Data-Invoer
Stel de naam in: Metadata 1
appUserId
fromName
replyTo
documentPassword
3
appUserPassword
billCode1
Als u per ongeluk de verkeerde metadataset hebt geselecteerd of een andere metadataset wilt gebruiken indien er
een standaard metadataset is ingesteld, drukt u op de toets [Metadata-Set]. Druk op de toets [OK] in het
berichtscherm dat verschijnt. U gaat terug naar het scherm van stap 1. Metadata items die hier zijn ingevoerd worden
geannuleerd.
Data-Invoer
User ID
6
18
12
Value 1
Value 3
Value 5
4
Value 7
Value 9
Value 11
• Als u het aantal weergegeven toetsen in het scherm wilt wijzigen, drukt u op de selectietoets van aantal
weergegeven items. Selecteer 6, 12, of 18 toetsen.
• Zie
"TEKST
INVOEREN" (pagina 1-77) in "1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT" voor de procedure voor het invoeren van tekst.
Data-Invoer
Stel de naam in:Metadata 1
appUserId
Value 1
fromName
xxxx xxxx
5
replyTo
xxx@xx.xx.com
documentPassword
xxxx xxxx
appUserPassword
xxxxxx
billCode1
xxxxxx
Scannen
Internetfax
Adresboek
Origineel
Adresinvoer
Belichting
Verzendinst.
Resolutie
6
Adresoverzicht
Best.Indeling
Bestand
Kleurmodus
Spec. Functies
Snelbestand
Voorbeeld
Metadata-Set
Annuleren
OK
(1)
(2)
Annuleren
OK
Directe Invoer
Value 2
Value 4
Value 6
Value 8
Value 10
Value 12
Metadata-Set
Annuleren
OK
Faxen
Data-Invoer
Scannen:
Auto
A4
Zenden:
Auto
Auto
200x200dpi
PDF
PDF
Mono
Metadatainvoer
De toetsen van het in de metadataset
opgeslagen item verschijnt. Druk op de
toets van het item dat u wilt invoeren.
1
2
Voer het geselecteerde metadata-item in.
(1) Druk op de toets voor de waarde die u wilt invoeren.
• Wanneer de invoerwaarden van het metadata-item in
de vorm van selecties zijn, worden deze selecties als
toetsen weergegeven. Wanneer een waarde kan
1
worden bewerkt, kunt u op de toets [Directe Invoer]
2
drukken om de waarde handmatig in te voeren.
• Als het metadata item de invoer van tekst vereist,
verschijnt er een tekstinvoerscherm. Voer de vereiste
informatie in.
(2) Druk op [OK].
Als u klaar bent met het invoeren van
alle items, drukt u op [OK].
1
2
Selecteer afbeeldinginstellingen en
andere instellingen en voer de
scanverzendprocedure uit.
• De procedures voor het selecteren van instellingen en uitvoeren
van verzending zijn dezelfde als bij de andere functies.
• Om wijzigingen in de ingevoerde waarden aan te brengen,
drukt u nogmaals op de toets [Metadatainvoer]. Het
invoerscherm voor de geselecteerde metadataset verschijnt.
5-130
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave