gebruik van het apparaat en beheert de overgang naar de modus Automatisch uitschakelen op basis van de gebruiksfrequentie. Als u het energieverbruik wilt beheren met een energiebesparingspatroon, selecteert u [Handmatig] bij [Systeem- instellingen] - [Eco-instelling] - [Wijzig overg.
  • Pagina 42 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Planningsinst. In /uitschakelen Het bedieningspaneel van het apparaat kan op een vooraf ingestelde tijd worden in- of uitgeschakeld. U kunt maximaal drie (3) patronen instellen. 'Instelling 1', 'Instelling 2' en 'Instelling 3' worden in deze volgorde uitgevoerd als ze voor dezelfde dag van de week of op dezelfde tijd zijn ingesteld.
  • Pagina 43 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instellingen specifieke datumhandeling U kunt een datum instellen waarop u een grote hoeveelheid opdrachten gaat afdrukken of een speciale bewerking gaat uitvoeren. U stelt deze datum dan in als "specifieke datum" met een specifiek energiebesparingspatroon. Het tabblad 'Specifieke datum' Voor Specifieke datum kan een periode van maximaal zeven dagen worden ingesteld.
  • Pagina 44 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN INSTELLINGEN VOOR ECO-AANBEVELING WEERGEVEN (SCHERM ECO-AANBEVELINGSFUNCTIE) Als het basisscherm van de normale modus wordt weergegeven, worden de instellingen voor eco-aanbeveling weergegeven. Deze functie is niet beschikbaar in de eenvoudige modus. Het scherm eco-aanbevelingsfunctie gebruiken: "Instellingen (beheerder)"...
  • Pagina 45 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BEWEGINGSSENSOR Deze sensor detecteert de bewegingen van personen die het apparaat naderen en schakelt het apparaat automatisch uit de stand-bymodus (Alleen bewegingssensormodus). Er zijn drie instellingen beschikbaar voor het detectiebereik ( Detectiebereik Bewegingssensor Dichtbij...
  • Pagina 46 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEBRUIKERSAUTHENTICATIE Gebruikersverificatie beperkt het gebruik van het apparaat tot aangemelde gebruikers. Het is mogelijk om de functies op te geven die de verschillende gebruikers mogen gebruiken. Zo kunt u het apparaat aanpassen aan de behoeften van uw werkplek.
  • Pagina 47 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op de toets [OK]. Gebruikersauthenticatie Wanneer het ingevoerde gebruikersnummer is Voer uw geauthenticeerd, wordt het resterend aantal pagina's gebruikersnummer in. Aanm. beheer. weergegeven dat de gebruiker kan kopiëren of scannen. Wanneer een limiet is ingesteld voor het aantal pagina's dat een gebruiker kan gebruiken, wordt het gebruikte aantal pagina's van de aangemelde gebruiker weergegeven.
  • Pagina 48 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AUTHENTICATIE OP BASIS VAN GEBRUIKERSNAAM EN WACHTWOORD Met deze methode kunnen gebruikers zich aanmelden met een gebruikersnaam en wachtwoord dat zij van de beheerder van het apparaat of de beheerder van de LDAP-serverhebben ontvangen. Bij het opstarten van het apparaat wordt het aanmeldscherm weergegeven.
  • Pagina 49 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Voer de gebruikersnaam in. Gebruikersauthenticatie Invoer via het aanraaktoetsenbord Voer gebruikersnaam en wachtwoord in. Als de gebruikersnaam niet in de instellingsmodus is Gebruikersnaam Druk in om aanmeldnaam in te voeren Selecteer uit lijst geregistreerd, moet een gebruiker die alleen Wachtwoord...
  • Pagina 50 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op de toets [OK]. Gebruikersauthenticatie Voer gebruikersnaam en wachtwoord in. Wanneer de ingevoerde gebruikersnaam en het wachtwoord zijn geauthenticeerd, wordt het resterend aantal pagina's Selecteer uit lijst Gebruikersnaam weergegeven dat de gebruiker kan kopiëren of scannen.
  • Pagina 51 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Gebruikers -bediening U kunt gebruikersbeheer uitvoeren zoals het registreren van gebruikers die zich aanmelden en het specificeren van de gebruikersauthenticatiemethode. Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Gebruikers -bediening]. Gebruikers- Lijst Dit tabblad wordt gebruikt om gebruikers op te slaan, te bewerken en te verwijderen als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld.
  • Pagina 52 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Als fabrieksinstelling opgeslagen gebruikers De volgende gebruikers zijn in de fabriek in het apparaat opgeslagen. • Beheerder: de beheerdersaccount van het apparaat is als fabrieksinstelling opgeslagen. • Systeembeheerder: de account voor systeembeheer is als fabrieksinstelling opgeslagen. Deze account kan geen opdrachten uitvoeren.
  • Pagina 53 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instellingen Item Beschrijving Een gebruikersnaam van maximaal 255 tekens opslaan. Deze gebruikersnaam wordt Gebruikersnaam gebruikt als toetsnaam in het authenticatiescherm, als gebruikersnaam voor documentarchivering en als verzendernaam. Gebruikersnaam gebruiken als Selecteer deze optie als u de ingevoerde gebruikersnaam wilt gebruiken als loginnaam.
  • Pagina 54 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Aangepaste Index U kunt de naam van de aangepaste index wijzigen. Tik op de naam van de aangepaste index in de lijst om deze te bewerken. Wis de eerder ingevoerde tekens en voer een nieuwe naam in (maximaal 127 tekens). Lijst van organisaties /groepen Deze modus wordt gebruikt om gebruikersgroepen op te slaan.
  • Pagina 55 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Netwerkserver toegangscontrole uitvoeren Toegangscontrolegegevens voor maximum aantal pagina's, bevoegdheden en favoriete handelingen kunnen van tevoren op een netwerkserver worden opgeslagen. Als deze netwerkserver voor netwerkauthenticatie wordt gebruikt, vindt de gebruikersauthenticatie plaats aan de hand van de opgeslagen toegangscontrolegegevens. Gebruik deze functie als gebruikersauthenticatie plaatsvindt door middel van netwerkauthenticatie met een LDAP-server of een adreslijstservice (zoals Active Directory).
  • Pagina 56 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Als 1000 gebruikers al handmatig zijn geregistreerd, is inloggen niet mogelijk. Verwijder oude of ongebruikte gebruikersnamen. Neem contact op met de beheerder van het apparaat. • Als toegangscontrole is ingeschakeld en de toegangscontrole-informatie niet kan worden verkregen via netwerkauthenticatie, is gebruikersauthenticatie niet mogelijk.
  • Pagina 57 Deze instelling wordt gebruikt om de gebruiker voor Automatisch aanmelden te selecteren als Automatisch aanmelden is ingeschakeld. Cache Gebruikersinformatie Stel in of geregistreerde gebruikers al dan niet automatisch worden aangemaakt. Extern geauthentiseerde gebruikers in Sharp OSA kunnen ook automatisch geregistreerd worden. Cacheperiode Selecteer de cacheperiode voor gebruikersinformatie.
  • Pagina 58 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Acties bij paginalimiet uitvoertaken wordt bereikt Met deze instelling bepaalt u of een opdracht moet wordt voltooid als het maximum aantal pagina's is bereikt terwijl de opdracht wordt uitgevoerd. De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd.
  • Pagina 59 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instelling voor automatisch afmelden Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, bepaalt deze instelling of automatische afmelding moet worden ingeschakeld. De tijd tot afmelding kan worden ingesteld tot maximaal 240 seconden in stappen van 10 seconden. Hoofdlettergevoeligheid van loginnaam is ingeschakeld.
  • Pagina 60 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Paginalimietgroep Deze modus wordt gebruikt om instellingen voor paginalimieten vooraf te registreren voor elke groep. De paginalimiet voor elke gebruiker wordt opgegeven door een van deze geregistreerde groepen te selecteren wanneer de gebruiker wordt geregistreerd.
  • Pagina 61 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Authoriteitsgroep Gebruik deze modus om instellingen die relevant zijn voor gebruikersautoriteiten vooraf op te slaan voor elke groep. De autoriteit van elke gebruiker wordt opgegeven door een van deze geregistreerde groepen te selecteren wanneer de gebruiker wordt geregistreerd. •...
  • Pagina 62 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Item Beschrijving Goedkeuringsinstelling voor gebruik Geen Geen Geen Geen Geen tonerbesparing tonerbesparingsmodus tonerbesparing tonerbesparing tonerbesparing tonerbesparing Beeld Verzenden Goedkeuringsinstellingen voor elke modus • E-mail Alle toegestaan Alle verboden Alle toegestaan Alle toegestaan Alle verboden •...
  • Pagina 63 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Item Beschrijving SharpOSA Instelling van goedkeuring voor Toegestaan Verboden Toegestaan Toegestaan Toegestaan gebruik van een Sharp OSA Algemene functies Goedkeuringsinstellingen voor Alle toegestaan Alle toegestaan Alle toegestaan Alle toegestaan Alle toegestaan dubbelzijdig afdrukken Wijzigen Rekeningcode...
  • Pagina 64 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Item Beschrijving Papierinstellingen(uitg. handinvoerlade) Toegestaan Toegestaan Toegestaan Verboden Toegestaan Papierinstellingen(handinvoerlade) Toegestaan Toegestaan Toegestaan Verboden Toegestaan Bedienings- Instellingen Toegestaan Toegestaan Verboden Verboden Verboden Toetsenbordinstellingen Toegestaan Toegestaan Verboden Verboden Verboden Apparaatbeheer Toegestaan Toegestaan Verboden...
  • Pagina 65 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Favoriete handelingen-groep Groepslijst favoriete bediening Voor elke groep kan een favoriete bedieningsomgeving worden ingesteld. Bijvoorbeeld: een gebruiker die een andere taal spreekt moet normaal gesproken elke keer de taal wijzigen wanneer hij of zij het apparaat gaat gebruiken. Door de taalinstelling in een favoriete handelingen-groep te registreren, wordt de taal automatisch gekozen wanneer de betreffende gebruiker zich aanmeldt.
  • Pagina 66 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Item Beschrijving Toetsgeluid Stel het geluid in dat u hoort wanneer op een toets wordt getikt. Keuze Toetsenbord Stel de taal van het toetsenbord in. Weergavepatroon instelling Selecteer het kleurenpatroon dat in het aanraakscherm wordt gebruikt. Wanneer Vasthouden is ingeschakeld in de printerdriver en afdrukgegevens naar het Opgeslagen taken automatisch apparaat zijn gespoold, worden de gespoolde gegevens automatisch afgedrukt wanneer de...
  • Pagina 67 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Beginschermlijst Beginscherminstellingen moeten vooraf worden opgeslagen. Selecteer een beginscherm voor de registratie van Groepslijst favoriete bediening. Item Beschrijving Naam Voer een naam van maximaal 32 tekens voor het beginscherm in. Selecteer een van de eerder opgeslagen beginschermen als sjabloon voor het nieuwe Selecteer de groepnaam voor het beginscherm.
  • Pagina 68 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Gebruikersaantallen terugzetten Selecteer een gebruiker in het instellingenscherm en tik op de toets [Aantal wissen]. Het scherm 'Gebruikersaantallen op nul zetten' wordt weergegeven voor de betreffende gebruiker. De scherminhoud varieert, afhankelijk van het feit of één gebruiker of meerdere gebruikers zijn geselecteerd. De items die in beide gevallen worden weergegeven, worden beschreven in de onderstaande tabel.
  • Pagina 69 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instelling van Card Instelling kaartgebied U kunt de gegevenscontrole tijdens het lezen van de card instellen. Instellingen Item Beschrijving Systeemcode alleen controleren Systeemcode alleen controleren in gebruikersgebiedmodus FeliCa. in gebruikersgebiedmodus FeliCa Voorzieningcode in HID-modus Controleert de faciliteitscode van een HID-card.
  • Pagina 70 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN KOPPELFUNCTIE MET ACTIVE DIRECTORY U kunt lid worden van het Active Directory-domein (AD-domein) van het apparaat zodat u gebruikersbeheerfuncties via het netwerk kunt uitvoeren. Als Active Directory niet op het netwerk is geactiveerd, moet u voor elk apparaat op het netwerk een afzonderlijke apparaatauthenticatie uitvoeren.
  • Pagina 71 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Gebruikersauthenticatie in het AD-domein De volgende methoden kunnen worden gebruikt voor de gebruikersauthenticatie in het AD-domein. 1. Authenticatie door het apparaat handmatig in te voeren Voer de authenticatie uit via het aanraakscherm van het apparaat. Raadpleeg 'AUTHENTICATIE OP BASIS VAN GEBRUIKERSNAAM EN WACHTWOORD (pagina 1-45)' voor de authenticatiemethode.
  • Pagina 72 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN FUNCTIES DIE MET ACTIVE DIRECTORY KUNNEN WORDEN GEBRUIKT Netwerkmappen die toegankelijk zijn voor gebruikers Als een gebruiker die zich heeft aangemeld bij het AD-domein een netwerkmap op het apparaat wil openen, krijgt de gebruiker alleen toegang tot de mappen waarvoor deze is gemachtigd.
  • Pagina 73 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Active Directory Instellingen Van de items die moeten worden ingesteld om Active Directory op het toestel te gebruiken, worden in dit gedeelte de items uitgelegd die kunnen worden ingesteld in de instellingen van Active Directory van de Systeeminstellingen. Selecteer in “Instellingen (beheerder)”...
  • Pagina 74 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN REKENING CODE REKENING CODE Een rekeningcode, die wordt toegevoegd aan een vastgelegd takenlogboek na het uitvoeren van een afdrukopdracht of opdracht voor beeldverzending, wordt gebruikt voor het verwerken van rekeningen. Rekeningcodes zijn ingedeeld in twee typen: main code en subcode.
  • Pagina 75 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEBRUIK VAN REKENING CODE Als het gebruik van een rekeningcode is ingeschakeld bij "Instellingen (beheerder)" dan wordt het venster voor rekeningcode weergegeven op het moment dat wordt overgeschakeld naar een andere modus (bij het afdrukken/ verzenden in de modus documentarchivering).
  • Pagina 76 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op een Main Code in de lijst om Annuleren en terugkeren Selecteer Billing Code. deze te selecteren. Toevoegen/Bewerken Rekeningcode Main Code Belangrijkste Code Naam MAIN001 Company 1 MAIN002 Company 2 MAIN003 Company 3...
  • Pagina 77 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Rekeningcode rechtstreeks invoeren Als het venster voor het invoeren van Rekening Code de rekeningcode wordt weergegeven, Voer Rekeningcode in. tikt u op het vak bij [Main Code] en Main Code AAAA Selecteer uit lijst voert u de main code in.
  • Pagina 78 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN NIEUWE REKENINGCODE REGISTREREN Nieuwe rekeningcode registreren. U kunt een nieuwe rekeningcode registreren via het venster voor het invoeren van een rekeningcode en via de "Instellingen". Een rekeningcode registreren via de Instellingsmodus Selecteer "Instellingen"...
  • Pagina 79 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op [Nieuw Toev] in het Nieuw Toev Registratie Hoofdcode actiescherm. Main Code Belangrijkste Code Naam Terugkeren naar het venster voor het selecteren van een rekeningcode Tik op Tik op het vak bij [Main Code] en voer Annuleren en terugkeren Registratie Hoofdcode de main code in.
  • Pagina 80 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Op een groep tikken om deze te Wissen (Geselect.:1/32) Geef openbaar adres aan selecteren als openbare bestemming Lijst van organisaties /groepen Group 1 U kunt maximaal acht groepen opgeven. Wanneer u klaar Group 2 bent met het invoeren van de instellingen tikt u op Group 3...
  • Pagina 81 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEREGISTREERDE REKENINGCODE BEWERKEN OF WISSEN U kunt de geregistreerde rekeningcode wijzigen of wissen. U kunt de rekeningcode ook bewerken of wissen bij "Instellingen". Een rekeningcode bewerken of registreren via de Instellingsmodus Selecteer "Instellingen"...
  • Pagina 82 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Bewerk de main code indien nodig. Annuleren en terugkeren Registratie Hoofdcode " Zie stap 4 t/m 7 bij NIEUWE REKENINGCODE Main Code Registr. beëind. AAAA Registreren " voor meer informatie over REGISTREREN (pagina 1-75) Belangrijkste Code Naam Volgende Billing Code.
  • Pagina 83 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Rekeningcode wissen Als het venster voor het invoeren van Rekening Code de rekeningcode wordt weergegeven, Voer Rekeningcode in. tikt u op de toets [Selecteer uit lijst] Main Code AAAA Selecteer uit lijst van de main code.
  • Pagina 84 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instelling Rekening Code Configureer instellingen voor de Instelling Rekening Code. In "Instellingen (beheerder)" →[Gebruikers -bediening] →[Rekening Code]. Beheerinstellingen De instelling van de rekeningcode wijzigen. Gebruik Rekening Code De rekeningcode inschakelen of uitschakelen. Gebruik Code Instellingen Er wordt automatisch een gebruikscode toegewezen als geen rekeningcode wordt ingevoerd.
  • Pagina 85 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Main code wijzigen Als u een main code selecteert in de lijst, wordt het venster weergegeven voor het wijzigen van de main code. 'Instellingen (pagina 1-82)' voor meer informatie over de instellingen. Nadat de instelling is voltooid, tikt u op de toets [Indienen];...
  • Pagina 86 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instellingen Item Beschrijving Sub Code Voer de Sub Code in. Voer de code in en gebruik maximaal 32 1-bits tekens. Voer de Sub Code in. Gebruik maximaal 32 2-bits of 1-bits tekens voor het opgeven van de Sub Code Naam codenaam.
  • Pagina 87 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN CLOUD LINK Via de Cloud Link-functie kan het apparaat worden verbonden met een online cloud service zodat u gescande gegevens kunt uploaden en gegevens die u hebt opgeslagen in de cloud kunt afdrukken. Scangegevens uploaden Gegevens afdrukken die zijn opgeslagen in de cloud De machine kan verbinding maken met de volgende cloud services:...
  • Pagina 88 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Cloud Connect Instellingen Office 365 Domeinnaam Stel deze optie in als u een koppeling naar de functie OneDrive for Business/SharePoint Online gebruikt. Voor uw domeinnaam voor Office 365 in (het ***** gedeelte van *****.onmicrosoft.com). SharePoint Online Website-URL Om een verbinding te maken met een subsite of siteverzameling in de SharePoint Online server, geeft u de URL in.
  • Pagina 89 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN SCANGEGEVENS UPLOADEN NAAR EEN CLOUD SERVICE In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u gescande gegevens kunt uploaden naar een cloud service. Tik op [Google Drive], [OneDrive] of [SharePoint Online] in het beginscherm. •...
  • Pagina 90 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tik op de toets [Een document afdrukken]. • Het scherm voor het selecteren van een bestand wordt weergegeven. • Druk op de [Beperken] toets om de bestanden volgens bestandsextensie te filteren. Selecteer het bestandstype dat u wilt gebruiken om de bestanden te filteren.
  • Pagina 91 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AirPrint Hierna wordt de procedure uitgelegd hoe u afdrukt of een bestand verzendt op de machine met AirPrint. Om een fax via AirPrint te verzenden, is de faxuitbreidingskit vereist. AirPrint inschakelen Selecteer bij "Instellingen (beheerder)"...
  • Pagina 92 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Een fax verzenden met AirPrint U kunt via de machine via fax een bestand verzenden dat gemaakt is in een toepassing die compatibel is met AirPrint. De verzendprocedure is afhankelijk van de toepassing. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor informatie over het verzenden van een bestand via fax.
  • Pagina 93 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AirPrint Instel. Stel deze optie in om Air|Print te gebruiken. Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Netwerk- instellingen]→ [Instellingen voor externe afdrukservices] → [AirPrint Instel.] AirPrint (Afdrukken), AirPrint (Scannen), AirPrint (Faxen) Selecteer deze instellingen voor gebruik van de AirPrint-functies.
  • Pagina 94 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN EENVOUDIG VERBINDING MAKEN MET EEN MOBIEL TOESTEL MET NFC-COMPATIBILITEIT (EASY CONNECT) U kunt het apparaat eenvoudig verbinden met een smartphone of ander mobiel toestel met NFC-compatibiliteit. • Druk op het NFC-aanraakpuntgebied in de rechter benedenhoek van het bedieningspaneel. ►...
  • Pagina 95 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VERBINDING MAKEN DOOR QR-CODE U kunt een verbinding maken door de QR-code op het aanraakscherm van het apparaat weer te geven en vervolgens uw mobiel toestel (waarop de speciale toepassing reeds is geïnstalleerd) de QR-code te laten lezen. Het apparaat verzendt de informatie die vereist is voor de verbinding met het mobiele toestel, en de informatie wordt opgeslagen.
  • Pagina 96 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Instelling voor eenvoudige verbinding Stel deze optie in om de Instelling Gemakkelijke Verbinding te gebruiken. Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Netwerk- instellingen] → [Instelling voor eenvoudige verbinding]. Dit wordt getoond wanneer er een NFC-kaartlezer aangesloten is. Schakel deze instelling in om een verbinding te maken met mobiele toestellen met behulp van een NFC-kaartlezer.
  • Pagina 97 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN NAS (Network Attached Storage) is een opslagapparaat dat verbonden is met het netwerk. U kunt een deel van de harde schijf van het apparaat gebruiken als een eenvoudige bestandsserver om bestanden op te slaan en opgeslagen bestanden te doorbladeren.
  • Pagina 98 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Bestanden in NAS opslaan / NAS-bestanden doorbladeren U kunt gegevens die u nodig hebt, opslaan op de harde schijf van het apparaat, en de gegevens op uw computer bekijken. Document gescand op het apparaat Vink in documentarchivering het vakje [PDF maken voor surfen op pc] af zodat het is geselecteerd , en kopieer de...
  • Pagina 99 U kunt het apparaat op afstand bedienen via hetzelfde paneel als het bedieningspaneel van het apparaat. Dit paneel wordt op uw pc weergegeven en biedt dezelfde gebruikerservaring als bediening op het apparaat zelf. LIJN PRINTER Eenvoudige Best. ophalen Sharp OSA Opdracht Status Scan van schijf Het apparaat Verzenden en afdrukken Aantal exempl.
  • Pagina 100 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Bijvoorbeeld: RealVNC Start de VNC-viewer, voer het IP-adres van het apparaat in bij "VNC Server" en klik op de knop [Connect]. Vraag de beheerder van het apparaat om het IP-adres. Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel van het apparaat om de verbinding toe te staan.
  • Pagina 101 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN UNIVERSEEL ONTWERP VAN HET APPARAAT Het apparaat en de software zijn zo ontworpen dat het apparaat voor alle gebruikers eenvoudig te gebruiken is. UNIVERSEEL ONTWERP VAN DE BEDIENING Afstelling van hoek van bedieningspaneel De hoek van het hele bedieningspaneel kan worden afgesteld zodat het apparaat ook zittend kan worden bediend.
  • Pagina 102 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Controle van plaatsing van origineel in de documentinvoer U kunt via de data-indicator controleren of een origineel correct is geplaatst in de automatische documentinvoereenheid. Kies "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Statusindicatorinstell.] en stel dan in op [Patroon 3].
  • Pagina 103 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN UNIVERSAL DESIGN-FUNCTIES Het apparaat beschikt over functies en instellingen die compatibel zijn met Universal Design. Gebruiksvriendelijke gebruikersinterface • Eenvoudige modus Deze modus bevat alleen de veelgebruikte opties. De knoppen en de tekst zijn extra groot om de bediening eenvoudiger te maken.
  • Pagina 104 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Intuïtieve bediening • Quick-view bedieningshandleiding Raak de toets [Bedienings- handleiding] in het beginscherm van het aanraakscherm aan om de bedieningshandleiding weer te geven. De bedieningshandleiding bevat eenvoudige uitleg over het gebruik van het apparaat.
  • Pagina 105 999999, waarna de teller wordt teruggezet op 1. Accounttaak-id De taak-id die wordt gebruikt in de Sharp OSA wordt vastgelegd. Opdrachtmodus Het type opdrachtmodus, zoals kopiëren of afdrukken, wordt vastgelegd.
  • Pagina 106 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Itemnaam Beschrijving Hoofditems Aantal gereserveerde Het aantal gereserveerde origineelpagina's van een pagina's kopieer-, afdruk-, scan- of andere opdracht wordt vastgelegd. Aantal voltooide pagina's Het aantal voltooide pagina's van een set wordt vastgelegd.
  • Pagina 107 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Itemnaam Beschrijving Algemene functionaliteit Kleurinstelling De kleurmodus die door de gebruiker is geselecteerd wordt vastgelegd. Spec. Functies De speciale modi die zijn geselecteerd bij het uitvoeren van de opdracht worden vastgelegd. Bestandsnaam De opgeslagen bestandsnaam wordt vastgelegd.* Gegevensgrootte [KB]...
  • Pagina 108 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER LADEN BELANGRIJKE INFORMATIE OVER PAPIER NAAM EN PLAATS VAN DE LADEN Lade 1 Doorvoerlade Lade 2 Lade 5 (MX-LC18) Lade 3 Lade 4 Lade 5 (MX-LC19) DE DEFINITIE VAN 'R' IN PAPIERFORMATEN 'R' wordt toegevoegd aan het einde van de naam van een papierformaat dat zowel staand als liggend kan worden gebruikt om de instelling 'liggend' aan te geven.
  • Pagina 109 • De beeldkwaliteit en geschiktheid voor het fuseren van toner met het papier wisselt mogelijk naargelang de omgeving, bedrijfsomstandigheden en papiereigenschappen. De beeldkwaliteit is dan lager dan u zou verkrijgen met Sharp-standaardpapier. Raadpleeg de dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger voordat u papier gaat gebruiken.
  • Pagina 110 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Papiertypen die in elke lade kunnen worden geplaatst • Zie "SPECIFICATIES" in de "Beknopte handleiding" en "Papierlade- instellingen (pagina 1-125)" voor uitgebreide informatie over het formaat en type papier dat in elke lade van het apparaat kan worden geplaatst. •...
  • Pagina 111 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN De plaatsingsstand van de afdrukzijde De in te stellen richting voor de afdrukzijde van papier hangt af van de gebruikte lade. Plaats het papier bij "Briefpapier" en "Voorbedrukt" in de omgekeerde richting. Plaats het papier met de afdrukzijde in de richting die hieronder is aangegeven. Lade Normale toestand Met briefpapier of voorbedrukt papier geplaatst...
  • Pagina 112 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER PLAATSEN IN LADE 1/2 In lade 1 kan maximaal 1250 vel A4-papier (8-1/2 × 11") worden geladen. In lade 2 kan maximaal 850 vel A4-papier (8-1/2 × 11") worden geladen. Als u een ander type of formaat papier hebt geplaatst dan de keer ervoor, moet u de instellingen controleren bij "Instellingen (beheerder)".
  • Pagina 113 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Doe de aanvoerrol omhoog en plaats Indicatorlijn papier in de lade. Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog. De stapel mag niet boven de indicatorlijn uit komen (maximaal 1250 vel voor lade 1 en maximaal 850 vel voor lade 2). Indicatorlijn Doe de aanvoerrol omlaag en duw de papierlade rustig terug in het apparaat.
  • Pagina 114 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Zet de papierformaatgeleider en de transparant ongeveer goed voor het papierformaat dat u wilt gebruiken. (1) Breng de onderkant van de papierformaatgeleider op gelijke hoogte met de desbetreffende sleuf onder in de lade. Breng de papierformaatgeleider op een lijn met de sleuf voor het papierformaat dat u wilt gebruiken (aangegeven met een teken).
  • Pagina 115 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER PLAATSEN IN LADE 3/4 Er kan maximaal 500 vel papier van formaat A3 tot B5R (11" × 17" tot 7-1/4" × 10-1/2"R) in lade 3 worden geladen. Er kan maximaal 500 vel papier van formaat A3 tot A5R (11" × 17" tot 5-1/2" × 8-1/2"R) in lade 4 worden geladen. •...
  • Pagina 116 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Waaier het papier uit. Waaier het papier goed uit voordat u het laadt. Als u het papier niet uitwaaiert, kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd waardoor het apparaat vastloopt. Plaats het papier in de lade. Indicatorlijn Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog.
  • Pagina 117 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Tabpapier laden in lade 4 Verwijder de geleider voor het tabpapier. De geleider bevindt zich binnen de voorklep. Trek de lade naar buiten en installeer de geleider. Stel de geleideplaten in op de driehoekige markeringspositie.
  • Pagina 118 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Zie de volgende afbeelding en pas de tabpositie van het tabpapier aan. Originelen Tabpapier Bovenrand 1e pagina Zijde 2 Achterrand 1e pagina 2e pagina 3e pagina 4e pagina 4e pagina 3e pagina 2e pagina Schuif de lade rustig in het apparaat en stel het papiertype in op tabpapier.
  • Pagina 119 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER IN DE PAPIERLADE MET GROTE CAPACITEIT LADEN Gebruik de papierlade met grote capaciteit voor de uitvoer van omvangrijke afdrukopdrachten die niet met de normale lade kunnen worden verwerkt. • De lade met grote capaciteit (MX-LC18) kan maximaal 3500 vellen A4 en 8-1/2" × 11" papier bevatten. •...
  • Pagina 120 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Duw de papierlade rustig terug in het apparaat. Druk de lade langzaam volledig in het apparaat. Als het papier met kracht erin gestoken wordt, kan het scheef komen te zitten of vastlopen. Lade met grote capaciteit (MX-LC19) Druk op de bedieningstoets.
  • Pagina 121 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN • Steek niet uw hand in de ruimte binnen in de papiertafel tijdens het laden van papier. • Berg geen reservepapier of andere voorwerpen op in de ruimte binnen in de lade. Duw de papierlade rustig terug in het apparaat.
  • Pagina 122 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Het papierformaat wijzigen voor de lade met grote capaciteit (MX-LC19) Draai de schroef van de papiergeleider los. Verschuif de plaat van de Plaat papiergeleider. Verschuif de plaat tot de rode lijn in het midden van het formaatvenstertje staat.
  • Pagina 123 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Zet de papiergeleider aan de rechterkant in de juiste stand voor het gebruikte papierformaat. (1) Houd de vergrendeling van de papiergeleider omhoog en zet de papiergeleider in de juiste stand voor het gebruikte papier. (2) Maak de vergrendeling van de papiergeleider los.
  • Pagina 124 • Bij het gebruik van ander gewoon papier dan het Sharp-standaardpapier of andere speciale media dan de door Sharp aanbevolen transparanten, Glossy papier, of wanneer u afdrukt op de achterzijde van eerder bedrukt papier, moet het papier met één vel tegelijk worden geladen.
  • Pagina 125 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Transparanten laden • Gebruik door Sharp aanbevolen transparanten. • Waaier de vellen enkele malen uit bij het laden van meerdere transparanten in de doorvoerlade. • Verwijder bij het afdrukken op transparanten elk vel zodra dit is afgedrukt en uit het apparaat komt. Als de vellen in de uitvoerlade worden opgestapeld, kunnen deze omkrullen.
  • Pagina 126 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Open de doorvoerlade. Als u papier laadt dat groter is dan A4R of 8-1/2" x 11"R, kunt u het verlengstuk uittrekken. Trek het verlengstuk helemaal uit. Plaats geen zware voorwerpen op de doorvoerlade en pas er geen neerwaartse druk op uit. Plaats het papier met de afdrukzijde omlaag.
  • Pagina 127 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN DE GELEIDER VOOR LANG PAPIER AANBRENGEN In onderstaande stappen wordt uitgelegd hoe u de optionele invoerlade voor lang papier kunt bevestigen op de handinvoer. Trek het verlengstuk van de invoerlade voor lang papier uit. Trek het verlengstuk van de doorvoerlade uit.
  • Pagina 128 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIERINSTELLINGEN IN DE SYSTEEMINSTELLINGEN U kunt gedetailleerde instellingen zoals de grootte en het type papier in een lade configureren. Selecteer in “Instellingen” [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Papierinstellingen]. Papierinstellingen Papierlade- instellingen In dit gedeelte worden instellingen voor de papierlade en het papiertype beschreven. Deze instellingen bepalen het papiertype, het papierformaat en functies die voor elke papierlade zijn toegestaan.
  • Pagina 129 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Lade-instellingen Papierlade Papiertype Formaat Papiercassette 1 Normaal papier 1/2, Voorbedrukt, Recycled, Briefpapier, A4, 8-1/2" × 11" Papiercassette 2 Geperforeerd, Kleur, Gebruikerstype 1 tot Normaal papier 1/2, Voorbedrukt, Recycled, Auto-AB (A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 216 mm × 330 mm (8-1/2" × 13")), Briefpapier, Auto-Inch (11"...
  • Pagina 130 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Papierlade Papiertype Formaat Invoegeenheid Auto-AB (A3W (12" × 18"), 11" × 17", 8-1/2" × 11", A3, B4, A4, A4R* , 216 mm Normaal papier 1/2, (bovenste lade) × 330 mm (8-1/2" × 13")* , 216 mm ×...
  • Pagina 131 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Papiertype- registratie Sla een papiertype op als het gewenste papiertype niet in de selectie wordt weergegeven of als u een nieuwe set papiereigenschappen wilt maken. Er kunnen maximaal 8 papiertypen worden geregistreerd. Lijstnaam Beschrijving Een willekeurige naam opslaan.
  • Pagina 132 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN HET ORIGINEEL PLAATSEN EEN PROCEDURE SELECTEREN VOOR HET PLAATSEN VAN HET ORIGINEEL AFHANKELIJK VAN TYPE EN STATUS Plaats het origineel in de automatische documentinvoereenheid. Afhankelijk van het type en de status van het origineel gebruikt u de glasplaat.
  • Pagina 133 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN Invoermodus origineel Onderstaande invoermodi voor originelen kunnen als standaard worden ingesteld in de modus Kopiëren, Beeld verzenden en Scannen naar schijf. Wanneer een modus regelmatig wordt gebruikt, hoeft u niet meer steeds dezelfde modus in een andere modus in te stellen.
  • Pagina 134 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u originelen in de automatische documentinvoereenheid plaatst. • Plaats originelen van verschillend formaat zo nodig tezamen in de automatische documentinvoereenheid. Gebruik in dat geval de functie "Overige" in elke modus om [Origineel gem. form.] in te stellen. Een origineel kan niet worden gedetecteerd wanneer alle pagina's van hetzelfde formaat zijn maar sommige een andere afdrukstand hebben.
  • Pagina 135 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN Toegestane formaten voor originelen Minimaal formaat van origineel Maximaal formaat van origineel Standaardformaat Standaardformaat (Minimum formaat dat automatisch kan worden gedetecteerd) (Maximum formaat dat automatisch kan worden gedetecteerd) 148 mm (lengterichting) × 210 mm of A5 297 mm (lengterichting) ×...
  • Pagina 136 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN GLASPLAAT In dit gedeelte worden de stappen beschreven voor het plaatsen van een origineel op de glasplaat. • Sluit de automatische documentinvoereenheid voorzichtig. Hardhandig sluiten van de automatische documentinvoereenheid kan tot beschadiging leiden. •...
  • Pagina 137 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN Sluit de automatische documentinvoereenheid. Nadat u het origineel hebt geplaatst, moet u de automatische documentinvoereenheid sluiten. Als de eenheid open blijft, zullen de delen die buiten het origineel vallen zwart worden gekopieerd, waardoor te veel toner wordt verbruikt. •...
  • Pagina 138 Het opdrachtstatusscherm is verdeeld in de volgende vier tabbladen, waarmee u een opdrachtenlijst kunt selecteren door op een gewenst tabblad te tikken. LIJN PRINTER LIJN PRINTER Eenvoudige Eenvoudige Best. ophalen Taakbeheer Opdracht Status Sharp OSA Vorige Kopie Scan van schijf 10:15 Vorige Afdrukken Scannen Faxen Internetfax...
  • Pagina 139 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN Vorige Afdrukken Scannen Faxen Internetfax Taak Opdrachtwachtrij Voortgang/sets Status User_1_User_1_User ---/0004 PDF versl. User_2_User_2_User ---/0004 Spoolen Spool Opdr.Wachtr Voltooid • Lijst Spool (alleen weergegeven als een opdracht wordt ontvangen die via een computer wordt afgedrukt) Geeft afdruktaken weer tot aan de verzending naar het apparaat vanaf een computer.
  • Pagina 140 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN OPDRACHTEN IN UITVOERING OF GERESERVEERDE OPDRACHTEN STOPPEN OF VERWIJDEREN Tik op de opdrachtstatusweergave en tik op het tabblad voor de opdracht die u wilt stoppen of verwijderen. Tik op de toets [Opdr.Wachtr].
  • Pagina 141 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN GERESERVEERDE OPDRACHTEN MET PRIORITEIT VERWERKEN Deze functie geeft prioriteit aan de verwerking van gekopieerde, gefaxte of beeldverzendingsopdrachten die later zijn geopend dan opdrachten die al in de wachtrij staan voor afdrukken of verzenden. Het gebruik van de functie voor verwerking met prioriteit verschilt als volgt, afhankelijk van het opdrachttype.
  • Pagina 142 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN De volgorde van opdrachten wijzigen Indien er een opdracht in uitvoering is, kan een onderbrekingsopdracht worden uitgevoerd, of een opdracht kan lager in de rij worden gezet om de opdrachtvolgorde te veranderen. Tik op de toets van de opdracht die u wilt verplaatsen en tik vervolgens op de toets "Order Sorteren".
  • Pagina 143 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN In het tabblad Afdrukken kunt u de weergave van het scherm "Opdr.Wachtr" wijzigen van het aantal afgedrukte exemplaren naar het aantal resterende exemplaren die nog moeten worden afgedrukt voor elke opdracht. Afdrukken Scannen Faxen...
  • Pagina 144 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN VOLTOOIDE OPDRACHTEN CONTROLEREN Tik op de opdrachtstatusweergave en tik op het tabblad voor de opdracht waarvan u de inhoud wilt controleren. Tik op de toets [Voltooid]. Afdrukken Scannen Faxen...
  • Pagina 145 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN DE OPDRACHTENLIJST LEZEN De betekenis van elk opdrachtpictogram en bericht dat wordt weergegeven in "Status" is als volgt: Pictogrammen die het type opdracht aangeven Afdrukopdracht (RGB/CMYK) Kopieeropdracht Opdracht voor Scannen naar E-mail Opdracht voor Scannen naar FTP...
  • Pagina 146 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN Berichten die bij "Status" worden getoond opdracht in uitvoering Weergave Status "Afdrukken" Afdrukopdracht wordt uitgevoerd. "Kopieren" Kopieeropdracht wordt uitgevoerd. "Verbinden" Bezig met verbinden "Verzenden" Bezig met verzenden "Ontvangen"...
  • Pagina 147 "failed" Er heeft zich een ongewone situatie voorgedaan als leveringsbevestiging is ingesteld * Als het ontvangende apparaat een apparaat van SHARP is, retourneert het ontvangende apparaat als de "dispatched" fax is ontvangen of als de ontvangst is mislukt.
  • Pagina 148 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESBOEK ADRESBOEK U kunt "Contacten" en "Groep" opslaan in het adresboek. Voor een contactpersoon kunnen meerdere adressen worden opgeslagen, inclusief adressen voor fax, e-mail, Internetfax en directe SMTP. Als u adressen die zijn opgeslagen als "Contacten" registreert en direct ingevoerde adressen als "Groep" registreert, kunt u eenvoudig berichten verzenden naar meerdere bestemmingen door een groep op te geven.
  • Pagina 149 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESBOEKSCHERM Tik op de toets [Adresboek] in het basisscherm in de modi voor beeld verzenden, zoals Fax, E-mail of Internetfax, om het adresboek weer te geven. U kunt het adresboek ook weergeven door op het pictogram [Adresboek] in het beginscherm te tikken.
  • Pagina 150 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK "Contacten" of "Groep" kiezen Tik op een vermelding uit "Contacten" of "Groep" om "Contacten" of "Groep" te selecteren. Tik na de selectie op Raadpleeg de volgende stappen om "Contacten" en "Groep" toe te voegen. ADRESSEN OPSLAAN VIA DIRECTE INVOER (pagina 1-150) ►...
  • Pagina 151 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Beperken op frequent gebruik Tik op de toets [Freq. Gebruik] om een adres te selecteren in het scherm dat wordt getoond. Adressen die zijn geregistreerd als "Freq. Gebruik" adressen worden weergegeven. Zoeken in alg. adressen Adres Sorteren Verzendgeschiedenis...
  • Pagina 152 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Beperken op index Zoek op alfabet om de adressen te beperken. Tik bijvoorbeeld op "A" op de indexbalk om "Contacten" weer te geven die zijn opgeslagen met zoektekst die begint met "A". Verzendgeschiedenis Adres Sorteren Oproepen met zoeknummer Direct TX...
  • Pagina 153 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN OPSLAAN VIA DIRECTE INVOER U kunt nieuwe namen en adressen in het adresboek opslaan door ze direct in te voeren. Tik op [Toevoegen] in het actiescherm van het adresboekscherm of tik op het pictogram [Adres- beheer] in het beginscherm.
  • Pagina 154 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN OPSLAAN VIA GLOBAAL ADRES ZOEKEN U kunt de zoekresultaten van het globaal adresboek opslaan als nieuwe adressen in het adresboek. Globaal adres zoeken vereist een LDAP-server. Bestemmingsregistratie met Globaal zoeken adres uitschakelen Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen] →...
  • Pagina 155 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Kies de server uit de lijst met servers. Voer Annuleren en terugkeren Start Zoeken Initialen in Als een verificatiescherm wordt weergegeven, voert u uw Start Zoeken gebruikersnaam en wachtwoord in en tikt u vervolgens op de toets [OK].
  • Pagina 156 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN OPSLAAN UIT VERZENDLOGBOEKEN VAN FAX OF AFBEELDING U voegt een adres dat u hebt ingevoerd via verzendbewerkingen van fax of afbeelding toe aan het adresboek als nieuwe registratie. FTP- en bureaubladadressen kunnen niet worden opgeslagen in het adresboek vanuit verzendlogboeken. Tik in de modus voor het verzenden van faxen of afbeeldingen op [Verzendgeschiedenis] in het actiescherm.
  • Pagina 157 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Tik op de toets [OK]. GROEPEN OPSLAAN Registreer een "Groep"' door adressen te selecteren uit de adressen die al zijn opgeslagen als "Contacten". Bij deze registratie wordt alleen een verwijzing uitgevoerd naar reeds geregistreerde adressen en neemt het totaal aantal geregistreerde adressen (maximaal 6000) in het adresboek niet toe.
  • Pagina 158 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Tik op het adres dat u wilt registreren in de "Groep" en tik dan op de toets Geregistreerd Adres test@test.com U kunt meerdere adressen selecteren. Voorbeeld- weergave Start Info. Herhaal stap 3 en 5 om adressen te registreren. Als u klaar bent met het registreren van adressen tikt u op de toets Tik op de toets [Registr.].
  • Pagina 159 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN IN HET ADRESBOEK BEWERKEN/VERWIJDEREN U kunt de informatie in de gegevens van "Contacten" of "Groep" in het adresboek bewerken of verwijderen, maar ook de adressen onder "Contacten" en "Groep". Contactpersonen en groepen bewerken/verwijderen In het scherm met het adresboek selecteert u een contact of groep die u wilt bewerken en tikt u vervolgens op [Bewerken] in het actiescherm.
  • Pagina 160 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Adressen bewerken/verwijderen Selecteer een contact of groep die u wilt bewerken en tik vervolgens op [Bewerken] in het actiescherm. In het scherm met het adresboek selecteert u het contact of de groep met het adres dat u wilt bewerken en tikt u vervolgens op [Bewerken] in het actiescherm.
  • Pagina 161 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK HET BEREIK INSTELLEN VOOR PUBLICATIE VAN CONTACTPERSONEN EN GROEPEN "Contacten" en "Groep" die in het adresboek zijn opgeslagen, kunnen worden gedeeld binnen een opgegeven groep of opgeslagen als persoonlijke contactpersonen waar alleen u toegang toe hebt. Als er geen publiciteitsbereik is opgegeven, worden de opgeslagen "Contacten"...
  • Pagina 162 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Als u bent aangemeld als beheerder, kunt u elke gewenste gebruikersnaam selecteren in de gebruikerslijst. Een gebruiker registreren: Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Gebruikers -bediening] → [Gebruikers -bediening] → [Gebruikers- Lijst] → [Gebruikersregistratie]. VERZENDGESCHIEDENIS WISSEN U kunt de verzendgeschiedenis van verzonden faxen en afbeeldingen wissen.
  • Pagina 163 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK EEN ADRESBOEK OP DE WEBPAGINA REGISTREREN Verzendbestemmingen (contactpersonen), zoals faxadressen en Scannen naar E-mail-adressen, en groepen kunnen in het adresboek worden opgeslagen. Zie 'ADRESBOEK (pagina 1-145)' voor de procedure voor het opslaan van contactpersonen en groepen met het aanraakscherm van het apparaat. In de instellingsmodus wordt de lijst met opgeslagen contactpersonen en groepen weergegeven.
  • Pagina 164 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Item Beschrijving Faxen Als u een nieuw faxnummer wilt opslaan, selecteert u [Nieuw adres] en voert u het nummer Faxnummer in het veld Faxnummer in. Als u een faxnummer wilt zoeken dat als globaal adres is opgeslagen, klikt u op deze knop Globaal Adres Zoeken en selecteert u het faxnummer in de lijst.
  • Pagina 165 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Item Beschrijving Gebruik PASV modus Verstuur gegevens naar een FTP-server in de PASV-modus. Hyperlink naar FTP-server Als u gegevens naar een FTP-server gaat verzenden, stuur de gegevens dan naar het versturen inschakelen e-mailadres dat in de hyperlink van de FTP-server wordt weergegeven. Instellen als standaard gebruikt Een adres als standaardadres instellen.
  • Pagina 166 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR RANDAPPARATUUR RANDAPPARATUUR Het apparaat kan worden voorzien van randapparatuur voor extra functionaliteit. De randapparatuur is over het algemeen optioneel. Bij enkele modellen maakt bepaalde randapparatuur echter deel uit van de standaarduitrusting. (Februari 2018) Productnaam Productnummer Beschrijving Papierlade met grote capaciteit...
  • Pagina 167 Maakt het gebruik van een fax mogelijk. Internetfaxuitbreidingskit MX-FWX1 Maakt het gebruik van de internetfaxfunctie mogelijk. Applicatie-integratiemodule MX-AMX1 Sharp OSA (pagina 1-199) Licentiekit voor Sharpdesk met 1 MX-USX1 Deze software maakt geïntegreerd beheer van documenten en licenties computerbestanden mogelijk. Licentiekit voor Sharpdesk met 5...
  • Pagina 168 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR AFWERKINGSEENHEID IN HET APPARAAT Dit apparaat voert gesorteerd papier uit, waarbij elke set papier wordt verschoven. ONDERDEELNAMEN In het volgende gedeelte worden de onderdelen beschreven die toegankelijk zijn als de afwerkingseenheid is geopend. Uitvoerlade Hendel Geniete en gestaffelde uitvoer wordt naar deze lade Gebruik deze hendel om de afwerkingseenheid te...
  • Pagina 169 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR TOEBEHOREN Voor de afwerkingseenheid is de volgende nietcartridge vereist: Nietcartridge (ca. 5000 nietjes per nietcartridge x drie cartridges) MX-SCX1 ONDERHOUD VAN AFWERKINGSEENHEID IN HET APPARAAT Wanneer de nietcartridge geen nietjes meer heeft, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. Volg de bedieningsprocedure om de nietcartridge te vervangen.
  • Pagina 170 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Verwijder de lege nietcartridge uit het nietjesmagazijn. Plaats een nieuwe nietcartridge in het nietjesmagazijn zoals hier getoond. Duw de nietcartridge naar binnen totdat deze vastklikt. Plaats het nietjesmagazijn terug. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Schuif de afwerkingseenheid terug naar rechts.
  • Pagina 171 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR AFWERKINGSEENHEID Dit apparaat voert gesorteerd papier uit, waarbij elke set papier wordt verschoven. Het apparaat brengt zo nodig nietjes aan in elke set. U kunt ook met de hand nieten. Als u afgedrukt papier wilt perforeren, installeert u een optionele perforatiemodule.
  • Pagina 172 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR HANDMATIG NIETEN U kunt ook met de hand nieten. Controleer of de toets voor handmatig nieten groen verlicht is. Plaats het papier dat u wilt nieten in de invoersleuf. Wanneer u papier plaatst dan knippert de toets voor handmatig nieten groen.
  • Pagina 173 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR ONDERHOUD VAN DE AFWERKINGSEENHEID Wanneer de nietcartridge geen nietjes meer heeft, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. Volg de bedieningsprocedure om de nietcartridge te vervangen. Nietcartridge vervangen Open de voorklep. Verwijder het nietjesmagazijn. Verwijder de lege nietcartridge.
  • Pagina 174 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Duw het nietjesmagazijn stevig terug naar binnen. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Sluit de voorklep. Maak een proefafdruk met de nietsorteerfunctie en controleer of het nieten goed verloopt. 1-171...
  • Pagina 175 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR AFWERKINGSEENHEID (GROTE STAPELEENHEID) Dit apparaat voert gesorteerd papier uit, waarbij elke set papier wordt verschoven. Als u afgedrukt papier wilt perforeren, installeert u een optionele perforatiemodule. ONDERDEELNAMEN Nietverzamelaar Middelste uitvoerlade Lade voor uitvoerpapier dat niet wordt gestaffeld. Hiermee wordt papier tijdelijk gestapeld om te worden De lade is uitschuifbaar.
  • Pagina 176 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR TOEBEHOREN Voor de afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) is de volgende nietcartridge vereist: Nietcartridge (ca. 5000 nietjes per nietcartridge x drie cartridges) MX-SCX2 ONDERHOUD VAN DE AFWERKINGSEENHEID (GROTE STAPELEENHEID) Verwijder alle uitvoer uit de uitvoerlade van de zadelsteek-afwerkingseenheid voordat u met deze procedure begint. Volg de bedieningsprocedure om de nietcartridge te vervangen.
  • Pagina 177 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Wanneer er nog nietjes aanwezig zijn, kan de nietcartridge niet worden verwijderd. Plaats een nieuwe nietcartridge in het nietjesmagazijn. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Plaats het nietjesmagazijn terug. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Sluit de voorklep.
  • Pagina 178 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR NIETAFVAL VERWIJDEREN Als een finisher wordt gebruikt om te nieten, wordt nietafval geproduceerd. Het nietafval wordt verzameld in de nietafvalbak. Volg de onderstaande stappen om nietafval te verwijderen. Open de voorklep. Pak het lipje van de nietafvalbak vast, trek de bak rustig naar buiten en verwijder het nietafval.
  • Pagina 179 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Sluit de voorklep. 1-176...
  • Pagina 180 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR ZADELSTEEK-AFWERKINGSEENHEID Deze eenheid omvat de staffelfunctie waarmee gesorteerd papier wordt uitgevoerd en waarbij elke set papier wordt verschoven, de nietsorteerfunctie waarmee elke set afdrukken wordt geniet, de zadelsteekfunctie waarmee het midden van de vellen automatisch wordt geniet en de vellen doormidden worden gevouwen en de papiervouwfunctie waarmee papier doormidden wordt gevouwen.
  • Pagina 181 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR HANDMATIG NIETEN U kunt ook met de hand nieten. Controleer of de toets voor handmatig nieten groen verlicht is. Plaats het papier dat u wilt nieten in de invoersleuf. Wanneer u papier plaatst dan knippert de toets voor handmatig nieten groen.
  • Pagina 182 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR TOEBEHOREN Voor de zadelsteek-afwerkingseenheid is de volgende nietcartridge vereist: Afwerkingseenheid Nietcartridge (ca. 5000 nietjes per nietcartridge x drie cartridges) MX-SC11 Zadelsteek-afwerkingseenheid Nietcartridge (ca. 2000 nietjes per nietcartridge x vier cartridges) MX-SC12 1-179...
  • Pagina 183 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR ONDERHOUD VAN DE ZADELSTEEK-AFWERKINGSEENHEID Wanneer de nietcartridge geen nietjes meer heeft, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. Volg de bedieningsprocedure om de nietcartridge te vervangen. De nietcartridge vervangen (afwerkingseenheid) Open de bovenste voorklep. Verwijder het nietjesmagazijn.
  • Pagina 184 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Sluit de bovenste voorklep. Maak een proefafdruk met de nietsorteerfunctie en controleer of het nieten goed verloopt. De nietcartridge vervangen (zadelsteek-afwerkingseenheid) Verwijder alle uitvoer uit de uitvoerlade van de zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) voordat u met deze procedure begint.
  • Pagina 185 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Verwijder het nietjesmagazijn. Verwijder de lege nietcartridge. Plaats een nieuwe nietcartridge in het nietjesmagazijn. Breng beide nietcartridges weer aan. Duw het nietjesmagazijn stevig terug naar binnen. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. 1-182...
  • Pagina 186 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Duw de onderste voorklep weer in het apparaat. Sluit de bovenste voorklep. Maak als test een afdruk of kopie met de zadelsteekfunctie en kijk of het nieten goed verloopt. 1-183...
  • Pagina 187 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR ZADELSTEEK-AFWERKINGSEENHEID (GROTE STAPELEENHEID) Deze eenheid omvat de staffelfunctie waarmee gesorteerd papier wordt uitgevoerd en waarbij elke set papier wordt verschoven, de nietsorteerfunctie waarmee elke set afdrukken wordt geniet, de zadelsteekfunctie waarmee het midden van de vellen automatisch wordt geniet en de vellen doormidden worden gevouwen en de papiervouwfunctie waarmee papier doormidden wordt gevouwen.
  • Pagina 188 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR TOEBEHOREN Voor de zadelsteek-afwerkingseenheid is de volgende nietcartridge vereist: Afwerkingseenheid Nietcartridge (ca. 5000 nietjes per nietcartridge x drie cartridges) MX-SCX2 Zadelsteek-afwerkingseenheid Nietcartridge (ca. 2000 nietjes per nietcartridge x vier cartridges) MX-SCX1 ONDERHOUD VAN DE ZADELSTEEK-AFWERKINGSEENHEID (GROTE STAPELEENHEID) Wanneer de nietcartridge geen nietjes meer heeft, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel.
  • Pagina 189 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Knijp de groene delen van het nietjesmagazijn in en trek het magazijn vervolgens omhoog en naar buiten. Verwijder de lege nietcartridge. Wanneer er nog nietjes aanwezig zijn, kan de nietcartridge niet worden verwijderd. Plaats een nieuwe nietcartridge in het nietjesmagazijn.
  • Pagina 190 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Sluit de voorklep. Maak een proefafdruk met de nietsorteerfunctie en controleer of het nieten goed verloopt. De nietcartridge vervangen (zadelsteek-afwerkingseenheid) Verwijder alle uitvoer uit de uitvoerlade van de zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) voordat u met deze procedure begint.
  • Pagina 191 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Zet de ontgrendelingshendel van het nietjesmagazijn omlaag en verwijder het nietjesmagazijn. Trek het nietjesmagazijn er naar rechts uit. Vervang beide nietcartridges. Druk op de vergrendelingsknop om de ontgrendelingshendel te activeren. Verwijder de lege nietcartridge. Druk op de vergrendelingsknop om de ontgrendelingshendel te activeren.
  • Pagina 192 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Appuyez sur le bouton de verrouillage pour ouvrir le levier de déverrouillage. Duw het nietjesmagazijn stevig terug in het apparaat. Lijn van het nietjesmagazijn uit met van de eenheid. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Duw de nietfinisher naar binnen.
  • Pagina 193 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR NIETAFVAL VERWIJDEREN Als een finisher wordt gebruikt om te nieten, wordt nietafval geproduceerd. Het nietafval wordt verzameld in de nietafvalbak. Volg de onderstaande stappen om nietafval te verwijderen. Open de voorklep. Pak het lipje van de nietafvalbak vast, trek de bak rustig naar buiten en verwijder het nietafval.
  • Pagina 194 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR PAPIERAFVAL VERWIJDEREN Als gevouwen papier wordt bijgesneden met de snijderfunctie, wordt er papierafval gegenereerd. Het papierafval wordt verzameld in de papierafvalbak. Volg de bedieningsprocedure om papierafval te verwijderen. Met behulp van de snijderfunctie wordt een zijstrook afgesneden tijdens het vouwen, waardoor een nette afwerking ontstaat. Open de voorklep.
  • Pagina 195 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Sluit de voorklep. 1-192...
  • Pagina 196 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR VOUWEENHEID Een vouweenheid kan worden gebruikt voor Z-vouw, Lettervouw, Harmonicavouw, Dubbele vouw en Enkele vouw. De installatie van een afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) of zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) is vereist om de vouweenheid te installeren. ONDERDEELNAMEN Bovenklep Uitvoerlade van vouweenheid Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 197 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR INVOEGEENHEID Hierin kunnen kaften en invoegvellen die moeten worden ingevoegd tussen afgedrukte vellen worden geplaatst. Met behulp van de functie voor handmatige afwerking kunt u direct papier invoeren in de finisher (grote stapeleenheid) of nietfinisher (grote stapeleenheid) om het papier te nieten, te perforeren of te vouwen. Zie "SPECIFICATIES"...
  • Pagina 198 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR PERFORATIEMODULE (MX-PN16B/C/D) De perforatiemodule kan op een afwerkingseenheid of een zadelsteek-afwerkingseenheid worden geïnstalleerd om het uit te voeren papier te perforeren. Een afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid is vereist om de perforatiemodule (grote stapeleenheid) te installeren. PERFORATIE-AFVAL VERWIJDEREN Perforatieafval van perforaties wordt verzameld in de perforatieafvalverzamelaar.
  • Pagina 199 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Sluit de voorklep. 1-196...
  • Pagina 200 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR PERFORATIEMODULE (MX-PN13A/B/C/D) De perforatiemodule kan op een afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) of een zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) worden geïnstalleerd om het uit te voeren papier te perforeren. De installatie van een afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) of zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) is vereist om de perforatiemodule (grote stapeleenheid) te installeren.
  • Pagina 201 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Duw de verzamelaar rustig weer naar binnen. Sluit de voorklep. 1-198...
  • Pagina 202 Sharp OSA (Open Systems Architecture) is een architectuur die het apparaat rechtstreeks koppelt aan software-applicaties (externe applicaties) voor het gebruik van het apparaat via een netwerk. Wanneer u een apparaat gebruikt dat Sharp OSA ondersteunt, kunt u toetsen op het bedieningspaneel en apparaatfuncties, zoals scannen, naar externe applicaties verzenden.
  • Pagina 203 Tik op een modustoets om terug te gaan naar het vorige scherm. Externe verificatiemodus inschakelen: In de "Instellingen (beheerder)" selecteert u [Systeeminstellingen] → [Sharp OSA-instellingen] → [Instellingen externe accountapplicatie] en schakelt u de instelling [Extern accountbeheer] in. • De functie voor gebruikersbediening van het apparaat kan niet worden gebruikt in externe-authenticatiemodus.
  • Pagina 204 Externe telmodus kan samen met de functie voor gebruikersbediening van het apparaat worden gebruikt. (Externe telmodus kan ook worden gebruikt wanneer de functie voor gebruikersbediening is uitgeschakeld.) Externe telmodus inschakelen: Bij "Instellingen (beheerder)" selecteert u [Systeeminstellingen] → [Sharp OSA-instellingen] → [Instellingen externe accountapplicatie] en schakelt u alleen de instelling [Extern accountbeheer] in. 1-201...
  • Pagina 205 Voorwaarde- Instellingen Cookie-instelling Geef aan hoe toepassingscookies worden behandeld bij het gebruik van een toepassing in Sharp OSA. Als "Cookie vasthouden" is geselecteerd, bewaart de machine cookies die in een toepassing worden gebruikt. Als "Cookie niet vasthouden" wordt geselecteerd, worden cookies niet vastgehouden als een toepassing wordt gebruikt.
  • Pagina 206 Dit item wordt enkel getoond en kan niet ingesteld worden. Deze instelling bepaalt of de gebruikerslijst van het apparaat of de LDAP server doorzocht Doel* wordt wanneer u een zoekopdracht "Mijn adres" uitvoert met Sharp OSA externe authenticatie in gebruik. Communicatiefout Melding...
  • Pagina 207 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Ingesloten Toepassingsinstellingen De 'ingesloten toepassingen' die op het apparaat zijn geïnstalleerd opslaan en beheren. • De toets [Toevoegen] Hiermee voegt u een nieuwe ingesloten toepassing toe. • De lijst Deze bevat de ingesloten toepassingen die momenteel zijn geïnstalleerd. Een ingesloten toepassing installeren Wanneer u op de toets [Toevoegen] tikt, wordt het registratiescherm weergegeven.
  • Pagina 208 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Wanneer papier vastloopt, wordt het bericht "Papierstoring" weergegeven op het aanraakscherm en wordt het afdrukken en scannen gestopt. Tik in dat geval op de toets [Oplos. papierstoringen bekijken] in het aanraakscherm. Als u op deze toets tikt, wordt uitgelegd hoe u het vastgelopen papier kunt verwijderen.
  • Pagina 209 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD ONDERHOUD In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het apparaat kunt reinigen en hoe u de tonercartridge, de Toneropvangbak en de stempelcartridge kunt vervangen. REGELMATIG ONDERHOUD Voor een optimale werking moet het apparaat regelmatig worden gereinigd. Gebruik geen ontvlambare sprays bij het reinigen van het apparaat.
  • Pagina 210 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD SCANGEBIED Wanneer zwarte of witte strepen op de gescande afbeelding zichtbaar zijn bij het gebruik van de automatische documentinvoereenheid, reinig dan het scangebied (het dunne lange glas naast de glasplaat). Gebruik voor het reinigen van dit onderdeel het glasreinigingsmiddel dat in de automatische documentinvoereenheid is opgeslagen.
  • Pagina 211 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Plaats het glasreinigingsmiddel terug op zijn plaats. HET OPPERVLAK VAN DE DOORVOERROL REINIGEN Als het papier vaak vastloopt bij de invoer van zwaar papier via de doorvoerlade, neem dan de aanvoerrol af met een schone, zachte, vochtige doek met water of een neutraal schoonmaakmiddel.
  • Pagina 212 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE TONERCARTRIDGE VERVANGEN Vervang de tonercartridge altijd wanneer het bericht "Vervang de tonercartridge." wordt weergegeven. Houd één set vervangende tonercartridges bij de hand, zodat u altijd meteen een nieuwe tonercartridge kunt installeren wanneer de toner op is. Een lege tonercartridge kan vervangen worden zonder een kopieer-/afdruktaak te onderbreken.
  • Pagina 213 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Open de voorklep. Trek de tonercartridge naar u toe. Trek de tonercartridge horizontaal voorzichtig naar buiten. Als de cartridge plotseling naar buiten wordt getrokken, kunt u toner morsen. Haal een nieuwe tonercartridge uit de verpakking en schud deze vijf of zes maal heen en weer.
  • Pagina 214 • Als u de tonercartridge rechtop bewaart, kan de toner hard en onbruikbaar worden. Sla tonercartridges altijd op hun zijkant • Als een andere tonercartridge dan een door Sharp aanbevolen tonercartridge wordt gebruikt, levert het apparaat mogelijk niet de maximale kwaliteit en prestaties en kan het schade oplopen. Gebruik een door Sharp aanbevolen tonercartridge.
  • Pagina 215 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE TONEROPVANGBAK VERVANGEN De toneropvangbak vangt het teveel aan toner op dat vrijkomt bij het afdrukken. Als de toneropvangbak bijna vol is, wordt het bericht 'Vervang toneropvangbak.' weergegeven. Als dit bericht verschijnt, tikt u op de toets die op het aanraakpaneel wordt weergegeven om de procedure voor het vervangen van de toneropvangbak weer te geven.
  • Pagina 216 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE STEMPELCARTRIDGE VERVANGEN Als een stempeleenheid (AR-SU1) is geïnstalleerd op de automatische documentinvoereenheid en de stempel licht is geworden, vervangt u de stempelcartridge (AR-SV1). Verbruiksgoederen Stempelcartridge (2 in verpakking) AR-SV1 Open de automatische documentinvoereenheid. Verwijder de aandrukplaat van de automatische documentinvoereenheid.
  • Pagina 217 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Duw de stempeleenheid terug op zijn plaats. Duw de stempeleenheid naar binnen totdat deze vastklikt. Sluit de automatische documentinvoereenheid om de aandrukplaat te bevestigen. Als de automatische documentinvoereenheid is gesloten, wordt de aandrukplaat op de glasplaat bevestigd op de automatische documentinvoereenheid.
  • Pagina 218 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►TEKENINVOER TEKENINVOER NAMEN EN FUNCTIES VAN AANRAAKTOETSEN Open het aanraaktoetsenbord om de naam van een bestand, programma, map of gebruiker te registreren. Sluit het aanraaktoetsenbord Geeft de ingevoerde tekst weer. Voltooit de ingevoerde tekens en sluit het aanraaktoetsenbord Vult de opgeslagen woorden in.
  • Pagina 219 VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►TEKENINVOER DE TOETSENBORINSTELLING INSTELLEN Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Toetsenbordinstellingen]. Toetsenbordinstellingen Standaard toetsenbordinstelling De toetsenbordinstellingen configureren voor het invoeren van tekst. Keuze Toetsenbord U kunt de lay-out en de weergave van de toetsen aanpassen aan de ingestelde taal. Toetsenbordprioriteit instellen Als er een extern toetsenbord is aangesloten, kunt u aangeven of het externe toetsenbord of het toetsenbord op het scherm (het aanraaktoetsenbord) prioriteit moet krijgen.
  • Pagina 220 Pictogrammen KOPIEERAPPARAAT Functies die u kunt gebruiken in de modus Eenvoudige Kopie Milieuvriendelijke functies Functies voor kopiëren op speciale media • HET TYPE EN FORMAAT VAN PAPIER IN DE VOORDAT U HET APPARAAT ALS DOORVOERLADE OPGEVEN ... . 2-34 KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT UITVOER .
  • Pagina 221 KOPIEERAPPARAAT FUNCTIES TER VERBETERING VAN DE FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN DE VEILIGHEID ....... 2-83 UITVOER EN DICHTHEID .
  • Pagina 222 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT KOPIEERMODUS Er zijn twee modi om te kopiëren: de eenvoudige modus en de normale modus. De eenvoudige modus is beperkt tot vaak gebruikte functies waarmee u de meeste kopieertaken eenvoudig kunt uitvoeren. Wanneer u gedetailleerde instellingen of speciale functies wilt selecteren, gebruikt u de normale modus.
  • Pagina 223 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT NORMALE MODUS In de normale modus kunt u elke functie-instelling selecteren die kan worden gebruikt voor kopiëren. Voer het aantal kopieën in. Aantal exempl. Verzenden en afdrukken Geeft de functies weer die De instellingstoetsen die Snelbestand Origineel Geg.
  • Pagina 224 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT KOPIEERPROCEDURE In dit gedeelte worden de belangrijkste procedures uitgelegd voor kopiëren. Selecteer instellingen in de onderstaande volgorde om ervoor te zorgen dat het kopiëren probleemloos verloopt. Raadpleeg voor gedetailleerde procedures voor het selecteren van instellingen, de uitleg van elke instelling in dit hoofdstuk.
  • Pagina 225 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Scan het origineel. Tik op de toets [Voorbeeld- weergave] om het origineel te scannen. In de eenvoudige modus In de normale modus Origineel Aantal exempl. Verzenden en afdrukken Details Snelbestand Origineel Geg. tijdelijk opslaan Auto Papier Bestand...
  • Pagina 226 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. • Tik op de toets [CA] om alle instellingen te annuleren. Wanneer u op de toets [CA] tikt, worden alle eerder geselecteerde instellingen gewist en keert u terug naar het basisscherm.
  • Pagina 227 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Item Beschrijving Configureer de 2-zijdige modusinstellingen die u standaard wilt gebruiken. Als deze instelling wordt gebruikt om de standaardinstelling voor de duplexfunctie te 2-Zijdige Kopie wijzigen in een andere instelling dan 'Enkelzijdig naar enkelzijdig' en de duplexfunctie of automatische documentinvoereenheid niet functioneert of is uitgeschakeld, zal deze instelling worden teruggezet naar 'Enkelzijdig naar enkelzijdig'.
  • Pagina 228 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL CONTROLEREN Eenvoudige modus Het formaat van het geplaatste origineel wordt weergegeven in de linker bovenhoek van het scherm. Als u het origineel in de automatische documentinvoereenheid plaatst, verschijnt het pictogram origineel naast het formaat van het origineel.
  • Pagina 229 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Stand van het geplaatste origineel Plaats het origineel zoals hieronder wordt getoond. Als u het origineel in een onjuiste stand plaatst, is de perforatie- of nietpositie mogelijk niet correct is. Bekijk de afdrukstand of de voorbeeldafbeelding in het voorbeeldscherm. KOPIEERVOORBEELD (pagina 2-8) ►...
  • Pagina 230 KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN Het apparaat is ingesteld om automatisch de papierlade te selecteren die papier bevat van hetzelfde papierformaat als het geplaatste origineel (Automatische papierselectie.). Als het papierformaat van het origineel niet juist kan worden gedetecteerd omdat het een niet-standaard formaat is of als u het papierformaat voor het kopiëren wilt veranderen, kunt u handmatig een papierlade selecteren.
  • Pagina 231 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe de instellingen worden geselecteerd in het basisscherm van de eenvoudige modus. DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) ► KOPIËREN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID GEBRUIKEN VOOR KOPIËREN Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid.
  • Pagina 232 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. Twee of meer sets kopieën maken: Tik op de toets voor het aantal exemplaren om het aantal kopieën op te geven. Origineel Details Papier...
  • Pagina 233 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. Twee of meer sets kopieën maken: Tik op de toets voor het aantal exemplaren om het aantal kopieën op te geven. Origineel Details Papier...
  • Pagina 234 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID GEBRUIKEN VOOR 2-ZIJDIG KOPIËREN Originelen Kopieën Kopieën Originelen Originelen Kopieën Automatisch 2-zijdig kopiëren van Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige 1-zijdige originelen 2-zijdige originelen originelen •...
  • Pagina 235 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Voorbeeld- weergave]. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR 2-ZIJDIG KOPIËREN Originelen kopie Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen Tweezijdig kopiëren helpt papier besparen. De standaard 2-zijdige kopieermodus wijzigen: Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] →...
  • Pagina 236 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Controleer het papier (de lade) die u wilt Origineel Details gebruiken voor kopiëren en tik op de Papier Dubbelz. Kopie Kopieerfactor Nietje / Perforatie toetsen voor andere instellingen die u wilt Selectie selecteren. 100% Papiercassette 1 1 →...
  • Pagina 237 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL AUTOMATISCH AANPASSEN Standaard worden het belichtingsniveau en het origineeltype automatisch aangepast aan het origineel dat u kopieert. ([Auto] wordt weergegeven.) Origineel Details Origineel Belichting N-Up Auto...
  • Pagina 238 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op of schuif met de Belichting schuifbalk om de belichtingsniveau Auto Handmatig voor kopieën aan te passen. Na de aanpassing tikt u op Verhelder Verdonker Hiermee is de procedure in de eenvoudige modus beëindigd.
  • Pagina 239 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op of schuif met de Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. schuifbalk om de belichtingsniveau Scanresolutie selecteren Type belichting/origineel Tonerbesparing voor kopieën aan te passen. Tonerverbruik verminderen Auto Aanpassing Achtergrond Als u de belichting aanpast met het geselecteerde Handmatig Wissen Randschaduw wissen...
  • Pagina 240 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. VERGROTEN/VERKLEINEN AUTOMATISCHE FACTORSELECTIE In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u automatisch de juiste factor kunt selecteren die overeenkomt met het papierformaat, wanneer u handmatig de papierlade wijzigt voor het maken van een kopie op papier met een ander formaat dan het origineel.
  • Pagina 241 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. HANDMATIGE FACTORSELECTIE In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een kopieerfactor kunt opgeven voor een kopie op papier van een ander formaat dan het origineel of hoe u het afbeeldingsformaat kunt wijzigen voor het kopiëren. U kunt de volgende drie methoden gebruiken om de kopieerfactor op te geven.
  • Pagina 242 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De vaste-factortoets gebruiken Tik op de toets [Kopieerfactor]. ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) Tik op om de factor in te Kopieerfactor stellen. ( 25~200 ) Auto Image Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Enigszins verminderen (3% besparing) tikt u op...
  • Pagina 243 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De afmetingen van de afbeelding opgeven Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-19) Tik op de toets [Kopieerfactor]. Tik op de toets [op formaat] op het Enigszins verminderen Aantal exempl.
  • Pagina 244 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DE LENGTE EN BREEDTE AFZONDERLIJK VERGROTEN/VERKLEINEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de horizontale en verticale kopieerfactor afzonderlijk kunt opgeven. Wanneer 50% is geselecteerd voor de horizontale factor en 70% voor de verticale factor U kunt de volgende twee methoden gebruiken om de kopieerfactor op te geven.
  • Pagina 245 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De vaste-factortoets gebruiken Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-19) Tik op de toets [Kopieerratio] en vervolgens op het tabblad [X-y zoom]. Tik op de toets [X] en stel de factor X Origineel Aantal exempl.
  • Pagina 246 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De afmetingen van de afbeelding opgeven Voer stappen 1 tot 2 uit in De vaste-factortoets gebruiken (pagina 2-23). Tik op de toets [op formaat]. Geef de afmetingen van X en Y van Origineel Aantal exempl.
  • Pagina 247 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DE AFDRUKSTAND EN HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL SELECTEREN Als het origineel een niet-standaardformaat heeft of het formaat niet juist wordt gedetecteerd, geeft u het formaat van het origineel handmatig op. Stel de afdrukstand van de afbeelding in om ervoor te zorgen dat de afdrukstand van het geplaatste origineel goed wordt herkend.
  • Pagina 248 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de betreffende toets voor het Aantal exempl. Dubbelz. Kopie formaat origineel. Origineel Aanpassing Achtergrond Afdrukstand Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Auto Kopieerfactor Kopie vergroten/verkleinen...
  • Pagina 249 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN Sla de veelgebruikte niet-standaard origineelformaten op. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u niet-standaard origineelformaten opslaat, ophaalt, wijzigt en wist. • Het opgeslagen origineelformaat blijft behouden, ook als het apparaat wordt uitgeschakeld. •...
  • Pagina 250 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op een toets ( ) om een Dubbelz. Kopie Aantal exempl. extra origineelformaat op te slaan. Origineel Aanpassing Achtergrond Opslaan/Verwijderen Lege pagina Overslaan Select. formaattoets om aangep. orig. Lege pagina in orig. overslaan Tik op een toets die geen formaat aangeeft.
  • Pagina 251 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Een opgeslagen origineelformaat ophalen Voer stappen 1 tot 3 uit in Origineelformaten opslaan (Wijzigen/Wissen) (pagina 2-30). Tik op de toets van het Opslaan/Verwijderen Aantal exempl. Origineel formaat origineelformaat dat u wilt ophalen. Origineel Dubbelz.
  • Pagina 252 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. KOPIEËN MAKEN MET DE DOORVOERLADE KOPIEËN MAKEN MET DE DOORVOERLADE Naast kopieën op normaal papier kunt u met de doorvoerlade ook kopieën maken op transparanten, etiketten, tabpapier en andere speciale media. Raadpleeg "GESCHIKTE PAPIERTYPEN (pagina 1-106)"...
  • Pagina 253 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-131) ► GLASPLAAT (pagina 1-133) Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. HET TYPE EN FORMAAT VAN PAPIER IN DE DOORVOERLADE OPGEVEN Tik op de toets [Papier Selectie] en vervolgens op de toets van de doorvoerlade.
  • Pagina 254 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. UITVOER Configureer de uitvoerinstellingen voor kopieën met Sorteren, Groep, Staffel, Scheidingspagina, Nieten, Perforeren of Vouwen. Geef ook de uitvoerbestemming van kopieën op. U kunt in de normale modus op de toets [Uitvoer] tikken om de instellingen voor alle uitvoerfuncties te configureren. Instellingen voor de niet- en perforatiefunctie kunnen ook in de eenvoudige modus worden geconfigureerd.
  • Pagina 255 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Scheidingspagina Deze functie voegt scheidingspagina's toe na het opgegeven aantal kopieën of voor elke taak die wordt uitgevoerd. SCHEIDINGSPAGINA'S INVOEGEN TUSSEN KOPIEËN OF TAKEN (pagina 2-52) ► Sorteren/groeperen Selecteer de sorteermethode bij het kopiëren van het gescande origineel. Met 'Sorteren' worden de gescande originelen per set gesorteerd en uitgevoerd.
  • Pagina 256 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. UITVOERBESTEMMING WIJZIGEN Geef de bestemming van uitgevoerde kopieën op. Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ►...
  • Pagina 257 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. INSTELLING SORTEREN/GROEPEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de sorteermethode kunt selecteren als u het gescande origineel wilt uitvoeren. Schakelt de sorteermodus in wanneer het origineel in de automatische documentinvoereenheid is geplaatst Automatisch en schakelt de groepmodus in wanneer het origineel op de glasplaat is geplaatst.
  • Pagina 258 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. NIETINSTELLINGEN Geef op of de set van de uitvoer wordt geniet of niet. Nietpositie Stand Origineel Nieten Links Boven Rechts Er wordt niet geniet. 1 nietjes Staand 2 nietjes Nietloos 1 nietjes Liggend 2 nietjes Nietloos •...
  • Pagina 259 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Nieten AAN (behalve boekje) Tik op de toets [Nietje / Perforatie]. ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ►...
  • Pagina 260 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Zadelnieten Tik op de toets [Nietje / Perforatie]. ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ► De afdrukstand van het origineel opgeven (pagina 2-28) Selecteer Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op Selecteer de instellingen voor inbindzijde en origineel.
  • Pagina 261 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Elke set gesorteerde kopieën nieten De instelprocedure in de normale modus wordt uitgelegd. Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ►...
  • Pagina 262 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Zadelnieten voor gesorteerde kopieën Met deze functie wordt elke set kopieën op twee plaatsen in het midden van het papier geniet, doormidden gevouwen en uitgevoerd. Bij zadelvouwen wordt een zijstrook afgesneden, waardoor een fraai uitvoerbeeld ontstaat. De instelprocedure in de normale modus wordt uitgelegd.
  • Pagina 263 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Linkse Binding Tablet] Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. of [Rechts inbinden] om een origineel N-Up Boekje Meer pag. op een pag. plaatsen Selecteer Output Rand voor Binding. Margeverschv. te selecteren en de kaftinstelling te Pos.
  • Pagina 264 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. PERFORATIE-INSTELLINGEN Met deze functie perforeert u kopieën en voert u ze uit in de lade. Voorbeeld Origineel 1 Perforatieposities Origineel 2 Perforatieposities Perforatiepositie Stand van origineel Links Boven Rechts Geen perforatie. Staand Liggend •...
  • Pagina 265 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Nietje / Perforatie]. ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ► De afdrukstand van het origineel opgeven (pagina 2-28) Selecteer perforeren en stel de positie in.
  • Pagina 266 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. INSTELLING VOUWEN Deze functie wordt gebruikt om kopieën te vouwen voordat ze in de uitvoerlade worden geplaatst. Te gebruiken Druk voorkant Vouwtypen Open richting Afbeelding voor vouwen papier Nietfinisher: A3W, A3, B4, A4R, 12" × 18", 11"...
  • Pagina 267 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Te gebruiken Druk voorkant Vouwtypen Open richting Afbeelding voor vouwen papier A B C Rechts open Binnen A B C Links open Letter vouw A4R, 8-1/2" × 11"R A B C Rechts open Buiten A B C Links open...
  • Pagina 268 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Te gebruiken Druk voorkant Vouwtypen Open richting Afbeelding voor vouwen papier A B C D Rechts open Binnen A B C D Links open Dubbele vouw A4R, 8-1/2" × 11"R A B C D Rechts open Buiten A B C D...
  • Pagina 269 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. • De standaard vouwinstelling aanpassen: Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] → [Kopieerinstellingen] → [Uitgangsinstellingen status] → [Vouwen]. • U kunt het opgegeven vouwtype bekijken in ”VOORBEELDSCHERM (pagina 1-20)". • Een nietfinisher is vereist voor het gebruik van Zadelvouw. •...
  • Pagina 270 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Detailtype voor elk vouwtype Niet en vouw Geef "Druk voorkant af" en "Meervoudige vouw" op. Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. Uitvoer Dubbelz. Kopie Uitvoerlade N-Up Detail (Zadelvouw) Meer pag. op een pag. plaatsen Druk voorkant af Margeverschv.
  • Pagina 271 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Harmonica Geef "Open richting" op. Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. Dubbelz. Kopie Uitvoer Uitvoerlade N-Up Detail (Harmonica) Meer pag. op een pag. plaatsen Open richting Margeverschv. Pos. verschuiven voor marge Rechts open Links open Wissen Randschaduw wissen Voorbeeld-...
  • Pagina 272 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Invoegen voor elke set Invoegen voor elke set 1 2 1 2 Een scheidingspagina invoegen na elke set van twee kopieën Invoegen na elke set Invoegen na elke set 1 2 1 2 Scheidingspagina's invoegen voor en na een taak Invoegen voor taak Invoegen na taak...
  • Pagina 273 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Geef de invoegmodus voor de Origineel Aanp. Formaat/Richting. scheidingspagina op. N-Up Scheidingspagina Meer pag. op een pag. plaatsen Bovenk sets insteken Handinvoer Papierlade • Stel om scheidingspagina's in te voegen tussen sets van Einde sets insteken Handinvoer Papierlade...
  • Pagina 274 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. KOPIËREN IN BATCHES MEERDERE ORIGINELEN ALS ENKELE PAGINA KOPIËREN (N-Up) Met deze functie kunt u meerdere origineelpagina's kopiëren op een enkel vel papier met dezelfde opmaak. Selecteer de functie 2-Up om twee pagina's te kopiëren op één vel, 4-Up om vier pagina's te kopiëren op één vel of 8-Up om acht pagina's te kopiëren op één vel.
  • Pagina 275 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op het aantal originelen dat u N-Up gezamenlijk wilt kopiëren en selecteer 2-Up 4-Up 8-Up de toets lay-out. De afbeeldingen worden zo nodig gedraaid. 2-Up 4-Up 8-Up Ga naar stap 7 als u klaar bent met het selecteren van de instellingen.
  • Pagina 276 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. TEGENOVER ELKAAR LIGGENDE PAGINA'S VAN EEN GEBONDEN DOCUMENT KOPIËREN (DUBBELZIJDIGE KOPIE) Met deze functie worden achtereenvolgens de linker- en rechterhelft van een origineel gekopieerd. Deze functie is nuttig bij het maken van kopieën van de twee tegenover elkaar liggende pagina's van een boek of ander gebonden document. De tegenover elkaar liggende pagina's van een boek of gebonden document kopiëren De tegenover elkaar liggende pagina's worden Boek of gebonden document...
  • Pagina 277 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Plaats het origineel op de glasplaat. ► GLASPLAAT (pagina 1-133) Lijn het midden van het origineel uit op de juiste formaatmarkering Formaatmarkering Middenlijn van Middenlijn van Middenlijn van B4-origineel 11" x 17"-origineel A3-origineel De pagina aan deze kant wordt als eerste...
  • Pagina 278 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART ALS ENKELE PAGINA KOPIËREN (KAARTFORMAAT) Met deze functie kunt u de voor- en achterzijde van een kaart op één vel kopiëren, niet op aparte vellen. Deze functie is handig om kopieën te maken ter identificatie en om papier te besparen. Voorzijde Achterzijde Voorbeeld van een A4 (8-1/2"...
  • Pagina 279 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. • Tik op de gebieden die breedte- en hoogteformaten weergeven en voer het formaat met de cijfertoetsen in. • Als u het formaat snel wilt instellen, geeft u eerst met de cijfertoetsen een waarde op die dicht bij de gewenste waarde ligt en past u deze vervolgens aan met •...
  • Pagina 280 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DEZELFDE AFBEELDING HERHALEN OP ÉÉN VEL (OPMAAK HERHALEN) Met deze functie kopieert u dezelfde originele afbeelding meerdere malen op één vel. U kunt elk van de volgende drie typen herhaalde kopie instellen. Herhalingsmethode Beschrijving Het maximaal herhaalde aantal kopieën op een vel wordt automatisch berekend op basis van Auto-herhalen...
  • Pagina 281 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Kopiëren door automatisch het herhalingsaantal te berekenen (Auto-Herhalen) Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-131) ► GLASPLAAT (pagina 1-133) Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus.
  • Pagina 282 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. Kopiëren door een herhalingsaantal op te geven (Vaste herhaling) Voer stappen 1 tot 3 uit in Kopiëren door automatisch het herhalingsaantal te berekenen (Auto-Herhalen) (pagina 2-62).
  • Pagina 283 KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Een origineel op fotoformaat in werkelijk formaat herhalen (Foto herhalen) Voer stappen 1 tot 3 uit in Kopiëren door automatisch het herhalingsaantal te berekenen (Auto-Herhalen) (pagina 2-62). Tik op de toets [Foto herhalen]. Plaats het origineel op de glasplaat.
  • Pagina 284 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES ANDERE FUNCTIES Andere functies worden ingesteld in het basisscherm van de normale modus. (pagina 2-4) ► Andere functies kunnen niet worden geselecteerd in de eenvoudige modus. UITVOER- EN OPMAAKBEWERKINGSFUNCTIES KOPIEËN MAKEN MET FOLDERFORMAAT (BOEKJE) Kopieën die worden gemaakt via "Boekje", kunnen in het midden worden gevouwen om een boekje te maken. Deze functie is handig als u van kopieën een aantrekkelijk boekje of folder wilt maken.
  • Pagina 285 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES • Als u een boekjekopie van een boek of ander gebonden origineel wilt maken, gebruikt u de functie Boekjekopie. ► EEN FOLDER KOPIËREN (BOEKKOPIE) (pagina 2-71) • Als de functie Boekje is geselecteerd, wordt de functie voor 2-zijdig kopiëren automatisch geselecteerd. Als er instellingen zijn geselecteerd die 2-zijdig kopiëren verhinderen, kunt u de functie Boekje niet gebruiken.
  • Pagina 286 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik als u een kaft wilt invoegen, op de toets [Kaftinstelling] en op de toets [On]. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige]. De kaftinvoerlade wijzigen: Tik op de toets [Papierlade] om het ladeselectiescherm te tonen. Tik op de kaftinvoerlade op het ladeselectiescherm.
  • Pagina 287 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES MEERDERE ORIGINELEN KOPIËREN OP ELKE PAGINA VAN HET BOEKJE (BOEKJE 2-Up OF 4-Up PAGINA'S OP 1 VEL) Met deze functie kunt u twee of vier origineelpagina's gelijkelijk op één pagina van de inbindkopie kopiëren. Deze functie is handig als u van een minimum aantal kopieën een aantrekkelijk boekje of een folder wilt maken. Originelen Boekje, 2-Up •...
  • Pagina 288 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [1-Zijdig], [2-Zijdig N-Up Overige Meer pag. op een pag. plaatsen Boekje] of [2-Zijdig Schr.Blok] al naar Papierformaat Boekje Papierinvoerlade wijzigen Selecteer Output Rand voor Binding. Origineel gelang welke van toepassing is op de Aanp. Formaat/Richting. Selecteer Origineel Type.
  • Pagina 289 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op [Rand]en selecteer de rand. Boekje Overige Kopiëren als boekje N-Up Margeverschv. U kunt een lijn invoegen tussen de pagina's die op een vel Pos. verschuiven voor marge Selecteer type origineel om op te maken op 1 pagina. zijn gerangschikt.
  • Pagina 290 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN FOLDER KOPIËREN (BOEKKOPIE) Met deze functie kunt u een kopie maken van de twee tegenover elkaar liggende pagina's van een open boek of ander gebonden document. Kopieën die u maakt met deze functie kunnen in het midden worden gevouwen om een boekje te maken. Deze functie is handig als u van kopieën een aantrekkelijk boekje of folder wilt maken.
  • Pagina 291 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Selecteer een inbindpositie. Overige Uitvoer Wissen Boekkopie Als u geen kaft wilt invoegen, tikt u achtereenvolgens op de Randschaduw wissen Selecteer inbindrand origineel. toetsen en [Vorige]. Ga vervolgens naar stap 5. Links inbinden Rechts inbinden Voorbeeld- weergave Kaftinstelling Proefkopie Vorige Start...
  • Pagina 292 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN INBINDKOPIE-ORIGINEEL SPLITSEN PER PAGINA (BOEK SPLITSEN) Met deze functie wordt een zadelsteekorigineel, zoals een catalogus of folder, per pagina gesplitst en in volgorde gekopieerd. • Boek splitsen moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand. • Deze functie ondersteunt drie bindzijden voor originelen: rug links, rug rechts en bovenzijde open. •...
  • Pagina 293 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES OM PAPIER EN TIJD TE BESPAREN LEGE PAGINA'S IN EEN ORIGINEEL OVERSLAAN (LEGE PAGINA OVERSLAAN) Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden deze met deze functie overgeslagen, zodat alleen gevulde pagina's worden gekopieerd. Het apparaat detecteert lege pagina's, zodat u nutteloze kopieën kunt overslaan zonder een origineel te controleren. De lege pagina's worden niet gekopieerd.
  • Pagina 294 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Lege pagina Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. overslaan] of [Lege pag./rugschaduw Dubbelz. Kopie Lege pagina Overslaan N-Up overslaan]. Meer pag. op een pag. plaatsen Wissen Randschaduw wissen Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Lege pagina overslaan tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 295 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE ACHTERGROND AANPASSEN DOOR LICHTE DELEN VAN HET ORIGINEEL DONKERDER OF LICHTER TE MAKEN (ACHTERGROND AANPASSING) U kunt de achtergrond aanpassen door de lichte delen van het origineel donkerder of lichter te maken. Niveau [+] [+] maakt de achtergrond donkerder.
  • Pagina 296 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-131) ► GLASPLAAT (pagina 1-133) Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA]. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten. 2-77...
  • Pagina 297 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN PROEFKOPIE MAKEN (PROEFKOPIE) Met deze functie maakt u een proefkopie voordat u het opgegeven aantal kopieën maakt. Controleer bij een proefkopie de voorbeeldafbeelding. Wijzig zo nodig de instelling. Als u deze functie gebruikt, wordt het gescande origineel opgeslagen op het apparaat, zodat u het origineel in de gewijzigde instelling niet opnieuw hoeft te scannen.
  • Pagina 298 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA]. Stel het aantal kopieën (aantal sets) in Verzenden en afdrukken Aantal exempl. met de cijfertoetsen. Snelbestand Origineel Geg. tijdelijk opslaan Auto A4 Programmaregistratie Papierformaat Huidige inst. registreren Auto Bestand Dubbelz. Kopie Gegevens in map opslaan 1-Zijdig→1-Zijdig Orig.
  • Pagina 299 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES HET AANTAL VELLEN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL CONTROLEREN (AANTAL ORIGINELEN) Met deze functie wordt het aantal vellen van het gescande origineel geteld en wordt het resultaat weergegeven voordat u een kopie maakt. Zo weet u hoeveel originele vellen zijn gescand en kunt u vergissingen bij het kopiëren voorkomen. •...
  • Pagina 300 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES TWEE APPARATEN GEBRUIKEN OM DE KOPIEERTIJD TE VERKORTEN (TANDEMKOPIE) Met deze functie wordt een kopieeropdracht gedeeld tussen twee apparaten die op het netwerk zijn aangesloten, zodat de kopieertijd kan worden verkort. Mastermachine en client machine De mastermachine voert het scannen uit en de client machine die bij de mastermachine staat geregistreerd, voert het afdrukken uit zonder het origineel te scannen.
  • Pagina 301 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. Als u de glasplaat gebruikt voor het scannen van meerdere origineelpagina's, moet u het origineel wijzigen en op de toets [Start] tikken. ►...
  • Pagina 302 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES TER VERBETERING VAN DE VEILIGHEID GEGEVENS TER PREVENTIE VAN NIET-GEAUTORISEERDE KOPIEËN TOEVOEGEN (VERBORGEN PATROONAFDRUK) Tekens die onbevoegd kopiëren voorkomen, zoals vooraf ingestelde of aangepaste tekst, worden onzichtbaar in een achtergrondpatroon geplaatst. Wanneer een uitvoervel met een patroonafdruk wordt gekopieerd, worden de verborgen tekens weergegeven. •...
  • Pagina 303 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [On] en geef zo nodig Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. elk item op het tabblad Stempel Verborgen patroonafdruk Datum en stempel afdrukken [Standaardinstellingen] op. Standaardinstellingen Instelling afdrukinhoud Dubbelz. Kopie N-Up Standaard Belichting Meer pag. op een pag. plaatsen 48punt Tekengrootte Hoek...
  • Pagina 304 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES TRACEERBARE GEGEVENS GEFORCEERD AFDRUKKEN (TRACEERGEGEVENSAFDRUK) Met deze functie worden de vooraf opgegeven traceerbare gegevens afgedrukt om een onbevoegde kopie te voorkomen. Originelen Gedeelte voor traceergegevens • Als deze functie samen met een andere functie voor beeldsamenstelling wordt opgegeven, worden de traceergegevens bovenaan afgedrukt.
  • Pagina 305 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN DE UITVOERPOSITIE EN KANTLIJN KANTLIJNEN TOEVOEGEN (KANTLIJNVERSCHUIVING) Met deze functie verschuift u de gekopieerde afbeelding naar rechts, links of omlaag om de kantlijn aan te passen. Dit is handig wanneer u kopieën wilt binden met een koord of in een map. Als u de afbeelding naar rechts verschuift, kunt u de Zonder kopieën aan de linkerzijde binden met een koord.
  • Pagina 306 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de richting voor de Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. afbeeldingsverschuiving. Kantlijnverschuiving Uitvoer Dubbelz. Kopie Zijde 1 Zijde 2 Papierformaat Papierinvoerlade wijzigen Rechts Aanpassing Achtergrond Links ( 0~50 ) ( 0~50 ) ( 0~50 ) ( 0~50 ) Omlaag Voorbeeld- weergave...
  • Pagina 307 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES RANDSCHADUWEN VOOR HET KOPIËREN WISSEN (WISSEN) De functie Wissen wordt gebruikt om de schaduwen te wissen die aan de randen van kopieën kunnen voorkomen bij het kopiëren van dikke originelen of boeken. Een dik boek kopiëren Wissen niet gebruiken Wissen gebruiken Hier zijn schaduwen zichtbaar Er zijn schaduwen...
  • Pagina 308 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op het selectievakje van de rand Boekje Overige Kopiëren als boekje die u wilt wissen en geef de wispositie Origineel Wissen Aanp. Formaat/Richting. Wissen Dubbelz. Kopie Omhoog Buitenkader Aanpassing Achtergrond Controleer of het selectievakje waarop u tikte is ingesteld op Frame+midden opgeven Links Rechts...
  • Pagina 309 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES KOPIËREN VAN ORIGINELEN ZONDER AFSNIJDEN VAN DE RAND (FULL BLEED KOPIËREN) Met deze functie kunt u een volledig origineel kopiëren op papier dat groter is dan het originele formaat zonder afbeeldingen bij de rand af te snijden. De functie perforatie kan niet worden gebruikt. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Kopieer volledig].
  • Pagina 310 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES IN HET MIDDEN VAN HET PAPIER KOPIËREN (CENTREREN) Met deze functie centreert u de gekopieerde afbeelding op het papier. Hiermee kunt u de afbeelding midden op het papier plaatsen wanneer het origineelformaat kleiner is dan het papierformaat of wanneer u de afbeelding verkleint. Zonder de centreerfunctie Met de centreerfunctie Centreren moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand.
  • Pagina 311 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN PAPIERPOSITIE OPGEVEN (AFBEELDING POSITIONEREN) Met deze functie verplaatst u het gescande origineel naar een opgegeven positie om een kopie te maken. U kunt een kopie maken op elke gewenste positie aangezien u deze kunt precies kunt instellen. We raden aan om de bovenkant op te geven als startzijde van het origineel.
  • Pagina 312 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Stelt een verplaatsingsafstand in. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Wissen Tik op het gedeelte dat de verplaatsingsafstand aangeeft op Afbeelding positioneren Randschaduw wissen Wissen Geef startpositie voor afdrukken aan. de voor- of achterzijde en voer de afstand in met de Dubbelz.
  • Pagina 313 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES SCANFUNCTIES EEN GROOT AANTAL ORIGINELEN COLLECTIEF SCANNEN (OPDRACHT SAMENSTELLING) Deze functie splitst de originelen in sets en voert deze per set in de automatische documentinvoereenheid bij het kopiëren van zeer grote aantallen originelen. Hierdoor hoeft u de kopieën niet meer te sorteren. Als u in sets verdeelde originelen scant, scan dan eerst de set die de eerste pagina bevat.
  • Pagina 314 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Pas de instellingen zo nodig aan. Plaats het origineel in de Indicator documentinvoerlade van de Lijn automatische documentinvoereenheid en tik op de toets [Start] om het eerste origineel te scannen. • Plaats de originelen volledig in de documentinvoerlade. Originelen kunnen worden opgestapeld tot aan de indicatorlijn.
  • Pagina 315 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES De kopieerinstelling voor elke set van originelen wijzigen Wijzig zo nodig de kopieerinstellingen voor elke set originelen. Voer de stappen uit die hieronder staan beschreven voordat u het volgende origineel gaat scannen zoals in stap 4 van "In de modus Opdracht Samenstelling kopiëren (pagina 2-94)".
  • Pagina 316 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (ORIGINEEL MET GEMENGDE FORMATEN) Deze functie kopieert originelen met verschillende formaten gelijktijdig; zelfs wanneer originelen van B4-formaat (8-1/2" x 14") vermengd zijn met originelen van A3-formaat (11" x 17"). Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel en kiest daarbij het geschikte papierformaat.
  • Pagina 317 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES • De functie origineel met gemengd formaat kan niet worden gebruikt om originelen te kopiëren die hetzelfde formaat hebben, maar in verschillende richtingen zijn geplaatst (A4 en A4R (8-1/2" x 11" en 8-1/2" x 11"R), enzovoort). De machine instellen om altijd gemengde originelen te scannen •...
  • Pagina 318 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES SCANNEN VAN DUNNE ORIGINELEN (LANGZAME SCANMODUS) Als u dunne originelen via de automatische documentinvoereenheid wilt scannen, kunt u gebruikmaken van deze functie die helpt voorkomen dat dunne originelen vastlopen. De langzame scanmodus moet worden opgegeven voor het scannen van het origineel. De modi "2-Zijdig→2-Zijdig"...
  • Pagina 319 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE RESOLUTIE AANPASSEN TIJDENS HET SCANNEN (RESOLUTIE) Met deze functie past u de resolutie aan tijdens het scannen van het origineel. Zo wordt uitvoer van hoge kwaliteit of met snelheidsprioriteit ingeschakeld volgens de toepassing. • De resolutie moet worden opgegeven voor het scannen van het origineel. •...
  • Pagina 320 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET TOEVOEGEN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN DATUMS, PAGINANUMMERS EN WATERMERKEN AFDRUKKEN (STEMPEL) Met deze functie kunt u informatie op kopieën afdrukken die niet op het origineel wordt weergegeven, zoals de "Datum" of een "Stempel". U kunt de volgende zes typen informatie afdrukken. •...
  • Pagina 321 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Naam van gecombineerde Afdrukhandeling functie X pagina's op 1 vel De stempel wordt voor elke origineelpagina afgedrukt. Boekje De stempel wordt voor elke pagina afgedrukt bij het samenvoegen. Boekkopie Gebruik de stempelinstellingen om aan te geven of de stempel moet worden afgedrukt op Kaften/Insteekvellen ingevoegde kaften of invoegvellen.
  • Pagina 322 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellen met het tabblad [Tekst] Tik op de toets [Directe Invoer] op het tabblad [Tekst] om het aanraaktoetsenbord te tonen. Gebruik het aanraaktoetsenbord om eventueel gewenste tekens in te voeren. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Aangep. afb. Stempel Alles annuleren Geregistr.
  • Pagina 323 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN GEREGISTREERDE AFBEELDING TOEVOEGEN AAN EEN ORIGINEEL (AANGEPASTE AFBEELDING) Met deze functie voegt u een afbeelding, die op het apparaat wordt geregistreerd, toe aan een origineel om een kopie te maken. De volgende twee typen aangepaste afbeeldingen zijn beschikbaar. •...
  • Pagina 324 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Gecombineerde functie Aangepaste afbeeldingsbewerkingen Kopieer volledig Maakt een normale stempelkopie. Centreren Maakt een normale stempelkopie zonder centreren. Stempel Maakt een stempelkopie in het menu Stempel. Vergrot. over meerdere pag. Kan niet worden gecombineerd. Achtergrond- textuurafdruk Maakt een stempelkopie onder een patroonafdruk. Traceer- gegevensafdruk Maakt een stempelkopie onder een traceergegevensafdruk.
  • Pagina 325 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Afbeelding] om een afbeelding te selecteren. Selecteer de gewenste miniatuurafbeeldingen in de beschikbare selectie. Stel [Pagina afdrukken] of Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. [Afdrukpositie] in. Aangepaste afbeelding Stempel Datum en stempel afdrukken Selecteer afbeelding om te bedienen. Dubbelz.
  • Pagina 326 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES KAFTEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/ INSTEEKVELLEN) Met deze functie kunt u een ander papiertype invoegen in de pagina's die overeenkomen met de voor- en achterkaften van een kopieeropdracht. Deze functie is handig wanneer u het papier voor de kaft wilt wijzigen om het geheel een beter uiterlijk te geven. Configureer zo nodig de instellingen voor invoegvellen.
  • Pagina 327 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft Niet gekopieerd 1-Zijdige kopie Hiermee kunt u een voorkaft invoegen aan het begin van kopieën en een 1-zijdige kopie maken als achterkaft op de zesde origineelpagina. Niet gekopieerd 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een voorkaft invoegen aan het begin van kopieën en een 2-zijdige kopie maken als achterkaft op de vijfde of zesde origineelpagina.
  • Pagina 328 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft 1-Zijdige kopie Niet gekopieerd Hiermee maakt u een 1-zijdige kopie met als voorkaft de eerste origineelpagina en een 1-zijdige kopie met als achterkaft de zesde origineelpagina. Hiermee kunt u insteekvellen invoegen aan einde van kopieën. 2-Zijdige kopie Niet gekopieerd Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken met als voorkaft de eerste twee...
  • Pagina 329 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft 2-Zijdige kopie 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina als voorkaft en een 2-zijdige kopie op de vijfde en zesde origineelpagina als achterkaft. 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën...
  • Pagina 330 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft 1-Zijdige kopie 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 1-zijdige kopie maken met als voorkaft de eerste origineelpagina en een 2-zijdige kopie met als achterkaft de zesde origineelpagina. 2-Zijdige kopie 1-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina als voorkaft en een 1-zijdige kopie op de zesde origineelpagina als achterkaft.
  • Pagina 331 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Voorkaft Achterkaft Niet gekopieerd 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een voorkaft invoegen aan het begin van kopieën en een 2-zijdige kopie maken als achterkaft op de vijfde of zesde origineelpagina. 1-Zijdige kopie 1-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 1-zijdige kopie maken met als voorkaft de eerste origineelpagina en een 1-zijdige kopie met als achterkaft de zesde origineelpagina.
  • Pagina 332 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-131) Tik op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Kaften/Insteekvellen]. Tik op de toets [Voorkaft] en Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. vervolgens op de toets [On]. N-Up Kaften/Insteekvellen Alles annuleren...
  • Pagina 333 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES • Als u op de kaft wilt kopiëren, kunt u geen gebruikmaken van etikettenvellen, transparanten en tabpapier. U kunt tabpapier invoegen als u hierop niet kopieert. • Invoegen van kaft annuleren: Tik op de toets [Off]. • Om de instellingen van de voorkaft, achterkaft en het invoegvel gelijktijdig te wijzigen: Tik op de toets [Alles annuleren].
  • Pagina 334 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES INVOEGVELLEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/ INSTEEKVELLEN) Met deze functie kunt u een vel op een specifieke pagina invoegen als invoegvel. Er zijn twee typen invoegvellen. Invoegposities kunnen worden opgegeven. Voeg zo nodig kaften in. Raadpleeg "KAFTEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/INSTEEKVELLEN) (pagina 2-107)"...
  • Pagina 335 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Kopieerins- Gemaakte kopieën tellingen Voeg een invoegvel in met de 1-zijdige kopieermodus. Voeg een invoegvel in met de 2-zijdige kopieermodus. invoegvel 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken van de derde en vierde origineelpagina op een invoegvel. 2-zijdig origineel kopiëren Kopieerinst- Gemaakte kopieën...
  • Pagina 336 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-131) Tik op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Kaften/Insteekvellen]. Tik op het tabblad [Plaats blad]. Tik op de toets [Invoegtype A] en op de toets voor weergave van de pagina voor invoegbladen.
  • Pagina 337 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Als u alleen invoegvel A wilt invoegen, Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. tikt u op de toets [Geen kopie maken]. Kaften/Insteekvellen Uitvoer Alles annuleren Margeverschv. Invoegtype A Pos. verschuiven voor marge Als u een kopie wilt maken op invoegvel A, tikt u op de toets Kopie op insteekvel A [Simplex] of [Dubbelz.
  • Pagina 338 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE PAGINAOPMAAK VAN KAFTEN EN INVOEGVELLEN CONTROLEREN, BEWERKEN EN WISSEN (PAGINAOPMAAK) Het bewerken van geregistreerde kaften en invoegvellen verschilt, zoals u hieronder kunt zien. • Voor de "Omslagvel" kunt u instellingen wijzigen zoals papiertype, kopiëren/niet kopiëren, 1-zijdig en 2-zijdig kopiëren. •...
  • Pagina 339 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES INVOEGVELLEN INVOEGEN TUSSEN TRANSPARANTEN (TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN) Wanneer u kopieert op transparanten, blijven de vellen door statische elektriciteit mogelijk aan elkaar plakken. Met de functie voor transparant-insteekvellen wordt automatisch een vel papier ingevoegd tussen elk vel transparant, zodat de vellen makkelijker te hanteren zijn. U kunt ook op invoegvellen kopiëren.
  • Pagina 340 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [On]. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. N-Up Transparant-Insteekvellen Als u een kopie wilt maken op invoegvellen, tikt u op het Meer pag. op een pag. plaatsen Margeverschv. selectievakje [Kopie ook op insteekvellen maken] om dit in Pos.
  • Pagina 341 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR SPECIFIEK GEBRUIK TABTEKSTEN OP TABPAPIER KOPIËREN (TABKOPIE) Laad een vel tabpapier in de doorvoerlade en maak een kopie op een tab. Bereid de juiste originelen voor tabteksten voor. De afbeelding wordt Bereid originelen voor die verplaatst met de breedte passen bij de tabposities.
  • Pagina 342 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tab kopiëren met rechts inbinden Originelen De originelen plaatsen Tabpapier laden Doorvoerlade Originelen Documentinvoerlade Plaats de originelen zo dat zijde Zijde 2 zonder tabtekst als eerste wordt ingevoerd. Definitieve Plaats het tabpapier zo dat de tab op het eerste vel afbeelding van u afgericht is.
  • Pagina 343 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Stel een breedte in voor de Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. afbeeldingsverschuiving (tabbreedte). Proefkopie Tabkopie 1 controlepagina kopiëren Bestand Gegevens in map opslaan • Tik op de getalsweergave die de breedte voor de Origineel Kopieren Belichting Type/belichting selecteren afbeeldingsverschuiving weergeeft en voer een breedte in met de cijfertoetsen.
  • Pagina 344 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN POSTERFORMAATKOPIE MAKEN (VERGROTING OVER MEERDERE PAGINA'S) Met deze functie kopieert u een vergrote originele afbeelding over meerdere vellen. Origineel (formaat A4 (8-1/2" x 11")) Kopie (vergrote afbeelding op 8 vellen A3 (11" x 17") papier) • U moet Vergrot. over meerdere pag. selecteren voordat u het origineel scant. •...
  • Pagina 345 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets voor het formaat Overige Aanpassing Achtergrond waarnaar u het origineel wilt Belichting Vergrot. Over meerdere pag. Type/belichting selecteren Wissen vergroten. Inch Formaat Origineel Vergrotingsfactor De afdrukstand wordt getoond. A2 (A3x2) Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, A1 (A3x4) A0 (A3x8) tikt u achtereenvolgens op de toetsen...
  • Pagina 346 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES MET SPIEGELBEELD KOPIËREN (SPIEGELBEELD) Met deze functie maakt u kopieën door het origineel om te keren tot spiegelbeeld. Originelen Spiegelbeeld kopiëren Geef Spiegelbeeld op voordat u een origineel scant. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Spiegel- Beeld]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven.
  • Pagina 347 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN DE UITVOER EN DICHTHEID ZWART EN WIT OMKEREN IN EEN KOPIE (Z/W OMGEKEERD) Deze functie wordt gebruikt om zwart en wit om te keren in een kopie, zodat u een negatief krijgt. Deze functie kan alleen voor kopiëren in zwart-wit worden gebruikt.
  • Pagina 348 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EENVOUDIG AANPASSEN VAN DE AFBEELDINGSKWALITEIT (SNELLE AANPASSING AFBEELDINGSKWALITEIT) U kunt de dichtheid en omtrek van afbeeldingen en tekst eenvoudig aanpassen. U moet Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit selecteren voordat u het origineel scant. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit].
  • Pagina 349 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN (SCHERPTE) Met deze functie past u de scherpte aan voor een scherpere of zachtere afbeelding. Zachter Scherper De scherpte moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Scherpte]. Tik op de toets of schuif met de Origineel...
  • Pagina 350 KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DICHTHEIDSGEBIED VOOR KOPIE AANPASSEN (GRIJSBALANS) U kunt de toon en dichtheid van kopieën aanpassen. De dichtheid is verdeeld over drie bereiken en u kunt de dichtheid van elk bereik instellen. Indien nodig kunt u ook alle drie de densiteitbereiken tegelijkertijd aanpassen. Zwart+ De grijsbalans moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand.
  • Pagina 351 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES HANDIGE KOPIEERFUNCTIES TUSSENOPDRACHT Met deze functie onderbreekt u een opdracht in uitvoering en drukt u het origineel dat is opgegeven als tussenopdracht met voorrang af. Wanneer u dringend een kopie moet maken terwijl een lange kopieersessie of andere opdracht wordt uitgevoerd, kunt u de functie voor een tussenopdracht gebruiken.
  • Pagina 352 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Tik op de toets [Start] om de tussenopdracht te starten. De onderbroken opdracht wordt hervat zodra de tussenopdracht is voltooid. In de functie voor een tussenopdracht wordt geen afdrukvoorbeeld van het gescande origineel weergegeven. 2-133...
  • Pagina 353 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES GEGEVENS VERZENDEN TIJDENS HET KOPIËREN Met deze functie kunt u tijdens het kopiëren een fax verzenden, een e-mail met een afbeelding als bijlage verzenden of gegevens in de netwerkmap opslaan. U moet de bestemming vooraf in het adresboek opslaan. ►...
  • Pagina 354 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Stel elke kopieerinstelling naar wens in. Deze kopieerinstellingen worden gebruikt voor faxverzending. Afhankelijk van de functie zijn enkele instellingen mogelijk niet beschikbaar. U kunt een voorbeeld van het gescande origineel bekijken door op de toets [Voorbeeld- weergave] te tikken. Tik op de toets [Start] om het kopiëren te starten.
  • Pagina 355 ► GERESERVEERDE OPDRACHTEN OF OPDRACHTEN IN UITVOERING CONTROLEREN (pagina 1-140) ► VOLTOOIDE OPDRACHTEN CONTROLEREN (pagina 1-141) ► LIJN PRINTER Eenvoudige Best. ophalen Sharp OSA Opdracht Status Scan van schijf Verzenden en afdrukken Aantal exempl. Snelbestand Origineel Geg. tijdelijk opslaan Auto A4...
  • Pagina 356 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES PROGRAMMA'S Programma's worden ingesteld in het basisscherm van de normale modus. DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) ► Programma's kunnen niet worden opgeslagen in de eenvoudige modus. Uitschakelen Registratie/Wissen van Programma Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Kopieerinstellingen]→ [Voorwaarde- Instellingen] → [Uitschakelen Registratie/Wissen van Programma].
  • Pagina 357 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Wanneer geen werkprogramma is opgeslagen Wanneer een werkprogramma is opgeslagen Het kost elke maand veel tijd om de tekeningen te kopiëren, De instellingen worden opgeslagen in een programma, zodat omdat de bovenstaande instellingen moeten worden ze met één toetsdruk kunnen worden geselecteerd. Dit is geselecteerd.
  • Pagina 358 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Selecteer of het programma wordt Registratie van programma is voltooid. toegevoegd aan het beginscherm of de Het kan ook worden geregistreerd als Programmaregistratie favoriet of in het beginscherm om te Selecteer programmanr. om te registreren gebruiken als snelkoppeling. favorieten.
  • Pagina 359 KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Tik op [Verwijderen] in het Naam wijzigen Aantal exempl. actiescherm. Verwijderen Programma oproepen Geregistreerde instellingen oproepen bij indrukken Registreren in favorieten Voorinstelling Registreren in prgramma beginscherm Voorbeeld- weergave Proefkopie Overige Start Tik op de toets van het programma dat u wilt verwijderen en tik vervolgens op de toets [Verwijderen].
  • Pagina 360 Pictogrammen PRINTER Milieuvriendelijke functies Functies voor afdrukken op speciale media HANDIGE PRINTERFUNCTIES PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN FOLDERS EN POSTERS ....3-26 AFDRUKKEN IN EEN •...
  • Pagina 361 PRINTER AFDRUKOPDRACHTEN AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN ......3-52 DE AFDRUKSTATUS BEKIJKEN ... . . 3-89 •...
  • Pagina 362 PRINTER►PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT Er moet een printerdriver worden geïnstalleerd om te kunnen afdrukken vanaf uw computer. Stel met behulp van de onderstaande tabel vast welke printerdriver u moet gebruiken. Windows-omgeving Type printerdriver PCL6 Het apparaat ondersteunt de PCL6-printerbesturingstalen van Hewlett-Packard. ®...
  • Pagina 363 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN Aan de hand van het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit 'WordPad', een standaardapplicatie van Windows. • Het menu dat wordt gebruikt om af te drukken, kan per applicatie variëren. •...
  • Pagina 364 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING Selecteer de afdrukinstellingen. (1) Klik op de tab [Algemeen]. (2) Selecteer het formaat van het origineel. • U kunt maximaal zeven door de gebruiker gedefinieerde formaten in het menu vastleggen. U kunt een origineel formaat opslaan door [Extra papier] of een van de opties [Gebruiker1] tot en met [Gebruiker7] in het menu te selecteren en op de toets [OK] te klikken.
  • Pagina 365 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING HET SCHERM INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER / HELP RAADPLEGEN Het scherm Instellingen van de printerdriver bestaat uit negen tabbladen. Klik op de tab om het bijbehorende tabblad te openen. Voor alle instellingen kunt u het Help-scherm raadplegen. Klik rechtsonder in het scherm op de knop [Help]. (1) Tabs: Klik op om de verschillende tabbladen weer te geven.
  • Pagina 366 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING (6) Afdrukbeeld Een visuele weergave van de gevolgen van de huidige instellingen op het afdrukbeeld. De instellingen voor afwerking worden door pictogrammen aangegeven. (7) Machineafbeelding Hier ziet u welke opties op het apparaat zijn geïnstalleerd en de papier- en uitvoerladen die worden gebruikt. (8) De knop [Help] Hiermee opent u het Help-venster van de printerdriver.
  • Pagina 367 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING AFDRUKKEN ALS DE FUNCTIE GEBRUIKERSAUTHENTICATIE IS INGESCHAKELD De gebruikersinformatie (zoals gebruikersnaam en wachtwoord) die moet worden ingevoerd, varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode. U moet dan ook contact opnemen met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken. •...
  • Pagina 368 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING Voer uw gebruikersinformatie in. (1) Klik op de tab [Taakverwerking]. (2) Voer uw gebruikersinformatie in. • Als de authenticatie wordt uitgevoerd op gebruikersnaam, selecteert u [Loginnaam] en voert u uw gebruikersnaam in. • Als de authenticatie wordt uitgevoerd op gebruikersnaam en wachtwoord, selecteert u [Loginnaam/Wachtwoord] en voert u uw gebruikersnaam en wachtwoord in.
  • Pagina 369 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING VEELGEBRUIKTE FUNCTIES INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN De instellingen die bij het afdrukken op de verschillende tabbladen zijn geconfigureerd, kunnen als Favoriet worden opgeslagen. Door veelgebruikte instellingen of ingewikkelde kleurinstellingen onder een speciale naam op te slaan kunt u die eenvoudig opnieuw selecteren wanneer u ze nodig hebt.
  • Pagina 370 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING OPGESLAGEN INSTELLINGEN GEBRUIKEN U kunt met één muisklik uw opgeslagen favorieten (veelgebruikte instellingen of ingewikkelde instellingen) toepassen op uw afdrukken. Selecteer de printerdriver van het apparaat in het afdrukvenster van de toepassing en klik op de knop [Voorkeursinstellingen]. De knop die wordt gebruikt om het eigenschappenvenster van de printerdriver te openen (meestal [Eigenschap] of [Voorkeursinstellingen]), kan per toepassing verschillen.
  • Pagina 371 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING DE STANDAARDINSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER WIJZIGEN U kunt de standaardinstellingen van de printerdriver wijzigen. Instellingen die u hebt gewijzigd in het eigenschappenvenster van de printerdriver wanneer u afdrukt vanuit de applicatie, worden teruggezet naar de standaardinstellingen die hier zijn opgegeven wanneer u de applicatie afsluit. Klik op de knop [Start], selecteer [Instellingen] →...
  • Pagina 372 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN Aan de hand van het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "TextEdit", een standaardapplicatie van Mac OS X. • Raadpleeg de handleiding software-installatie voor informatie over het installeren van de printerdriver en de configuratie in een Mac OS-omgeving.
  • Pagina 373 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING Selecteer de afdrukinstellingen. (1) Controleer of de juiste printer is geselecteerd. (2) Selecteer een optie in het menu en configureer de instellingen. (3) Klik op de knop [Druk af]. PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte wordt het instellen van [Papierinvoer] in het venster met afdrukinstellingen uitgelegd. •...
  • Pagina 374 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING AFDRUKKEN ALS DE FUNCTIE GEBRUIKERSAUTHENTICATIE IS INGESCHAKELD De gebruikersinformatie (zoals gebruikersnaam en wachtwoord) die moet worden ingevoerd, varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode. U moet dan ook contact opnemen met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken.
  • Pagina 375 PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING Voer uw gebruikersinformatie in. (1) Controleer of de printernaam van het apparaat is geselecteerd. (2) Selecteer [Taakverwerking]. (3) Klik op het tabblad [Verificatie]. (4) Voer uw gebruikersinformatie in. • Wanneer authenticatie wordt uitgevoerd via gebruikersnaam/wachtwoord, voert u uw gebruikersnaam in bij 'Gebruikersnaam' en uw wachtwoord (1 tot 32 tekens) bij 'Wachtwoord'.
  • Pagina 376 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES VEELGEBRUIKTE FUNCTIES DE RESOLUTIE SELECTEREN U kunt kiezen uit de volgende drie opties voor 'Printermodus' (resolutie): 600 dpi Deze modus is geschikt voor het afdrukken van gewone tekst of tabellen. 600 dpi (hoge kwaliteit) Hogere afdrukkwaliteit van kleurenfoto's en tekst. 1200 dpi Selecteer deze modus als u kleurenfoto's en dunne lijnen scherper wilt afdrukken.
  • Pagina 377 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES 2-ZIJDIG AFDRUKKEN Het apparaat kan op beide zijden van het papier afdrukken. Deze functie komt bij veel afdrukopdrachten van pas en is met name handig wanneer u een eenvoudige folder wilt afdrukken. 2-Zijdig afdrukken bespaart bovendien papier. Stand van Afdrukresultaten papier Lange zijde...
  • Pagina 378 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Lay-out]. (2) Selecteer [Lange kant binden] of [Korte kant binden]. HET AFDRUKBEELD AANPASSEN AAN HET PAPIER Met deze functie wordt het formaat van het afdrukbeeld automatisch vergroot of verkleind zodat dit overeenkomt met het formaat van het in het apparaat geladen papier.
  • Pagina 379 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Algemeen]. (2) Selecteer het oorspronkelijke formaat bij [Origineel Formaat] (bijvoorbeeld: A4). (3) Selecteer het papierformaat dat u voor het afdrukken wilt gebruiken [Uitvoergrootte] (bijvoorbeeld: A3). Als het opgegeven uitvoerformaat groter is dan het oorspronkelijke formaat, zal de afgedrukte afbeelding worden vergroot. Mac OS (1) Schakel het papierformaat voor het afdrukbeeld in (bijvoorbeeld: A4).
  • Pagina 380 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES MEERDERE PAGINA'S OP EEN PAGINA AFDRUKKEN Met deze functie kunt u het afdrukbeeld verkleinen en meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Het is ook mogelijk alleen de eerste pagina in het oorspronkelijke formaat af te drukken en meerdere verkleinde pagina's op de volgende vellen af te drukken.
  • Pagina 381 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Lay-out]. (2) Selecteer het aantal pagina's per vel. (3) Selecteer de volgorde van de pagina's. (4) Als u randlijnen wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje [Rand] in zodat een vinkje wordt weergegeven. •...
  • Pagina 382 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES LEGE PAGINA'S OVERSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden de lege pagina's overgeslagen. Het apparaat detecteert lege pagina's en drukt ze niet af. Zo worden geen onnodige lege pagina's afgedrukt en hoeft u voor het afdrukken niet te controleren op lege pagina's.
  • Pagina 383 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES AFDRUKKEN NIETEN/PERFORATIES MAKEN IN UITVOER Functie Nieten Met de nietfunctie kunt u de uitvoer nieten. U kunt de nietfunctie combineren met 2-zijdig afdrukken om verfijnde producten te maken. Met deze functie kunt u aanzienlijk wat tijd besparen bij het maken van hand-outs voor vergaderingen of ander geniet materiaal. U kunt de nietposities en het aantal nietjes selecteren om onderstaande nietresultaten te verkrijgen.
  • Pagina 384 PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (2) Selecteer de nietfunctie of de perforatiefunctie. • Voor de nietfunctie selecteert u het aantal nietjes in het menu 'Nieten' en de nietpositie in het menu 'Positie'. • Voor de perforatiefunctie selecteert u het type perforatie in het menu 'Perforatie' en de perforatiepositie in het menu 'Positie'. Naast het tabblad [Bezig met voltooien] kan de [Nieten] ook worden ingesteld op het tabblad [Algemeen].
  • Pagina 385 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN FOLDERS EN POSTERS EEN INBINDKOPIE MAKEN (BOEKJE/ZADELSTEEK) Met de functie Inbindkopie kunt u afdrukken op de voor- en achterzijde van elk vel, zodat de vellen kunnen worden gevouwen en ingebonden om een folder te maken. Als een zadelsteek-afwerkingseenheid is geïnstalleerd en u 'Boekje' en 'Nieten' hebt geselecteerd, worden de kopieën automatisch gevouwen en uitgevoerd.
  • Pagina 386 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Als een zadelsteek-afwerkingeenheid is geïnstalleerd (4) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (5) Selecteer [Rugnieten] bij 'Nieten'. Als een zadelsteek-afwerkingseenheid (grote capaciteit) is geïnstalleerd en de taak niet goed wordt uitgevoerd met [Rugnieten], selecteert u [Rugnieten (omgekeerd)]. Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties] en vervolgens [Uitvoer].
  • Pagina 387 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES OVERTOLLIG PAPIER AFSNIJDEN NA VOUWEN Als een snijmodule is geïnstalleerd, kunt u de overbodige randen van het papier afsnijden om een fijnere afwerking te verkrijgen. Windows (1) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (2) Klik op de knop [Snijden]. (3) Zet het selectievakje [Snijden] op , en geef "Snijbreedte"...
  • Pagina 388 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Kies [Snijden]. (2) Zet het selectievakje [Snijden] op (3) Geef de snijbreedte op. 3-29...
  • Pagina 389 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKKEN MET INSTELLING VOOR KANTLIJNVERSCHUIVING (KANTLIJN) Deze functie wordt gebruikt om het afdrukbeeld te verschuiven zodat de kantlijn links, rechts of boven aan het papier wordt vergroot. Als een afwerkingseenheid of een zadelsteek-afwerkingseenheid is geïnstalleerd, kunnen de niet- en perforatiefuncties van het apparaat ook in combinatie worden gebruikt.
  • Pagina 390 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties] en vervolgens [Uitvoer]. (2) Selecteer 'Zijde voor inbinden'. (3) Selecteer 'Margeverschuiving'. 3-31...
  • Pagina 391 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN GROTE POSTER MAKEN (POSTER AFDRUKKEN) Eén pagina met afdrukgegevens wordt vergroot en afgedrukt op meerdere vellen papier (4 vellen (2x2), 9 vellen (3x3) of 16 vellen (4x4)). De vellen kunnen vervolgens worden samengevoegd om een grotere poster te vormen. Voor een nauwkeurige uitlijning van de vellen kunt u er randlijnen op afdrukken of overlapranden maken (overlapfunctie).
  • Pagina 392 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET FORMAAT EN DE RICHTING VAN DE AFBEELDING DE AFDRUKPOSITIE OP ONEVEN EN EVEN PAGINA'S AFZONDERLIJK AANPASSEN (AFDRUKPOSITIE) Met deze functie kunt u verschillende afdrukposities (kantlijnen) afzonderlijke instellen voor oneven en even pagina's en de pagina's afdrukken.
  • Pagina 393 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKBEELD 180 GRADEN DRAAIEN (180 GRADEN DRAAIEN) Met deze functie kunt u de afbeelding 180 graden draaien zodat deze correct kan worden afgedrukt op papier dat maar in één richting kan worden geladen (zoals geperforeerde vellen). ABCD Windows (1) Klik op de tab [Algemeen].
  • Pagina 394 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKBEELD VERGROTEN/VERKLEINEN (DE ZOOMINSTELLING/VERGROTEN OF VERKLEINEN) Met deze functie vergroot of verkleint u de afbeelding met een geselecteerd percentage. Op die manier kunt u een kleine afbeelding vergroten of kantlijnen toevoegen aan het papier door het beeld enigszins te verkleinen.
  • Pagina 395 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Pagina-instelling] in het menu [Archief] en voer de verhouding (%) in. (2) Klik op de knop [OK]. 3-36...
  • Pagina 396 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE LIJNDIKTE AANPASSEN (BREEDTE) De lijnbreedten aanpassen in CAD-afbeeldingen Met deze functie wordt de dikte van de gehele lijn aangepast wanneer de afdruklijnen niet duidelijk zijn in CAD of andere speciale applicaties. Als de gegevens lijnen van verschillende dikte bevatten, kunt u zo nodig alle lijnen op de minimale breedte afdrukken. •...
  • Pagina 397 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Dunne lijnen in Excel dikker maken Als de randen in Excel niet juist worden afgedrukt, kunt u de lijnen dikker maken. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-printerdriver wordt gebruikt. •...
  • Pagina 398 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES De dikte van tekst en lijnen aanpassen U kunt tekst en lijnen dikker of dunner maken. U kunt randen ook ronder of scherper maken. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6- of PS-printerdriver wordt gebruikt. Windows (1) Klik op de tab [Gedetail.
  • Pagina 399 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN SPIEGELBEELD AFDRUKKEN (SPIEGELBEELDOMKERING/VISUELE EFFECTEN) De afbeelding wordt zodanig gedraaid dat een spiegelbeeld ontstaat. Deze functie kan worden gebruikt om een sjabloon te maken voor een stempelafdruk of een ander vergelijkbaar afdrukmedium. Deze functie is in een Windows-omgeving alleen beschikbaar wanneer u de PS-printerdriver gebruikt. Windows (1) Klik op de tab [Gedetail.
  • Pagina 400 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES FUNCTIE VOOR BEELDAANPASSING HELDERHEID EN CONTRAST VAN DE AFBEELDING INSTELLEN (BEELDAANPASSING) Met deze functie past u de helderheid en het contrast aan in de afdrukinstellingen wanneer een foto of andere afbeelding wordt afgedrukt. Deze functie voert eenvoudige correcties uit, zelfs wanneer geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is geïnstalleerd.
  • Pagina 401 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES ONDUIDELIJKE TEKST EN LIJNEN IN ZWART AFDRUKKEN (TEKST NAAR ZWART/VECTOR NAAR ZWART) Als u een kleurenafbeelding in grijstinten afdrukt, worden de tekst en de lijnen in lichte kleuren ook in zwart afgedrukt. Met deze functie kunt u gekleurde tekst en lichte lijnen die bij het afdrukken in grijstinten moeilijk te zien zijn, naar voren halen.
  • Pagina 402 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFBEELDINGSINSTELLINGEN AFSTEMMEN OP HET AFBEELDINGSTYPE De printerdriver is voorzien van diverse standaard kleurinstellingen voor verschillende toepassingen. De volgende kleurbeheerinstellingen zijn beschikbaar. Grafische functie Selecteer de grafische modus uit "Raster" of "Vector". Bitmapcompressie De datacompressieverhouding van bitmap wordt ingesteld. Als de verhouding hoger is, wordt de beeldkwaliteit lager.
  • Pagina 403 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Klik op het tabblad [Geavanceerd2]. (3) Geef de instellingen op. 3-44...
  • Pagina 404 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN EEN WATERMERK TOEVOEGEN AAN AFDRUKKEN (WATERMERK) Deze functie voegt een schaduwachtige tekst toe als watermerk in de achtergrond van de afbeelding. Het formaat en de hoek van het watermerk kunnen worden aangepast. Het watermerk kan worden geselecteerd uit de eerder geregistreerde tekst in de lijst.
  • Pagina 405 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) Selecteer [Watermerken]. (2) Klik op het selectievakje [Watermerk] en configureer de watermerkinstellingen. • Configureer de gedetailleerde watermerkinstellingen zoals de selectie van de tekst. • Pas het formaat en de hoek van de tekst aan met de schuifbalk 3-46...
  • Pagina 406 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN AFBEELDING OVER DE AFDRUKGEGEVENS AFDRUKKEN (AFBEELDINGSSTEMPEL) Met deze functie drukt u een bitmap of JPEG-afbeelding, die op uw pc is opgeslagen, af over de afdrukgegevens. Met deze functie drukt u een veel gebruikte afbeelding of pictogram af dat u zelf hebt gemaakt alsof deze/dit op de afdrukgegevens is gestempeld.
  • Pagina 407 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN AANGEPASTE AFBEELDING REGISTREREN Met deze functie worden afbeeldingen geregistreerd die zijn gebruikt als aangepaste afbeeldingen vanaf de printerdriver naar het apparaat. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-printerdriver wordt gebruikt. Registratie van aangepaste afbeeldingen blokkeren: Selecteer bij 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] →...
  • Pagina 408 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN VASTE VORM OVER DE AFDRUKGEGEVENS PLAATSEN (OVERLAYS) Met deze functie plaatst u gegevens op een vaste vorm die u hebt voorbereid. Door tabellijnen of een decoratieve rand te maken in een andere applicatie dan die van het tekstbestand en deze gegevens te registreren als overlaybestand, kunt u eenvoudig een aantrekkelijk afdrukresultaat bereiken.
  • Pagina 409 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • Zodra het afdrukken is gestart, wordt een bevestigingsbericht getoond. Het overlaybestand wordt pas gemaakt nadat u op de knop [Ja] hebt geklikt. • Wanneer u op de knop [Openen] klikt, wordt het bestaande overlaybestand geregistreerd. Afdrukken met een overlaybestand (1) Open het venster met de drivereigenschappen vanuit de toepassing die wordt gebruikt voor het afdrukken met een overlaybestand.
  • Pagina 410 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AANTAL EXEMPLAREN TOEVOEGEN (KOPIEERSTEMPEL) U kunt het aantal exemplaren aan de kop- of voettekst van de afdrukgegevens toevoegen. U kunt tevens het nummer van het exemplaar en de afdrukpositie instellen. Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. (1) Klik op de tab [Stempel].
  • Pagina 411 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN BEPAALDE PAGINA'S OP ANDER PAPIER AFDRUKKEN (ANDER PAPIER) In een Windows-omgeving De voor- en achterkaft en bepaalde pagina's van een document worden op ander papier afgedrukt dan de andere pagina's. Gebruik deze functie als u de voor- en achterkaft op zwaar papier wilt afdrukken of als u gekleurd papier of een andere type papier voor bepaalde pagina's wilt gebruiken.
  • Pagina 412 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • Klik op de toets [Toev.]. Uw instellingen worden weergegeven bij 'Informatie'. • Wanneer u alle gewenste instellingen hebt geselecteerd, klikt u op de toets [Opslaan] bij 'Favorieten' om de instellingen op te slaan. • Als [Handinvoer] is geselecteerd bij 'Papierlade', moet u het 'Papiertype' selecteren en dat type papier in de doorvoerlade plaatsen.
  • Pagina 413 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES INSTEEKVELLEN TOEVOEGEN BIJ HET AFDRUKKEN OP TRANSPARANTEN (TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN) Bij het afdrukken op transparanten voorkomt deze functie dat de transparanten aan elkaar plakken door een vel papier tussen twee transparanten te voegen. Dezelfde inhoud die op de transparant wordt afgedrukt, wordt zo nodig ook op het bijbehorende insteekvel afgedrukt.
  • Pagina 414 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES (5) Klik op de tab [Invoegbladen]. (6) Selecteer [Transparant-insteekvellen] en klik op de knop [Instellingen]. Selecteer de afdrukinstelling, papierlade en papiersoort voor de voor- en achterkaft. (7) Selecteer de instellingen voor het invoegen van transparanten. Wanneer het selectievakje [Afgedrukt] is geselecteerd , wordt dezelfde inhoud die op de transparant wordt afgedrukt ook op het insteekvel afgedrukt.
  • Pagina 415 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES SCHEIDINGSPAGINA'S INVOEGEN TUSSEN OPDRACHTEN OF KOPIEËN U kunt scheidingspagina's invoegen tussen opdrachten of tussen een opgegeven aantal kopieën. Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 1 Opdracht 2 Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Windows (1) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (2) Klik op de knop [Scheidingspagina].
  • Pagina 416 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN CARBONAFDRUK AFDRUKKEN (CARBONAFDRUK) Met deze functie drukt u een extra afdruk af van het afdrukbeeld op papier van hetzelfde formaat, maar uit een andere papierlade. Als u bijvoorbeeld Carbonafdruk selecteert terwijl er normaal papier is geladen in papierlade 1 en gekleurd papier in papierlade 2, wordt er een op een carbonafdruk lijkend exemplaar afgedrukt terwijl u slechts eenmaal een afdrukopdracht hoeft te geven.
  • Pagina 417 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKKEN OP TABS VAN TABPAPIER (TAB SHIFT/AFDRUKKEN OP TABPAPIER) Er zijn twee methoden voor het afdrukken op de tabs van tabpapier: 'Tab Shift' en 'Afdrukken op tabpapier'. Tab Shift Gebruik een toepassing om de tekst te schrijven die op het tabpapier moet worden afgedrukt en stel de testverschuivingsafstand in bij [Afdrukpositie] op het tabblad [Lay-out] van het eigenschappenvenster van de printerdriver.
  • Pagina 418 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Windows Tab Shift Wanneer de voorbereiding van de op het tabpapier af te drukken gegevens is voltooid, voert u de volgende stappen uit: (1) Klik op de tab [Lay-out]. (2) Klik op de knop [Afdrukpositie]. (3) Kies [Tab Shift]. (4) Geef de verschuivingsafstand voor de afbeelding op door rechtstreeks een waarde in te voeren of door op de knop te klikken.
  • Pagina 419 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Afdrukken op tabpapier (alleen voor PCL6) Open de gegevens waarin u het tabpapier wilt invoegen en selecteer vervolgens de instellingen. (1) Klik op de tab [Invoegbladen]. (2) Selecteer [Tabpapier] bij 'Invoegbladenoptie' en klik op de toets [Instellingen]. (3) Selecteer de instellingen voor de tabpositie. Voor in de handel verkrijgbaar tabpapier gebruikt u de bestaande instellingen, zoals [A4-5tab-D] bij 'Favorieten'.
  • Pagina 420 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES TWEEZIJDIG AFDRUKKEN WAARBIJ BEPAALDE PAGINA'S OP DE VOORZIJDE WORDEN AFGEDRUKT (HOOFDSTUKINVOEGINGEN) Deze functie drukt bepaalde pagina's op de voorzijde van het papier af. Wanneer u een pagina opgeeft (zoals een voorblad van een hoofdstuk) dat op de voorzijde van het papier moet worden afgedrukt, wordt dit afgedrukt op de voorzijde van het volgende vel, ook als deze normaalgesproken op de achterzijde van het papier zou worden afgedrukt.
  • Pagina 421 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES BEDRUKT PAPIER DOORMIDDEN VOUWEN (VOUWEN) Als een vouweenheid is geïnstalleerd, kan afgedrukt papier worden gevouwen. Als bijvoorbeeld afdrukbeelden van A4- (8-1/2" × 11") en A3-formaat (11" × 17") worden gemengd, kunt u papier van A3-formaat (11" × 17") vouwen naar A4-formaat (8-1/2" × 11") om de breedte van het afdrukpapier aan te passen aan het A4-formaat (8-1/2"...
  • Pagina 422 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Druk Vouwtypen Open richting Vouwresultaten Beschrijving voorkant af A B C Rechts open Binnen A B C Links open Papier wordt bijvoorbeeld in drieën gevouwen zodat het Letter vouw in een envelop kan worden gedaan. Kopieën worden vel voor vel uitgevoerd.
  • Pagina 423 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Druk Vouwtypen Open richting Vouwresultaten Beschrijving voorkant af A B C D Rechts open Binnen A B C D Links open Papier wordt bijvoorbeeld in vieren gevouwen zodat het Dubbele vouw in een envelop kan worden gedaan. Kopieën worden vel voor vel uitgevoerd.
  • Pagina 424 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Deze functie kan niet worden gebruikt als [Algemenei Instellingen] bij "Instellingen (beheerder)" → [Apparaatbeheer] → [Uitschakelen van duplex] is geselecteerd. • Als de afdrukgegevens als een folder zijn opgemaakt, kan de functie 'Boekje' worden gebruikt om de uitvoer te vouwen en te nieten als een folder.
  • Pagina 425 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS Vouwen (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Vouwen]. (3) Selecteer de gewenste vouwmethode. Vouwen (Z-vouw) (1) Selecteer [Printerfuncties] en vervolgens [Vouwen(Twee vouwen)]. (2) Configureer de vouwinstellingen. 3-66...
  • Pagina 426 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES VOORAF INGESTELDE GEGEVENS VOOR OF NA ELKE PAGINA INVOEGEN (INVOEGPAGINA) Met deze functie wordt een vooraf ingesteld gegevensitem op elke pagina ingevoegd tijdens het afdrukken. U kunt eenvoudig documenten maken met gespreide geopende pagina, die bestaat uit tekst op de linkerpagina en aantekenruimte op de rechterpagina.
  • Pagina 427 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DEZELFDE AFBEELDING AFDRUKKEN IN TEGELPATROON (AFDRUK HERHALEN) Met deze functie drukt u dezelfde afbeelding in tegelpatroon af op een blad. Dit is handig voor het maken van naamkaartjes en stickers. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. •...
  • Pagina 428 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES PATROONGEGEVENS AFDRUKKEN (VERBORGEN PATROON AFDRUKKEN) Met deze functie kunt u patroongegevens op de achtergrond afdrukken, zoals 'NIET KOPIËREN'. Als papier met patroongegevens wordt gekopieerd, worden de patroongegevens op de achtergrond ook gekopieerd. Hierdoor wordt voorkomen dat informatie via het niet-geautoriseerd kopiëren van documenten wordt gelekt. •...
  • Pagina 429 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • 'Verborgen Patroon' is een functie om niet-geautoriseerd kopiëren te ontmoedigen. Het biedt geen garantie tegen het lekken van informatie. • Tekst wordt onder bepaalde apparaatomstandigheden mogelijk niet volledig verborgen op een uitvoervel met een patroonafdruk. Selecteer bij 'Instellingen (beheerder)' [Beveiligings- instellingen] → [Instelling Verborgen patroon afdrukken] →...
  • Pagina 430 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE OMZETTINGSMETHODE WIJZIGEN EN JPEG-AFBEELDINGEN AFDRUKKEN (GEB.STRPRG.OMJPEGWRTEGEV.) In sommige situaties wordt een document dat een JPEG-afbeelding bevat mogelijk niet goed afgedrukt. Dit kan worden opgelost door de manier te wijzigen waarop de JPEG-afbeelding wordt omgezet. Als u een origineel afdrukt dat JPEG-afbeeldingen bevat, kunt u met deze functie aangeven of de afbeeldingen moeten worden omgezet in de printerdriver of in het apparaat.
  • Pagina 431 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKGEBIED OP HET PAPIER MAXIMALISEREN (AFDRUKGEBIED) Door het afdrukgebied te maximaliseren kunt u op volledig papierformaat afdrukken. Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Ook als het afdrukgebied is gemaximaliseerd, kunnen randen worden afgeknipt. Windows (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen]. (2) Klik op de knop [Overige instellingen].
  • Pagina 432 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE PRINTERFUNCTIES TWEE APPARATEN GEBRUIKEN OM EEN GROTE OPDRACHT AF TE DRUKKEN (TANDEMAFDRUK) Als u deze functie wilt gebruiken, zijn twee apparaten vereist die tandemafdrukken kunnen uitvoeren. Er worden twee apparaten die op hetzelfde netwerk zijn aangesloten gebruikt om een grote afdrukopdracht parallel uit te voeren.
  • Pagina 433 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Windows (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen]. (2) Selecteer [Aan] bij 'Tandemafdruk'. De functie Tandemafdrukken kan alleen worden gebruikt wanneer de printerdriver is geïnstalleerd met behulp van 'Aangepaste installatie', waarbij [Rechtstreekse LPR-afdruk (Adres opgeven/Automatisch zoeken)] is geselecteerd en het selectievakje [Ja] is ingeschakeld voor 'Wilt u de functie Tandemafdruk gebruiken?'.
  • Pagina 434 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKBESTANDEN OPSLAAN EN GEBRUIKEN (DOCUMENTARCHIVERING) Met deze functie wordt een afdrukopdracht als bestand op de harde schijf van het apparaat opgeslagen, zodat de opdracht zo nodig kan worden afgedrukt via het aanraakscherm. U kunt een locatie selecteren voor het opslaan van een bestand om te voorkomen dat het bestand wordt gecombineerd met de bestanden van andere gebruikers.
  • Pagina 435 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • Als u [Snelbestand] selecteert, wordt 'Documentarchivering' ingesteld op [Vasthouden na afdr.]. • Als u [Snelbestand] selecteert, wordt het wachtwoord dat is opgegeven bij 'Documentarchivering' gewist. • U kunt zo nodig voor de gegevensindeling kiezen uit CMYK en RGB voor gegevens die op het apparaat moeten worden opgeslagen.
  • Pagina 436 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AUTOMATISCH ALLE OPGESLAGEN GEGEVENS AFDRUKKEN Als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op het apparaat, worden alle gearchiveerde (opgeslagen) afdrukopdrachten van de gebruiker die zich aanmeldt automatisch afgedrukt. Nadat alle opdrachten zijn afgedrukt, worden de opgeslagen opdrachten gewist. De volgende stappen zijn vereist om de functie Alles afdrukken te gebruiken: •...
  • Pagina 437 PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES GELIJKTIJDIG AFDRUKKEN EN VERZENDEN Met deze functie drukt u gegevens die in een toepassing zijn gemaakt af vanaf het apparaat en verzendt u de gegevens tegelijkertijd naar de adressen die in het apparaat zijn opgeslagen. Met deze functie kunt u met één handeling van de printerdriver twee taken tegelijkertijd uitvoeren, afdrukken en verzenden. •...
  • Pagina 438 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER EXTENSIE VAN AFDRUKBARE BESTANDEN Wanneer de printerdriver niet is geïnstalleerd op uw pc, of wanneer de applicatie om een af te drukken bestand te openen niet beschikbaar is, kunt u rechtstreeks naar het apparaat afdrukken zonder de printerdriver te gebruiken. Hieronder ziet u de bestandstypen (en overeenkomstige extensies) die u rechtstreeks kunt afdrukken.
  • Pagina 439 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Tik op de toets [Selecteer Mapselectie Scannen naar schijf afdrukbestand van FTP] in het Scannen naar Hoofdmap Snelmap extern geheugenapparaat Selecteer afdrukbestand actiescherm. van FTP Selecteer afdrukbestand uit USB-geheugen Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap Tik op de toets van de FTP-server die u wilt gebruiken. Bij het selecteren van de server moet u wellicht een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven.
  • Pagina 440 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER EEN BESTAND IN EEN USB-GEHEUGEN RECHTSTREEKS AFDRUKKEN Bestanden in een op het apparaat aangesloten USB-geheugen kunnen worden afgedrukt via het bedieningspaneel van het apparaat zonder gebruik te maken van de printerdriver. Als de printerdriver van het apparaat niet is geïnstalleerd op uw pc, kunt u een bestand kopiëren naar een in de handel verkrijgbaar USB-geheugen en dat geheugen aansluiten op het apparaat om het bestand rechtstreeks af te drukken.
  • Pagina 441 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Selecteer de afdrukvoorwaarden. • Als u in stap 3 meerdere bestanden hebt geselecteerd, kunt u alleen het aantal afdrukken selecteren. • Als u bij stap 3 een PS- of PCL-bestand hebt geselecteerd met afdrukvoorwaarden, krijgen de afdrukvoorwaarden van het bestand prioriteit.
  • Pagina 442 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Een bestand afdrukken in een netwerkmap die u hebt geconfigureerd in de apparaatinstellingen. Tik op de toets [Best. ophalen van schijf]. Tik op de toets [Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap] in het actiescherm. Tik op de toets [Geregistreerde netwerkmap openen.] in het actiepaneel en tik vervolgens op de netwerkmap die u wilt openen.
  • Pagina 443 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Het pad naar de netwerkmap direct invoeren. Tik op [Directe invoer van mappad] in Directe invoer van Directe invoer van pad mappad stap 3 van 'Een bestand afdrukken in Geregistreerde Padinvoer netwerkmap openen. naar map Refereer naar Mappen een netwerkmap die u hebt op Netwerk geconfigureerd in de...
  • Pagina 444 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER RECHTSTREEKS VANAF EEN COMPUTER AFDRUKKEN AFDRUKTAAK VERZENDEN Door [Documenthandelingen] → [Afdruktaak indienen] te selecteren bij 'Instellingen (webversie)' en een bestand op te geven, kunt u het bestand rechtstreeks afdrukken zonder de printerdriver te gebruiken. Via deze procedure kunt u niet alleen bestanden op uw pc afdrukken, maar elk bestand dat u vanaf uw pc kunt openen, zoals een bestand op een andere pc die is aangesloten op hetzelfde netwerk.
  • Pagina 445 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER FTP AFDRUKKEN U kunt een bestand afdrukken vanaf uw pc door het te slepen naar de FTP-server van het apparaat. FTP-afdrukken uitvoeren: Selecteer in de 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] → [Printer- Instellingen] → [Afdrukinstelling vanaf PC/Mobiele Terminal], stel [FTP afdrukken] in op [Inschakelen] en configureer vervolgens het poortnummer. (Beheerdersrechten zijn vereist.) FTP-afdrukken uitvoeren Typ 'ftp://' en vervolgens het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser van de pc, zoals hieronder...
  • Pagina 446 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER E-mailafdrukken uitvoeren Geef met de e-mailsoftware van uw pc het e-mailadres op van het apparaat in 'Adres' en verzend e-mail met bijlagen die moeten worden afgedrukt. U kunt stuuropdrachten in het e-mailbericht invoeren om het aantal kopieën en de afdrukopmaak op te geven. Opdrachten worden ingevoerd in de indeling 'opdrachtnaam = waarde', zoals getoond in het voorbeeld rechts.
  • Pagina 447 PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER • De berichttekst moet in tekstopmaak zijn. Als u de opdrachten typt in Tekst met opmaak (HTML), werken de opdrachten niet. • Als u 'Config' in de berichttekst invoert, wordt een lijst stuuropdrachten geretourneerd. • Als er niets is ingevoerd in de hoofdtekst (het bericht) van de e-mail, wordt er afgedrukt volgens de instellingen die zijn geconfigureerd bij 'Instellingen (beheerder)'.
  • Pagina 448 PRINTER►AFDRUKOPDRACHTEN AFDRUKOPDRACHTEN DE AFDRUKSTATUS BEKIJKEN Wanneer u op de opdrachtstatusweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. U kunt de status van een afdrukopdracht controleren door op het tabblad [Afdrukken] te tikken. Zie de volgende items als u opdrachten wilt stoppen, wissen of met prioriteit wilt verwerken: •...
  • Pagina 449 PRINTER►AFDRUKOPDRACHTEN OVERSTAPPEN OP EEN ANDER PAPIERFORMAAT WANNEER HET PAPIER OPRAAKT Als het afdrukken wordt gestopt omdat het papier op is of het in de printerdriver geselecteerde papierformaat niet in het apparaat is geladen, wordt een melding op het aanraakscherm getoond. Afdrukken begint automatisch wanneer papier wordt geladen in het apparaat.
  • Pagina 450 PRINTER►BIJLAGE BIJLAGE SPECIFICATIELIJST PRINTERDRIVER Raadpleeg de Help van de printerdriver voor informatie over het instellen van de verschillende onderdelen. HET SCHERM INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER / HELP RAADPLEGEN (pagina 3-6) Functie PCL6 Window Mac OS s PPD Tab (Windows) Item Pagina Kopieën 1 - 9999...
  • Pagina 451 PRINTER►BIJLAGE Functie PCL6 Window Mac OS s PPD Tab (Windows) Item Pagina Dubbelzijdig 3-18 Hoofdstukinvoegingen 3-61 Boekje 3-26 2, 4, 6, 8, 9, 2, 4, 6, 8, 9, 2, 4, 6, 9, 2, 4, 6, 9, Paginanummer 3-21 Herhalen 3-68 Volgorde 3-21 Rand...
  • Pagina 452 PRINTER►BIJLAGE Functie PCL6 Window Mac OS s PPD Tab (Windows) Item Pagina Vector naar zwart 3-42 Tonerbesparingsfunctie Kleurfunctie Afbeeldingstype Afbeeldingskwaliteit Geavanceerde kleur Beeldafstelling 3-41 Lettertype Lijnbreedte 3-37 Dikte aanpassen Spiegelbeeld 3-40 PS foutinformatie PS doorvoer Taakcompressie Tandemafdruk 3-73 Blanco Pagina Afdr. Uitsch. 3-23 Reg.
  • Pagina 453 PRINTER►BIJLAGE EEN REKENINGCODE OPGEVEN VIA DE PRINTERDRIVER U kunt een rekeningcode invoeren via de printer van het apparaat. Raadpleeg "REKENING CODE (pagina 1-71)" voor een overzicht van de functie Rekeningcode. Rekeningcode inschakelen Deze instelling is alleen vereist in Windows. (Altijd ingeschakeld in een Mac OS-omgeving) Klik op de knop [Start], selecteer [Instellingen] →...
  • Pagina 454 PRINTER►BIJLAGE Windows Als het afdrukken start, wordt het scherm Instelling Rekening Code weergegeven. Voer de Main Code en de Sub Code in en klik op de knop [OK]. Om de opgegeven rekeningcode te onthouden stelt u [Deze Rekening Code Altijd Gebruiken] in op •...
  • Pagina 455 PRINTER►BIJLAGE AUTHENTICATIE DOOR EENMALIG AANMELDEN Wanneer de gebruikersauthenticatie wordt gebruikt, moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord ingeven om vanuit een printerdriver af te drukken. De functie Eenmalig aanmelden kan worden gebruikt wanneer Active Directory-authenticatie wordt gebruikt op zowel het apparaat als de computer. Wanneer u deze functie gebruikt en afdrukt vanuit een printerdriver, wordt de afdruktaak naar het apparaat verstuurd met behulp van de authenticatie-informatie die u hebt gebruikt om zich aan te melden op de computer.
  • Pagina 456 PRINTER►BIJLAGE Authenticatieoptie Raadpleeg ‘AFDRUKKEN ALS DE FUNCTIE GEBRUIKERSAUTHENTICATIE IS INGESCHAKELD (pagina 3-8)' voor de authenticatiemethode. (1) Klik op het tabblad [Opdrachtverwerking]. (2) Selecteer, in [Authenticatie], [Eenmalig aanmelden]. • Authenticatie door Eenmalig aanmelden is ook mogelijk vanuit het dialoogvenster Opdrachtverwerking en het dialoogvenster Gebruikersauthenticatie.
  • Pagina 457 • Als de gebruikersauthenticatiefunctie van het apparaat is geactiveerd, schakelt u 'Instellingen (beheerder) - [Gebruikers -bediening] - [Standaardinstellingen] - [Afdrukken door ongeldige gebruiker uitschakelen] uit. • Als de gebruikersauthenticatie in de Sharp OSA-toepassing is ingeschakeld, moet afdrukken door ongeldige gebruikers in de toepassing worden geactiveerd.
  • Pagina 458 • In sommige netwerkomgevingen kan het apparaat de verbindingsfuncties van Google Cloudprinter mogelijk niet gebruiken, of verloopt het afdrukken langzaam of stopt het afdrukken voordat de taak voltooid is. • Sharp Corporation geeft geen enkele garantie voor de continuïteit of stabiliteit van de verbindingsfuncties van Google Cloudprinter.
  • Pagina 459 Pictogrammen Functies die kunnen worden gebruikt in de modus Eenvoudige Fax • HET GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE VOORDAT U HET APPARAAT ALS DOCUMENTINVOEREENHEID VOOR VERZENDING . . . 4-29 FAXAPPARAAT GEBRUIKT • DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET VOORDAT U HET APPARAAT ALS DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN .
  • Pagina 460 • AFZENDERINFORMATIE TIJDELIJK ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN ..4-63 WIJZIGEN (EIGEN NAAM KIEZEN) ..4-99 • ONTVANGEN FAXEN DOORSTUREN (FAXGEGEVENS DOORSTUREN)..4-63 UITGAAN VAN SPECIFIEK GEBRUIK .
  • Pagina 461 EEN EXTERNE TELEFOON GEBRUIKEN EEN EXTERNE TELEFOON AANSLUITEN ..4-124 • EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN ..4-124 • EEN FAX ONTVANGEN NADAT U DE EXTRA TELEFOON HEBT OPGENOMEN (EXTERNE ONTVANGST) ......4-125 •...
  • Pagina 462 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT U kunt de functie fax alleen gebruiken als de Faxuitbreidingskit is geïnstalleerd. VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT Als u het apparaat als faxapparaat wilt gebruiken, sluit u het aan op de telefoonlijn en stelt u het type telefoonlijn in. Sluit het apparaat aan op de telefoonlijn.
  • Pagina 463 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT Zorg dat de hoofdschakelaar op ' ' staat. Als de Aan-indicator brandt, staat de hoofdschakelaar op ' '. Als de Aan-indicator niet brandt, zet u de hoofdschakelaar in de stand " " en drukt u op de toets [Aan] op het bedieningspaneel. DE VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-11) ►...
  • Pagina 464 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT • De naam en het adres van de afzender opslaan: In de 'Instellingen (beheerder)' selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Eigen nummer en naam] → [Registratie zendergegevens]. • Naam Afzender Voer de naam van de afzender in.
  • Pagina 465 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT FAXMODUS U kunt in twee modi faxen: de eenvoudige modus en de normale modus. De eenvoudige modus bevat de functies waarmee u de meeste faxtaken eenvoudig kunt uitvoeren. Wanneer u gedetailleerde instellingen of speciale functies wilt selecteren, gebruikt u de normale modus. In de normale modus kunnen alle functies worden gebruikt.
  • Pagina 466 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT NORMALE MODUS In de Normale modus kunt u alle faxfuncties instellen. Tik hier om het numerieke toetsenbord weer te geven. Voer het faxnummer in. Een adres zoeken. Hiermee opent u Adresboek Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Bevat de functies die in de het adresboek en...
  • Pagina 467 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT TOETS [R] Als het apparaat is aangesloten op een bedrijfscentrale, kunt u de optie 'PBX-instelling' inschakelen zodat automatisch verbinding wordt gemaakt met de buitenlijn. Wanneer de PBX-instelling is ingeschakeld, wordt de toets [R] weergegeven in het basisscherm.
  • Pagina 468 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT VOLGORDE VAN FAXVERZENDING In dit gedeelte worden de basisprocedures uitgelegd voor het verzenden van een fax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
  • Pagina 469 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT Pas de instellingen aan. Geef het origineelformaat, de belichting, de resolutie, enzovoort op. Verwijs zo nodig naar de volgende functies voor de instelling. In de Normale modus In de Eenvoudige modus Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Origineel Adresboek...
  • Pagina 470 FAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS FAXAPPARAAT GEBRUIKT • Het beginscherm instellen wanneer het is geselecteerd vanuit een andere modus Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Standaardweergave-Instellingen]. Bij het opnieuw verzenden via documentarchivering of door opgeslagen programma-instellingen op te roepen die geen adres bevatten, maakt u een selectie uit de volgende 6 soorten beginschermen die verschijnen.
  • Pagina 471 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN BESTEMMINGEN INVOEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Eenvoudige modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8) ► BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMINGSNUMMER INVOEREN MET DE CIJFERTOETSEN Verzending blokkeren wanneer het faxnummer/adres manueel is ingegeven Selecteer in “Instellingen (beheerder)”...
  • Pagina 472 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK U haalt een faxnummer van een bestemming op door op de snelkeuzetoets van die bestemming in het scherm Adresboek te tikken. (Snelkeuzetoetsen gebruiken) Het is ook mogelijk meerdere faxnummers onder een snelkeuzetoets op te slaan. Hierdoor kunt u alle nummer ophalen door op die snelkeuzetoets te tikken.
  • Pagina 473 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de snelkeuzetoets van de Adres contactpersoon of groep die de Sorteren AAA AAA Origineel faxbestemming bevat. BBB BBB Auto • Het aantal bestemmingen in de lijst kan worden beperkt CCC CCC met veelgebruikt, categorieën, indexen en trefwoorden. DDD DDD (In de Normale modus kan het aantal ook met EEE EEE...
  • Pagina 474 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN Als er meerdere bestemmingen zijn geselecteerd, kunt u de bestemmingen weergeven en controleren. Ook is het zo nodig mogelijk om een bestemming te verwijderen (selectie van bestemming annuleren). Tik op de toets [Alle Bestemm.]. Origineel AAA AAA Adres Details...
  • Pagina 475 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER U kunt het zoeknummer gebruiken om een bestemming op te geven die in het adresboek is opgeslagen. Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-19) Tik op [Zoeknummer oproepen] in het Adres Faxnummer...
  • Pagina 476 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server in de instellingsmodus is geconfigureerd (webversie), kunt u in het globale adresboek naar de gewenste bestemming zoeken en het faxnummer ophalen wanneer u een faxverzending uitvoert. U kunt een opgehaald adres ook aan het adresboek toevoegen. Adressen van verzending naar FTP/bureaublad kunnen echter niet vanaf het apparaat worden opgeslagen.
  • Pagina 477 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Voer een trefwoord in en tik op de Voer Start Zoeken Initialen in toets [Start Zoeken]. Item Doel Naam Wanneer u op het invoervak voor het trefwoord tikt, wordt het aanraaktoetsenbord weergegeven. Na korte tijd worden de zoekresultaten weergegeven. Voorbeeld- weergave Start...
  • Pagina 478 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN Selecteer een bestemming in een verzendlogboek en verzend de gegevens opnieuw. De bestemmingen van de meest recente 50 verzendingen van fax, scannen naar e-mail en/of internetfax worden opgeslagen. Een van deze kan worden geselecteerd om opnieuw te verzenden naar die bestemming. De bestemmingen van overdracht naar FTP/bureaublad en Scannen naar netwerkmap worden ook weergegeven in het verzendlogboek.
  • Pagina 479 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de toets van de faxbestemming Verzendgeschiedenis Verwijder alle histories die u opnieuw wilt kiezen. Selecteer adres om opnieuw te verzenden. AAA AAA 1472580369 De laatste 50 adressen die voor verzending zijn gebruikt, BBB BBB 3692580147 worden weergegeven. CCC CCC 2580147369 Directe Invoer...
  • Pagina 480 FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN VERZENDEN VIA KETTINGKIEZEN Nummerreeksen die u met cijfertoetsen en/of snelkeuzetoetsen hebt ingevoerd, kunnen met elkaar verbonden worden door onderbrekingen en kunnen als één nummer worden gekozen. Als u een internationaal nummer kiest, tikt u bijvoorbeeld op de toets [Onderbreking] tussen het identificatienummer van een internationale telefoonmaatschappij (bijvoorbeeld "001") en de landcode (bijvoorbeeld "81"...
  • Pagina 481 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Eenvoudige modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8) ► BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN METHODEN VOOR HET VERZENDEN VAN FAXEN Hieronder worden de methoden beschreven die kunnen worden gebruikt voor het verzenden van een fax vanaf het apparaat.
  • Pagina 482 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN In de volgende situaties zal de verzending automatisch worden gereserveerd (geheugenverzending) • Als de lijn bezet is of er een communicatiefout optreedt en automatisch opnieuw verzenden wordt geactiveerd. ► ALS ZICH EEN COMMUNICATIEFOUT VOORDOET (pagina 4-27) • De lijn van het apparaat zal bezet zijn als een andere fax wordt verzonden of ontvangen, of als het apparaat bezet is. •...
  • Pagina 483 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN STAND VAN ORIGINELEN Als een origineel van A4-formaat (8-1/2" x 11") in verticale stand ( ) wordt geplaatst, wordt het beeld automatisch 90 graden gedraaid en in horizontale stand ( ) verzonden (Gedraaid verzenden). Als een origineel in horizontale stand ( ) wordt geplaatst, wordt het in die stand ( ) verzonden zonder te worden gedraaid.
  • Pagina 484 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN AUTOMATISCHE REDUCTIE VAN HET VERZONDEN BEELD Als het verzonden beeld breder is dan het papier in het ontvangende apparaat, zal het beeld automatisch verkleind worden zodat het op het papier van het ontvangende apparaat past. Bijvoorbeeld: verkleinde formaten en verkleiningsfactoren Breedte van verzonden Breedte van papier in Verkleind formaat...
  • Pagina 485 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN ALS DE LIJN BEZET IS Als de lijn bezet is wanneer u een fax verzendt, zal er na een standaardinterval automatisch opnieuw een poging tot verzenden plaatsvinden. Dit werkt alleen bij de functie Geheugenverzending. Bij de functie Direct verzenden of Handmatig verzenden wordt de verzending geannuleerd.
  • Pagina 486 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN FAXBESTEMMING BEVESTIGINGSMODUS In deze modus wordt een bestemmingsbevestigingsbericht weergegeven wanneer een fax wordt verzonden om te voorkomen dat de fax abusievelijk naar de verkeerde bestemming wordt verzonden. Dit stelt u in de instellingsmodus in. Als een fax wordt verzonden terwijl deze functie is ingeschakeld, wordt een adresbevestigingsbericht weergegeven wanneer op de toets [Start] wordt getikt.
  • Pagina 487 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN Controleer de afbeelding vóór verzending op het aanraakscherm. U kunt op de toets [Voorbeeld- weergave] tikken en dan het origineel scannen, om een voorbeeldweergave van de gescande afbeelding te controleren. U kunt de belichting en resolutie voor de scan aanpassen wanneer u deze in het voorbeeldscherm controleert, zodat u een origineel van betere kwaliteit naar de bestemming kunt verzenden.
  • Pagina 488 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Geef het faxnummer van de bestemming op. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek►pagina 4-18 •...
  • Pagina 489 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-131) Voer het faxnummer van de Adresboek Adres Faxnummer Zoeken in alg. adressen bestemming in en tik in het Belichting Verzendgeschiedenis Auto Resolutie Zoeknummer oproepen actiepaneel op [Direct TX].
  • Pagina 490 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR HET VERZENDEN Het opslaan van gescande originelen in het geheugen van het apparaat voordat u ze gaat verzenden wordt 'Geheugen TX' genoemd. In dit gedeelte wordt het scannen van originelen via de glasplaat uitgelegd en het verzenden van gegevens via de functie geheugenverzending.
  • Pagina 491 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op de toets [Lezen Klaar]. Origineel Plaats volgend origineel. (Pg1) Adres Faxnummer Details Druk op [Start]. Er wordt een pieptoon afgegeven. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Geschiedenis Directe Invoer Open de automatische documentinvoereenheid en verwijder het origineel.
  • Pagina 492 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE GLASPLAAT GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN Het verzenden van gescande originelen zonder de originelen op te slaan in het geheugen van het apparaat wordt 'Direct TX' genoemd. In dit gedeelte wordt het scannen en direct verzenden van originelen via de glasplaat uitgelegd. Wanneer u vanaf de glasplaat een fax verstuurt met de functie Directe verzending, kan er maar één pagina worden verzonden.
  • Pagina 493 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Geef het faxnummer van de bestemming op. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een verzendlogboek gebruiken om opnieuw te verzenden ►pagina 4-20 •...
  • Pagina 494 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN VERZENDINGEN MET DE LUIDSPREKER Als u de luidspreker gebruikt om te bellen, wordt de fax verzonden nadat het nummer is gebeld en verbinding is gemaakt. • Als iemand antwoordt, zult u zijn of haar stem horen maar zult u zelf niet kunnen spreken. •...
  • Pagina 495 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DEZELFDE FAX NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (DISTRIBUTIEVERZENDING) U kunt dezelfde fax naar meerdere bestemmingen versturen, bijvoorbeeld als u een verslag verzendt naar filialen in verschillende regio's. Deze functie wordt "Distributieverzending" genoemd. Tijdens een bewerking kunt u gegevens verzenden naar maximaal 500 bestemmingen, inclusief gereserveerde verzendopdrachten. (Bijvoorbeeld als er al distributieverzendopdrachten met 450 bestemmingen zijn gereserveerd, kunt u naar maximaal 50 bestemmingen gegevens verzenden.) Verzenden Originelen...
  • Pagina 496 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN • Distributie blokkeren Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Standaardinstell.] → [Faxdistributie uitschakelen]. • Bezig met het verzenden van hetzelfde beeld wat in faxmodus verzonden is Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Standaardinstell.] →...
  • Pagina 497 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Een opgegeven bestemming annuleren: Selecteer het adres dat u wilt annuleren in de lijst en tik op de toets [Wissen]. Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
  • Pagina 498 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Nadat u op de toets van de voltooide Details van geselect. Afdrukken Scannen Faxen Internetfax taak controleren distributieverzending hebt getikt, tikt u Druk verzendbeeld Taak Adres Tijd Inst. Pagina Status activiteiten rapport af 10:50 07/07 0001 op de toets [Details van geselect. taak 0001/0005 OK Vorige Distribueren...
  • Pagina 499 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN EEN FAX RECHTSTREEKS VANAF EEN COMPUTER VERZENDEN (PC-fax) Een bestand op een computer kan via het apparaat als een fax worden verzonden (PC-Fax-functie). Verzending van faxen via de functie PC-Fax verloopt op dezelfde wijze als het afdrukken van documenten. Selecteer de driver van PC-Fax als printerdriver voor de computer en selecteer vervolgens de opdracht Afdrukken in de applicatie.
  • Pagina 500 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET SCANNEN VAN DE ORIGINELEN INSTELLEN AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN ORIGINEEL SCANNEN (2-zijdig orig.) De automatische documentinvoereenheid zal automatisch beide zijden van het document scannen. Verzenden 2-zijdig origineel Twee pagina's worden als één pagina verzonden (N-Up) •...
  • Pagina 501 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN AUTODETECTIE Wanneer het origineel wordt geplaatst, wordt het formaat ervan automatisch gedetecteerd. In de Normale modus wordt het formaat van het geplaatste origineel in het beginscherm weergegeven als 'Scanformaat' en het verzendformaat als 'Verzendformaat'. Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Adresboek Belichting Zoeknummer oproepen...
  • Pagina 502 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL IN PAPIERFORMAAT OPGEVEN Als het origineelformaat niet-standaard is (inchformaat of niet-standaardformaat) of als het is niet juist is gedetecteerd, geeft u het origineelformaat handmatig op. Als [Lang Form.] is geselecteerd, kunnen de 2-zijdige scaninstelling en het verzendformaat niet worden gewijzigd. Het beeld wordt alleen in Mono2 verzonden.
  • Pagina 503 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL MET GETALSWAARDEN OPGEVEN As u een origineel met een niet-standaardformaat scant, zoals een briefkaart, geeft u het formaat van het origineel middels getalswaarden op nadat u het origineel hebt geplaatst. De breedte kan 25 mm t/m 432 mm (1" t/m 17") zijn en de hoogte kan 25 mm t/m 297 mm (1"...
  • Pagina 504 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN Sla de veelgebruikte niet-standaard origineelformaten op. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u niet-standaard origineelformaten opslaat, ophaalt, wijzigt en wist. • Het opgeslagen origineelformaat blijft behouden, ook als het apparaat wordt uitgeschakeld. • U kunt maximaal 12 niet-standaard origineelformaten registreren voor kopiëren, faxen en het verzenden van afbeeldingen. •...
  • Pagina 505 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op een toets ( ) om een Dubbelz. scan Adresboek Adres Faxnummer Opsplitsen in 2 pagina's extra origineelformaat op te slaan. N-Up Scanformaat Meer pag. op een pag. plaatsen Opslaan/Verwijderen Langzamer Scan Mode. Dun origineel scannen Select.
  • Pagina 506 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Een opgeslagen origineelformaat ophalen Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-19) Tik op de toets [Origineel]. Tik op de toets [Scanformaat] en op vervolgens op de tab [Aangepast Formaat].
  • Pagina 507 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN HET VERZENDFORMAAT VAN DE AFBEELDING OPGEVEN Tik op deze toets om het verzendformaat op te geven als een papierformaat. Als het opgegeven verzendformaat groter is dan het scanformaat, zal het beeld worden vergroot. Als het opgegeven verzendformaat kleiner is dan het scanformaat, zal het beeld worden verkleind.
  • Pagina 508 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Tik op de toets [Afdrukstand] met Dubbelz. scan Adresboek Adres Faxnummer Opsplitsen in 2 pagina's dezelfde afdrukstand als het origineel. N-Up Origineel Meer pag. op een pag. plaatsen Langzamer Scan Mode. Dun origineel scannen Als deze instelling niet juist is, wordt er mogelijk geen Scanformaat Verzendformaat 100%...
  • Pagina 509 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE BELICHTING WIJZIGEN De belichting kan worden aangepast aan de helderheid van het origineel. Bij gebruik van de automatische documentinvoereenheid kan de instelling van de belichting niet meer worden gewijzigd als het scannen eenmaal is begonnen. (Als echter 'Opdr. samenst.' of 'Voorbeeldinstelling' bij 'Overige' wordt gebruikt, kan de belichting telkens wanneer u een nieuwe set originelen plaatst, worden gewijzigd.) Het standaardcontrast instellen Selecteer in “Instellingen (beheerder)”...
  • Pagina 510 FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN DE RESOLUTIE WIJZIGEN De resolutie kan zo gekozen worden dat deze overeenkomt met de eigenschappen van het origineel, zoals tekst of foto, het formaat van de tekst en de lichtsterkte van de afbeelding. Resolutie-instellingen Resolutie Suggestie Standaard Selecteer deze instelling wanneer uw originelen bestaan uit teksten in normaal formaat (zoals de tekst in deze gebruiksaanwijzing).
  • Pagina 511 FAX►FAXEN ONTVANGEN FAXEN ONTVANGEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Eenvoudige modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8) ► FAXEN ONTVANGEN EEN FAX AUTOMATISCH ONTVANGEN Als de ontvangstfunctie is ingesteld op 'Automatische Ontvangst', zal het apparaat automatisch faxen ontvangen en afdrukken.
  • Pagina 512 FAX►FAXEN ONTVANGEN De faxen worden automatisch afgedrukt. Als het afdrukken is voltooid, stopt de data-indicator met knipperen. Wanneer de taakscheider (bovenste lade) wordt gebruikt voor de uitvoer, knippert deze indicator tot de uitvoer is verwijderd. Als het scherm voor het invoeren van de PIN Code wordt weergegeven: Er is een PIN Code geregistreerd die nodig is om de ontvangen faxgegevens te kunnen afdrukken.
  • Pagina 513 FAX►FAXEN ONTVANGEN EEN FAX HANDMATIG ONTVANGEN U kunt een fax handmatig ontvangen via het aanraakscherm. • Als u de telefoon opneemt door te tikken op de toets [Luidspreker], kunt u de stem van de beller horen maar kunt u zelf niets zeggen.
  • Pagina 514 FAX►FAXEN ONTVANGEN Ontvangstinstellingen Stel in hoe het toestel werkt wanneer faxen worden ontvangen. Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Fax Instellingen] → [Ontvangstinstellingen]. Aantal oproepen in automatische ontvangst Deze instelling wordt gebruikt om het aantal oproepen te selecteren waarna het apparaat automatisch een oproep ontvangt en begint met faxontvangst in de automatische ontvangstmodus.
  • Pagina 515 FAX►FAXEN ONTVANGEN Telefoonnummer voor doorsturen gegevens instellen Wanneer het apparaat een ontvangen fax niet kan afdrukken, bijvoorbeeld als gevolg van een storing, kan de fax worden doorgestuurd naar een ander faxapparaat. Deze instelling wordt gebruikt om het faxnummer van het ontvangende faxapparaat te programmeren.
  • Pagina 516 FAX►FAXEN ONTVANGEN Instelling aantal toestaan/weigeren Gebruik deze instelling om aan te geven of ontvangst vanaf een opgeslagen nummer moet worden toegestaan of geweigerd. Item Instellingen Geweigerd Weiger ontvangst vanaf het opgeslagen nummer. Ontvangst Toestaan Sta ontvangst vanaf het opgeslagen nummer toe. Zelfs wanneer nummers zijn opgeslagen, de nummers negeren en ontvangst van alle Alle Ongeldig nummers toestaan.
  • Pagina 517 FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS AFDRUKKEN EEN FAX AFDRUKKEN DIE MET EEN PIN CODE IS BEVEILIGD (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) Schakel deze instelling in als u faxen in het geheugen wilt ontvangen en opslaan zonder deze af te drukken. Als u de faxen wilt afdrukken, moet de PIN Code worden ingevoerd.
  • Pagina 518 FAX►FAXEN ONTVANGEN • Het scherm met de ontvangen gegevens weergeven nadat u de PIN Code hebt ingevoerd: In de 'Instellingen (beheerder)' selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens]. •...
  • Pagina 519 FAX►FAXEN ONTVANGEN HET BEELD VÓÓR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Controleer het beeld van ontvangen gegevens op het aanraakscherm voordat u deze afdrukt. Deze functie kan worden gebruikt als 'Instellingen (beheerder)' - [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld.* * De fabrieksinstelling is uitgeschakeld.
  • Pagina 520 FAX►FAXEN ONTVANGEN Tik op de toets van de ontvangen Afdrukken Lijst met ontv. geg. Alle ontvangen geg. gegevens die u wilt controleren en tik Afbeelding controleren Doorsturen naar vervolgens op [Afbeelding ander adres Verwijderen controleren] in het actiepaneel. Bestand Gegevens in map opslaan Geeft de afbeelding van de ontvangen gegevens weer.
  • Pagina 521 FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN ONTVANGEN FAXEN DOORSTUREN (FAXGEGEVENS DOORSTUREN) Wanneer het apparaat niet kan afdrukken omdat het papier of de inkt op is, kunnen ontvangen faxen worden doorgestuurd naar een ander, eerder opgeslagen faxapparaat. U kunt een ontvanger opslaan door [Telefoonnummer voor doorsturen gegevens instellen (pagina 4-57)] in de Instellingsmodus te selecteren.
  • Pagina 522 FAX►FAXEN ONTVANGEN Tik op de toets [Uitvoeren] in [Ontvangen gegevens doorsturen] om het doorsturen te starten. Als het scherm voor het invoeren van de PIN Code wordt weergegeven, is de functie 'Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens' ingeschakeld. Voer de PIN Code in met de cijfertoetsen om het doorsturen te starten. ►...
  • Pagina 523 FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN NAAR VASTE BESTEMMINGEN (INSTELLINGEN INKOMENDE ROUTING) U kunt ontvangen faxen automatisch naar een faxadres, Internetfaxadres, e-mailadres, bestandserveradres, desktopadres of netwerkmapadres doorsturen. Ontvangen gegevens kunnen naar de opgegeven bestemmingen worden doorgestuurd zonder te worden afgedrukt. Het apparaat Doorsturen Ontvangen gegevens Configureer de doorstuurinstellingen voor ontvangen faxberichten in de Instellingsmodus (webversie).
  • Pagina 524 FAX►FAXEN ONTVANGEN Het is mogelijk dat het voor gebruikers zonder beheerderrechten verboden is om doorstuurtabellen in dit scherm op te slaan, te bewerken of te wissen en dat ze niet kunnen opgeven welke tabel wordt gebruikt. Stel hiertoe de selectievakjes voor de volgende items in op •...
  • Pagina 525 FAX►FAXEN ONTVANGEN Als u afzenders selecteert in de lijst 'Instelling Verzendadres', kunt u de toets [Shift] of de toets [Ctrl] op het toetsenbord gebruiken om meerdere afzenders te selecteren. Selecteer de doorstuurvoorwaarden. • Als u de ontvangen gegevens altijd wilt doorsturen, selecteert u [Altijd doorsturen]. •...
  • Pagina 526 FAX►FAXEN ONTVANGEN Klik op [Instellingen inkomende routing] bij [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)] in de 'Instellingen (webversie)'. Selecteer [Stuur door naar alle doorstuurbestemmingen] of [Doorsturen op basis van Doorstuurvoorwaarde] in de doorstuurtabel. Selecteer [Altijd doorsturen] of [Verstuur ontvangen gegevens enkel op gespecificeerde dagen.] in de doorstuurtabel.
  • Pagina 527 FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN FAXEN OPSLAAN OP DE HARDE SCHIJF VAN HET APPARAAT (INKOMENDE ROUTING) Ontvangen faxen kunnen op de harde schijf van het apparaat worden opgeslagen. Ontvangen faxen kunnen worden weergegeven op de computer. Stel PDF, TIFF (multi) of TIFF (signaal) in voor de opgeslagen Internetfaxen. U kunt ook via e-mail een melding ontvangen van het opslagresultaat of de opslagmap.
  • Pagina 528 FAX►FAXEN ONTVANGEN Instellingen voor het opslaan van ontvangen faxen op de harde schijf Klik bij 'Instellingen (beheerder)' op [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)] → [Instellingen Inbound Routing (opslaan)] (beheerdersrechten vereist). • De gegevens die kunnen worden opgeslagen zijn ontvangen faxen en ontvangen internetfaxen. Faxen die zijn ontvangen via vertrouwelijke ontvangst en navraagontvangst kunnen niet worden opgeslagen.
  • Pagina 529 FAX►FAXEN ONTVANGEN Tik op de toets van de ontvangen Lijst met ontv. geg. Alle ontvangen geg. Afdrukken gegevens die u wilt doorsturen en tik Afbeelding controleren Doorsturen naar ander adres vervolgens op [Doorsturen naar ander Verwijderen adres]. Bestand Gegevens in map opslaan •...
  • Pagina 530 FAX►FAXEN ONTVANGEN ONTVANGEN GEGEVENS OPSLAAN U kunt ontvangen faxen opslaan in de map voor documentarchivering. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld* bij 'Instellingen (beheerder). * De fabrieksinstelling is uitgeschakeld.
  • Pagina 531 FAX►OVERIGE FUNCTIES OVERIGE FUNCTIES In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Normale modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8) ► FAXHANDELINGEN OPSLAAN (PROGRAMMA) Met deze functie worden diverse instellingen gezamenlijk opgeslagen als één programma. Het opgeslagen programma kan eenvoudig worden opgeroepen.
  • Pagina 532 FAX►OVERIGE FUNCTIES • De in een programma opgeslagen instellingen worden vastgehouden, ook nadat het programma is gebruikt voor verzending. Dezelfde instellingen kunnen herhaaldelijk worden gebruikt voor verzending. • De volgende inhoud kan niet worden opgeslagen in programma's: • Tikken op de toets [Luidspreker], Snelbestand, Bestand, tussen pagina's navigeren en ongespecificeerd wissen tijdens voorbeeld, Metadatainvoer, Verzendinst.
  • Pagina 533 FAX►OVERIGE FUNCTIES ORIGINELEN COLLECTIEF VERZENDEN TWEE PAGINA'S ALS ÉÉN PAGINA VERZENDEN (N-UP) Verklein twee origineelpagina's tot gelijk formaat en verzend deze als één pagina. Deze functie is handig als u een groot aantal originelen hebt en het aantal verzonden pagina's wilt terugdringen. Voor het standaardformaat (A4 (8-1/2"...
  • Pagina 534 FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de Overige Globaal Adres Zoeken toets [N-Up]. Verzendgeschiedenis Wissen Dubbelz. scan Boek opsplitsen Verz. Eigen Zoeknummer oproepen Kaart Formaat Timer Op het pictogram wordt een vinkje Nummer Fax Direct TX Eigen naam Transmissie Geheugenvak kiezen...
  • Pagina 535 FAX►OVERIGE FUNCTIES BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART ALS ENKELE PAGINA VERZENDEN (KAART FORMAAT) Verzend de voor- en achterzijde van een kaart als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden. Bij gebruik van deze functie moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst. Verzonden afbeelding Originelen Verzenden...
  • Pagina 536 FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [On] en geef het juiste Belichting Overige Verzendbelichting opgeven origineelformaat op. Kaart Formaat Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, (25—210) tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige]. (25—210) Reset Voorbeeld- weergave Aanp.
  • Pagina 537 FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN GROOT AANTAL PAGINA'S VERZENDEN (OPDRACHT SAMENSTELLING) Met deze functie kunt u een origineel dat bestaat uit een groot aantal pagina's opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid en de pagina's via één enkele verzending verzenden. U kunt een fax ook verzenden door originelen zowel in de automatisch documentinvoereenheid als op de glasplaat te plaatsen.
  • Pagina 538 FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Opdr. samenst.]. Adresboek Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Belichting Zoeknummer oproepen Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Auto Resolutie Direct TX Extra Fijn Verificatiestempel Origineel Programma oproepen Opdr. samenst. Geregistreerde inst. oproepen Zelfde beeld verz. als faxadres Langz.
  • Pagina 539 FAX►OVERIGE FUNCTIES ORIGINELEN MET VERSCHILLENDE FORMATEN VERZENDEN (ORIGINEEL MET GEMENGDE FORMATEN) Met deze functie kunt u originelen van verschillende formaten gelijktijdig scannen en verzenden, bijvoorbeeld originelen van het formaat B4 (8-1/2" x 14") gecombineerd met originelen van het formaat A3 (11" x 17"). Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel.
  • Pagina 540 FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Gemengd form.]. Verzendgeschiedenis Adresboek Adres Faxnummer Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Belichting Zoeknummer oproepen Auto Resolutie Direct TX Extra Fijn Verificatiestempel Origineel Programma oproepen Opdr. samenst. Geregistreerde inst. oproepen Zelfde beeld verz. als faxadres Langz.
  • Pagina 541 FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN ORIGINEEL ALS AFZONDERLIJKE PAGINA'S VERZENDEN EEN ORIGINEEL ALS TWEE AFZONDERLIJKE PAGINA'S VERZENDEN (DUBBELE PAGINA SCANNEN) De linker- en rechterkant van een origineel kunnen als twee afzonderlijke pagina's worden verzonden. Deze functie is nuttig als u de linker- en rechterpagina's van een boek of ander ingebonden document als afzonderlijke pagina's wilt faxen. Boekje of gebonden document Twee pagina's zijn gekopieerd als twee afzonderlijke pagina's.
  • Pagina 542 FAX►OVERIGE FUNCTIES Voer het faxnummer van de bestemming in. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek ►pagina 4-18 •...
  • Pagina 543 FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN INBINDKOPIE SPLITSEN IN PAGINA'S EN DE PAGINA'S ACHTEREENVOLGENS VERZENDEN (BOEK SPLITSEN) De geopende pagina's van een folder met zadelsteek worden als losse pagina's uitgesplitst op basis van de eigenlijke paginavolgorde. Als u deze functie gebruikt, hoeft u de te verzenden origineelpagina's niet te sorteren. Deze functie kan worden ingeschakeld als het origineelformaat is ingesteld op [Auto].
  • Pagina 544 FAX►OVERIGE FUNCTIES Selecteer de inbindzijde van het Wissen Overige Randschaduw wissen inbindkopie-origineel. Resolutie Boek opsplitsen Resolutie origineel wijzigen Selecteer inbindrand origineel. Controleer of in de voorbeeldafbeelding die in het scherm wordt weergegeven de inbindzijde juist is. Links inbinden Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Rechts inbinden tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 545 FAX►OVERIGE FUNCTIES ORIGINELEN SCANNEN SCHADUWRANDEN IN HET BEELD WISSEN (WISSEN) Met deze functie wist u die delen van de afbeelding waar zich schaduwen kunnen vormen. Deze functie detecteert schaduwen niet en wist niet alleen de schaduwen. Een dik boek scannen De wisfunctie niet De wisfunctie gebruiken...
  • Pagina 546 FAX►OVERIGE FUNCTIES Voer het faxnummer van de bestemming in. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek ►pagina 4-18 •...
  • Pagina 547 FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].
  • Pagina 548 FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN DUN ORIGINEEL VERZENDEN (LANGZAME SCANMODUS) Gebruik deze functie wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Bij selectie van de langzame scanmodus is 2-zijdig scannen niet mogelijk. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische...
  • Pagina 549 FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Langz. scanm.]. Adresboek Adres Faxnummer Verzendgeschiedenis Belichting Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Zoeknummer oproepen Auto Resolutie Direct TX Extra Fijn Verificatiestempel Origineel Programma oproepen Opdr. samenst. Geregistreerde inst. oproepen Zelfde beeld verz. als faxadres Langz.
  • Pagina 550 FAX►OVERIGE FUNCTIES HET AANTAL VELLEN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL CONTROLEREN EN DAN VERZENDEN (AANTAL ORIGINELEN) Tel vóór verzending het aantal vellen van het gescande origineel en geef dit aantal weer. Door het aantal gescande origineelvellen te controleren, kunt u vergissingen bij het verzenden voorkomen. Het telresultaat wordt weergegeven met het aantal gescande vellen van het origineel, niet het aantal pagina's.
  • Pagina 551 FAX►OVERIGE FUNCTIES Als het scannen is voltooid, AAA AAA Adres Verzendgeschiedenis Er zijn 0 pagina's van (pg 1) het origineel gescand. controleert u het aantal originele Belichting Zoeknummer oproepen Gescande gegevens verzenden? Auto Resolutie Direct TX vellen. Extra Fijn Verificatiestempel Origineel Programma oproepen Het telresultaat wordt weergegeven met het aantal...
  • Pagina 552 FAX►OVERIGE FUNCTIES GESCANDE ORIGINELEN STEMPELEN (VERIFICATIESTEMPEL) Met deze functie wordt elk origineel dat via de automatische documentinvoereenheid is gescand, gestempeld, zodat u kunt verifiëren dat alle originelen correct zijn gescand. De positie van de verificatiestempel Er wordt een fluorescerend roze 'O'-markering gestempeld.
  • Pagina 553 FAX►OVERIGE FUNCTIES VERZENDEN EN ONTVANGEN VAN FAXEN OP AFSTAND BEDIENEN EEN FAXMACHINE AANROEPEN EN ONTVANGST INITIALISEREN (NAVRAGEN) Wanneer u verbinding maakt met een ander apparaat en een document van dit apparaat ontvangt, wordt dit 'Navragen' genoemd. De documentontvangst van een ander apparaat wordt "Navraagontvangst" genoemd. U kunt de nummers van meerdere bestemmingen invoeren.
  • Pagina 554 FAX►OVERIGE FUNCTIES Voer het faxnummer van de bestemming in. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek ►pagina 4-18 •...
  • Pagina 555 FAX►OVERIGE FUNCTIES NAVRAAG-ONTVANGST HANDMATIG INITIALISEREN Gebruik handmatige navraagontvangst wanneer u navraag moet starten nadat u een opgenomen bericht hebt beluisterd, bijvoorbeeld in het geval van een faxinformatieservice. • Zorg ervoor dat er geen origineel in het apparaat is geplaatst wanneer u de functie Navraagontvangst gebruikt. •...
  • Pagina 556 FAX►OVERIGE FUNCTIES FUNCTIES DIE BETREKKING HEBBEN OP DE AFZENDER AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (EIGEN FAXADRES VERZ.) Uw afzenderinformatie (datum, tijd, naam afzender, faxnummer afzender of naam bestemming, aantal pagina's) wordt automatisch toegevoegd boven aan elke faxpagina die u verzendt. Buiten het scangebied Laden (fabrieksinstellingen)
  • Pagina 557 FAX►OVERIGE FUNCTIES • De datum en tijd instellen: selecteer in de instellingsmodus [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Klokaanpassing]. • De naam van een afzender en het faxnummer van een afzender opslaan: In de 'Instellingen (beheerder)' selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] →...
  • Pagina 558 FAX►OVERIGE FUNCTIES Voer het faxnummer van de bestemming in. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek ►pagina 4-18 •...
  • Pagina 559 FAX►OVERIGE FUNCTIES UITGAAN VAN SPECIFIEK GEBRUIK DE TIJD VOOR COMMUNICATIE OPGEVEN Geef een tijdstip op waarop automatisch moet worden begonnen met de verzending of distributieverzending. Verzending begint automatisch op de opgegeven tijd. Deze functie is nuttig wanneer u gereserveerde verzendingen, distributieverzendingen of andere verzendingen wilt uitvoeren tijdens uw afwezigheid, 's avond of op andere tijden waarop de telefoontarieven laag zijn.
  • Pagina 560 FAX►OVERIGE FUNCTIES Voer het faxnummer van de bestemming in. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen ►pagina 4-13 • Een bestemming ophalen uit een adresboek ►pagina 4-14 • Een bestemming ophalen met een zoeknummer ►pagina 4-17 • Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek ►pagina 4-18 •...
  • Pagina 561 FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er wordt een pieptoon afgegeven om aan te geven dat het scannen is beëindigd; het apparaat gaat stand-by voor verzending. •...
  • Pagina 562 FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de toets [Transmissie Rapport]. Tik op de toets van de Overige afdrukinstellingen. Transmissie Rapport Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Niet afdrukken tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 563 FAX►OVERIGE FUNCTIES NAVRAAGGEHEUGENFUNCTIES EEN FAX VERZENDEN WANNEER EEN ANDER APPARAAT NAVRAAG DOET BIJ UW APPARAAT (NAVRAAGGEHEUGEN) Het verzenden van een document dat naar het geheugen is gescand terwijl een ander apparaat navraag doet bij uw apparaat, wordt 'Navraaggeheugen' genoemd. Voorafgaand aan de navraag moet het document dat naar het andere apparaat zal worden gefaxt, in een navraaggeheugenvak worden gescand.
  • Pagina 564 FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN DOCUMENT IN EEN NAVRAAGGEHEUGEN SCANNEN Volg deze stappen om een document in het geheugenvak voor navraagverzending (Openbaar Vak) te scannen. Als er nog een ander document in het geheugenvak (Openbaar Vak) staat, wordt het pas gescande document toegevoegd aan het al eerder opgeslagen document.
  • Pagina 565 FAX►OVERIGE FUNCTIES Tik op de toets [Eenm.] of [Onbeperkt] om het aantal herhalingen op te geven. Om de verzending van een origineel te herhalen, tikt u op de toets [Onbeperkt]. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op en op Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten.
  • Pagina 566 FAX►OVERIGE FUNCTIES EEN DOCUMENT UIT HET OPENBAAR VAK VERWIJDEREN Verwijder een document uit het geheugenvak (Openbaar vak) wanneer u dit niet meer nodig hebt. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak]. Tik op het tabblad [Navraaggeheugen]. Tik op de toets [Openbaar Vak] in de mappenlijst. Tik op [Vak leegmaken] in het actiescherm.
  • Pagina 567 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Normale modus een bestemming invoert. DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8) ► F-CODECOMMUNICATIE F-CODECOMMUNICATIE Via deze functie kan het apparaat communiceren met andere apparaten die ook ondersteuning bieden voor F-code. Hiermee is uitwisseling van vertrouwelijke documenten (vertrouwelijke communicatie), terughalen (navraag) en distributie (navraaggeheugen) van informatie, en distributie van informatie naar meerdere bestemmingen (relaydistributieverzending) mogelijk met andere apparaten die F-codecommunicatie ondersteunen.
  • Pagina 568 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN De werking van F-codes Een fax die met een F-code wordt verzonden, wordt ontvangen in het geheugenvak van F-codecommunicatie op het ontvangende apparaat dat is opgegeven door middel van de F-code (subadres en wachtwoord). Als de F-code die verzonden is door het verzendende apparaat niet overeenkomt met de F-code op de ontvangende apparaat, vindt er geen ontvangst plaats.
  • Pagina 569 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN F-CODE BELLEN Wanneer u een F-codehandeling uitvoert, wordt de F-code (subadres en wachtwoord) toegevoegd aan het faxnummer dat wordt gekozen. Controleer de F-code (subadres en wachtwoord) die in het geheugenvak op het andere apparaat is opgeslagen voordat u een F-codeverzending verricht. Het is handig om een F-code (subadres en wachtwoord) samen met het faxnummer onder een snelkeuzetoets of groepstoets op te slaan.
  • Pagina 570 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN F-CODES GEBRUIKEN VOOR VERTROUWELIJKE VERZENDING Verzend een fax naar het faxnummer van een bestemming nadat u de F-code (subadres en wachtwoord) hebt toegevoegd. Gebruik zo nodig Vertrouwelijke verzending met F-code in combinatie met distributieverzending of timerverzending. Het kan handig zijn om deze functie in een programma op te slaan.
  • Pagina 571 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN EEN FAX MET VERTROUWELIJKE F-CODEONTVANGST CONTROLEREN Wanneer een vertrouwelijke fax met F-code wordt ontvangen, wordt de fax opgeslagen in het geheugenvak dat door de F-code is opgegeven. Als u ontvangen faxen wilt controleren, voert u het PIN Code in. •...
  • Pagina 572 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Tik op de toets van de ontvangen Lijst met ontv. geg. Alle ontvangen geg. Afdrukken gegevens die u wilt controleren en tik Afbeelding controleren Afz. Ontvangen gegevens Status Doorsturen naar 10:45 07/07 Niet gecontr. vervolgens op [Afbeelding controleren] ander adres Verwijderen in het actiepaneel.
  • Pagina 573 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Tik op de toets [Overige] en op de toets [Navragen]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [Vorige]. De instelling Navraag annuleren: Tik op de toets [Navragen] om het vinkje te verwijderen. Geef de bestemming op.
  • Pagina 574 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN EEN DOCUMENT IN EEN GEHEUGENVAK SCANNEN VOOR NAVRAAGVERZENDING MET F-CODE Wanneer het apparaat van een ander apparaat een verzoek tot verzending ontvangt, verzendt deze functie van uw apparaat naar het andere apparaat een fax die opgeslagen is in een geheugenvak met F-code (navraaggeheugen). Het andere apparaat moet de F-code (subadres en wachtwoord) die op uw apparaat is geconfigureerd correct opgeven.
  • Pagina 575 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak]. Tik op het tabblad [Navraaggeheugen]. Aantal herhalingen Vertrouwelijk Navraaggeheugen wijzigen Mapnaam Aantal Openbaar Vak Eenm. Start Vorige Geheugen faxontvangst 100% Tik op de map van het navraaggeheugenvak met F-code. Tik op de toets [Aantal herhalingen wijzigen] in het actiepaneel en stel het aantal navraagpogingen in.
  • Pagina 576 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN DOCUMENT IN NAVRAAGGEHEUGENVAK MET F-CODE CONTROLEREN U kunt het in het navraaggeheugenvak met F-code opgeslagen document controleren. Een document in een geheugenvak kan niet worden afgedrukt terwijl het wordt verzonden. Bij de fabrieksinstelling wordt het document dat naar het andere apparaat is verzonden, automatisch verwijderd. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak].
  • Pagina 577 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN EEN DOCUMENT VERWIJDEREN DAT OPGESLAGEN IS VOOR NAVRAAGVERZENDING MET F-CODE Verwijder het in een geheugennavraagvak met F-code opgeslagen document om een nieuw document te kunnen opslaan. Tijdens de communicatie kan er geen origineel uit het geheugenvak worden verwijderd. Tik op de toets [Overige] en op de toets [Geheugenvak].
  • Pagina 578 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN RELAYVERZOEKVERZENDING MET F-CODES Bij deze functie wordt een fax naar een geheugenvak voor relaydistributieverzending met F-code op een ander apparaat verzonden, waarna dat apparaat de fax naar meerdere ontvangende apparaten distribueert. Wanneer er een grote afstand is tussen uw apparaat en de ontvangende apparaten, kunt u de fax verzenden naar een relayapparaat dat zich dichterbij de ontvangende apparaten bevindt om zo de telefoonkosten terug te dringen.
  • Pagina 579 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-131) ► GLASPLAAT (pagina 1-133) Geef de bestemming op. • Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen►pagina 4-13 •...
  • Pagina 580 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN RELAYDISTRIBUTIEVERZENDING MET F-CODES Wanneer uw apparaat een relayverzoekverzending ontvangt, wordt de fax ontvangen en opgeslagen in een geheugenvak voor relaydistributie met F-code op uw apparaat. Uw apparaat stuurt de fax vervolgens door naar alle doelapparaten die in het geheugenvak zijn geprogrammeerd. Verzending naar de doelapparaten vindt automatisch plaats.
  • Pagina 581 FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN F-Codegeheugenvak Ga naar “Instellingen (beheerder)” - [Systeeminstellingen] →[Instellingen Beeld Verzenden] →[Fax Instellingen] →[F-Codegeheugenvak]. Opslag van een geheugenvak Wanneer u op de toets [Nieuw Toev] tikt, wordt het registratiescherm weergegeven. U kunt maximaal 100 F-Codegeheugenvakken voor alle functies opslaan (navraaggeheugen, vertrouwelijk en relaydistributie). Een geheugenvak bewerken en verwijderen Wanneer u een geheugenvak in de lijst selecteert, wordt het scherm voor bewerking voor het vak weergegeven.
  • Pagina 582 FAX►EEN EXTERNE TELEFOON GEBRUIKEN EEN EXTERNE TELEFOON GEBRUIKEN EEN EXTERNE TELEFOON AANSLUITEN EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN U kunt een extra telefoon op het apparaat aansluiten. De telefoon kan worden gebruikt voor telefoongesprekken en om faxontvangst op het apparaat te starten. Sluit de extra telefoon aan zoals hieronder wordt aangegeven.
  • Pagina 583 FAX►EEN EXTERNE TELEFOON GEBRUIKEN EEN FAX ONTVANGEN NADAT U DE EXTRA TELEFOON HEBT OPGENOMEN (EXTERNE ONTVANGST) Volg de onderstaande stappen als u een faxontvangst wil starten nadat u de telefoon hebt opgenomen en via de extra telefoon een gesprek hebt gevoerd. Druk op de extra telefoon op de knoppen [5], [*] en [*].
  • Pagina 584 FAX►DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN FAXOPDRACHTEN Wanneer u op de opdrachtstatusweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. Tik op de faxopdrachtstatus, tik op de functieweergave en selecteer de fax. Raadpleeg de volgende items als u opdrachten wilt stoppen, wissen of met prioriteit wilt verwerken: OPDRACHTEN IN UITVOERING OF GERESERVEERDE OPDRACHTEN STOPPEN OF VERWIJDEREN (pagina ►...
  • Pagina 585 FAX►DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN Herhaalopdrachten Een herhaalopdracht staat onder aan de opdrachtwachtrij. Verzending van de herhaalopdracht begint op basis van de instelling voor [Opnieuw oproepen indien bezet] in de instellingsmodus. Als de verzending is voltooid, wordt de herhaalopdracht naar de lijst met voltooide opdrachten verplaatst en verandert de status in 'Verzenden OK'.
  • Pagina 586 FAX►DE COMMUNICATIESTATUS CONTROLEREN Voorbeelden van berichten die in de statuskolom worden afgedrukt Afdrukpagina Beschrijving De transactie is normaal verlopen. De communicatie vond plaats in de modus G3. De communicatie vond plaats in de modus G3 ECM. De communicatie vond plaats in de modus Super G3. Doorsturen De ontvangen gegevens zijn doorgestuurd.
  • Pagina 587 Pictogrammen SCANNER/ Functies die kunnen worden INTERNETFAX gebruikt in de modus Eenvoudige Scan • ONDERWERP, BESTANDSNAAM, ANTWOORD VOORDAT U HET APPARAAT ALS NAAR EN PLATTE TEKST OP HET MOMENT NETWERKSCANNER GEBRUIKT VAN SCANVERZENDING WIJZIGEN ..5-33 •...
  • Pagina 588 SCANNER/INTERNETFAX • EEN VERZENDING OP EEN OPGEGEVEN ANDERE FUNCTIES TIJDSTIP STARTEN (TIMER-VERZENDING) . . . 5-116 SCANBEWERKINGEN OPSLAAN (PROGRAMMA) ..5-68 • EEN HANDTEKENING TOEVOEGEN ALS U EEN SCAN GAAT VERZENDEN ORIGINELEN COLLECTIEF SCANNEN EN VERZENDEN . . . 5-71 (ELEKTRONISCHE HANDTEKENING) .
  • Pagina 589 SCANNER/INTERNETFAX DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN OPDRACHTEN VOOR BEELDVERZENDING ..5-145 VOLTOOIDE VERZEND- EN ONTVANGSTOPDRACHTEN ..5-146 SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) DE BASISPROCEDURE VOOR SCANNEN ..5-147 METADATAVERZENDING VOORBEREIDINGEN VOOR METADATAVERZENDING.
  • Pagina 590 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GAAT GEBRUIKEN TOEPASSINGEN VAN DE NETWERKSCANNER Met de netwerkscanner kunt u een afbeeldingsbestand maken op basis van de gegevens van het origineel dat is gescand door het apparaat en het bestand via een netwerk naar een pc, FTP-server of andere bestemming te verzenden.
  • Pagina 591 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Gegevensinvoermodus Gegevens die in de modus Gegevensinvoer worden ingevoerd via het aanraakscherm of automatisch worden gegenereerd door het apparaat, kunnen als een metagegevensbestand in XML-indeling worden verzonden naar een directory op een FTP-server of een toepassing op een pc. De applicatie-integratiemodule moet worden geïnstalleerd om de functie voor verzending van metadata te gebruiken.
  • Pagina 592 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT • De naam en het e-mailadres van de afzender opslaan die moeten worden gebruikt als geen afzender wordt geselecteerd: In de "Instellingen (beheerder)" selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Standaard Antwoordadresset]. •...
  • Pagina 593 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT BESTEMMINGEN OPSLAAN VOOR SCANNEN NAAR DESKTOP Als u uw computer als scanbestemming voor Scannen naar desktop in het apparaat wilt opslaan, moet de Network Scanner Tool worden geïnstalleerd. Als u een afbeelding naar uw computer wilt scannen, moet Network Scanner Tool op uw computer worden uitgevoerd. Raadpleeg het 'Sharpdesk-installatiehandboek' dat met de Network Scanner Tool is meegeleverd.
  • Pagina 594 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT DE NETWERKSCANNERMODUS De netwerkscannermodus heeft twee modi: de eenvoudige modus en de normale modus. De eenvoudige modus bevat de functies waarmee u de meeste verzendtaken eenvoudig kunt uitvoeren. Wanneer u gedetailleerde instellingen of speciale functies wilt selecteren, gebruikt u de normale modus. In de normale modus kunnen alle functies worden gebruikt.
  • Pagina 595 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT NORMALE MODUS In de normale modus kunt u alle functies voor de netwerkscanner instellen. In dit gedeelte worden de toetsen in de basisschermen uitgelegd, waarbij het basisscherm E-mail als voorbeeld wordt gebruikt. Er zijn verschillende methoden beschikbaar in de modus Beeld verzenden, inclusief Scannen naar e-mail en Scannen naar FTP.
  • Pagina 596 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT VOLGORDE VAN BEELDVERZENDING Tik in het beginscherm op het pictogram voor de gewenste modus voor het verzenden van afbeeldingen. SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-19) ► Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
  • Pagina 597 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Selecteer de gewenste functies. Geef het formaat, de belichting, de bestandsindeling en overige instellingen voor het origineel op. Verwijs zo nodig naar de volgende functies voor de instelling. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Druk in om adres in te Origineel Zoeken in alg.
  • Pagina 598 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Standaardinstellingen voor Scan Opslaan Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden]→ [Scaninstellingen] → [Standaard- Instellingen]. Standaardinstellingen kleurmodus Selecteer een standaardinstelling voor de kleurmodus voor zowel kleur als zwart/wit bij E-mailadres, Netwerkmap, FTP en Bureaublad.
  • Pagina 599 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Eenvoudige Scaninstellingen Stel de standaard kleurmodus in voor Eenvoudige Scan. Stel [Kleur] in als op de toets Starten kleur wordt getikt en [Zwart/wit] als op de toets Starten zwart-wit wordt getikt. Instellingsitems Instelling Auto Kleur Meerkleuren...
  • Pagina 600 SCANNER/INTERNETFAX►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT ORIGINEELFORMAAT VERZENDBARE ORIGINEELFORMATEN De volgende origineelformaten kunnen worden verzonden Minimaal formaat van origineel Maximaal formaat van origineel Via de automatische 131 mm (hoogte) x 140 mm (breedte) 297 mm (hoogte) x 1000 mm* (breedte) documentinvoereenheid (5-1/8"...
  • Pagina 601 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN BESTEMMINGEN INVOEREN BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK Tik in het adresboekscherm op de snelkeuzetoets van een geregistreerde bestemming om de bestemming op te halen. U kunt zo nodig meerdere bestemmingen opslaan onder een snelkeuzetoets. Wanneer u op deze toets tikt, worden alle opgeslagen bestemmingen opgehaald.
  • Pagina 602 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de toets [Adresboek]. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Origineel Druk in om adres in te Zoeken in alg. adressen Adresboek Adres Adres E-mailadres Details voeren Verzendgeschiedenis Onderwerp Globaal Scan naar Verzendgeschiedenis Adresboek Zoeknummer oproepen Bestandsnaam Door systeeminstellingen vastgezet Adres Zoeken...
  • Pagina 603 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN MIJN ADRES Mijn Adres is het eigen e-mailadres van de gebruiker en is het e-mailadres dat is geregistreerd in de gebruikerslijst. Mijn Adres kan worden gebruikt als inloggen met inlognaam/wachtwoord is ingeschakeld in gebruikersauthenticatie. Gebruik dit adres als u een gescande afbeelding naar uw eigen e-mailadres wilt verzenden. In de e-mailmodus verschijnt [Mijn adres zoeken] in het actiepaneel zodat u Mijn Adres onmiddellijk kunt vinden en gebruiken.
  • Pagina 604 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN Als er meerdere bestemmingen zijn geselecteerd, kunt u de bestemmingen weergeven en controleren. U kunt ook een bestemming uit de lijst verwijderen (selectie van bestemming annuleren). Tik op de toets [Adresoverzicht]. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Origineel...
  • Pagina 605 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER U kunt het zoeknummer gebruiken om een bestemming op te geven die in het adresboek is opgeslagen. Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-19) Tik op [Zoeknummer oproepen] in het Druk in om adres in te Zoeken in alg.
  • Pagina 606 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN • Verzenden blokkeren wanneer het faxnummer of adres manueel is ingegeven Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen]→ [Instellingen voor uitschakelen van verzending] → [Directe invoer uitschakelen]. Manuele ingave van faxnummers en adressen blokkeren Configureer de instelling voor elk van de volgende items: •...
  • Pagina 607 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN 'NAMEN EN FUNCTIES VAN AANRAAKTOETSEN (pagina 1-215)' bij 'Voordat u het apparaat gaat gebruiken' voor informatie over het invoeren van tekst. • Selecteer [Bcc] als [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Standaardinstell.] → [Bcc-Instelling] → [Bcc Inschakelen] is ingeschakeld in [Systeeminstellingen]. •...
  • Pagina 608 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de toets van de netwerkmap. Netwerkmap \\Server3 Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Netwerkmap Naam tikt u op de toets [OK]. U keert terug naar het scherm uit stap Folder1 1. Tik nogmaals op de toets [OK] om de bestemming te Bladeren Folder2 accepteren.
  • Pagina 609 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server in de instellingsmodus (webversie) is geconfigureerd, kunt u een adres opzoeken in een globaal adresboek en het bestemmingsadres ophalen voor Scannen naar e-mail of Internetfax (uitgezonderd directe SMTP-adressen). In de normale modus kunt u ook een adres toevoegen dat u in het adresboek hebt opgezocht.
  • Pagina 610 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op bij [Item] en selecteer een Voer Start Zoeken Initialen in item dat u wilt zoeken bij [Naam] of Item Doel Naam Scan naar [Adres]. HDD/USB Kleur Voer Initiaal in en druk op Enter of extern Start Start toetsenbord of [Begin Zoekopdracht] knop.
  • Pagina 611 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN Selecteer een bestemming in een verzendlogboek en verzend de gegevens opnieuw. De bestemmingen van de laatste vijftig verzendingen met Scannen naar e-mail, Internetfax (inclusief directe SMTP-adressen) en/of Faxen worden opgeslagen. Selecteer een van deze bestemmingen om opnieuw te verzenden naar die bestemming.
  • Pagina 612 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Tik op de toets van de bestemming Verwijder alle histories Verzendgeschiedenis waarnaar u opnieuw wilt verzenden. Selecteer adres om opnieuw te verzenden. Directe Invoer De laatste 50 adressen die voor verzending zijn gebruikt, Directe Invoer worden weergegeven. Directe Invoer Als een scherm wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd de gebruikersnaam en het wachtwoord in te Voorbeeld-...
  • Pagina 613 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN ENKEL DE URL VAN EEN GESCAND BESTAND NAAR EEN SCANBESTEMMING VERZENDEN Wanneer u Scannen naar E-mail gebruikt, kunnen sommige originelen en/of scaninstellingen resulteren in een groot bestand. Wanneer het bestand groot is, bestaat het risico dat de e-mailserver het bestand kan verwerpen en het niet zal worden verzonden.
  • Pagina 614 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN Enkel een URL verzenden naar de ontvanger Eenvoudige modus gebruiken Wanneer [Koppeling naar de bestemming verzenden' als standaard instellen] is ingeschakeld in de instellingen (beheerder), worden de gescande gegevens op de harde schijf van het apparaat opgeslagen, en wordt URL-informatie naar de e-mailbestemming verzonden.
  • Pagina 615 SCANNER/INTERNETFAX►BESTEMMINGEN INVOEREN • Deze functie gebruiken Configureer in "Instellingen (beheerder)" - [Systeeminstellingen] - [Instellingen Beeld Verzenden] - [Scaninstellingen] - [Voorwaarde- Instellingen] - [Instellingen voor 'Koppeling naar de bestemming verzenden']. • Om deze functie altijd in eenvoudige modus te gebruiken Configureer in "Instellingen (beheerder)" - [Systeeminstellingen] - [Instellingen Beeld Verzenden] - [Scaninstellingen] - [Voorwaarde- Instellingen] - [Instellingen voor 'Koppeling naar de bestemming verzenden'] - [Koppeling naar de bestemming verzenden' als standaard instellen].
  • Pagina 616 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN AFBEELDINGEN VERZENDEN AFBEELDINGEN VERZENDEN EEN BEELD IN SCANMODUS VERZENDEN U kunt een afbeelding verzenden in de scanmodus (Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP, Scannen naar bureaublad en Scannen naar netwerkmap). • Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, wordt een bericht getoond en stopt het scannen. •...
  • Pagina 617 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-15) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-18) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-19) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-20) ►...
  • Pagina 618 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als het origineel in de documentinvoerlade is geplaatst, klinkt er een pieptoon wanneer het scannen is voltooid en wordt het document verzonden. •...
  • Pagina 619 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN ONDERWERP, BESTANDSNAAM, ANTWOORD NAAR EN PLATTE TEKST OP HET MOMENT VAN SCANVERZENDING WIJZIGEN Wijzig onderwerp, bestandsnaam, antwoord naar en inhoud tijdens het verzenden van een scan. U kunt de tekst direct invoeren. • Bij Scannen naar FTP, Scannen naar bureaublad of Scannen naar netwerkmap wordt alleen de bestandsnaam gebruikt. •...
  • Pagina 620 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Als u de bestandsnaam wilt wijzigen, Druk in om adres in te Zoeken in alg. adressen Adresboek Adres voeren tikt u op het invoervak Verzendgeschiedenis Onderwerp Zoeknummer oproepen Bestandsnaam Door systeeminstellingen vastgezet [Bestandsnaam]. Opties Kleurmodus Verificatiestempel Auto/Mono Programma oproepen Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Resolutie Geregistreerde inst.
  • Pagina 621 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Als u de inhoud wilt wijzigen, tikt u op het invoervak [Inhoud]. Typ de tekst. Verzendgeschiedenis Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Wanneer u klaar bent met het invoeren van de Invoer inhoud instellingen, tikt u op Voorkeurselec.
  • Pagina 622 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN EEN FAX VERZENDEN IN DE INTERNETFAXMODUS Hiermee wordt een fax in de Internetfaxmodus verzonden. Deze procedure kan ook worden gebruikt voor directe verzending via Directe SMTP. • Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, wordt een bericht getoond en stopt het scannen. •...
  • Pagina 623 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-15) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-18) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-19) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-20) ►...
  • Pagina 624 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Lezen Klaar]. Er klinkt een pieptoon ten teken dat de bewerking is voltooid. Open de automatische documentinvoereenheid en verwijder het origineel. • Als er gedurende één minuut geen actie wordt ondernomen nadat het bevestigingsscherm is weergegeven, wordt het scannen automatisch beëindigd en wordt de verzending gereserveerd.
  • Pagina 625 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op een voorkeurtekst-toets. Overige Onderwerp Wissen Directe Invoer No.1 No.2 No.3 Voorbeeld- No.4 weergave No.5 Start Ontvangen Overige Geheugen faxontvangst De selectie van het onderwerp annuleren: Tik op de toets [Wissen]. Als u de tekst rechtstreeks wilt invoeren, tikt u op de toets [Directe Invoer] om het aanraaktoetsenbord te openen. Voer het onderwerp in en tik op de toets [OK] .
  • Pagina 626 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Typ de tekst. Overige Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Invoer inhoud tikt u op Voorkeurselec. Alles wissen • Als u vooraf opgestelde tekst wilt selecteren die is opgeslagen in de instellingsmodus (webversie), tikt u op de toets [Voorkeurselec.].
  • Pagina 627 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN DEZELFDE AFBEELDING NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (DISTRIBUTIEVERZENDING) Verzend dezelfde gescande afbeelding in één bewerking naar meerdere bestemmingen van scan-, internetfax- en faxmodi. Tijdens een bewerking kunt u gegevens verzenden naar maximaal 500 bestemmingen, inclusief gereserveerde verzendopdrachten. (Bijvoorbeeld als er al distributieverzendopdrachten met 450 bestemmingen zijn gereserveerd, kunt u naar maximaal 50 bestemmingen gegevens verzenden.) Verzending Originelen...
  • Pagina 628 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-131) ► GLASPLAAT (pagina 1-133) Geef alle bestemmingen op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-15) ►...
  • Pagina 629 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] (de toets [Start] in de normale modus) om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
  • Pagina 630 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Als internetfaxadressen inbegrepen zijn Als er bij de bestemmingen internetfaxadressen zijn, gelden de volgende beperkingen. Kleurmodus Vast ingesteld op zwart-wit binair. Bestandsindeling Vast ingesteld op TIFF. (bestandscompressie modus) Origineel De verzending wordt uitgevoerd naar alle adressen met dezelfde beeldbreedte als internetfax. Aanpassing Kan niet worden ingesteld.
  • Pagina 631 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN OPNIEUW VERZENDEN NAAR DISTRIBUTIEBESTEMMINGEN WAARBIJ DE VERBINDING IS MISLUKT De resultaten van een voltooide distributieverzending kunnen worden gecontroleerd in het opdrachtstatusscherm. Als een verzending naar een of meer bestemmingen mislukt, kunt u de afbeelding opnieuw verzenden naar deze bestemmingen.
  • Pagina 632 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Nadat u op de tab [Mislukt] hebt getikt, Opn.verz. naar alle adr. Details met fouten tijdens verz. tikt u op de toets [Opn.verz. naar alle Vorige Nummer: Adres Starttijd Status adr. met fouten tijdens verz.] in het aaa@aaa.□□□ 10:05 07/07 actiepaneel om de afbeelding opnieuw bbb@bbb.□□□...
  • Pagina 633 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN EEN INTERNETFAX VANAF EEN PC VERZENDEN (PC-I-FAX) Een bestand op een computer kan via het apparaat als een fax worden verzonden (PC-I-Fax-functie). Verzending van faxen via de functie PC-I-Fax verloopt op dezelfde wijze als het afdrukken van documenten. Selecteer de driver van PC-Fax als printerdriver voor de computer en selecteer vervolgens de opdracht Afdrukken in de applicatie.
  • Pagina 634 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN BEELDINSTELLINGEN AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN ORIGINEEL SCANNEN (2-ZIJDIG ORIGINEEL) Met de automatische documentinvoereenheid kunt u automatisch beide zijden van een origineel scannen. Verzending scan 2-zijdig De voor- en achterkant worden gescand. origineel De instellingen voor dubbelzijdig scannen worden gewist wanneer de verzending is voltooid. 2-zijdig scannen is niet mogelijk als het origineelformaat is ingesteld op Lang Form.
  • Pagina 635 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN SCANFORMAAT EN VERZENDFORMAAT (VERGROTEN/VERKLEINEN) Wanneer het origineel wordt geplaatst, wordt het formaat ervan automatisch gedetecteerd. In de normale modus wordt het formaat van het geplaatste origineel aangegeven als het 'Scanformaat' en het te verzenden formaat als het 'Verzendformaat'. Druk in om adres in te Zoeken in alg.
  • Pagina 636 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL IN PAPIERFORMAAT OPGEVEN Als het origineel een niet-standaardformaat heeft of het formaat niet juist wordt gedetecteerd, geeft u het formaat van het origineel handmatig op. Als [Lang Form.] is geselecteerd, kunnen de 2-zijdige scaninstelling en het verzendformaat niet worden gewijzigd. Het beeld wordt alleen in Mono2 verzonden.
  • Pagina 637 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL MET GETALSWAARDEN OPGEVEN Als u een origineel wilt scannen dat geen standaardformaat heeft, zoals een kaart of briefkaart, geeft u het formaat van het origineel na het plaatsen van het origineel met numerieke waarden op. De breedte kan 25 mm t/m 432 mm (1"...
  • Pagina 638 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN Sla de veelgebruikte niet-standaard origineelformaten op. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u niet-standaard origineelformaten opslaat, ophaalt, wijzigt en wist. • Het opgeslagen origineelformaat blijft behouden, ook als het apparaat wordt uitgeschakeld. • U kunt maximaal 12 niet-standaard origineelformaten registreren voor kopiëren, faxen en het verzenden van afbeeldingen. •...
  • Pagina 639 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op een toets ( ) om een Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Aanpassing Achtergrond extra origineelformaat op te slaan. Langzamer Scan Mode. Scanformaat Dun origineel scannen Opslaan/Verwijderen Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Select.
  • Pagina 640 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Een opgeslagen origineelformaat ophalen Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-19) Tik op de toets [Origineel]. Tik op de toets [Scanformaat] en op vervolgens op de tab [Aangepast Formaat].
  • Pagina 641 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET VERZENDFORMAAT VAN DE AFBEELDING OPGEVEN Tik op deze toets om het verzendformaat op te geven als een papierformaat. Als het opgegeven verzendformaat groter is dan het scanformaat, zal het beeld worden vergroot. Als het opgegeven verzendformaat kleiner is dan het scanformaat, zal het beeld worden verkleind.
  • Pagina 642 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Stand afbeelding] met Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Aanpassing Achtergrond dezelfde afdrukstand als het origineel. Langzamer Scan Mode. Origineel Dun origineel scannen Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Als deze instelling niet juist is, wordt er mogelijk geen Scanformaat Verzendformaat...
  • Pagina 643 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN Selecteer een belichting en afbeeldingstype op basis van het origineel voor een optimale scankwaliteit. • Als u de glasplaat gebruikt voor het scannen van meerdere origineelpagina's, moet u altijd de belichtingsinstelling wijzigen bij het wisselen van pagina's.
  • Pagina 644 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN In de scanmodus of de gegevensinvoermodus Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-19) Tik op de toets [Belichting]. Tik op de toets die is toegewezen aan het type origineel dat u wilt instellen op basis van het type origineel.
  • Pagina 645 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN DE RESOLUTIE WIJZIGEN Geef de resolutie-instelling op. De resolutie selecteren Voor originelen met normale tekst is een resolutie van 200 x 200 dpi voldoende voor een leesbare afbeelding. Voor foto's en illustraties levert een hogere resolutie (600 x 600 dpi, enzovoort) een scherpe afbeelding op. Een hoge resolutie resulteert echter in een groter bestand en als het bestand te groot is, is verzending wellicht niet mogelijk.
  • Pagina 646 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN INDELING WIJZIGEN IN DE SCAN- OF GEGEVENSINVOERMODUS Wijzig de bestandsindeling (bestandstype en compressiemodus/compressieverhouding) voor de verzending van een gescand beeld op het tijdstip van verzending. Daarnaast kunt u, als de gescande originelen zich in verschillende bestanden bevinden, het aantal pagina's per bestand wijzigen. Het bestandstype van de modus [Z/W] en het bestandstype van de modus [Kleur/ grijswaarde] zijn gekoppeld.
  • Pagina 647 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN • De bestandsindeling voor de verzending van een gescande afbeelding wordt opgegeven bij het opslaan van een bestemming onder een snelkeuzetoets. U kunt de indeling echter op het tijdstip van verzending nog wijzigen. • Als [PDF/Versleut.] is opgegeven voor het bestandsformaat, wordt het scherm voor wachtwoordinvoer weergegeven bij het scannen.
  • Pagina 648 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets voor het gewenste bestandstype. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op Als de toets [Z/W] is geselecteerd Als de toets [Kleur/ grijswaarde] is geselecteerd Best.Indeling Best.Indeling Kleur/ TIFF TIFF JPEG grijswaarde...
  • Pagina 649 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de tab [Kleur/grijstinten] of [Z/W] en selecteer de indelingsmodus voor scannen. • De indelingsinstelling voor de modus [Z/W] is de bestandsindeling met de kleurmodus ingesteld op [Mono]. • De indelingsinstelling voor de modus [Kleur/grijstinten] is de bestandsindeling met de kleurmodus ingesteld op [Meerkleuren] of [Grijstinten].
  • Pagina 650 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Als u het aantal pagina's per bestand wilt wijzigen, schakelt u het selectievakje [Opgegeven pagina's per bestand] in ( ) en gebruikt u de cijfertoetsen om het aantal pagina's per bestand op te geven. • Als het selectievakje voor [Opgegeven pagina's per bestand] is, wordt er één bestand gemaakt voor elk van het aantal pagina's rechts.
  • Pagina 651 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN INDELING WIJZIGEN IN DE INTERNETFAXMODUS Het formaat voor de internetfaxmodus wordt in de systeeminstellingen ingesteld. Internet Fax-instellingen (pagina 8-62) ► KLEURMODUS WIJZIGEN Wijzig de kleurmodus voor het scannen van originelen. In de Eenvoudige modus Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] als u het origineel gaat scannen. Als u de instellingen wilt opgeven voor de verschillende toetsen, selecteert u 'Instellingen (webversie)' - [Systeeminstellingen]→...
  • Pagina 652 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN Tik op de toets [Grijstinten] of [Mono] om de Z/W-modus voor automatische kleurselectie in te stellen. Geef op of voor het scannen van zwart-witoriginelen Mono2 of Grijstinten moet worden gebruikt. Als de bestandsindeling is ingesteld op JPEG, wordt er in grijstinten gescand. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op De Z/W-modus kan alleen worden ingesteld wanneer de toets [Auto] is geselecteerd in de kleurmodusinstelling (stap 3).
  • Pagina 653 SCANNER/INTERNETFAX►AFBEELDINGEN VERZENDEN DE SCANINSTELLINGEN AUTOMATISCH INSTELLEN (AUTO INST.) Als u de scaninstellingen voor een origineel automatisch wilt laten instellen, tikt u op de toets [Auto Inst.] in het basisscherm van de eenvoudige modus. Origineel Adres E-mailadres Details Lege pagina Origineel Resolutie Best.Indeling Overslaan...
  • Pagina 654 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ANDERE FUNCTIES SCANBEWERKINGEN OPSLAAN (PROGRAMMA) Met deze functie worden diverse instellingen gezamenlijk opgeslagen als één programma. Het opgeslagen programma kan eenvoudig worden opgeroepen. Stel dat elke maand documenten van A4-formaat (8-1/2" x 11") naar een bestand worden gescand en naar elk filiaal worden verzonden.
  • Pagina 655 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES • De in een programma opgeslagen instellingen worden vastgehouden, ook nadat het programma is gebruikt voor verzending. Dezelfde instellingen kunnen herhaaldelijk worden gebruikt voor verzending. • De volgende inhoud kan niet worden opgeslagen in programma's: • Tikken op de toets [Luid- spreker] •...
  • Pagina 656 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].
  • Pagina 657 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN COLLECTIEF SCANNEN EN VERZENDEN TWEE PAGINA'S ALS ÉÉN PAGINA VERZENDEN (N-Up) Verklein twee origineelpagina's tot gelijk formaat en verzend deze als één pagina. Deze functie is handig als u een groot aantal originelen hebt en het aantal verzonden pagina's wilt terugdringen. Voor het standaardformaat (A4 (8-1/2"...
  • Pagina 658 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de modusweergave om het beginscherm van de Internetfaxmodus te openen. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-19) Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-15) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-18) ►...
  • Pagina 659 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (ORIGINEEL MET GEMENGDE FORMATEN) Scan originelen met verschillende formaten gelijktijdig; bijvoorbeeld als originelen van het formaat B4 (8-1/2" x 14") worden gemengd met originelen van het formaat A3 (11" x 17"). Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel. Deze functie kan alleen worden gebruikt met de combinaties van origineelformaten die hieronder worden weergegeven.
  • Pagina 660 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Orig. met gemengd formaat]. Tik anders op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Orig. met gemengd formaat]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [Vorige]. Bij originelen met verschillende formaten stelt u 'Origineel' in op 'Auto'.
  • Pagina 661 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART OP ÉÉN PAGINA SCANNEN (KAART FORMAAT) Verzend de voor- en achterzijde van een kaart als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden. Verzonden afbeelding Originelen Verzending Voorkant Voorbeeld van het verzenden van een scan met het formaat A4 (8-1/2"...
  • Pagina 662 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [On] en geef het juiste Overige Aanpassing Achtergrond origineelformaat op. Kleurmodus Kaart Formaat Contrast Afbeeldingscontrast aanpassen Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, ( 25~210 ) Scherpte Afbeeldingsomtrek aanpassen tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 663 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES MEERDERE KAARTEN, BONNEN OF ANDERE KLEINE ORIGINELEN TEGELIJKERTIJD SCANNEN NAAR AFZONDERLIJKE BESTANDEN (MULTICROP) Met deze functie worden meerdere kaarten, bonnen of andere kleine originelen die op de glasplaat zijn geplaatst automatisch afgesneden en als afzonderlijke bestanden gescand. • Deze functie kan worden gebruikt met Scannen naar e-Mail, Scannen naar FTP/desktop, Scannen naar netwerkmap en Opslaan op extern geheugenapparaat.
  • Pagina 664 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de modusweergave om het beginscherm van de gewenste modus weer te geven. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-19) Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-15) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-18) ►...
  • Pagina 665 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN VISITEKAARTJE SCANNEN, DE TEKST INLEZEN, EEN BESTAND MAKEN, EN HET BESTAND VERZENDEN (VISITEKAARTJE SCANNEN) U kunt een visitekaartje scannen, de naam en het telefoonnummer uit de tekst laten halen die de OCR-functie herkend heeft, en een vCard of ander bestand maken en versturen. Verzenden vCard-bestand CSV-bestand...
  • Pagina 666 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Plaats de meerdere visitekaartjes die u wilt scannen op de glasplaat. ► GLASPLAAT (pagina 1-133) Houd daarbij rekening met de volgende punten • Er kunnen maximaal 20 visitekaartjes tegelijkertijd worden geplaatst. • Zorg voor een ruimte van minimaal 5 mm tussen de visitekaartjes. •...
  • Pagina 667 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [On] en wijzig de Overige Aantal originelen instellingen indien nodig. Scannen adreskaart Nadat u de instellingen hebt voltooid, tikt u op de toets Engels Taalinstelling en daarna op de toets [Vorige]. Best.Indeling vCard (*.vcf) Beeld ook verz.
  • Pagina 668 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Bestandsnamen De gebruiker kan elke bestandsnaam toewijzen aan een bestand. Als [Gebruik de gehele naam als bestandsnaam] is ingeschakeld, kan de naam op een gescand visitekaartje worden toegewezen als bestandsnaam. Als u geen bestandsnaam instelt, wijst het apparaat een automatisch aangemaakte bestandsnaam toe. Regels voor bestandsnamen Bestandsnamen worden als volgt toegewezen in elke instelling.
  • Pagina 669 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES MEERDERE FOTO’S TEGELIJKERTIJD NAAR INDIVIDUELE BESTANDEN SCANNEN (Afbeelding bijsnijden) Deze functie scant automatisch foto’s die zijn geplaatst op de glasplaat naar individuele bestanden. Deze functie kan worden gebruikt met Scannen naar E-mail, Scannen naar FTP/Scannen naar desktop, Scannen naar netwerkmap, en Opslaan naar Extern Geheugentoestel.
  • Pagina 670 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-15) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-18) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-19) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-20) ►...
  • Pagina 671 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VEEL ORIGINELEN TEGELIJK SCANNEN (OPDRACHT SAMENSTEL.) Met deze functie kunt u een origineel dat bestaat uit een groot aantal pagina's opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid en de pagina's via één enkele verzending verzenden. U kunt een fax ook verzenden door originelen zowel in de automatisch documentinvoereenheid als op de glasplaat te plaatsen.
  • Pagina 672 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Opdr. samenst.]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Als u gaat scannen naar e-mail, tikt u op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Opdr. samenst.]. De instelling Opdracht Samenstelling annuleren: Tik op de toets [Opdr. samenst.] om de instelling uit te schakelen. Pas de instellingen zo nodig aan.
  • Pagina 673 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN ORIGINEEL ALS AFZONDERLIJKE PAGINA'S SCANNEN EN VERZENDEN EEN ORIGINEEL ALS TWEE AFZONDERLIJKE PAGINA'S SCANNEN (DUBBELE PG SCANNEN) De linker- en rechterzijde van een origineel worden als twee afzonderlijke pagina's gescand. Deze functie is nuttig wanneer u de pagina's van een boek of een ander gebonden document opeenvolgend wilt scannen. Bij gebruik van Dubbele Pg Scannen moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst.
  • Pagina 674 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel op de glasplaat. ► GLASPLAAT (pagina 1-133) Lijn het midden van het origineel uit op de juiste formaatmarkering Formaatmarkering Middenlijn van Middenlijn van Middenlijn van B4-origineel 11" x 17"-origineel A3-origineel De pagina aan deze kant wordt als eerste gekopieerd.
  • Pagina 675 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start]. Herhaal dit totdat alle pagina's zijn gescand en tik vervolgens op de toets [Lezen Klaar]. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het verzenden is voltooid.
  • Pagina 676 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN INBINDKOPIE SPLITSEN IN PAGINA'S EN DE PAGINA'S ACHTEREENVOLGENS VERZENDEN (BOEK SPLITSEN) De geopende pagina's van een folder met zadelsteek worden vóór verzending op pagina gesplitst op basis van de werkelijke paginavolgorde. Als u deze functie gebruikt, hoeft u de te verzenden origineelpagina's niet te sorteren. Deze functie kan worden ingeschakeld als het origineelformaat is ingesteld op [Auto].
  • Pagina 677 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Selecteer de inbindzijde van het Lege pagina Overslaan Overige Lege pagina in orig. overslaan inbindkopie-origineel. Wissen Boek opsplitsen Randschaduw wissen Selecteer inbindrand origineel. Aanpassing Achtergrond Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Resolutie Verzendresolutie wijzigen tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 678 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES KLEUREN EN TINTEN AANPASSEN DE ACHTERGROND AANPASSEN DOOR LICHTE GEBIEDEN IN HET ORIGINEEL DONKERDER OF LICHTER TE MAKEN (AANPASSING ACHTERGROND) U kunt de achtergrond aanpassen door lichte gebieden in het origineel donkerder of lichter te maken. Niveau [+] [+] hiermee maakt u de achtergrond donkerder.
  • Pagina 679 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de toets [Aanpassing Achtergrond]. Tik op of gebruik de Best.Indeling Overige Bestandsindeling selecteren schuifregelaar om het opgegeven Scherpte Aanpassing Achtergrond Afbeeldingsomtrek aanpassen Pas Origineel Achtergrondintensiteit aan. Contrast bereik aan te passen. Afbeeldingscontrast aanpassen Kleurmodus Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen,...
  • Pagina 680 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING CONTRAST TOEVOEGEN AAN HET GESCANDE ORIGINEEL (CONTRAST) Er is contrast Vaag origineel toegevoegd voor een scherpere afbeelding. Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
  • Pagina 681 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets of gebruik de Scherpte Overige Afbeeldingsomtrek aanpassen schuifregelaar om het contrast aan te Resolutie Contrast Verzendresolutie wijzigen Belichting passen. Verzendbelichting opgeven Kleurmodus Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Laag Hoog tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 682 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING DE CONTOUREN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL VERBETEREN (SCHERPTE) Maak de afbeelding Origineel met vage scherper voordat u die contouren gaat verzenden. Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
  • Pagina 683 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets of schuif met de Contrast Overige Afbeeldingscontrast aanpassen schuifbalk om de scherpte aan te Resolutie Scherpte Verzendresolutie wijzigen Belichting passen. Verzendbelichting opgeven Kleurmodus Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Minder Scherp Scherper tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Pagina 684 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING CHROMATISCHE KLEUREN UIT HET GESCANDE ORIGINEEL VERWIJDEREN (UITVALKLEUR) Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-131) ►...
  • Pagina 685 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
  • Pagina 686 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ROOD/GROEN/BLAUW AANPASSEN IN KOPIEËN (RGB aanpassen) Met deze functie versterkt of verzwakt u een van de drie kleurcomponenten rood (R), groen (G) of blauw (B). R (Rood)+ G (Groen)+ B (Blauw)+ Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
  • Pagina 687 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
  • Pagina 688 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN SCANNEN SCHADUWRANDEN IN HET BEELD WISSEN (WISSEN) Wanneer u dikke originelen of boeken scant, moet u de schaduwranden wissen die kunnen worden weergegeven op de afbeelding. Een dik boek scannen De wisfunctie niet De wisfunctie gebruiken gebruiken De schaduw verschijnt hier Er zijn schaduwen Er zijn geen schaduwen...
  • Pagina 689 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-131) ► GLASPLAAT (pagina 1-133) Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. ►...
  • Pagina 690 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de breedte van de wisstrook op. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige]. • Tik op de getalsweergave die het gebied van de kantlijnverschuiving op de voorzijde of achterzijde aangeeft en voer het gebied in met de cijfertoetsen.
  • Pagina 691 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN DUN ORIGINEEL SCANNEN (LANGZAME SCANMODUS) Gebruik deze functie wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Bij selectie van de langzame scanmodus is 2-zijdig scannen niet mogelijk. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid.
  • Pagina 692 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de Overige Zoeken in alg. adressen toets [Langz. scanm.]. Origineel Adresoverzicht Opdr. samenst. Langz. scanm. gem. form. Aantal Verzendgeschiedenis Wissen Dubbelz. scan originelen Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Boek Zoeknummer oproepen Kaart Formaat Multi-verkleinen...
  • Pagina 693 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES LEGE PAGINA'S UIT EEN VERZENDING WEGLATEN (LEGE PAGINA OVERSLAAN) Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden deze met deze functie overgeslagen, zodat alleen gevulde pagina's worden verzonden. Het apparaat detecteert lege pagina's, zodat u nutteloze blanco vellen kunt overslaan zonder een origineel te controleren.
  • Pagina 694 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Overige] en op de toets [Lege pagina Overslaan]. Tik op de toets [Lege pagina Dubbelz. scan Overige Opsplitsen in 2 pagina's overslaan] of [Lege pag./rugschaduw Origineel Lege pagina Overslaan Wissen overslaan]. Randschaduw wissen Kleurmodus Belichting Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Verzendbelichting opgeven...
  • Pagina 695 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES HET AANTAL VELLEN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL CONTROLEREN EN DAN VERZENDEN (AANTAL ORIGINELEN) Tel vóór verzending het aantal vellen van het gescande origineel en geef dit aantal weer. Door het aantal gescande origineelvellen te controleren, kunt u vergissingen bij het verzenden voorkomen. •...
  • Pagina 696 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen is voltooid. Tik op de toets [Voorbeeld- weergave] om het voorbeeld van een afbeelding te controleren voordat u een fax verstuurt. 'HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN (pagina 5-67)' voor meer informatie.
  • Pagina 697 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES GESCANDE ORIGINELEN STEMPELEN (VERIFICATIESTEMPEL) Met deze functie wordt elk origineel dat via de automatische documentinvoereenheid is gescand, gestempeld, zodat u kunt verifiëren dat alle originelen correct zijn gescand. De positie van de stempel Er wordt een fluorescerend roze 'O'-markering gestempeld.
  • Pagina 698 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. Tik op de toets [Voorbeeld- weergave] om het voorbeeld van een afbeelding te controleren voordat u een fax verstuurt. 'HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN (pagina 5-67)' voor meer informatie.
  • Pagina 699 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES SPECIFIEKE FUNCTIES AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (Eigen I-Faxadr. Verz.) Uw afzendergegevens (datum, tijd, naam afzender, adres afzender, aantal pagina's) worden automatisch toegevoegd boven aan het bestand dat u verzendt. Deze functie kan niet worden gebruikt in de scanmodus of gegevensinvoermodus. Voorbeeld van de afgedrukte afzenderinformatie (1) Datum, tijd: datum en tijdstip van verzending (2) Naam afzender: de in het apparaat geprogrammeerde naam van de afzender...
  • Pagina 700 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES DE AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT WIJZIGEN (TRANSMISSIERAPPORT) Er wordt automatisch een rapport afgedrukt om u te waarschuwen wanneer een Internetfaxtransmissie mislukt of een distributieverzending wordt uitgevoerd. Het transactierapport bevat een beschrijving van de verzending (datum, starttijd, naam van bestemming, vereiste tijd, aantal pagina's, resultaat, enzovoort).
  • Pagina 701 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets van de Overige afdrukinstellingen. Transmissierapport Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, Niet afdrukken tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige]. Afdrukken bij fouten Altijd Afdrukken Voorbeeld- weergave Beeld Van Origineel Afdrukken Start Vorige Ontvangen...
  • Pagina 702 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN VERZENDING OP EEN OPGEGEVEN TIJDSTIP STARTEN (TIMER-VERZENDING) Geef een tijdstip op waarop automatisch moet worden begonnen met de verzending of distributieverzending. Verzending begint automatisch op de opgegeven tijd. Deze functie is nuttig wanneer u gereserveerde verzendingen, distributieverzendingen of andere verzendingen wilt uitvoeren tijdens uw afwezigheid, 's avond of op andere tijden waarop de telefoontarieven laag zijn.
  • Pagina 703 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Geef de bestemming op. ► EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK (pagina 5-15) ► EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN (pagina 5-18) ► EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-19) ► EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN (pagina 5-20) ►...
  • Pagina 704 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er wordt een pieptoon afgegeven om aan te geven dat het scannen is beëindigd; het apparaat gaat stand-by voor verzending.
  • Pagina 705 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN HANDTEKENING TOEVOEGEN ALS U EEN SCAN GAAT VERZENDEN (ELEKTRONISCHE HANDTEKENING) U kunt een handtekening toevoegen als u een scan gaat verzenden. Aan de hand van de elektronische handtekening kan de ontvanger de afzendergegevens controleren. Deze functie is beschikbaar voor Scannen naar E-mail. Een elektronische handtekening aan een scan toevoegen •...
  • Pagina 706 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
  • Pagina 707 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES DE TE VERZENDEN GEGEVENS VERSLEUTELEN (VERSLEUTELING) Om beveiligingsredenen kunt u de te verzenden gegevens versleutelen. Deze functie is beschikbaar voor Scannen naar E-mail. De te verzenden gegevens versleutelen • Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] → [Beveiligings- instellingen] → [S/MIME-instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen]. •...
  • Pagina 708 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. •...
  • Pagina 709 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES EEN GESCAND DOCUMENT VIA GMAIL OF EXCHANGE VERZENDEN U kunt vanaf de machine e-mail verzenden met Gmail of Exchange. Een gescand document via Gmail of Exchange verzenden KOPPELINGSFUNCTIE VOOR GMAIL Gmail Connector is een functie waarmee u gescande document via de Gmail-server met een Google-account per e-mail kunt verzenden.
  • Pagina 710 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Tik in het actiescherm op [Verlaat Home Edit Mode]. U verlaat de modus Beginscherm bewerken en keert terug naar het beginscherm. Zie "Handleiding aanpassing gebruikersinterface" voor het bewerken van het beginscherm. Een gescand document via de koppelingsfunctie voor Gmail verzenden Hieronder wordt uitgelegd hoe u een document op de machine scant en het gescande beeld via Gmail verzendt.
  • Pagina 711 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES KOPPELINGSFUNCTIE VOOR EXCHANGE Met de koppelingsfunctie voor Exchange kunt u gescande documenten per e-mail verzenden via een Exchange-server en Exchange Online van Microsoft Corporation. U kunt een verbinding maken met "Microsoft Exchange Server 2010/2013" of "Exchange Online (Cloud Service)' Voordat u de koppelingsfunctie voor Exchange gebruikt In dit gedeelte worden de instellingen uitgelegd die moeten worden geconfigureerd voordat u de koppelingsfunctie voor Exchange kunt gebruiken.
  • Pagina 712 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Een gescand document via Exchange verzenden Hieronder worden de stappen uitgelegd hoe u een document op de machine scant en het gescande beeld via Exchange verzendt. Tik in het beginscherm op de toets [Exchange (E-mail)]. Het aanmeldscherm voor Exchange wordt weergegeven. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in voor verbinding met de Exchange-server of Exchange Online.
  • Pagina 713 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES INSTELLINGENSCHERM In dit gedeelte wordt het instellingenscherm van de koppelingsfunctie voor Gmail en voor Exchange uitgelegd. Op dit scherm kunt u de instellingen voor de ontvanger, het e-mailonderwerp, een bericht en de naam van het bijgevoegde bestand invoeren. U kunt ook de account voor aanmelden wijzigen en geavanceerde scaninstellingen selecteren.
  • Pagina 714 SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES Scaninstellingen Tik op de toets [Details] om de geavanceerde scaninstellingen te selecteren. Detailscherm De onderstaande scaninstellingen kunnen geselecteerd worden. Op de aangegeven pagina's kunt u details en beperkingen over elke instelling vinden. Raadpleeg deze pagina's indien nodig. Instelling Beschrijving Pagina Kleurmodus...
  • Pagina 715 • In sommige netwerkomgevingen kan de machine de verbindingsfuncties voor Gmail of Exchange mogelijk niet gebruiken, of verloopt het verzenden langzaam of stopt het verzenden voordat de taak voltooid is. • Sharp Corporation geeft geen enkele garantie voor de continuïteit of stabiliteit van de verbindingsfuncties voor Gmail of Exchange.
  • Pagina 716 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST HET ACTIVITEITENLOGBOEK VAN INTERNETFAXEN CONTROLEREN ACTIVITEITENRAPPORTEN BEELD VERZENDEN AFDRUKKEN Druk een logboek van recente beeldverzendactiviteiten (datum, naam van bestemming, benodigde tijd, resultaat en andere items) af. Het rapport over beeldverzendactiviteiten bevat nuttige informatie voor het oplossen van problemen, bijvoorbeeld over de typen fouten die zich hebben voorgedaan.
  • Pagina 717 Er heeft zich een ongewone situatie voorgedaan als leveringsbevestiging is ingesteld. * Als het ontvangende apparaat een apparaat van SHARP is, retourneert het ontvangende apparaat 'dispatched' als de fax is ontvangen of 'processed' als de ontvangst is mislukt. Als de leveringsbevestiging is ingesteld voor internetfax, verschijnt de dispositieveldwaarde op de leveringsbevestiging op de teruggezonden e-mail.
  • Pagina 718 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST INTERNETFAXEN ONTVANGEN AUTOMATISCH INTERNETFAXEN ONTVANGEN De functie Internetfax maakt regelmatig contact met de mailserver (POP3-server) en controleert of er internetfaxen zijn ontvangen. Als er faxberichten zijn ontvangen, worden de faxen automatisch opgehaald en afgedrukt. Standaard wordt elke vijf minuten gecontroleerd of er faxberichten zijn ontvangen. •...
  • Pagina 719 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS AFDRUKKEN EEN FAX AFDRUKKEN DIE MET EEN PIN CODE IS BEVEILIGD (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) Schakel deze instelling in als u faxen in het geheugen wilt ontvangen en opslaan zonder deze af te drukken. Als u de faxen wilt afdrukken, moet de PIN Code worden ingevoerd.
  • Pagina 720 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS OP EEN OPGEGEVEN TIJDSTIP AFDRUKKEN Druk ontvangen gegevens op een opgegeven tijdstip af. Om zorgeloos te kunnen afdrukken, kunt u beter vermijden grote aantallen pagina's af te drukken tijdens piekuren en als u er niet dringend een afdruk van nodig hebt. •...
  • Pagina 721 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST HET BEELD VÓÓR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Controleer het beeld van ontvangen gegevens op het aanraakscherm voordat u deze afdrukt. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld 'Instellingen (beheerder).
  • Pagina 722 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Tik op de afbeelding die u wilt Selecteer afbeelding om te bedienen. Terug naar lijst met ontvangen gegevens afdrukken en op [Afdrukken] in het Afdrukken Doorsturen naar ander adres actiepaneel. Wissen Het apparaat begint met het afdrukken van de afbeelding. Bestand •...
  • Pagina 723 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN ONTVANGEN INTERNETFAXEN DOORSTUREN (DOORSTUREN FAXDATA) Wanneer het apparaat niet kan afdrukken omdat er geen papier of toner meer aanwezig is, worden ontvangen internetfaxen doorgestuurd naar een ander, vooraf geregistreerd internetfaxadres (inclusief directe SMTP). • Doorsturen is niet mogelijk wanneer geen faxen zijn ontvangen of geen faxnummer voor doorsturen is geprogrammeerd. •...
  • Pagina 724 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN NAAR VASTE BESTEMMINGEN (INSTELLINGEN INKOMENDE ROUTING) Ontvangen internetfaxen worden automatisch doorgestuurd naar het faxnummer van een bestemming, een internetfaxadres, een e-mailadres, het adres van een bestandsserver, een bureaubladadres of het adres van een netwerkmap. Ontvangen gegevens kunnen naar de opgegeven bestemmingen worden doorgestuurd zonder te worden afgedrukt.
  • Pagina 725 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Klik in de 'Instellingen (webversie)' op [Registratie Verzendadres] in het menu [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)]. Voer het adres of faxnummer van de afzender in bij 'Internet Faxadres' of 'Faxnummer' en klik op de knop [Toevoegen aan lijst]. Het ingevoerde verzendadres of -nummer wordt aan de lijst 'In te voeren adres' toegevoegd.
  • Pagina 726 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Selecteer de doorstuurvoorwaarden. • Als u de ontvangen gegevens altijd wilt doorsturen, selecteert u [Altijd doorsturen]. • Als u een dag en tijd wilt opgeven voor het doorsturen van ontvangen gegevens, selecteert u [Verstuur ontvangen gegevens enkel op gespecificeerde dagen.] en schakelt u het selectievakje van de gewenste dag van de week in.
  • Pagina 727 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Selecteer [Altijd doorsturen] of [Verstuur ontvangen gegevens enkel op gespecificeerde dagen.] in de doorstuurtabel. De instellingen voor de doorstuurrechten die hier worden weergegeven, zijn gekoppeld aan de doorstuurvoorwaarden die zijn ingesteld bij stap 9. Als u andere voorwaarden met betrekking tot doorsturen wilt gebruiken dan u in stap 9 hebt ingesteld, moet u de doorstuurrechten instellen.
  • Pagina 728 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST Ontvangen faxen opslaan op de harde schijf In de 'Instellingen (beheerder)' klikt u op [Systeeminstellingen] → [Netwerk- instellingen] → [Openbare map/ NAS- instelling]. (Beheerdersrechten zijn vereist.) Selecteer [Toegestaan] bij 'faxreceive:Gebruik van opslag' en klik op de toets [Indienen].
  • Pagina 729 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS HANDMATIG DOORSTUREN Ontvangen faxen kunnen na ontvangst handmatig worden doorgestuurd. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld* bij 'Instellingen (beheerder).
  • Pagina 730 SCANNER/INTERNETFAX►FUNCTIES VOOR INTERNETFAX-ONTVANGST ONTVANGEN GEGEVENS OPSLAAN Sla ontvangen faxen op in de map voor documentarchivering. Deze functie is beschikbaar als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Voorbeeldinstelling] → [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] is ingeschakeld* bij 'Instellingen (beheerder). * De fabrieksinstelling is uitgeschakeld.
  • Pagina 731 SCANNER/INTERNETFAX►DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN OPDRACHTEN VOOR BEELDVERZENDING Wanneer u op de opdrachtstatusweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. U kunt de status van een scanneropdracht controleren door op de tab [Scannen] te tikken. U kunt de status van een internetfaxopdracht controleren door op de tab [Internetfax] te tikken.
  • Pagina 732 SCANNER/INTERNETFAX►DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN VOLTOOIDE VERZEND- EN ONTVANGSTOPDRACHTEN Een normale verzendingsopdracht wordt naar de opdrachtenlijst verplaatst wanneer verzending is voltooid. In het statusveld wordt dan 'Verzenden OK' weergegeven. Internetfaxopdrachten, zoals ontvangst, timerverzending, herhalingen en doorsturen, worden echter als volgt in het opdrachtstatusscherm weergegeven: Ontvangstopdracht Terwijl er een internetfax wordt ontvangen, wordt 'Ontvangen' in het statusveld van de opdrachtwachtrij weergegeven.
  • Pagina 733 SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) DE BASISPROCEDURE VOOR SCANNEN Installeer het scannerstuurprogramma op de computer en gebruik een TWAIN-compatibele toepassing* om de computer te gebruiken om te scannen. Scannen vanaf de computer is het handigst voor het scannen van originelen die uit één blad bestaan, zoals een foto, omdat u dan meteen de scaninstellingen kunt aanpassen.
  • Pagina 734 Start de TWAIN-compatibele toepassing op de computer en selecteer [Scanner selecteren] in het menu [Bestand]. Selecteer het scannerstuurprogramma van het apparaat. (1) Selecteer [SHARP MFP TWAIN K]. (2) Klik op de knop [Selecteren]. Selecteer [Afbeelding ophalen] in het menu [Bestand].
  • Pagina 735 SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) Bekijk de afbeelding. (1) Selecteer de locatie van het origineel. Het menu 'Bron voor scannen': • Als het origineel uit één vel bestaat en in de documentinvoerlade is geplaatst, selecteert u [SPF(Simplex)]. • Als het origineel dubbelzijdig is en in de documentinvoerlade is geplaatst, selecteert u [SPF(Duplexeenh.
  • Pagina 736 SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) De scaninstellingen selecteren terwijl u de afbeelding bekijkt. De knop [Draaien]: Telkens als u op deze knop klikt, wordt het origineel 90 graden gedraaid. Zo kunt u de afdrukstand van de afbeelding wijzigen zonder de afbeelding op te pakken. Het afbeeldingsbestand wordt gemaakt op basis van de afdrukstand die in het voorbeeldvenster wordt weergegeven.
  • Pagina 737 SCANNER/INTERNETFAX►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) [Op het apparaat] Tik op de toets [Verlaten]. 10:15 Deze machine staat in de PC-scanmodus. Verwijder het origineel niet. IP-adres scanner:0.0.0.0 Pc-scan Verlaten Toner hoeveelheid Bk Bedienings- Vergrote Instellingen Totaal Aantal Helderheids- Taakbeheer handleiding weergavemodus instelling Tik op de toets [Ja].
  • Pagina 738 SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING METADATAVERZENDING VOORBEREIDINGEN VOOR METADATAVERZENDING METADATAVERZENDING (GEGEVENSINVOER) Wanneer de applicatie-integratiemodulekit is geïnstalleerd, worden metadata (gegevens die de kenmerken aangeven van het afbeeldingbestand en aangeven hoe het bewerkt moet worden) gegenereerd op basis van vooraf opgeslagen informatie. Deze metadata worden apart verzonden van een afbeeldingsbestand dat wordt gegenereerd voor het verzenden van een gescande afbeelding.
  • Pagina 739 SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING VEREISTE INSTELLINGEN IN DE INSTELLINGSMODUS (WEBVERSIE) Als u de instellingen voor metadata wilt configureren, selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Setup Metadata] → [Inserimento Metadati] bij 'Instellingen (beheerder)'. (Beheerdersrechten zijn vereist.) Schakel de verzending van metadata in. Metadatasets opslaan Sla de items (metadataset) op die moeten worden geschreven naar het tijdens het scannen gegenereerde XML-bestand.
  • Pagina 740 SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING METADATA VERZENDEN METADATA VERZENDEN Selecteer een metadataset, voer elk item in en voer een metadataverzending uit. U kunt metadata verzenden met de functie voor documentarchivering. Het tabblad [Data-Invoer] wordt weergegeven in het scherm met verzendinstellingen van de functie voor documentarchivering om metadataverzending mogelijk te maken. Daarnaast kunnen metadataverzendingen met de functie voor documentarchivering worden uitgevoerd in [Inserimento Metadati] in de instellingsmodus (webversie).
  • Pagina 741 SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING METADATAVELDEN De volgende drie soorten metadata worden ingesloten in het verzonden XML-bestand. • Automatisch door het apparaat gegenereerde gegevens Deze gegevens worden altijd ingesloten in het XML-bestand en worden automatisch opgeslagen op uw pc. • Vooraf gedefinieerde velden Deze velden worden automatisch herkend door het apparaat en toegewezen aan de juiste XML-tags. Deze velden kunnen worden geselecteerd en kunnen alleen worden ingesloten in het XML-bestand als ze zijn ingeschakeld in de instellingsmodus (webversie).
  • Pagina 742 SCANNER/INTERNETFAX►METADATAVERZENDING Setup Metadata Als de applicatie-integratiekit is geïnstalleerd, kunt u de metadata beheren die in andere applicaties moeten worden gebruikt. De opgeslagen metadata worden op de pagina met metadata weergegeven. U kunt metadata toevoegen, bewerken of verwijderen. • De toets [Toevoegen] Hiermee voegt u een nieuwe metadata-set toe.
  • Pagina 743 Pictogrammen DOCUMENTARCHI- De functies die u kunt VERING gebruiken met Eenvoudige Scan BESTANDEN SAMENVOEGEN ....6-35 DOCUMENTARCHIVERING BESTANDEN IN HET DOCUMENTARCHIVERING ....OPDRACHTSTATUSSCHERM OPHALEN EN GEBRUIKEN .
  • Pagina 744 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING Met deze functie worden het origineel dat op het apparaat is gescand, de verzonden faxafbeelding of afdrukgegevens van een computer opgeslagen op de harde schijf van het apparaat of een extern geheugenapparaat. De opgeslagen bestanden kunnen desgewenst worden afgedrukt of verzonden. U kunt de opgeslagen bestanden ook bewerken, bijvoorbeeld combineren.
  • Pagina 745 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING Toepassingen van documentarchivering Met de functie voor documentarchivering kunt u desgewenst conferentiemateriaal met dezelfde instellingen afdrukken of grootboekbladen voor routinetaken afdrukken. Conferentiemateriaal met dezelfde instellingen Grootboekbladen afdrukken afdrukken U hoeft geen Scannen is niet Alleen afdrukken Dagelijks rapport Alleen afdrukken instellingen op te noodzakelijk.
  • Pagina 746 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING Snelmap Documenten die zijn gescand met [Snelbestand] op het actiepaneel worden in deze map opgeslagen. Aan elke opdracht worden automatisch een gebruikersnaam en bestandsnaam toegewezen. Hoofdmap Gescande documenten worden opgeslagen in deze map. Wanneer u een opdracht opslaat in de hoofdmap, kunt u een eerder opgeslagen gebruikersnaam opgeven en een bestandsnaam toewijzen. U kunt desgewenst ook een wachtwoord (5 tot 32 tekens) opgeven als u een bestand opslaat ('Vertrouwelijk').
  • Pagina 747 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING Het aantal pagina's en bestanden dat bij benadering kan worden opgeslagen Gecombineerd totaalaantal pagina's en bestanden dat in aangepaste mappen en de hoofdmap kan worden opgeslagen Voorbeelden van soorten originelen Aantal pagina's* Aantal bestanden Meerkleuren-origin Max. 5700 (Bijvoorbeeld een tekst met een foto) Formaat: A4 Max.
  • Pagina 748 Wijzigen'. Sla geen gevoelige documenten op of documenten die niet door anderen mogen worden gebruikt. • Behoudens voor zover wettelijk verplicht aanvaardt SHARP Corporation geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het openbaar worden van gevoelige informatie als gevolg van manipulatie door een derde partij van gegevens die zijn opgeslagen met behulp van de functie Snelbestand of de functie Bestand, of van onjuiste toepassing van de functie Snelbestand of de functie Bestand door de gebruiker die de gegevens opslaat.
  • Pagina 749 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING GEBRUIKEN IN DE DIVERSE MODI Als u documentarchivering wilt gebruiken, selecteert in elke modus u het actiescherm. Als u bij met maken van een kopie of het verzenden van een fax de gegevens wilt opslaan, tikt u in het actiepaneel van elke modus op [Bestand] of [Snelbestand].
  • Pagina 750 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING BASISSCHERM VAN DE MODUS DOCUMENTARCHIVERING Wordt gebruikt om een bestand tijdelijk op te slaan. Wordt gebruikt om een bestand in een map te zoeken. Word gebruikt om Mapselectie Mijn map Scannen naar schijf De functies die beschikbaar originelen op te slaan die Scannen naar Hoofdmap Snelmap...
  • Pagina 751 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING ARCHIVEREN TERWIJL U EEN ANDERE MODUS GEBRUIKT SNELBESTAND Met deze functie kunt u een origineel in de kopieer- of beeldverzendmodus als afbeeldingsbestand opslaan in de snelmap van het apparaat. Het afbeeldingsbestand dat in de modus Snelbestand is opgeslagen, kan op een later tijdstip worden opgehaald, zodat u het document in de verzendmodus kunt kopiëren of verzenden zonder dat u het origineel hoeft te zoeken.
  • Pagina 752 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Start het maken van de kopie of het verzenden van het beeld. Wanneer de functie wordt uitgevoerd, worden de afbeeldingsgegevens van het origineel opgeslagen in de snelmap. Om te voorkomen dat het bestand onbedoeld wordt opgeslagen, wordt het bericht 'De gescande gegevens worden opgeslagen in de snelbestandmap' zes seconden weergegeven (standaardinstelling) nadat u op de toets [Start].
  • Pagina 753 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Activeer de Normale modus en tik in het actiepaneel op [Bestand] om de bestandsinformatie op te geven. Zie'BESTANDSINFORMATIE (pagina 6-12)' voor het selecteren van de gebruikersnaam, bestandsnaam, map en eigenschappen Opslaan op de harde schijf: ► De eigenschap wijzigen (pagina 6-12) ►...
  • Pagina 754 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING BESTANDSINFORMATIE De procedure voor uitgebreide instellingen wordt hieronder beschreven. Wanneer u een eigenschap, gebruikersnaam, bestandsnaam en map opgeeft, kan een bestand eenvoudiger worden beheerd en gevonden. Als u [Vertrouwelijk] selecteert voor Eigenschap en een wachtwoord instelt, kunnen anderen het bestand bovendien niet zonder uw toestemming bekijken.
  • Pagina 755 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Een gebruikersnaam opgeven Tik op het tekstvak [Gebruikersnaam]. Als gebruikersauthenticatie wordt gebruikt, wordt automatisch de gebruikersnaam geselecteerd die is gebruikt voor aanmelden. In dat geval kunt u deze stap overslaan. U moet de gebruikersnaam eerst opslaan door in de 'Instellingen (beheerder)' [Gebruikers -bediening] → [Gebruikers- Lijst] te selecteren.
  • Pagina 756 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING PDF-bestand maken voor bladeren op de pc Tik op het selectievakje [PDF maken voor surfen op pc] om een openbaar PDF-bestand voor surfen op de pc te maken wanneer het bestand wordt opgeslagen. Standaardinstelling van PDF-indeling voor surfen op pc U kunt de aanvankelijke bestandsindeling opgeven voor het openbare PDF-bestand of het downloadbestand dat tijdens de uitvoering van elke opdracht wordt gemaakt.
  • Pagina 757 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING ALLEEN DE DOCUMENTGEGEVENS OPSLAAN (SCANNEN NAAR SCHIJF) OPSLAAN OP HARDE SCHIJF Opslaan vanuit Eenvoudige Scan Tik op de toets [Eenvoudige Scan] in 10:15 het beginscherm. CLOUD PORTAL Eenvoudige Eenvoudige Eenvoudige Kopie Scan Toner Bedienings- Vergrote Instellingen Totaal Aantal Helderheids- Taakbeheer...
  • Pagina 758 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het scannen te starten. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en het opslaan van de bestanden is voltooid. Opslaan vanuit Documentarchivering Tik op de toets [Best.
  • Pagina 759 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING STANDAARDINSTELLINGEN VOOR SCAN OPSLAAN Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Document- archivering] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Stand afbeelding], [Standaardinstellingen kleurmodus], [Standaard Belichtingsinstellingen], [Standaard origineelafbeeldingstype], [Instelling Oorspronkelijke Resolutie], [Geluid Bij Voltooide Scan], [Standaard Uitvoerlade], [Standaardbreedte Van Wisstrook Instellen] [Kaart Formaat-Instellingen]. Stand afbeelding Hiermee wordt de afdrukstand van het beeld gewijzigd.
  • Pagina 760 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING OPSLAAN OP EXTERN GEHEUGENAPPARAAT Blokkeer opslaan op een extern geheugenapparaat Selecteer in “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen]→ [Instel. voor deactiveren van verzending] → [Opslag op extern geheugenapparaat uitschakelen]. Hiermee schakelt u opslaan op een extern geheugenapparaat uit.
  • Pagina 761 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Opslaan vanuit Documentarchivering Tik op de toets [Best. ophalen van schijf] in het beginscherm. Tik op [Scannen naar extern geheugenapparaat] in het actiescherm. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ►...
  • Pagina 762 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Scannen naar een USB-stick Plaats de USB-stick in het apparaat. Tik op [Scannen naar extern 10:15 Het externe geheugenapparaat (USB) is aangesloten. geheugenapparaat] als er een scherm Afdrukken van extern verschijnt waarin u de actie moet geheugenapparaat (USB) Scannen naar extern geheugenapparaat...
  • Pagina 763 DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Lees het bericht [Gegevens verzenden voltooid.] en verwijder de USB-stick uit het apparaat. 6-21...
  • Pagina 764 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN EEN OPGESLAGEN BESTAND De schermen en procedures kunnen variëren, afhankelijk van of gebruikersauthenticatie is ingeschakeld. De procedure voor het gebruik van een opgeslagen bestand afhankelijk van de situatie wordt uitgelegd. 'GEBRUIKERSAUTHENTICATIE (pagina 1-43)' voor informatie over de procedures voor gebruikersauthenticatie.
  • Pagina 765 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Beschikbare Taak Voor De Taakinstellingen U kunt het gebruik van een opgeslagen bestand toestaan of niet toestaan door het type handeling en de modus waarin het bestand is opgeslagen te selecteren. De weergegeven items hangen af van de functies die op het apparaat zijn geïnstalleerd. Item Instellingen Kopieren...
  • Pagina 766 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDSSELECTIESCHERM Het bestandsselectiescherm kan worden weergegeven in de indeling 'Lijst' of 'Miniatuur' (als u de bestanden als miniaturen wilt weergeven). Modus voor lijstweergave Schakelen tussen de Geef aan welke bestanden voor elk type lijstweergave en de opdracht moeten worden weergegeven. miniatuurweergave.
  • Pagina 767 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN EEN BESTAND SELECTEREN OM OP TE HALEN Tik op de toets [Best. ophalen van schijf]. Als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld en 'Mijn map" is geconfigureerd door [Gebruikers -bediening] te selecteren bij 'Instellingen (beheerder)' → [Gebruikers- Lijst], wordt de aangepaste map die als 'Mijn map' is ingesteld geopend. Tik op de toets van de map met het Mapselectie Scannen naar schijf...
  • Pagina 768 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Snel afdrukken Hiermee drukt u een bestand af met de instellingen waarmee het is opgeslagen. Selecteer een bestand en tik op de toets [Nu afdrukken]. Als u de gegevens na het afdrukken wilt verwijderen, schakelt u het selectievakje [Gegevens afdrk. En verwijderen] in Afdrukinstelling Hoofdmap Alle Bestanden...
  • Pagina 769 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN MEERDERE BESTANDEN AFDRUKKEN MEERDERE BESTANDEN AFDRUKKEN Selecteer de toetsen van de bestanden die u wilt afdrukken. • Vertrouwelijke bestanden kunnen niet tegelijkertijd met andere bestanden worden afgedrukt. • Een bestand in de momenteel geselecteerde map kan niet tegelijkertijd worden geselecteerd met een bestand uit een andere map.
  • Pagina 770 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN AFDRUKKEN IN BATCHES Batch-afdrukinstellingen Selecteer in “Instellingen (beheerder)”, [Systeeminstellingen] → [Instellingen Document- archivering]→ [Voorwaarde- Instellingen] → [Batch-afdrukinstellingen]. Selecteer of de toets [Alle gebruikers] en de toets [Gebr. Onbekend] verboden zijn in het scherm voor de selectie van de gebruikersnaam wanneer alle bestanden worden afgedrukt, of de bestanden op datum volgens nieuwste of oudste worden gesorteerd en of de bestandsnamen in oplopende of aflopende volgorde worden gesorteerd.
  • Pagina 771 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Tik op de toets [Start] om het afdrukken te starten. Als er geen bestanden zijn die overeenkomen met de zoekvoorwaarden, keert u terug naar het scherm met de bestandslijst. Als u in het actiepaneel op de toets [Gegevens verwijderen] tikt, worden alle bestanden verwijderd die voldoen aan de huidige zoekvoorwaarden.
  • Pagina 772 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN VERPLAATSEN Hiermee wijzigt u de opslaglocatie voor het bestand. (Het bestand wordt verplaatst naar een andere map.) Bestanden met de eigenschap 'Beveiligen' kunnen niet worden verplaatst. Als u een beveiligd bestand wilt verplaatsen, moet u de eigenschap wijzigen in 'Delen' of 'Vertrouwelijk'. Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand hebt geselecteerd.
  • Pagina 773 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Tik op de toets [Verplaatsen]. 6-31...
  • Pagina 774 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN VERWIJDEREN Opgeslagen bestanden die niet meer nodig zijn, kunnen worden verwijderd. Bestanden met de eigenschap 'Beveiligen' kunnen niet worden verwijderd. Als u een beveiligd bestand wilt verplaatsen, moet u de eigenschap wijzigen in 'Delen' of 'Vertrouwelijk'. Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand hebt geselecteerd.
  • Pagina 775 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Automatisch verwijderen van bestanden Door de mappen en de tijd op te geven, kunt u instellen dat gegevens voor documentarchivering in opgegeven mappen automatisch worden verwijderd. Als u de bestanden op het apparaat regelmatig verwijdert, voorkomt u dat gevoelige informatie openbaar kan worden gemaakt en wordt er ruimte vrijgemaakt op de harde schijf.
  • Pagina 776 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN AFBEELDINGSBESTANDEN CONTROLEREN Terug naar HDD_02022018_112030 Gebr. Onbekend Automatische kleur bestandskeuzescherm De bestandsinformatie. De voorbeeldafbeeldingen Het paginanummer. van de bestanden. Het totaal aantal pagina's. Het voorbeeldscherm Het voorbeeldscherm in vergroten of verkleinen. stappen van 90 graden draaien. • Afhankelijk van het formaat van de afbeelding, kan een deel van de afbeelding worden afgesneden in het scherm voor beeldcontrole op het aanraakscherm.
  • Pagina 777 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN SAMENVOEGEN U kunt bestanden combineren die zijn opgeslagen met Document archiveren. • Als u slechts één bestand selecteert, wordt de toets [Bestand combineren] niet weergegeven. • De bestandsnaam is een combinatie van de eerste bestandsnaam, een tilde en 'Serienr.'. U kunt de bestandsnaam later desgewenst wijzigen.
  • Pagina 778 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN IN HET OPDRACHTSTATUSSCHERM OPHALEN EN GEBRUIKEN Bestanden die zijn opgeslagen met de functie Bestand of Snelbestand worden als toetsen weergegeven in het opdrachtstatusscherm Voltooid. Dit is handig wanneer u snel de opgeslagen gegevens van een kopieeropdracht wilt afdrukken of snel een opgeslagen fax naar een andere bestemming wilt verzenden.
  • Pagina 779 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN ZOEKEN EN OPHALEN Als een groot aantal bestanden is opgeslagen, kan het vinden van een bestand veel tijd in beslag nemen. Met de zoekfunctie van de modus voor documentarchivering kunt u een bestand snel vinden. U kunt ook zoeken als u slechts een deel van de bestands- of mapnaam kent. Een map kan ook worden opgegeven als een zoekbereik.
  • Pagina 780 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Selecteer de zoekvoorwaarden. Selecteer afdrukbestand Hoofdmap Alle Bestanden van FTP Selecteer afdrukbestand Tik op elk tekstvak en stel de zoekvoorwaarde in. Zoeken uit USB-geheugen Selecteer afdrukbestand Als u naar de huidige map wilt zoeken, stelt u het uit netwerkmap Gebruikersnaam selectievakje [Alleen binnen map zoeken] in op...
  • Pagina 781 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN EEN EXTERN BESTAND AFDRUKKEN U kunt een bestand op een FTP-server, op een USB-stick of in een netwerkmap van een pc afdrukken. U kunt het bestand ook aanpassen door de afdrukinstellingen te wijzigen voordat u het afdrukt. Tik in het actiepaneel op de toets [Selecteer afdrukbestand van FTP], [Selecteer afdrukbestand uit USB-geheugen] of [Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap].
  • Pagina 782 DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Zoeken Gebruik deze instellingen om de zoekvoorwaarden in te voeren. U kunt een opgegeven bestand bewerken door op [Afdrukken], [Verzenden], [Verplaatsen] of [Wissen] te klikken. Als het bestand dat u wilt bewerken beveiligd is met een wachtwoord, voert u het wachtwoord in bij 'Bestands PIN Code/Wachtwoord'. Item Beschrijving Gebruikersnaam...
  • Pagina 783 HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING....MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING SELECTEREN ......BEGINSCHERM VAN DE MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING .
  • Pagina 784 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING In de modus voor handmatige afwerking kunt u afwerkingsopties voor gekopieerde of afgedrukte pagina's instellen. U kunt de modus voor handmatige afwerking selecteren als de invoegeenheid is geïnstalleerd. Als de finisher ( grote ), nietfinisher ( ), perforatiemodule of vouweenheid is geïnstalleerd, kunnen stapeleenheid...
  • Pagina 785 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING BEGINSCHERM VAN DE MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING Selecteert een papierlade voor afwerking. Tik op de toets [Type + formaat] om het papiertype en het papierformaat in te stellen. Toont het geselecteerde papier en de uitvoerladen. Invoegeenheid Uitvoerlade Normaal 1 Bovenste lade Bovenste lade...
  • Pagina 786 HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER PAPIER PAPIERTYPE EN -FORMAAT CONTROLEREN U kunt het type en formaat van papier dat in de invoegeenheid is geladen controleren op het display rechts van de toets [Bovenste lade] of [Onderste lade]. Het papierformaat wordt automatisch gedetecteerd wanneer papier wordt geplaatst. Tik op de toets [Type + formaat] om het papiertype en -formaat in te stellen.
  • Pagina 787 HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER STAND BIJ LADEN VAN PAPIER Bij het gebruik van de niet-, perforatie- of papiervouwfunctie moet het origineel worden geplaatst op de hieronder aangegeven wijze om nieten of perforeren in de gewenste positie op het papier mogelijk te maken. NIETEN Toets van aanraakscherm Afdrukstand...
  • Pagina 788 HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER • Als u de nietfunctie wilt gebruiken, moet u een finisher (grote stapeleenheid) of nietfinisher (grote stapeleenheid) installeren. • Als u de zadelsteekfunctie wilt gebruiken, moet u een nietfinisher (grote stapeleenheid) installeren. PERFOREREN Toets van aanraakscherm Afdrukstand Resultaat 2-gaats perfo- ratie Een perforatiemodule is vereist voor het perforeren.
  • Pagina 789 HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER Toets van aanraakscherm Afdrukstand Resultaat Letter A B C vouw Harmonic A B C vouw Dubbele A B C D vouw Z-vouw A B C D • Er moet een vouweenheid worden geïnstalleerd als u andere papiervouwfuncties dan zadelvouwen wilt gebruiken. •...
  • Pagina 790 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING GEBRUIKEN Schakel over van het Beginscherm of elke modus naar de modus voor handmatige afwerking en voer de onderstaande procedure uit. MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING SELECTEREN (pagina 7-2) ► Stel de geleiders af op het formaat van het papier.
  • Pagina 791 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING Verander zo nodig van papierlade of Uitvoerlade Invoegeenheid Normaal uitvoerlade. Bovenste lade Bovenste lade Normaal Middelste lade Onderste lade ► DE PAPIERLADE WIJZIGEN (pagina 7-17) Onderste lade Type + formaat ► DE UITVOERLADE WIJZIGEN (pagina 7-17) Nieten Perforeren Vouwen Harmonic...
  • Pagina 792 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING NIETFUNCTIE Als een finisher (grote stapeleenheid) is geïnstalleerd, kunt u geladen vellen nieten in een bundel. (Nietfunctie) Als een nietfinisher (grote stapeleenheid) is geïnstalleerd, kunt u vellen op twee plaatsen op de middenlijn nieten en deze vervolgens vouwen voordat zij worden uitgevoerd. (Zadelsteekfunctie) Nieten Zadelnieten •...
  • Pagina 793 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING FUNCTIE KOPIE/PAGINA'S Als u meerdere sets tegelijk wilt nieten, gebruikt u de functie Kopie/pagina's. Laad gesorteerd papier en tik op de toets [Kopie/pagina's] om een aantal kopieën en het aantal pagina's per set in te voeren. C B A C B A C B A De instellingen voor Kopie/pagina's gelden niet voor de functies voor het vouwen en perforeren van papier.
  • Pagina 794 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING Als u [Alle Pag.'s] selecteert voor het aantal kopieën/aantal pagina's, geeft u "1" op voor het aantal af te drukken sets. Indien u meer kopies of pagina's instelt dan het aantal kopies of pagina's dat kan worden geniet, wordt een bericht weergegeven en is de toets [Start] niet beschikbaar.
  • Pagina 795 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING PERFORATIEFUNCTIE Als een perforatiemodule is geïnstalleerd, kunt u gaten maken in papier. • De beschikbare papierformaten voor de perforatiefunctie zijn B5R tot A3 (8-1/2" × 11"R tot 11" × 17"). • U kunt geen gebruik maken van het papierformaat A3W (12" × 18") en speciale media zoals transparanten. •...
  • Pagina 796 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING PAPIERVOUWFUNCTIE Als een papiervouweenheid is geïnstalleerd, kunt u papier vouwen in Z-vouw en Lettervouw. Als een nietfinisher (grote stapeleenheid) is geïnstalleerd, kunt u zadelvouwen gebruiken. De papierformaten die kunnen worden geselecteerd, verschillen per type papiervouw. Beschikbare vouwtypen en papierformaten Typen vouw Vouwresultaten Papierformaat...
  • Pagina 797 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING Typen vouw Vouwresultaten Papierformaat Z-vouw A3, B4, A4R, 11" × 17", 8-1/2" × 14", 8-1/2" × 11"R A B C D • Speciale media, zoals transparanten en tabpapier, kunnen niet worden gebruikt. • De papiervouwfunctie kan niet worden gebruikt met de niet- en perforatiefunctie. De functie kan echter wel worden gebruikt als het papierformaat voor Z-vouw is ingesteld op A3, B4 of 11"...
  • Pagina 798 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING Meervoudige vouw instellen (als Zadelvouw is geselecteerd) Als Zadelvouw is geselecteerd, tikt u Uitvoerlade Invoegeenheid Normaal 1 op de toets [Details]. Bovenste lade Bovenste lade Normaal 1 Middelste lade Onderste lade Onderste lade Type + formaat Nieten Perforeren Vouwen Harmonic...
  • Pagina 799 HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING DE PAPIERLADE WIJZIGEN De papierlade wordt automatisch gedetecteerd wanneer papier in de invoegeenheid wordt geplaatst. Als u een papierlade moet opgeven, bijvoorbeeld als papier in zowel de bovenste als onderste lade van de invoegeenheid is geplaatst, tikt u op de toets [Bovenste lade] of [Onderste lade] om de juiste papierlade op te geven. Uitvoerlade Invoegeenheid Normaal 1...
  • Pagina 800 SYSTEEMINSTELLINGEN • Klokaanpassing ......8-75 INSTELLINGSMODUS • Productcode ......8-76 •...
  • Pagina 801 SYSTEEMINSTELLINGEN Systeemcontrole ......8-100 • Takenlogboek ......8-100 •...
  • Pagina 802 Systeem- instellingen instellen. Instellingen Kopieer- Printer- Sitemap Beginscherm Instellingen Instellingen Instellingen Instellingen Sharp OSA Het instellingenmenu wordt links naast het scherm dat Beeld verzend. Doc. Archiv. Instellingen daarop verschijnt weergegeven. Algemenei Netwerk- Beveiligings- Instellingen Instellingen instellingen Tik in het menu op de instelling die u wilt wijzigen.
  • Pagina 803 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS De instellingsmodus weergeven (webversie) Als het apparaat is verbonden met een netwerk, hebt u toegang tot de ingebouwde webserver van het apparaat via de webbrowser van de pc. Druk het IP-adres van het apparaat af vanuit de instellingsmodus van het apparaat en voer het adres in de webbrowser van de pc in.
  • Pagina 804 Ontvangstinstellingen, Instelling aantal toestaan/weigeren, Polling-instelling. • Instellingen Beeld Verzenden → Scaninstellingen → Uitgangsinstellingen status, Voorwaarde-Instellingen • Instellingen Document- archivering • Sharp OSA-instellingen • Papierinstellingen. Bedienings- Instellingen, Toetsenbordinstellingen, Instellingen in /uitschakelen • Energie Besparen Voor de instellingen van het beginscherm raadpleegt u de Handleiding aanpassing gebruikersinterface.
  • Pagina 805 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST INSTELLINGSMODUSLIJST INSTELLINGSMODUSLIJST Hieronder volgt een lijst van items in de instellingsmodus met de fabrieksinstellingen en beperkingen voor elk item. • Afhankelijk van de specificaties van het apparaat en de geïnstalleerde randapparatuur zijn sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar. • Sommige instellingen kunnen alleen op de webpagina worden geconfigureerd. Status G: Algemene gebruiker;...
  • Pagina 806 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Documenthandelingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ■ Documenthandelingen ● Document- Archivering  Hoofdmap –  Snelmap –  Aangepaste Map – 6-39  Mijn map –  Zoeken –  Batch-afdruk – ● Afdruktaak indienen – 3-85 *1 Deze instelling kunt u in de instellingsmodus van de webpagina configureren.
  • Pagina 807 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Cacheperiode Onbeperkt  Cache wachtwoord voor Authentificatie Ingeschakeld 1-54  Authenticatiegegevens voor externe verbinding in Ingeschakeld cachegeheugen opslaan  Instelling van Card  IC-kaart gebruiken voor authenticatie Uitgeschakeld  Wachtwoord opvragen bij IC-kaartauthenticatie Alleen authenticatie 1-54 card goedgekeurd ...
  • Pagina 808 – *1 Verschijnt als [LDAP] is ingesteld in "Authenticatie-instellingen". *2 Verschijnt als "Instellingen (beheerder)" - [Sharp OSA-instellingen] → [Instellingen externe accountapplicatie] → [Authenticatieserver (Server 1) instellen] is ingeschakeld. *3 Deze instelling kunt u in de instellingsmodus van de webpagina configureren.
  • Pagina 809 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Systeeminstellingen Instellingen voor het beginscherm G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Instelling voor het beginscherm  Voorwaarde- Instellingen –  Pictogram* –  Achtergrondbeeld* – Dit kan in de instellingsmodus van het apparaat worden ingesteld als er een USB-stick is geplaatst. Kopieerinstellingen G: Algemene gebruiker;...
  • Pagina 810 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Registratie van aangepaste afbeelding uitschakelen Uitgeschakeld 2-104  Verzenden tijdens kopiëren uitschakelen Uitgeschakeld 2-134  Hoge kwaliteitsscan van Document Feeder Uitgeschakeld 2-100  Snelle Scan vanaf Glasplaat Uitgeschakeld  Auto wissen vóór uitvoering Afdruktaak Uitgeschakeld ...
  • Pagina 811 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Printerinstellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Printerinstellingen  Voorwaarde- Instellingen  Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Ingeschakeld  Testpagina Niet Afdrukken Uitgeschakeld 8-52  A4/Letter-Formaat Auto Veranderen Uitgeschakeld  Instellingen handinvoerlade • Papierformaat herkenning handinvoer inschakelen Uitgeschakeld •...
  • Pagina 812 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Perfor. Uitgeschakeld • Vouwen Uitgeschakeld 8-54 - Meer vellen tegelijk vouwen Uitgeschakeld  Snelbestand Uitgeschakeld  PCL-instellingen  PCL-symbolenset instel. PC-8  PCL-lettertypen instellen Intern Lettertype, 0: Courier 8-56  PCL-regeleindecode 0,CR=CR; LF=LF; FF=FF  Wide A4 Uitgeschakeld ...
  • Pagina 813 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingen Beeld Verzenden Algemene instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Algemene instellingen  Voorwaarde- Instellingen  Instellingen enige tijd vasthouden nadat scannen is Uitgeschakeld voltooid  Automatische Starttijd voor Taak Tijdens Scannen 60sec. 4-12  Standaardweergave-Instellingen E-mail (Fax als de faxuitbreidingskit is geïnstalleerd)
  • Pagina 814 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Instellingen in /uitschakelen  Instel. voor deactiveren van registratie • Registratie van bestemming via bedieningspaneel Alle Ongeldig uitschakelen 1-146 • Registratie van bestemming op webpagina uitschakelen Alle Ongeldig • Uitschakelen Alle Programma Items Registratie/Wissen Uitgeschakeld 4-73 •...
  • Pagina 815 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Instelling Oorspronkelijke Bestandsindeling - Scanner algemeen + Bestandstype + OCR Uitgeschakeld + Zwart-wit Compressiemodus: MMR (G4) + Kleur/grijstinten Comprimeringsfactor: Gemiddelde compressie + Nadruk zw. letter Uitgeschakeld + Opgegeven pagina's per bestand Uitgeschakeld - OCR Instelling + Lettertype Westerse Talen: Arial Japans: MS Gothic...
  • Pagina 816 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Eenvoudige Scaninstellingen - Kleur Auto - Z/W Mono • Resolutie-instelling - Scannen 5-13 + Ingest. resolutie toepassen bij opslag Uitgeschakeld + (Geen item) 200x200dpi - E-mail + Ingest. resolutie toepassen bij opslag Uitgeschakeld + (Geen item) 200x200dpi ...
  • Pagina 817 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Standaardadres Uitgeschakeld • Selectie Toev. Selecteren uit adresboek - Index Alle bestemmingen 8-60 - Opties tonen - Annuleren van eerst ingevoerde adres toestaan Uitgeschakeld - Selecteren van ander(e) adres(sen) uitschakelen Uitgeschakeld  Beheerinstellingen • Geavanceerde instelling - Selectie van Reply-to (Antwoord naar) Uitgeschakeld uitschakelen.
  • Pagina 818 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Instelling Oorspronkelijke Bestandsindeling • Bestandstype TIFF-F • Compressiemodus MH (G3)  Afdrukken auto reactiveren Ingeschakeld 8-62  Instelling Luidsprekervolume • Ontvangstsignaal Middel • Communicatiefoutsignaal Middel  Origineel afdrukken op transactierapport Alleen Foutrapport Afdrukken  Instelling Afdrukken Transactierapport •...
  • Pagina 819 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Directe SMTP Uitgeschakeld • Voer hostnaam of IP-adres in. Uitgeschakeld 8-65 • Hostnaam of IP-adres –  Ontvangstdatum/-tijd afdrukken Uitgeschakeld  Letter formaat RX verkleint afdrukken Uitgeschakeld  Time-out POP3-communicatie 60sec.  A3 RX verkleinen Uitgeschakeld 8-66 ...
  • Pagina 820 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Fax Data Ontvangen/Doorsturen (Manueel) Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Fax Data Ontvangen/Doorsturen (Manueel)  Faxinstellingen – 4-64  Internet Fax-instellingen  Start Ontvangst – 8-68  Handm. ontvangsttoets op beginscherm Ingeschakeld  Ontvangen gegevens doorsturen – *1 Als een faxuitbreidingskit is geïnstalleerd. *2 Als een internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd.
  • Pagina 821 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Voorinstelling van teken - Teken 1, 2 – - Bestandsnaamgeving + Nr.1 Naam Afzender + Nr.2 Datum & tijd + Nr.3 Geen 8-70 + Nr.4 Geen + Nr.5 Geen + Nr.6 Geen + Nr.7 Geen + Indien ontvangen van een contact, dat Uitgeschakeld geregistreerd staat in het adresboek, wordt...
  • Pagina 822 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Adres van Bestemming Bericht – 8-72 • Directe Invoer – Op een model dat niet is uitgerust met een harde schijf, wordt de instellingsnaam aangegeven als "Inkomende routeringinstellingen". Setup Metadata Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Apparaatbeheer ...
  • Pagina 823 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Batch-afdrukinstellingen • Optie [Alle gebr.] niet toegest. Ingeschakeld 6-28 • Optie [Gebr. Onbekent] niet toegest. Ingeschakeld • Afdrukvolgorde Datum (Afl.)  Standaardbreedte Van Wisstrook Instellen • Breedte vrije ruimte rand 10mm (1/2") • Breedte vrije ruimte midden 10mm (1/2") 6-17 ...
  • Pagina 824 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Beschikbare Taak Voor De Taakinstellingen  Afdrukken • Aantal kopieën Ingeschakeld • Printer Ingeschakeld • Scan verzenden Uitgeschakeld • I-fax verzenden(Incl. PC-I-fax) Uitgeschakeld • Fax verzenden(Incl. PC-Fax) Uitgeschakeld • Scannen naar schijf Ingeschakeld  Scan verzenden •...
  • Pagina 825 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Sharp OSA -instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Apparaatbeheer  Voorwaarde- Instellingen  Cookie-instelling – 1-202  Cookie verwijderen –  Instellingen van standaardapplicatie –  Instelling ontvangende toepassing  Doorsturen naar toepassing Uitgeschakeld  Applicatie naam –...
  • Pagina 826 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Time-out 20 seconden 1-204 *1 Deze instelling kunt u in de instellingsmodus van het apparaat configureren. *2 Deze instelling kan ingesteld worden in Server 1. Algemene instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ●...
  • Pagina 827 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Bevestingsdialoogvenster weergeven als taak wordt Ingeschakeld geannuleerd. • Wijzig het aantal sets in het display voor taakstatus Voortgang • Uitlijningsorde van 10-Key Oplopende volgorde vanaf linksboven 1-18 • Instellingsweergave vanaf Hoofdunit - Weergave Huidig Path Ingeschakeld - Schakel link van het huidige pad in Ingeschakeld...
  • Pagina 828 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina - Bediening vanaf opgegeven PC + Bedieningsauthoriteit Verboden + Hostnaam of IP-adres van PC – + Wachtwoordinvoerscherm weergeven Tonen in PC en MFP 1-97 - Bediening door gebruiker met wachtwoord + Bedieningsauthoriteit Verboden + Wachtwoordinvoerscherm weergeven Tonen in PC en MFP ...
  • Pagina 829 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Automatisch zadelnieten Ingeschakeld 2-41  Papiersoort voor Auto Papierselectie Normaal 1: Ingeschakeld, Normaal 2: Ingeschakeld, 8-73 Recycled: Uitgeschakeld  Compatibiliteitsinstellingen voor Normaal Papier Normaal 1 1-106  Instelling tandemverbinding • IP-adres van de Client Machine 0.0.0.0 •...
  • Pagina 830 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Instellingen Kopieerfunctie • Uitschakelen Registratie/Wissen van Programma Uitgeschakeld 2-137 • Uitschakeling handinvoer bij dubbelz. kopiëren Uitgeschakeld 2-33 • Uitschakelen van auto papierselectie Uitgeschakeld 2-11 • Registratie van aangepaste afbeelding uitschakelen Uitgeschakeld 2-105 • Verzenden tijdens kopiëren uitschakelen Uitgeschakeld 2-134 ...
  • Pagina 831 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Tekst-/stempelfuncties voor opnieuw afdrukken Uitgeschakeld 6-25 uitschakelen • Batch-afdrukinstellingen - Optie [Alle gebr.] niet toegest. Ingeschakeld 6-28 - Optie [Gebr. Onbekent] niet toegest. Ingeschakeld  Bedienings- Instellingen • Timer Annuleren Uitgeschakeld 1-15 • Uitschakelen van opdrachtprioriteit Uitgeschakeld 1-139 •...
  • Pagina 832 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Datumformaat • Huidige Waarde – 8-76 • Formaat Afhankelijk van land en regio  Productcode  Serienummer –  Lettertypeset voor streepjescode –  Internetfaxuitbreidingskit – 8-76  Toepassingsintegratiemodule* –  Toepassingscommunicatiemodule* –  Module voor externe accounts* –...
  • Pagina 833 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Netwerk- instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Netwerk- instellingen  Snelle setup  Instellingen voor draadloos • Connectietype Bedraad+Draadloos (Access Point Mode) 8-77  IPv4-instellingen • DHCP Ingeschakeld • IPv4-adres – • Subnetmasker – • Standaard gateway –...
  • Pagina 834 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Een gebruiker authenticeren in globale adreszoekopdracht Uitgeschakeld • SSL inschakelen – • Verbindingstest –  Openbare map/ NAS- instelling • public 8-78 - Gebruik van opslag Toegestaan • shared - Gebruik van opslag Toegestaan • faxreceive - Gebruik van opslag Toegestaan ...
  • Pagina 835 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina - Primaire server – - Secundaire server – - IPv6-instellingen – - Primaire server – - Secundaire server – 8-81 - Time-out 2 seconden - Domeinnaam – - DNS update Uitgeschakeld - Interval updaten 3 minuten ...
  • Pagina 836 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina - mDNS Ingeschakeld - Servicenaam Modelnaam (Serienummer) - Domeinnaam Modelnaam-Serienum mer-.Locaal - Service met hoogste prioriteit  SNMP – 8-83 • SNMP v1-instellingen – - SNMP v1-instellingen Ingeschakeld - Toegangsmethode – - GET-community public - Set Community private - SET community wijzigen Uitgeschakeld...
  • Pagina 837 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina - WSD afdrukken Ingeschakeld - Multicast Discovery gebruiken Ingeschakeld  Instellingen voor externe afdrukservices  Google Cloud Afdrukinstellingen • Google Cloud Print Uitgeschakeld • Status – 8-85 - Afdrukken altijd behouden – • E-mail – • Apparaatnaam –...
  • Pagina 838 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Active Directory Instellingen  Domeinnaam –  Zoek Attribuut:  Link met gebruikerscontrolefunctie – 1-70 • Paginalimietgroep pagelimit • Authoriteitsgroep authority • Favoriete handelingen-groep favorite • Mijn map myfolder  Openbare map/ NAS- instelling  public •...
  • Pagina 839 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Beveiligings- instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Beveiligings- instellingen  Wachtwoord wijzigen –  Toegang tot Webpagina van Apparaat Beperken Via Wachtwoord Uitgeschakeld  Wachtwoord gebruiker • Wachtwoord wijzigen Uitgeschakeld • Instellingen beveiligen met wachtwoord Uitgeschakeld ...
  • Pagina 840 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • WSD Uitgeschakeld • Afdrukvrijgave Uitgeschakeld - Poortnummer 53000 • Sharp OSA (uitbreidingsplatform) - HTTPS Ingeschakeld + Poortnummer 10080 - HTTPS Ingeschakeld + Poortnummer 10443  Client-poort • HTTP Ingeschakeld • HTTPS Ingeschakeld • FTP Ingeschakeld •...
  • Pagina 841 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Configuratie MAC-adresfilter • Filteradres 1-10 000000000000  SSL-instellingen  Voorwaarde- Instellingen • SSL instellen - Serverpoort + HTTPS Ingeschakeld + IPP-SSL Uitgeschakeld + HTTP omleiden naar HTTPS instellen in de Uitgeschakeld webpagina - Client-poort 8-92 + HTTPS Ingeschakeld + FTPS...
  • Pagina 842 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  IPsec-instellingen  IPsec-instellingen Uitgeschakeld  IKEv1-instellingen • Vooraf gedeelde sleutel – 8-94 • SA-levensduur (tijd) 28800 seconden • SA-levensduur (grootte) 28800 KB • IKE-levensduur 30 sec.  IPsec-regels –  IEEE802.1X instelling  Voorwaarde- Instellingen •...
  • Pagina 843 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina • Ontvangen gegevens doorsturen Uitgeschakeld • E-mail – • FTP – 8-97 • Bureaublad – • Bestand Indeling TIFF (multi)  Instelling Verborgen patroon afdrukken  Uitgangsinstellingen status • Standaardinstellingen - Instelling Verborgen patroon afdrukken Alle Ongeldig - Belichting Standaard - Formaat...
  • Pagina 844 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina  Afdrukpositie • Verticale positie - Bovenzijde van papier bedrukken Uitgeschakeld - Onderzijde van papier bedrukken Ingeschakeld • Horizontale positie - Linkerzijde van papier bedrukken Ingeschakeld - Rechterzijde van papier bedrukken Uitgeschakeld  Selecteer de taak die u wilt afdrukken •...
  • Pagina 845 Uitgeschakeld • Kopieren Uitgeschakeld  Beeld Verzenden Alle ingeschakeld  Document- Archivering Alle ingeschakeld  Systeeminstellingen Ingeschakeld  Sharp OSA Alle ingeschakeld  Handmatige afwerking Ingeschakeld  Lijst met energiebesparingspatronen  Patroon automatische update –  Origineel eco-patroon –  Instellingen specifieke datumhandeling –...
  • Pagina 846 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Systeem- controle G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Systeem- controle  Takenlogboek  Opdrachtlogboekgebruik – • Takenlogboek – • Opdrachtlogboek opslaan - Nummer van takenlogboek voor kennisgeving via e-mail 50000 8-100 • Opdrachtlogboek verwijderen –  Opdrachtlogboek bekijken –...
  • Pagina 847 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Aanpassing beeldkwaliteit G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Pagina ● Aanpassing beeldkwaliteit  Collectieve Aanpassing  Stand fuserreiniging* –  Reinig modus MC* – 8-104  Zwarte Letter/Zwarte Lijn Dikte verstelling  Verminder zwarte strepen Uitgeschakeld  Geef waarschuwingsbericht bij opmerken zwarte Uitgeschakeld strepen.
  • Pagina 848 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingen Eerste Ingebruikneming G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Page ● Instellingen Eerste Ingebruikneming  Voorwaarde- Instellingen  Naam –  Machinecode –  Machinelocatie –  Memo –  Klok aanpassen – • Huidige datum – • Geef de tijdzone aan –...
  • Pagina 849 SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS STATUS Status Machine-identificatie Het scherm Machine-identificatie bevat de systeeminformatie van het apparaat. Hier worden de modelnaam, de huidige status en de locatie van het apparaat weergegeven. Item Beschrijving Toets [Update] Hiermee werkt u de weergegeven informatie bij. Serienummer Toont het serienummer van het apparaat. Als [Naam] niet is ingesteld, wordt [Niet ingesteld] weergegeven.
  • Pagina 850 SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS Item Beschrijving Toont de huidige status van de benodigdheden. Voorraadstatus Als nietjes zijn geplaatst, wordt de status ervan weergegeven. Status papierinvoercassette Toont de huidige status van de papierladen die in het apparaat zijn geïnstalleerd. Toont het scherm voor opnieuw opstarten. Toets [Start de MFP opnieuw] (Beheerdersrechten zijn vereist.) Toets [Schakel de...
  • Pagina 851 SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS Firmwareversie Geeft de firmwareversie van het apparaat in een lijst weer. Spanning uit/aan Via het scherm In-/uitschakelen kunt u het apparaat opnieuw opstarten of de energiespaarmodus inschakelen. Voor deze functie hebt u beheerdersrechten nodig. Item Beschrijving Hiermee wordt het apparaat opnieuw opgestart. Start de MFP opnieuw Tik op de toets [Uitvoeren] om het scherm Opnieuw opstarten te openen en tik daarna nogmaals op de toets [Uitvoeren] om het apparaat opnieuw op te starten.
  • Pagina 852 • Lijst Metadata-set • Gemeenschappelijke Instellingenlijst • Scaninstellingenlijst • Faxinstellingenlijst* • I-Fax Instellingenlijst* • Documentarchivering Instellingenlijst* • Sharp OSA-instellingenlijst Algemeen U kunt lijsten met beheerdersinstellingen afdrukken voor de volgende modi. • Lijst Papierinstellingen • Instellingenlijst Printeridentificatie • Uitvoeringsinstellingenlijst • Lijst Toetsenbordinstellingen •...
  • Pagina 853 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN Printerinstellingen U kunt de instellingen met betrekking tot de printerfunctie configureren. Interface-Instellingen U kunt de instellingen met betrekking tot de printerfunctie configureren. Deze instellingen worden gebruikt om de verzending van gegevens naar de USB- of netwerkpoort te controleren en te bewaken. Hexadecimale Dump Deze functie wordt gebruikt om de afdrukgegevens van een computer af te drukken in hexadecimale indeling, samen met de bijbehorende ASCII-tekst.
  • Pagina 854 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Uitgangsinstellingen status Als u gegevens afdrukt in een omgeving waar de printerdriver niet wordt gebruikt (met andere woorden: als u gegevens afdrukt via het MS-DOS-systeem of als u gegevens afdrukt via een pc waarop de meegeleverde printerdriver niet is geïnstalleerd), stelt u de gedetailleerde afdrukvoorwaarden in.
  • Pagina 855 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingsitems Beschrijving • Ingeschakeld • Uitgeschakeld • Zadelvouw • Z-vouw *8, *9 Vouwen • Lettervouw • Harmonica • Dubbele vouw • Enkele vouw Instellingen snijbreedte 2,0 tot 20,0 mm • (Uitgeschakeld) Snelbestand • (Ingeschakeld) *1 Papierformaten die kunnen worden gebruikt met deze functie zijn A3, B4 en A4, 11" x 17", 8-1/2" x 14" en 8-1/2"...
  • Pagina 856 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN PostScript-instellingen Als een fout optreedt tijdens het afdrukken van PostScript, bepalen deze instellingen of een foutbericht wordt afgedrukt en of de PostScript-gegevens in binaire indeling worden ontvangen. Instellingsitems Instellingen Instelling Standaard, Tekst/Foto, Tekst, Foto, Dot (Hoog Lijn Scherminstellingen Configureer de afbeeldingsinstellingen voor PostScript. Nummer), Dot (Laag Lijn Nummer) Als een PS (PostScript)-fout optreedt tijdens het afdrukken van...
  • Pagina 857 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen voor e-mail afdrukken Selecteer deze optie om E-mail afdrukken te gebruiken. E-mail afdrukken Geef aan of E-mail afdrukken al dan niet moet worden uitgevoerd. POP3-server Stel de POP3-server voor e-mail in. Poortnummer Stel het poortnummer van de e-mailserver in. POP-authenticatie Stel deze optie in om POP-authenticatie voor e-mail uit te voeren.
  • Pagina 858 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Directe Afdrukinstellingen (Netwerkmap) Configureer deze instellingen als u bestanden in een netwerkmap met Rechtstreek afdrukken wilt gaan afdrukken. Er wordt een lijst met beschikbare netwerkmappen weergegeven. Als u een netwerkmap wilt toevoegen, klikt u op de knop [Toevoegen] en configureert u de instellingen. Registratie van netwerkmap Configureer de instellingen voor de netwerkmap.
  • Pagina 859 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Beeld Verzenden Scaninstellingen Standaardadres Instelling standaard adres U kunt een standaardadres opslaan zodat u een bericht kunt verzenden door op de toets [Kleur Start] of de toets [Z/W Start] te drukken zonder een adres op te geven. Als [Voeg E-mailadres gebruiker toe voor aanmelden.] is geselecteerd, wordt het e-mailadres van de aangemelde gebruiker ingesteld als de standaardbestemming.
  • Pagina 860 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Beheerinstellingen Geavanceerde instelling Selectie van Reply-to (Antwoord naar) uitschakelen. Het selecteren van verzendadressen onmogelijk maken. Bestandsnaamgeving U kunt de gegevens selecteren die in de naam van de gescande bestanden zijn opgenomen. Serienummer U kunt het serienummer van het apparaat aan de bestandsnaam toevoegen. Tekst U kunt elke willekeurige tekst aan de bestandsnaam toevoegen.
  • Pagina 861 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Internet Fax-instellingen Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (Internetfax, Directe SMTP, enzovoort) kunnen worden geconfigureerd. Standaard- Instellingen Hiermee worden de standaardinstellingen voor de modus Internetfax geconfigureerd. Resolutie-instelling Ingest. resolutie toepassen bij opslag U kunt de resolutie-instelling die was opgegeven toen het bestand werd opgeslagen gebruiken voor verzending. Resolutie-instelling De resolutie voor verzending van het bestand instellen.
  • Pagina 862 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Origineel afdrukken op transactierapport Wanneer een transactierapport wordt afgedrukt, wordt deze instelling gebruikt om een gedeelte van de eerste pagina van de verzending op het transactierapport af te drukken. Selecteer een van de volgende instellingen. • Altijd Afdrukken • Afdrukken bij fouten •...
  • Pagina 863 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen verzenden Deze instellingen worden gebruikt om de instellingen voor de modus Internetfax te configureren. I-Fax Ontvanstrapport Aan/Uit Instelling Met deze instelling wordt een ontvangstrapport aangevraagd bij het verzenden van een internetfax. Time-Out Aanvraag I-Fax Ontvangstrapport Instellen De tijdsduur dat het apparaat wacht op het ontvangstrapport van het ontvangende apparaat kan worden ingesteld op elke waarde tussen 1 uur en 240 uur in stappen van 1 minuut.
  • Pagina 864 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Aantal herhaalde pogingen bij een bezette lijn De instelling geeft aan of opnieuw bellen wel of niet plaatsvindt wanneer de lijn bezet is. U kunt voor het opnieuw bellen het aantal belpogingen instellen. U kunt elke waarde tussen 0 en 15 selecteren. Tijd (in minuten) tussen herhaalde pogingen bij een bezette lijn U kunt het interval tussen nieuwe belpogingen instellen.
  • Pagina 865 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Letter formaat RX verkleint afdrukken Wanneer een fax van A3-formaat wordt ontvangen, verkleint deze functie de fax tot ledger-formaat (11" x 17"). Wanneer deze instelling is ingeschakeld, worden faxen met ledger-formaat (11" x 17") ook verkleind. Ontvangstdatum/-tijd afdrukken Schakel deze instelling in om de datum en tijd van ontvangst af te drukken. Selecteer [Binnen het ontvangen beeld] of [Buiten het ontvangen beeld] als positie waar de datum en tijd moeten worden afgedrukt.
  • Pagina 866 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling toestaan/weigeren van mail of domeinnaam Hiermee wordt ontvangst van opgegeven adressen/domeinen wel of niet toegestaan. Item Instellingen Item Ontvangst van het opgeslagen adres/domein is niet toegestaan. Ontvangst Toestaan Ontvangst van het opgeslagen adres/domein is toegestaan. Alle Ongeldig Alle ongeldig Hiermee wordt een nieuw adres of domein (maximaal 50) toegevoegd waarvan ontvangst wel of niet is toegestaan.
  • Pagina 867 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling directe SMTP Poortnummer (ontvangen), Poortnummer (verzenden) Geef het poortnummer op dat moet worden gebruikt voor verzending en ontvangst via Directe SMTP. Time-out Geef de tijd op waarna de verzending of ontvangst wordt geannuleerd als er geen respons van de server wordt ontvangen tijdens verzenden/ontvangen via Directe SMTP.
  • Pagina 868 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan) Op een model dat niet is uitgerust met een harde schijf, wordt de instellingsnaam aangegeven als "Inkomende routeringinstellingen". Instellingen inkomende routing De ontvangen fax- en internetfaxgegevens kunnen worden doorgestuurd volgens de opgeslagen doorstuurtabel. Als deze functie is ingeschakeld, kunt u de ontvangen internetfaxen ook doorsturen naar een specifiek e-mailadres zonder ze af te drukken.
  • Pagina 869 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Registratie Verzendadres Hiermee wordt een nieuw afzendernummer of -adres opgeslagen voor gebruik bij inkomende routing. Lijstnaam Instellingen In te voeren adres Toont het ingevoerde afzendernummer of -adres. Voer een faxnummer in dat als de afzender moet worden opgeslagen. Als u meerdere Faxnummer afzendernummers invoert, moet u deze van elkaar scheiden met een puntkomma (;) of komma (,).
  • Pagina 870 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN De functie [Inkomende routing] inschakelen. Tik op [Beheerinstellingen] in het menu. Schakel de functie [Inkomende routing] via het instellingsscherm in. Sla het nummer of adres van de afzender op. Tik op [Registratie van afzendernummer/-adres] in het menu. Voer het bestemmingsnummer of -adres in dat u wilt opslaan. Als u alle ontvangen gegevens wilt doorsturen, hoeft u het afzendernummer en -adres niet afzonderlijk op te slaan.
  • Pagina 871 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Inbound Routing (opslaan) Instellingen voor opslag op harde schijf van ontvangen data U kunt een externe accountapplicatie toevoegen en beheren: Instellingen voor het opslaan van ontvangen faxen op de harde schijf. Item Instellingen Automatische Opslag in HDD van Stel in of u ontvangen faxen wilt opslaan op de harde schijf.
  • Pagina 872 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene instellingen Apparaatbeheer Diverse apparaten die op het apparaat zijn aangesloten, kunnen worden ingesteld. Papiersoort voor Auto Papierselectie U kunt het papiertype* opgeven dat tijdens de functie Automatische papierselectie zal worden geselecteerd. Selecteer een van de volgende instellingen: • Normaal 1 •...
  • Pagina 873 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Uitschakelen van duplex Deze functie wordt gebruikt om 2-zijdig afdrukken uit te schakelen als de duplexmodule bijvoorbeeld niet goed functioneert. Uitschakelen van verschuiving Offset-uitvoer uitschakelen. Uitzetten nieteenheid Met deze instelling kunt u het gebruik van nieten blokkeren, bijvoorbeeld wanneer de nieteenheid van de binnenste afwerkingseenheid, afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid niet goed functioneert.
  • Pagina 874 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Klokaanpassing Gebruik deze functie om de datum en tijd van de ingebouwde klok van het apparaat in te stellen. Als [Systeem- instellingen] bij 'Instellingen (beheerder) [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen] → [Klokinstelling deactiveren] is ingeschakeld, kunnen de datum en tijd niet worden ingesteld. Item Beschrijving Als uw zone voor ligt op GMT (Greenwich Mean Time), selecteert u [+].
  • Pagina 875 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Datumformaat Dit is de eerste basisinstelling voor de bediening van het apparaat. De notatie die wordt gebruikt voor het afdrukken van de datum op lijsten en andere uitvoer kan worden gewijzigd. Als [Systeem- instellingen] bij 'Instellingen (beheerder) [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen] → [Klokinstelling deactiveren] is ingeschakeld, kunnen de datum en tijd niet worden ingesteld.
  • Pagina 876 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Netwerk- instellingen Snelle setup Selecteer de minimaal vereiste instellingen voor de apparaatverbinding met het netwerk. Instellingen voor draadloos Connectietype Gebruik deze instelling om te schakelen tussen [Alleen bekabeld], [Bedraad+Draadloos (Access Point Mode)] of [Draadloos (Infrastructuur Modus)]. Houd het draadloze toegangspunt geactiveerd Dit kan enkel ingeschakeld zijn wanneer “Connectietype”...
  • Pagina 877 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Subnetmasker Voer het IP-subnetmasker in. Standaard gateway Voer het standaardgateway-adres in. DNS-instellingen Primaire server Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in. Secundaire server Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in. Domeinnaam Voer de domeinnaam in waar de geselecteerde DNS-server bestaat. SMTP-instelling Primaire server Voer de hostnaam of het IP-adres van de primaire SMTP-server in.
  • Pagina 878 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Zoek-root Voert de standaardzoekinstellingen in voor het zoeken naar een specifiek gebied van de LDAP-directorygegevensstructuur. Bijvoorbeeld: o = ABC, ou = NY, cn = Everyone De ingevoerde waarden moeten met een puntkomma of komma van elkaar worden gescheiden. LDAP-server Voer de hostnaam of het IP-adres van de LDAP-server in.
  • Pagina 879 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Netwerknaam Apparaatnaam Voer een apparaatnaam in. Domeinnaam Voer de naam van het domein in. Opmerking Voer een opmerking in Protocolinstelling Selecteer de algemene netwerkinstellingen. De TCP/IP-gegevens kunnen worden ingesteld. TCP/IP IPv4-instellingen Gebruik deze instelling om het IP-adres van het apparaat in te stellen wanneer u het apparaat gebruikt in een TCP/IP (IPv4)-netwerk.
  • Pagina 880 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN SMB-instellingen Stel de versie van het SMB-protocol in dat wordt gebruikt voor functies zoals Scannen naar netwerkmap. Gebruik deze instelling om verbinding te maken met een apparaat dat niet automatisch de SMB-protocolversie kan wijzigen, of als er een probleem is met de verbinding met een ander apparaat vanwege verschillende versies. Stel de versie in op SMB2.0, SMB2.1 of SMB3.0.
  • Pagina 881 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN SMTP SMTP-instelling Primaire server Voer de hostnaam of het IP-adres van de primaire SMTP-server in. Secundaire server voer de hostnaam of het IP-adres van de secundaire SMTP-server in. Poortnummer Voer een poortnummer in. De standaardinstelling is poort 25. Time-out Voer een time-out in.
  • Pagina 882 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Kerberos Instelling Kerberos-authenticatie KDC-server Voer de hostnaam of het IP-adres van de Kerberos-authenticatieserver in. Poortnummer Voer het poortnummer van de Kerberos-authenticatieserver in. De standaardinstelling is poort 88. Bereik Voer de Kerberos-realm in. SNTP SNTP-instellingen SNTP Stel deze optie in om het SNTP-protocol te gebruiken. SNTP-server Voer de hostnaam of het IP-adres van de SNTP-server in.
  • Pagina 883 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Trap Community Voer de communitynaam in voor de SNMP TRAP die vanaf het apparaat wordt verstuurd. TRAP-doeladres Voer het IP-adres van de bestemmingscomputer voor SNMP TRAP-communicatie in. SNMP v3-instellingen SNMP v3-instellingen Stel deze optie in om de SNMPv3-instellingen te gebruiken. Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam in.
  • Pagina 884 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN WSD-instellingen WSD afdrukken Stel deze optie in om WSD afdrukken te gebruiken. Multicast Discovery gebruiken Stel deze optie in om multicast-detectie te gebruiken. Instellingen voor externe afdrukservices Google Cloud Afdrukinstellingen Google Cloud Print Geef aan of Google Cloudprinter al dan niet wordt gebruikt. Status 'Niet ingesteld', 'Registreren', 'Geregistreerd' of 'Off line' wordt weergegeven.
  • Pagina 885 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN LDAP-installatie De LDAP-instellingen worden hierna uitgelegd. Wanneer u op de toets [Opslaan] tikt, worden de LDAP-instellingen bijgewerkt met uw invoer. Het standaardadresboek is ingesteld op Toevoegen Tik op de toets [Toevoegen] om toe te voegen. Wissen Als u een item wilt verwijderen, selecteert u het en tikt u op de toets [Wissen]. Instellingen Instellingsitems Instelling...
  • Pagina 886 (Bijvoorbeeld: "10*" (gelijk aan 100.nnn.nnn.nnn tot 109.nnn.nnn.nnn) Als de Sharp OSA-toepassing die "HTML Browser 3.5" gebruikt is ingesteld op een uitzonderingsadres, kan regel (3) niet worden gebruikt. 4) U kunt een scheidingsteken (puntkomma (;)) gebruiken om meerdere adressen in te voeren.
  • Pagina 887 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Draadloze instellingen initialiseren Klik op de knop [Initialiseren]. De instellingen voor de SSID, het beveiligingstype, de versleuteling en de beveiligingscode worden geïnitialiseerd. Het scherm Instellingen voor draadloos (Access Point Mode) Als u op de knop [Setup] klikt terwijl [Connectietype] is ingesteld op [Bedraad+Draadloos (Access Point Mode)] of [Alleen bekabeld], dan wordt het scherm Instellingen voor draadloos (Access Point Mode) weergegeven.
  • Pagina 888 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Scherm Instellingen voor draadloos (Infrastructuur Modus) Als [Connectietype] is ingesteld op [Draadloos (Infrastructuur Modus)] en u op de knop [Setup] klikt, dan wordt het scherm Instellingen voor draadloos (Infrastructuur Modus) weergegeven. Configureer hier de SSID, het beveiligingstype, de versleuteling en de beveiligingscode voor het draadloze netwerk. Wanneer u op de knop [Indienen] klikt, worden de instellingen opgeslagen.
  • Pagina 889 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Webpagina-instelling Apparaat Hierna worden de toegangsinstellingen voor de instellingsmodus (webversie) uitgelegd. Aantal gebruikers dat tegelijkertijd kan aanmelden Voer het aantal gebruikers in dat gelijktijdig toegang heeft tot de instellingsmodus (webversie). Tijd voor automatisch afmelden Voer een tijd in voor automatische afmelding wanneer de communicatie met het apparaat niet meer voortduurt. Wanneer instellingen worden gewijzigd, worden deze pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgestart.
  • Pagina 890 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Beveiligings- instellingen Wanneer instellingen worden gewijzigd, worden deze pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgestart. Zie VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-11)' voor informatie over het opnieuw opstarten van het apparaat. Wachtwoord wijzigen Toegang tot Webpagina van Apparaat Beperken Via Wachtwoord Gebruik deze instelling om het aanmeldscherm weer te geven zodat de gebruiker zich moet aanmelden om toegang te krijgen tot de webserver.
  • Pagina 891 • BMLinkS • mDNS • WSD • Tandemuitvoer verzenden • Afdrukken vrijgeven • Gegevensback-up (verzenden) • Sharp OSA (uitbreidingsplatform) • Afdrukken vrijgeven • HTTP • HTTPS • XMPP Filterinstelling U kunt de filter via een IP- of MAC-adres instellen om ongeautoriseerde toegang tot het apparaat via een netwerk te voorkomen.
  • Pagina 892 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Client-poort • HTTPS: SSL-versleuteling toepassen op HTTP-communicatie. • FTPS: SSL-versleuteling toepassen op FTP-communicatie. • SMTP-SSL: SSL-versleuteling toepassen op SMTP-communicatie. • POP3-SSL: SSL-versleuteling toepassen op POP3-communicatie. • LDAP-SSL: SSL-versleuteling toepassen op LDAP-communicatie. Versleutelingsniveau Het versleutelingsniveau kan op een van drie niveaus worden ingesteld. Apparaatcertificaat Certificaatstatus Toont de status van het certificaat dat vereist is voor verzending met SSL.
  • Pagina 893 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Versleutelingsinstellingen E-mail ondertekenen Schakel 'E-mail ondertekenen' in om een handtekening te gebruiken. Versleutelen Schakel versleuteling in. Schakelen verzenden uit, naar de adressen die niet kunnen worden versleuteld. Verbied verzending naar adressen die niet kunnen worden versleuteld. Maker van Certificate Signing Request(CSR) Voer onderstaande informatie in en tik op de toets [Uitvoeren] om een Certificate Signing Request (CSR) aan te maken.
  • Pagina 894 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN IPsec-regels De geregistreerde IPsec-regels worden weergegeven. Als u een nieuwe regel wilt toevoegen, klikt u op de knop [Toevoegen]. Als u een regel wilt verwijderen, selecteert u de regel die u wilt verwijderen en klikt u op de knop [Verwijderen]. Registratie IPsec-regels Regelnaam Voer een naam in voor de IPsec-regel.
  • Pagina 895 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN EAP authenticatiemethode Stel de EAP-authenticatiemethode in bij IEEE802.1X. EAP gebruikersnaam Stel een maximum in van 64 tekens (volle of halve breedte) voor de EAP-gebruikersnaam die voor de authenticatie wordt gebruikt. Wachtwoord Stel een maximum in van 64 tekens (halve breedte) voor het EAP-wachtwoord dat voor de authenticatie wordt gebruikt. Serverauthenticatie Geef aan of serverauthenticatie wordt gebruikt.
  • Pagina 896 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Veiligheidscontrole Afdruktaken beperken andere dan de huidige Afdruktaak in Wachtrij U kunt de instellingen selecteren voor het annuleren van afdrukopdrachten die niet moeten worden vastgehouden of juist aangeven dat alle afdrukopdrachten moeten worden vastgehouden. Als [Afdruktaken beperken andere dan de huidige Afdruktaak in Wachtrij] is ingeschakeld, kunnen onderstaande instellingen worden geselecteerd.
  • Pagina 897 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Verborgen patroon afdrukken Selecteer Instelling Verborgen patroon afdrukken. De functie Verborgen patroonafdrukken voorkomt niet-geautoriseerd kopiëren, omdat de opgegeven tekst op de achtergrond van de uitvoervellen wordt afgedrukt. Uitgangsinstellingen status Standaardinstellingen Item Instellingen Instelling Verborgen patroon Een patroonafdruk kan worden afgedrukt met deze instellingen. afdrukken Belichting Selecteer een belichting.
  • Pagina 898 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Traceer- gegevensafdruk Hiermee drukt u de tracking-informatie boven of onder aan uitgevoerde pagina's af wanneer een kopieer- of afdrukopdracht wordt uitgevoerd. Item Instellingen Instelling traceergegevensafdruk Stel deze optie in om de tracking-informatie af te drukken. De volgende informatie kan worden afgedrukt. Afdrukgegevens •...
  • Pagina 899 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Systeemcontrole Takenlogboek Opdrachtlogboekgebruik Hiermee wordt het logboek van een uitgevoerde opdracht op het apparaat verwijderd of opgeslagen. Stel het aantal opdrachten in voor [Nummer van takenlogboek voor kennisgeving via e-mail] en klik op [Opslaan]. Tik op de toets [Wissen] om het takenlogboek te verwijderen. U kunt het takenlogboek opslaan door [Takenlogboek] te selecteren in de instellingsmodus (webversie).
  • Pagina 900 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaat kopiëren De instellingsinformatie van het apparaat wordt in XML-indeling opgeslagen en gekopieerd naar een ander apparaat. Met deze functie hoeft u dezelfde instellingen niet telkens opnieuw te configureren in verschillende apparaten. Als u het apparaat wilt gebruiken om een bestand te bewerken, plaatst u de USB-stick in het apparaat. Als u instellingen op de webpagina moet selecteren, gebruikt u de computer om het bestand te bewerken.
  • Pagina 901 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Bewaren/ oproepen van systeeminstellingen U kunt de instellingen van de huidige instellingsmodus naar de vorige opgeslagen instellingen of naar de fabrieksinstellingen terugzetten. Huidige Configuratie Opslaan Hiermee wordt de momenteel geconfigureerde instellingsmodus opgeslagen in het apparaatgeheugen. De opgeslagen instellingen worden bewaard, ook nadat u het apparaat met de toets [Aan] hebt uitgeschakeld. Gebruik 'Configuratie Herstellen' hieronder om de opgeslagen instellingen op te halen.
  • Pagina 902 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Status- en waarschuwingsbericht via e-mail Statusbericht Hiermee selecteert u de instellingen voor de standaard e-mailstatusfunctie of geavanceerde e-mailstatusfunctie. De e-mailstatusfunctie kan periodiek de apparaatinformatie naar het opgeslagen adres verzenden. Standaard Hiermee stelt u de E-mailstatusadreslijst 1, E-mailstatusadreslijst 2 en E-mailstatusdealeradreslijst afzonderlijk in. Item Beschrijving Voer het bestemmingse-mailadres voor verzending van de apparaatstatusinformatie in.
  • Pagina 903 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Afbeeldingskwaliteit aanpassen Fuser schoonmaakfunctie in [Collectieve Aanpassing], alle algemene functies en het verwijderen van een tonercartridge kunnen alleen in de instellingsmodus op het apparaat worden uitgevoerd. Collectieve Aanpassing Diverse apparaten die op het apparaat zijn aangesloten, kunnen worden ingesteld. Stand fuserreiniging Gebruik deze functie om de fuser van de machine schoon te maken wanneer er vlekken of andere vuiligheden verschijnen op de bedrukte kant van het papier.
  • Pagina 904 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Afbeeldingskwaliteit Afdruk Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit U kunt de kopieerkwaliteit eenvoudig aanpassen vanuit de standaardinstellingen. U kunt de standaardinstelling ([2]) op [1 (Zacht)] of [3 (Scherp)]. zetten. Grijsbalans U kunt de gradatie en dichtheid van kopieën aanpassen. De dichtheid is verdeeld over 3 bereiken en u kunt het niveau instellen. Densiteitaanpassing wanneer [Auto] is geselecteerd voor Belichting Configureer de instellingen voor zwart/wit kopiëren als [Auto] is geselecteerd voor de kopieerbelichting.
  • Pagina 905 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Afbeeldingskwaliteit Scan RGB-instelling Stel de kleurtoon (RGB) voor scannen in. Scherpte Gebruik deze instelling voor een scherpe gescande afbeelding. Contrast Het contrast van gescande afbeeldingen kan worden aangepast. 8-106...
  • Pagina 906 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene functies Autom. kalibratie grijstinten (Kopie) Autom. kalibratie grijstinten (Afdrukken) Kopiecalibratie vanaf Scherm Printer Kalibratie door Scherm Voert automatische grijsschaalcorrectie uit. Bij kopiëren gebruikt u [Autom. kalibratie grijstinten (Kopie)] voor de aanpassing. Voor afdrukken maakt u aanpassingen met [Autom. kalibratie grijstinten (Afdrukken)]. In elke modus kunt u [Kopiecalibratie vanaf Scherm] en [Printer Kalibratie door Scherm] gebruiken voor aanpassingen met extra precisie.
  • Pagina 907 SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Eerste Ingebruikneming Hiermee worden de items gegroepeerd die direct na de installatie van het apparaat zijn ingesteld. De Instellingen Eerste Ingebruikneming komen overeen met de normale instellingen met dezelfde naam. Raadpleeg voor meer informatie over een instelling de uitleg over het normale item. Item Beschrijving Voorwaarde- Instellingen...
  • Pagina 908 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Hierna volgt een overzicht van de instellingsmodus voor fax- en fabrieksinstellingen. Afhankelijk van de specificaties van het apparaat en de geïnstalleerde randapparatuur zijn sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar. Systeeminstellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling Page...
  • Pagina 909 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Instellingsitems Fabrieksinstelling Page • Instelling Afdrukken Transactierapport - Enkele Verzending Alleen Foutrapport Afdrukken 4-103 - Distribueren Volledig Rapport Afdrukken - Ontvangen Geen Afgedrukt Rapport 4-103 - Vertrouwelijke Ontvangst Kennisgevingspagina Afdrukken • Instelling Afdrukken Activiteitenrapport - Automatisch afdrukken bij vol geheugen Uitge schak.
  • Pagina 910 SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX Instellingsitems Fabrieksinstelling Page • Telefoonnummer voor doorsturen gegevens – instellen • Letter formaat RX verkleint afdrukken Uitge schak. • Ontvangstdatum/-tijd afdrukken Uitge schak. • A3 RX verkleinen Uitge schak. • Uitvoerlade Hangt af van de 4-57 configuratie van het apparaat •...
  • Pagina 911 The copyrights for the software components and various relevant documents included with this product that were developed or written by SHARP are owned by SHARP and are protected by the Copyright Act, international treaties, and other relevant laws. This product also makes use of freely distributed software and software components whose copyrights are held by third parties.
  • Pagina 912 Copyright (c) 1995 - 2008 Kungliga Tekniska Högskolan (Royal Institute of Technology, Stockholm, Sweden). All rights reserved. All rights reserved. Export of this software from the United States of America may require a specific license from the United States Government. It is the responsibility of any person or organization contemplating export to obtain such a license before exporting.
  • Pagina 913 THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS" AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;...
  • Pagina 914 The licence and distribution terms for any publically available version orderivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply becopied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.] D3DES License --------------- Copyright (c) 1988,1989,1990,1991,1992 by Richard Outerbridge. (GEnie : OUTER; CIS : [71755,204]) Graven Imagery, 1992.
  • Pagina 915 Finally, any free program is threatened constantly by software patents. We wish to avoid the danger that redistributors of a free program will individually obtain patent licenses, in effect making the program proprietary. To prevent this, we have made it clear that any patent must be licensed for everyone's free use or not licensed at all. The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow.
  • Pagina 916 sections as part of a whole which is a work based on the Program, the distribution of the whole must be on the terms of this License, whose permissions for other licensees extend to the entire whole, and thus to each and every part regardless of who wrote it.
  • Pagina 917 may not impose any further restrictions on the recipients' exercise of the rights granted herein. You are not responsible for enforcing compliance by third parties to this License. 7. If, as a consequence of a court judgment or allegation of patent infringement or for any other reason (not limited to patent issues), conditions are imposed on you (whether by court order, agreement or otherwise) that contradict the conditions of this License, they do not excuse you from the conditions of this License.
  • Pagina 918 THE QUALITY AND PERFORMANCE OF THE PROGRAM IS WITH YOU. SHOULD THE PROGRAM PROVE DEFECTIVE, YOU ASSUME THE COST OF ALL NECESSARY SERVICING, REPAIR OR CORRECTION. 12. IN NO EVENT UNLESS REQUIRED BY APPLICABLE LAW OR AGREED TO IN WRITING WILL ANY COPYRIGHT HOLDER, OR ANY OTHER PARTY WHO MAY MODIFY AND/OR REDISTRIBUTE THE PROGRAM AS PERMITTED ABOVE, BE LIABLE TO YOU FOR DAMAGES, INCLUDING ANY GENERAL, SPECIAL, INCIDENTAL OR CONSEQUENTIAL DAMAGES ARISING OUT OF THE USE OR INABILITY TO USE THE PROGRAM...
  • Pagina 919 You should also get your employer (if you work as a programmer) or your school, if any, to sign a "copyright disclaimer" for the program, if necessary. Here is a sample; alter the names: Yoyodyne, Inc., hereby disclaims all copyright interest in the program `Gnomovision' (which makes passes at compilers) written by James Hacker.
  • Pagina 920 library, you must provide complete object files to the recipients, so that they can relink them with the library after making changes to the library and recompiling it. And you must show them these terms so they know their rights. We protect your rights with a two-step method: (1) we copyright the library, and (2) we offer you this license, which gives you legal permission to copy, distribute and/or modify the library.
  • Pagina 921 The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow. Pay close attention to the difference between a "work based on the library" and a "work that uses the library". The former contains code derived from the library, whereas the latter must be combined with the library in order to run. GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE TERMS AND CONDITIONS FOR COPYING, DISTRIBUTION AND MODIFICATION 0.
  • Pagina 922 c) You must cause the whole of the work to be licensed at no charge to all third parties under the terms of this License. d) If a facility in the modified Library refers to a function or a table of data to be supplied by an application program that uses the facility, other than as an argument passed when the facility is invoked, then you must make a good faith effort to ensure that, in the event an application does not supply such function or table, the facility still operates, and performs whatever part of its purpose remains meaningful.
  • Pagina 923 However, linking a "work that uses the Library" with the Library creates an executable that is a derivative of the Library (because it contains portions of the Library), rather than a "work that uses the library". The executable is therefore covered by this License.
  • Pagina 924 For an executable, the required form of the "work that uses the Library" must include any data and utility programs needed for reproducing the executable from it. However, as a special exception, the materials to be distributed need not include anything that is normally distributed (in either source or binary form) with the major components (compiler, kernel, and so on) of the operating system on which the executable runs, unless that component itself accompanies the executable.
  • Pagina 925 If any portion of this section is held invalid or unenforceable under any particular circumstance, the balance of the section is intended to apply, and the section as a whole is intended to apply in other circumstances. It is not the purpose of this section to induce you to infringe any patents or other property right claims or to contest validity of any such claims;...
  • Pagina 926 YOU OR THIRD PARTIES OR A FAILURE OF THE LIBRARY TO OPERATE WITH ANY OTHER SOFTWARE), EVEN IF SUCH HOLDER OR OTHER PARTY HAS BEEN ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES. END OF TERMS AND CONDITIONS How to Apply These Terms to Your New Libraries If you develop a new library, and you want it to be of the greatest possible use to the public, we recommend making it free software that everyone can redistribute and change.
  • Pagina 927 GNU GENERAL PUBLIC LICENSE Version 3, 29 June 2007 Copyright (C) 2007 Free Software Foundation, Inc. <http://fsf.org/> Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed. Preamble The GNU General Public License is a free, copyleft license for software and other kinds of works. The licenses for most software and other practical works are designed to take away your freedom to share and change the works.
  • Pagina 928 "This License" refers to version 3 of the GNU General Public License. "Copyright" also means copyright-like laws that apply to other kinds of works, such as semiconductor masks. "The Program" refers to any copyrightable work licensed under this License. Each licensee is addressed as "you". "Licensees"...
  • Pagina 929 The Corresponding Source for a work in source code form is that same work. 2. Basic Permissions. All rights granted under this License are granted for the term of copyright on the Program, and are irrevocable provided the stated conditions are met. This License explicitly affirms your unlimited permission to run the unmodified Program. The output from running a covered work is covered by this License only if the output, given its content, constitutes a covered work.
  • Pagina 930 d) If the work has interactive user interfaces, each must display Appropriate Legal Notices; however, if the Program has interactive interfaces that do not display Appropriate Legal Notices, your work need not make them do so. A compilation of a covered work with other separate and independent works, which are not by their nature extensions of the covered work, and which are not combined with it such as to form a larger program, in or on a volume of a storage or distribution medium, is called an "aggregate"...
  • Pagina 931 Corresponding Source. The information must suffice to ensure that the continued functioning of the modified object code is in no case prevented or interfered with solely because modification has been made. If you convey an object code work under this section in, or with, or specifically for use in, a User Product, and the conveying occurs as part of a transaction in which the right of possession and use of the User Product is transferred to the recipient in perpetuity or for a fixed term (regardless of how the transaction is characterized), the Corresponding Source conveyed under this section must be accompanied by the Installation Information.
  • Pagina 932 relicensing or conveying under this License, you may add to a covered work material governed by the terms of that license document, provided that the further restriction does not survive such relicensing or conveying. If you add terms to a covered work in accord with this section, you must place, in the relevant source files, a statement of the additional terms that apply to those files, or a notice indicating where to find the applicable terms.
  • Pagina 933 A "contributor" is a copyright holder who authorizes use under this License of the Program or a work on which the Program is based. The work thus licensed is called the contributor's "contributor version". A contributor's "essential patent claims" are all patent claims owned or controlled by the contributor, whether already acquired or hereafter acquired, that would be infringed by some manner, permitted by this License, of making, using, or selling its contributor version, but do not include claims that would be infringed only as a consequence of further modification of the contributor version.
  • Pagina 934 Notwithstanding any other provision of this License, you have permission to link or combine any covered work with a work licensed under version 3 of the GNU Affero General Public License into a single combined work, and to convey the resulting work.
  • Pagina 935 END OF TERMS AND CONDITIONS How to Apply These Terms to Your New Programs If you develop a new program, and you want it to be of the greatest possible use to the public, the best way to achieve this is to make it free software which everyone can redistribute and change under these terms. To do so, attach the following notices to the program.
  • Pagina 936 ---------------------------------------------------------------------------libtiff--------------------------------------------------------------------------- Copyright (c) 1988-1997 Sam Leffler Copyright (c) 1991-1997 Silicon Graphics, Inc. Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this software and its documentation for any purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in all copies of the software and related documentation, and (ii) the names of Sam Leffler and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the software without the specific, prior written permission of Sam Leffler and Silicon Graphics.
  • Pagina 937 (de "Software"), en hieraan gerelateerde documentatie worden aan u in licentie gegeven door SHARP. U bent eigenaar van de schijf waarop de Software is vastgelegd, maar SHARP en/of de licentienemers van SHARP behouden het eigendomsrecht op de Software en hieraan gerelateerde documentatie.
  • Pagina 938 De Software en hieraan gerelateerde documentatie worden in hun huidige vorm ("ZOALS DEZE IS") geleverd, zonder garantie van welke aard dan ook en SHARP en de Licentienemer(s) van SHARP (met betrekking tot bepalingen 6 en 7 zal naar SHARP en de Licentienemer(s) van SHARP gezamenlijk worden verwezen als "SHARP") WIJZEN UITDRUKKELIJK ALLE GARANTIES, IMPLICIET DAN WEL EXPLICIET, AF MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT DE GEÏMPLICEERDE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
  • Pagina 939 2019K-NL2...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mx-m6570