Download Print deze pagina

Advertenties

Zoeken op basis
Zoeken op basis
van wat u wilt doen
van wat u wilt doen
EEN KOPIE MAKEN
EEN DOCUMENT
AFDRUKKEN
EEN AFBEELDING
EEN OPDRACHT
SCANNEN /
OPSLAAN EN
EEN INTERNETFAX
LATER OPNIEUW
VERZENDEN
GEBRUIKEN
BEDIENINGSHANDLEIDING
EEN FAX VERZENDEN
DE MACHINE
ONDERHOUDEN
Zoeken met de
Zoeken met de
inhoudsopgave
inhoudsopgave
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
KOPIEERMACHINE
PRINTER
FAX
SCANNER / INTERNETFAX
DOCUMENTARCHIVERING
SYSTEEMINSTELLINGEN
HET OPSPOREN VAN FOUTEN
OVER DE BEDIENINGSHANDLEIDING

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Sharp MX-M623U

  • Pagina 1 BEDIENINGSHANDLEIDING Zoeken op basis Zoeken op basis Zoeken met de Zoeken met de van wat u wilt doen van wat u wilt doen inhoudsopgave inhoudsopgave VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT KOPIEERMACHINE PRINTER EEN KOPIE MAKEN EEN DOCUMENT EEN FAX VERZENDEN AFDRUKKEN SCANNER / INTERNETFAX DOCUMENTARCHIVERING...
  • Pagina 2 EEN KOPIE MAKEN Besparen Kopieerfouten Een kopie van dit type Een kopie op dit verminderen originelen maken type papier maken Datum of De uitvoer paginanummers samenvoegen tot toevoegen een brochure Andere handige functies...
  • Pagina 3 Besparen Meerdere pagina's op één Op beide zijden van papier zijde van een vel papier kopiëren kopiëren Op voor- en achterzijde van een kaart kopiëren...
  • Pagina 4 Kopieerfouten verminderen Het aantal gescande Een set kopieën afdrukken pagina's controleren vóór om te proeflezen het kopiëren...
  • Pagina 5 Een kopie van dit soort originelen maken Meer originelen dan in één Originelen van verschillend keer geladen kunnen worden formaat Dikke originelen (aan de randen Gebonden origineel zoals een verschijnen schaduwen) boek (een pagina per keer) Boek of brochure (tegenoverliggende pagina's kopiëren)
  • Pagina 6 Een kopie op dit type papier maken Tabpapier Transparanten...
  • Pagina 7 Datum of paginanummers toevoegen Datum toevoegen Stempel toevoegen Paginanummer toevoegen Tekst toevoegen...
  • Pagina 8 De uitvoer samenvoegen tot een brochure Een geniete brochure Geniete uitvoer maken Een blanco marge voor Perforaties in uitvoer perforeren creëren maken Uivoer in het midden vouwen...
  • Pagina 9 Andere handige functies Functies voor specifieke doeleinden Een kopie van gerangschikte foto's maken Een grote poster maken Een gespiegelde kopie maken Op midden van papier kopiëren Een negatieve kopie maken Handige functies Twee machines tegelijk gebruiken Prioriteit geven aan een kopieeropdracht Status van een opdracht in de wachtrij controleren Omslagbladen/inlegvellen invoegen in kopieeruitvoer Een dun origineel kopiëren...
  • Pagina 10 EEN DOCUMENT AFDRUKKEN De uitvoer Besparen Afdrukken Aantrekkelijke samenvoegen tot zonder computer uitvoer afdrukken een brochure Afdrukken op dit Tekst of een type papier afbeelding toevoegen Andere handige functies...
  • Pagina 11 Besparen Op beide zijden van papier Meerdere pagina's op één afdrukken papierzijde afdrukken...
  • Pagina 12 Afdrukken zonder computer F T P Een FTP-bestand afdrukken Een bestand op een USB-geheugenapparaat afdrukken Een bestand in een Een bestand dat in de machine netwerkmap afdrukken is opgeslagen afdrukken...
  • Pagina 13 Aantrekkelijke uitvoer afdrukken Afdruk aan papierformaat Helderheid en contrast aanpassen aanpassen Vage tekst en regels Lijndikte aanpassen tijdens verscherpen het afdrukken...
  • Pagina 14 De uitvoer samenvoegen tot een brochure Een geniete brochure Geniete uitvoer maken Een blanco marge voor Perforaties in uitvoer perforeren creëren maken Bepaalde pagina's op voorzijde van papier afdrukken...
  • Pagina 15 Afdrukken op dit type papier Transparanten Tabpapier De afbeelding 180 graden Bepaalde pagina's op ander draaien papier afdrukken...
  • Pagina 16 Tekst of een afbeelding toevoegen Een watermerk aan de Een afbeelding over de afdrukgegevens toevoegen afdrukgegevens plakken Een vaste vorm over de afdrukgegevens plakken...
  • Pagina 17 Andere handige functies Formaat of afdrukstand van de afdrukgegevens corrigeren Afdrukbeeld vergroten of verkleinen Een gespiegelde afbeelding afdrukken Veiligheid is van belang Vertrouwelijk afdrukken Een versleuteld PDF-bestand afdrukken Functies voor specifieke doeleinden Een 'kopiefactuur' afdrukken Een grote poster maken Handige functies Prioriteit geven aan een afdrukopdracht Twee machines tegelijk gebruiken Veel gebruikte afdrukinstellingen opslaan...
  • Pagina 18 EEN FAX VERZENDEN Besparen Dit type document Verzending naar de verkeerde Zend een duidelijk verzenden bestemming voorkomen document Werk besparen Veiligheid is van belang Andere handige functies...
  • Pagina 19 Besparen Verzend als het laagste Controleer ontvangen tarief geldt gegevens vóór het afdrukken Stuur twee originelen als Geef een verzending door één pagina via een bijkantoor...
  • Pagina 20 Dit type document verzenden Dikke originelen (aan de randen Gebonden origineel zoals een verschijnen schaduwen) boek (een pagina per keer) Meer originelen dan in één Originelen van verschillend keer geladen kunnen worden formaat Aan beide zijden bedrukt Identiteitskaart of andere origineel kaart...
  • Pagina 21 Verzending naar de verkeerde bestemming voorkomen Controleer de bestemming Controleer het resultaat nogmaals voor verzending van de verzending Controleer het logboek van Bestempel gescande vorige verzendingen originelen...
  • Pagina 22 Zend een duidelijk document Pas de belichting aan Pas de kwaliteit van de afbeelding aan Geef het formaat op vóór Zonder schaduwen aan de verzending randen verzenden...
  • Pagina 23 Werk besparen Veel gebruikte instellingen Naar meerdere opslaan bestemmingen verzenden X X X X - 6 7 8 9 X X X X - 6 7 8 9 X X X X - 9 8 7 4 X X X X - 9 8 7 4 Het verzendlogboek Gemakkelijk een adres X X X X - 4 5 6 7...
  • Pagina 24 Veiligheid is van belang Controleer de bestemming Vertrouwelijk verzenden nogmaals voor verzending Ontvangst van een Afdrukbeveiligde document van een ontvangstgegevens zendende machine starten Een document op verzoek van een andere machine verzenden...
  • Pagina 25 Andere handige functies Handige beheerfuncties Een ontvangen fax naar een netwerkadres doorsturen Een adressenlijst afdrukken Handige functies Een dun origineel verzenden Een verzendbestemming selecteren uit een globaal adresboek Prioriteit geven aan een verzending Een telefoontoestel gebruiken...
  • Pagina 26 EEN AFBEELDING SCANNEN / EEN INTERNETFAX VERZENDEN Een duidelijke Dit type document Verzending naar de verkeerde Een kleiner afbeelding verzenden verzenden bestemming voorkomen bestand verzenden Werk besparen Scannen van computer Andere handige functies...
  • Pagina 27 Een duidelijke afbeelding verzenden Het contrast of de De resolutie aanpassen beeldkwaliteit aanpassen vóór verzending Zonder schaduwen aan de De achtergrond van een verzonden randen verzenden document onderdrukken...
  • Pagina 28 Dit type document verzenden Dikke originelen (aan de randen Gebonden origineel zoals een verschijnen schaduwen) boek (een pagina per keer) Meer originelen dan in één Originelen van verschillend keer geladen kunnen worden formaat Aan beide zijden bedrukt Origineel met achtergrond origineel...
  • Pagina 29 Verzending naar de verkeerde bestemming voorkomen Controleer het resultaat Controleer het logboek van van de verzending vorige verzendingen Bestempel gescande originelen...
  • Pagina 30 Een kleiner bestand verzenden Met een lagere resolutie Een bestand comprimeren verzenden vóór verzending Een afbeelding verkleinen Een afbeelding in zwart-wit vóór verzending verzenden Stuur twee originelen als Identiteitskaart of andere één pagina kaart...
  • Pagina 31 Werk besparen Veel gebruikte instellingen Naar meerdere opslaan bestemmingen verzenden a a a @ a a . a a . c a a a @ a a . a a . c o b b b @ b b . b b . b b b @ b b .
  • Pagina 32 Andere handige functies Handige beheerfuncties Een ontvangen fax naar een netwerkadres doorsturen Een lijst verzendbestemmingen afdrukken Handige functies Een dun origineel scannen Een verzendbestemming selecteren uit een globaal adresboek Op een specifiek tijdstip verzenden Prioriteit geven aan een verzending In USB-geheugenmodus verzenden Lege pagina's uit een verzending verwijderen...
  • Pagina 33 EEN OPDRACHT OPSLAAN EN LATER OPNIEUW GEBRUIKEN Een bestand Mijn bestanden Een belangrijk Een groep bestanden zoeken ordenen document opslaan afdrukken...
  • Pagina 34 Een bestand zoeken Een bestand zoeken met Zoeken door de inhoud van een trefwoord bestanden te controleren...
  • Pagina 35 Mijn bestanden ordenen Een bestand verwijderen Alle bestanden verwijderen Regelmatig bestanden Van map wisselen verwijderen...
  • Pagina 36 DE MACHINE ONDERHOUDEN De machine Een tonercartridge De nietcartridge De nietcartridge schoonmaken vervangen vervangen vervangen...
  • Pagina 37 De machine schoonmaken De glasplaat en de automatische documentinvoereenheid De aanvoerrol van de schoonmaken handinvoer schoonmaken...
  • Pagina 38 OVER DE BEDIENINGSHANDLEIDING U kunt op twee manieren naar een onderwerp zoeken in deze handleiding: u kunt een menu "Ik wil..." gebruiken, of de normale inhoudsopgave. Bij de volgende uitleg wordt uitgegaan van het gebruik van Adobe Reader 8.0. (Sommige knoppen worden niet weergegeven in de standaardstatus.) Terug naar de eerste pagina ( Terug naar de laatst weergegeven pagina (...
  • Pagina 39 DE HANDLEIDING GEBRUIKEN Klik op een van onderstaande knoppen om naar de pagina te gaan die u wil weergeven. (1) (2) (3) Terug naar eerste pagina knop Adobe Reader Help knop Als een bewerking niet verloopt als verwacht, klik dan op Opent Adobe Reader Help.
  • Pagina 40 MET HET APPARAAT MEEGELEVERDE HANDLEIDINGEN Handleidingen in PDF-indeling (deze handleiding) De handleidingen in PDF-indeling bieden uitgebreide beschrijvingen van procedures voor gebruik van de machine in elke modus. Bekijk de PDF-handleidingen door ze te downloaden van de harde schijf van de machine. De procedure voor het downloaden van de handleidingen wordt beschreven in "Hoe u de PDF-handleidingen downloadt"...
  • Pagina 41 • Behoudens voorzover wettelijk vereist kan SHARP niet aansprakelijk worden gesteld voor defecten die optreden gedurende het gebruik van het product of zijn opties, of defecten die het gevolg zijn van een onjuiste bediening van het product en zijn opties, of andere defecten, of voor enige schade die voortkomt uit het gebruik van het product.
  • Pagina 42 • PAPIER PLAATSEN IN PAPIERLADE 3 ..1-32 SHARP OSA ......1-66 •...
  • Pagina 43 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ONDERHOUD REGELMATIG ONDERHOUD ....1-69 • DE GLASPLAAT EN AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER REINIGEN ... 1-69 •...
  • Pagina 44 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Dit hoofdstuk biedt basisinformatie over het apparaat. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. ONDERDELEN EN FUNCTIES BUITENZIJDE (5) (6) Zadelsteek afwerkingseenheid (MX-FN16) Automatische origineelinvoer Dit uitvoerapparaat maakt het gebruik van de nietfunctie Zorgt voor het automatisch invoeren en scannen van en staffelfunctie mogelijk.
  • Pagina 45 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT (10) (11) (15) (14) (13) (12) USB-aansluiting (A-type) (13) Lade 1-Lade 2 Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed). In deze lades wordt papier geplaatst. In lade 1 kan Deze wordt gebruikt om een USB-toestel of een ongeveer 800 vel standaard papier van A4- of USB-geheugen op het apparaat aan te sluiten.
  • Pagina 46 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT BINNENZIJDE (16) (17) (18) (19)(20) (21) (22) (25) (24) (23) (16) Duplexeenheid (22) Bovenste klep van hoge capaciteitlade Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen uit Open de klep als er papier is vastgelopen in de hoge de samenvoegeenheid.
  • Pagina 47 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER EN GLASPLAAT Klep origineelinvoergedeelte Scangedeelte Open deze klep om een vastgelopen origineel te Hier worden originelen gescand die in de automatische verwijderen of de papierinvoerrol te reinigen. origineelinvoer zijn geplaatst. ☞ REGELMATIG ONDERHOUD (pagina 1-69) Origineelgeleiders Detector origineelformaat...
  • Pagina 48 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ZIJDE EN ACHTER Aansluiting extra telefoon USB-aansluiting (A-type) Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed). Wanneer de faxfunctie van de machine wordt gebruikt, Deze wordt gebruikt om een USB-toestel of een kan een extra telefoon op deze stekerbus worden USB-geheugen op het apparaat aan te sluiten.
  • Pagina 49 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT BEDIENINGSPANEEL OPDRACHT STATUS AFDRUKKEN GEREED DATA SYSTEEM BEELD INSTELLINGEN VERZENDEN LIJN DATA BEGIN LOGOUT Aanraakscherm Numerieke toetsen Op het aanraakscherm worden meldingen en toetsen Deze toetsen worden gebruikt om het aantal kopieën, weergegeven. faxnummers en andere cijfers in te voeren. Met deze Druk op de weergegeven toetsen om de gewenste toetsen worden ook getalswaarden voor instellingen functies te bedienen.
  • Pagina 50 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT OPDRACHT STATUS AFDRUKKEN GEREED DATA SYSTEEM BEELD INSTELLINGEN VERZENDEN LIJN DATA BEGIN LOGOUT (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16) Toets [START] (13) Toets [STOP] ( Druk op deze toets om een origineel te kopiëren of te Druk op deze toets om een kopieer- of scanopdracht te scannen.
  • Pagina 51 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AANRAAKSCHERM Dit gedeelte legt het gebruik van het aanraakpaneel uit. • Zie voor het invoeren van tekst "TEKST INVOEREN" (pagina 1-77). • Zie "Algemene handelingsmethoden" (pagina 7-4) in "7. SYSTEEMINSTELLINGEN" voor informatie over de schermen en procedures voor het gebruik van de systeeminstellingen. Het aanraakscherm gebruiken Voorbeeld 1 BEELD...
  • Pagina 52 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Voorbeeld 4 Functieoverzicht Spec. Functies Kantlijn Schuiven:Rechts Dubbelz. Kopie Verschuiving Voor:10mm/Achter:10mm Normaal Normaal Rand:10mm Wissen Uitvoer Midden:10mm Belichting Kaften/ Voor:Dubbelzijdig/Achter:Invoegen Auto Bestand Insteekv Invoegsel A:10pagina/B:10pagina Snelbestand Kopieerfactor Origineel Papierformaat 100% Auto Auto Voorbeeld Normaal papier Als u ten minste één speciale functie selecteert, Door te drukken op de toets geeft u een lijst met...
  • Pagina 53 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT STATUSWEERGAVE Als het basisscherm van een functie verschijnt, wordt aan de rechterkant van het aanraakscherm de machinestatus weergegeven. De getoonde informatie wordt hieronder uitgelegd. Voorbeeld: Basisscherm van de kopierfunctie Bezig met kopieren vanaf lade 1. Opdracht Status Opdracht Status Onderbreken...
  • Pagina 54 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT SYSTEEMBALK De systeembalk verschijnt onderaan het aanraakscherm. Hieronder wordt uitleg gegeven over de items in de systeembalk. MFP-status Spec. Functies 020/015 Dubbelz. Kopie Kopieren Normaal Normaal Uitvoer 020/015 Belichting Wachten Auto Bestand 020/015 Snelbestand Wachten Kopieerfactor Origineel Papierformaat...
  • Pagina 55 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Dit verschijnt wanneer de gegevensbeveiligingskit wordt gebruikt. Dit verschijnt als de functie externe bediening wordt gebruikt. Dit pictogram verschijnt wanneer de machine wordt verbonden met externe toepassingen. Toets Helderheid aanpassen Druk op deze toets om de helderheid van het aanraakscherm aan te passen.
  • Pagina 56 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN De hoofdschakelaar bevindt zich achter de voorklep, rechts bovenin. De andere voedingsschakelaar is de toets [AAN] ) rechtsboven op het bedieningspaneel. Hoofdvoedingsschakelaar Toets [AAN] Als de hoofdvoedingsschakelaar is ingeschakeld, brandt de hoofdvoedingsindicator op het bedieningspaneel.
  • Pagina 57 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ENERGIEBESPARENDE FUNCTIES Dit product is voorzien van de volgende twee energiebesparende functies die voldoen aan Energy Star-richtlijnen om te helpen bij de instandhouding van onze natuurlijke energiebronnen en het terugdringen van de milieuvervuiling. Voorverwarmingsmodus (Verminderd energieverbruik) Deze functie verlaagt automatisch de temperatuur van de fuser voor een verminderd stroomverbruik wanneer het apparaat gedurende een onder "Instelling Voorverwarmingsfunctie"...
  • Pagina 58 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT GEBRUIKERSAUTHENTICATIE Met gebruikersauthenticatie wordt het gebruik van de machine beperkt tot gebruikers die geregistreerd zijn. De functies die iedere gebruiker mag gebruiken, kunnen worden opgegeven, zodat de machine kan worden aangepast aan de behoeften van uw werkplek. Wanneer de beheerder van de machine de gebruikersauthenticatie heeft inschakeld, moet elke gebruiker inloggen om de machine te gebruiken.
  • Pagina 59 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Druk op [OK]. Gebruikersauthenticatie Nadat het ingevoerde gebruikersnummer is geauthenticeerd, wordt kort het aantallenscherm weergegeven. Gebruiksstatus: gebr./resterende pag. Zwart/wit : 87,654,321/12,345,678 Aanm. beheer. Het aantal resterende pagina's verschijnt wanneer paginalimieten zijn ingesteld in "Lijst van paginalimietgroepen" in de systeeminstellingen (beheerder).
  • Pagina 60 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AUTHENTICATIE OP BASIS VAN LOGINNAAM / WACHTWOORD Volg de onderstaande procedure om in te loggen met een van de beheerder van het apparaat of de beheerder van de LDAP-server ontvangen loginnaam of wachtwoord. Gebruikersauthenticatie Gebruikersnaam Gebruik.Naam Wachtwoord Auth.
  • Pagina 61 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Druk op de toets [Wachtwoord]. Gebruikersauthenticatie Er verschijnt een tekstinvoerscherm voor het invoeren van het wachtwoord. Gebruikersnaam Voer uw wachtwoord in zoals opgeslagen onder User 0001 Gebruik.Naam "Gebruikerslijst" in de systeeminstellingen (beheerder). Wachtwoord Auth. om: Lokaal aanmelden Als u inlogt op een LDAP-server, voer dan het wachtwoord in dat is opgeslagen bij uw loginnaam voor de LDAP-server.
  • Pagina 62 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Druk op [OK]. Gebruikersauthenticatie Nadat de ingevoerde loginnaam en het ingevoerde wachtwoord zijn geauthenticeerd, wordt kort het aantallenscherm weergegeven. Gebruikersnaam Gebruik.Naam User 0001 Gebruiksstatus: gebr./resterende pag. Wachtwoord Zwart/wit : 87,654,321/12,345,678 Auth. om: Lokaal aanmelden (Als LDAP-authenticatie wordt gebruikt, worden andere Het aantal resterende pagina's verschijnt wanneer paginalimieten zijn items in het scherm weergegeven.) ingesteld in "Lijst van paginalimietgroepen"...
  • Pagina 63 Modustoetsen Titel Dit geeft de titel van het scherm mijn menu weer. Gebruik deze toetsen om tussen de functies kopieren, beeld verzenden, documentarchivering en Sharp OSA te Sneltoets schakelen. Toetsnamen en afbeeldingen kunnen worden Een geregistreerde functie verschijnt als sneltoets.
  • Pagina 64 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT EXTERNE BEDIENING VAN DE MACHINE Met de functie externe bediening kunt u de machine vanuit uw computer bedienen. Als deze functie is toegevoegd, verschijnt hetzelfde scherm als het bedieningspaneelscherm op uw computer. Daarmee kunt u de machine vanaf uw computer op dezelfde manier bedienen alsof u voor de machine staat.
  • Pagina 65 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT OPGESLAGEN ITEMS IN HET OPDRACHTLOGBOEK De machine slaat de uitgevoerde opdrachten op in het opdrachtlogboek. De belangrijkste informatie die wordt opgeslagen in het opdrachtlogboek wordt hieronder beschreven. • Om het tellen van de totale gebruiksaantallen van apparaten met een verschillende configuratie te vereenvoudigen, worden de in het opdrachtlogboek opgeslagen items vastgelegd, ongeacht geïnstalleerde randapparatuur en de reden van de opslag.
  • Pagina 66 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Itemnaam Beschrijving Onderwerp betreffende Uitvoer De uitvoermodus van een afdrukopdracht. afdrukopdracht Nieten De nietstatus. Aantal nietjes Het aantal nietjes. Aantal perforaties Het aantal perforaties. Vouwen Opgeslagen in een opdracht die de vouwfunctie gebruikt. Aantal vouwen Aantal gevouwen pagina's.
  • Pagina 67 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Itemnaam Beschrijving Gedetailleerde items Formaat Origineel Formaat van een gescand origineel. Voor een afdrukopdracht met document archiveren is dit het papierformaat van het bestand. Origineeltype Origineeltype (tekst, afgedrukte foto enz.) dat is ingesteld in het scherm met belichtingsinstellingen.
  • Pagina 68 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIER LADEN BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER Dit hoofdstuk bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u papier in de papierladen laadt. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u papier laadt. NAAM EN PLAATS VAN DE LADEN De benaming van de laden is als volgt: Handinvoerlade Papierlade 1...
  • Pagina 69 • SHARP standaard normaal papier (80 g/m (21 lbs.)). Raadpleeg de specificaties in de Beknopte bedieningshandleiding voor papierspecificaties. • Ander normaal papier dan SHARP standaard papier (60 g/m tot 105 g/m (16 lbs. tot 28 lbs.)) Gerecycled paper, gekleurd paper, reeds geperforeerd paper, voorbedrukt papier en briefpapier moeten voldoen aan dezelfde specificaties als normaal papier.
  • Pagina 70 • De beeldkwaliteit en geschiktheid voor fusing van het papier wisselt mogelijk naargelang de omgeving, bedrijfssituatie en papiereigenschappen. De afbeeldingkwaliteit is dan minder dan u zou verkrijgen op SHARP standaardpapier. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger als u advies wilt over het gebruik van deze soorten papier.
  • Pagina 71 PAPIER PLAATSEN IN PAPIERLADE 1 - PAPIERLADE 2 In papierlade 1 en papierlade 2 kan papier van A4-formaat (8-1/2" x 11") worden geplaatst. Dit zijn parallelle grote lades waarin in totaal ongeveer 2000 vel standaardpapier van SHARP kan worden geplaatst (80 g/m (20 lbs.)). Zie "HET PAPIERFORMAAT...
  • Pagina 72 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT U bent nu klaar met het plaatsen van papier in papierlade 1/papierlade 2. HET PAPIERFORMAAT WIJZIGEN IN PAPIERLADE 1 - PAPIERLADE 2 Volg onderstaande stappen om het papierformaat van papierlade 1 - papierlade 2 te wijzigen. In deze paragraaf wordt uitsluitend het wijzigen van het papierformaat uitgelegd.
  • Pagina 73 Trek rustig aan de lade totdat deze niet meer verder gaat. Plaats papier in de lade. De papierstapel mag niet hoger zijn dan de indicatorstreep (niet meer dan 500 vel standaard papier van SHARP (80 g/m (20 lbs.)). "HET PAPIERFORMAAT WIJZIGEN IN PAPIERLADE 3"...
  • Pagina 74 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Duw papierlade 3 voorzichtig in het apparaat. Druk stevig tegen de lade totdat deze volledig in het apparaat zit. Stel de papiersoort in. Als het papierformaat was gewijzigd van een AB-formaat in een inch-formaat of vice versa of als de papiersoort was gewijzigd, pas de betreffende instellingen dan aan zoals uitgelegd in "Papierlade-Instellingen"...
  • Pagina 75 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT U bent nu klaar met het wijzigen van het papierformaat voor papierlade 3. Tabbladen plaatsen Als u tabbladen gebruikt, volg dan onderstaande stappen voor het bevestigen van de speciale geleider op de verdeelplaat aan de onderkant van de tabbladen. (In lade 4 kunnen geen tabbladen worden geplaatst.) Pak de papiergeleider voor tabbladen.
  • Pagina 76 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Plaats de tabbladen in de papierlade. Plaats de tabbladen met de afdrukzijde naar boven. [Voorbeeld]: Zorg dat de posities van de tabs overeenkomen met die van het origineel, zoals hieronder afgebeeld. Origineel Tabpapier Voor- zijde Eerste Tweede Derde...
  • Pagina 77 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIERLADE-INSTELLINGEN VAN PAPIERLADE 5 (GROTE A4-LADE) PAPIER LADEN In de hoge capaciteitlade kan maximaal 3500 vel van het formaat A4, B5 of 8-1/2" x 11" (80 g/m (20 lbs.)) worden geplaatst. Het papierformaat van lade 5 kan alleen worden gewijzigd door een servicemonteur. Als u het papierformaat moet wijzigen, raadpleeg dan uw leverancier of de dichtst bijzijnde erkende servicevertegenwoordiger.
  • Pagina 78 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Duw de papierlade rustig terug in het apparaat. Druk stevig tegen de lade totdat deze volledig in het apparaat zit. Als u een ander type papier hebt geladen dan ervoor, vergeet dan niet het type papier te wijzigen bij "Papierlade-Instellingen"...
  • Pagina 79 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIERLADE-INSTELLINGEN VAN PAPIERLADE 5 (GROTE A3-LADE) PAPIER LADEN In de hoge capaciteitlade (MX-LCX3N) kan maximaal 3000 vel papier van B5- tot A3-formaat (8-1/2" x 11" tot 11" x 17") (80 g/m (20 lbs.)) worden geplaatst. Zie de specificaties in de Beknopte bedieningshandleiding en in "Papierlade-Instellingen"...
  • Pagina 80 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Plaats het papier tussen de papiergeleiders. Indicatiestreep Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven. Nadat een bepaalde hoeveelheid papier op de papiertafel is geplaatst, zakt de papiertafel automatisch een klein stukje en stopt dan. Ga door met het plaatsen van papier op deze manier. De papierstapel mag niet hoger zijn dan de indicatiestreep.
  • Pagina 81 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT HET PAPIERFORMAAT WIJZIGEN Volg onderstaande procedure voor het wijzigen van het papierformaat van de hoge capaciteitlade (MX-LCX3N). Aan de hand van deze procedure wordt uitsluitend het wijzigen van het papierformaat uitgelegd. Voor het openen/sluiten van de papierlade en het plaatsen van papier, zie "PAPIER LADEN"...
  • Pagina 82 (16 lbs. Bond tot 110 lbs. Index) Papierinhoud 3000 vel (80 g/m (21 lbs. Bond) Papiersoorten Aanbevolen standaard papier van SHARP, gerecycled papier, kleurenpapier, zwaar papier Voeding Vanaf het apparaat Afmetingen 690 mm (B) x 578 mm (D) x 522 mm (H) (27-11/64"...
  • Pagina 83 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIER LADEN IN DE HANDINVOERLADE De handinvoer kan worden gebruikt voor het afdrukken op gewoon papier, etikettenvellen, tabpapier en andere speciale media. Er kunnen maximaal 100 vellen papier worden geladen (maximaal 40 vellen zwaar papier) voor ononderbroken afdrukken zoals met de andere laden.
  • Pagina 84 BELANGRIJKE WENKEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE HANDINVOERLADE • Bij het gebruik van ander gewoon papier dan het SHARP-standaardpapier of andere speciale media dan de door SHARP aanbevolen transparanten, of wanneer u afdrukt op de achterkant van eerder gebruikt papier, moet het papier met één vel tegelijk worden geladen.
  • Pagina 85 OPGEVEN" (pagina 2-28) ☞ 4. FAX "WEERGAVE-INSTELLINGEN" (pagina 4-47) ☞ 5. SCANNER / INTERNETFAX "WEERGAVE-INSTELLINGEN" (pagina 5-53) Toegestaan gewichten voor originelen MX-M623U/MX-M753U Enkelzijdig kopiëren: 35 g/m tot 128 g/m (9 Ibs. tot 34 Ibs.) Dubbelzijdig kopiëren: 50 g/m tot 128 g/m (15 Ibs.
  • Pagina 86 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Zorg dat uw originelen niet op de glasplaat achterblijven. Open de automatische origineelinvoer, controleer of er geen origineel op de glasplaat aanwezig is en sluit de automatische origineelinvoer weer. Stel de origineelgeleiders af op de breedte van de originelen.
  • Pagina 87 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT HET ORIGINEEL OP DE GLASPLAAT PLAATSEN In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een origineel op de glasplaat plaatst. Toegestane formaten voor originelen Als het origineel van niet-standaardformaat is, zie dan Maximaal formaat origineel de betreffende onderstaande uitleg voor de door u gebruikte functie.
  • Pagina 88 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Sluit de automatische origineelinvoer. Nadat u het origineel op zijn plaats hebt gelegd, moet u de automatische origineelinvoer sluiten. Als die open blijft, zullen de delen die buiten het origineel vallen zwart worden gekopieerd, waardoor te veel toner zou worden verbruikt. Een dik boek plaatsen Wanneer u een dik boek of een ander dik origineel plaatst, volgt u onderstaande stappen om het boek plat te drukken.
  • Pagina 89 RANDAPPARATUUR In dit gedeelte wordt de randapparatuur beschreven die samen met het apparaat kan worden gebruikt en wordt het gebruik uitgelegd van de afwerkingeenheid, de zadelsteek afwerkingseenheid en de Sharp OSA (applicatie-communicatiemodule en module voor externe accounts). RANDAPPARATUUR Het apparaat kan worden voorzien van randapparatuur voor extra functionaliteit.
  • Pagina 90 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Productnaam Productnummer Beschrijving Hiermee wordt het geheugen uitgebreid dat op de machine Optioneel geheugen MX-SMX3 wordt gebruikt. Internetfaxuitbreidingskit MX-FWX1 Maakt het gebruik van de internetfaxfunctie mogelijk. Faxuitbreidingskit MX-FXX2 Voegt een faxfunctie toe. De applicatie-integratiemodule kan worden gecombineerd met Applicatie-integratiemodule MX-AMX1 de netwerkscannerfunctie om een metagegevensbestand* aan...
  • Pagina 91 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AFWERKINGEENHEID EN ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID De afwerkingeenheid en de zadelsteek afwerkingseenheid zijn uitgerust met de staffelfunctie, die elke set uitgevoerde kopieën los van de vorige set neerlegt zodat de sets van elkaar worden gescheiden. Iedere gescheiden set kopieën kan bovendien worden geniet. De zadelsteek afwerkingseenheid kan een set kopieën automatisch in het midden nieten en de pagina's vouwen om een brochure te maken.
  • Pagina 92 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT SPECIFICATIES Naam Afwerkingeenheid (MX-FN15) Zadelsteek afwerkingseenheid (MX-FN16) Aantal lades Papieruitvoer Uitvoer met afdrukzijde naar beneden Papierinhoud Bovenste papierlade/Middelste papierlade: Bovenste papierlade/Onderste papierlade: Niet nieten: Niet nieten: 2000 vel papier of een totale dikte van 2000 vel papier of een totale dikte van maximaal 250 mm (9-53/64"): maximaal 250 mm (9-53/64"): A4, B5, A5R, A4, B5, A5R, 8-1/2"...
  • Pagina 93 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Afmetingen Met ingeklapte lade: 700 mm (B) x 630 mm (D) x 1150 mm(H) (27-9/16" (B) x 24-13/16" (D) x 45-9/32" (H)) Met uitgeklapte lade: 813 mm (B) x 630 mm (D) x 1150 mm(H) (32"...
  • Pagina 94 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT De cartridge in de afwerkingseenheid vervangen Open de voorste klep van de afwerkingeenheid. Laat de blauwe hendel in de nieteenheid zakken en schuif de nietcartridge naar buiten. Trek het lege nietjesmagazijn recht omhoog uit de cartridge. Plaats een nieuw nietjesmagazijn in de cartridge.
  • Pagina 95 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Sluit de voorste klep van de afwerkingseenheid. Maak een testafdruk of testkopie in de modus nietsorteren om te controleren of het apparaat correct niet. De cartridge in de zadelsteek afwerkingseenheid vervangen Alleen als de zadelsteek afwerkingseenheid (MX-FN16) is geïnstalleerd. Open de onderste klep van de zadelsteek afwerkingseenheid.
  • Pagina 96 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Breng de zadelsteek-nietjeshouder en de zadelsteekeenheid terug op hun plaats. Zorg dat de afwerkingseenheid goed op het apparaat is bevestigd en dat er papier van A3-, A4R-, of B4-formaat (11"x17", 8-1/2"x11"R of 8-1/2"x14") is geplaatst. Indien één van bovengenoemde formaten niet is geplaatst, kan er geen niettest worden uitgevoerd.
  • Pagina 97 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AFWERKINGSEENHEID (3 LADES) voorzien van de staffelfunctie, die elke nieuwe uitvoer los van de vorige set neerlegt, en afwerkingseenheid (3 lades) is van de functie nietsorteren, die elke uitvoerset niet. Er kan ook een perforatiemodule worden geïnstalleerd om uitvoer te perforeren. ONDERDEELNAMEN Stapelaar Klep rechtsvoor...
  • Pagina 98 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT SPECIFICATIES Naam Afwerkingseenheid (3 lades) (MX-FN14) Papierformaat A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13-1/2", 8-1/2" x 13-2/5", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R, 5-1/2"...
  • Pagina 99 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Nieteenheid Papierformaten waarvoor nieten A3, B4, A4, A4R, B5, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13-1/2", 8-1/2" x 3-2/5", mogelijk is 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8K, 16K (Er zijn vier nietposities: 1 nietje aan de voorkant, 1 nietje aan de achterkant, 2 nietjes en 1 nietje aan de achterkant (diagonaal).) Maximum aantal te nieten vellen...
  • Pagina 100 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE NIETCARTRIDGE VERVANGEN Als de afwerkingseenheid (3 lades) wordt gebruikt, verschijnt er een bericht op het bedieningspaneel als de nietcartridge bijna leeg is. Volg de onderstaande procedure om de nietjespatroon te vervangen. Open de klep linksvoor van de afwerkingseenheid.
  • Pagina 101 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Trek de verzegeling van de nietjes in een rechte lijn naar buiten. Plaats de klep terug op zijn plaats. Plaats de nietcartridge terug in de nieteenheid. Duw de nietcartridge in de eenheid totdat de lipjes worden vergrendeld en duw de hendel vervolgens naar beneden totdat deze op zijn plaats vast klikt.
  • Pagina 102 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT INVOEGEENHEID Met de invoegeenheid kunnen blanco of bedrukte vellen als kaft of tussenblad worden toegevoegd aan uitgevoerde kopieën of afdrukken, zonder dat de afdrukfunctie wordt gebruikt. Via de invoegeenheid kan zwaar papier worden ingevoerd dat niet via de andere lades kan worden ingevoerd. Uitgevoerde afdrukken kunnen ook per set door de invoegeenheid worden ingevoerd om te worden geniet of geperforeerd, zonder dat de nietfunctie of de functie nietsorteren door de afwerkingseenheid wordt uitgevoerd (zie "HANDMATIGE BEDIENING VAN DE...
  • Pagina 103 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT SPECIFICATIES Naam Invoegeenheid (MX-CF10) Papiergewicht 60 tot 256 g/m (16 lbs. tot 68* lbs.) *Voor indexpapier, met een gewicht van 140-lbs. Papiersoorten Standaard papier, speciaal papier (transparanten, gekleurd papier, geperforeerd papier, tabbladen, enzovoort) (Vraag uw dealer naar de speciale papiersoorten die kunnen worden gebruikt.) Papierformaat A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, 11"...
  • Pagina 104 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT HANDMATIGE BEDIENING VAN DE INVOEGEENHEID De invoegeenheid kan worden gebruikt om te nieten of te perforeren zonder dat de kopieerfunctie wordt gebruikt. Deze functies kunnen worden geselecteerd op het bedieningspaneel van de invoegeenheid. Toets [Perfor.] Toets/indicator [Start] Wanneer een perforatiemodule op de afwerkingseenheid Nadat u de instellingen voor perforeren of nieten heeft...
  • Pagina 105 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Alarmmelding Als de indicator van de toets [Start] op het bedieningspaneel van de invoegeenheid knippert en de indicator van de toets [Perf.] of [Nieten] ook knippert of brandt, dan wordt de functie niet gestart als u op de toets [Start] drukt. Los het probleem op volgens onderstaande aanwijzingen, afhankelijk van welke indicatoren branden of knipperen.
  • Pagina 106 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Gebruik van de invoegeenheid Zie de specificaties van de afwerkingeenheid of zadelsteek afwerkingseenheid op pagina 1-51 voor papierformaten die kunnen worden geniet of geperforeerd. Sommige papiersoorten kunnen niet worden geniet of geperforeerd (zie "OPMERKINGEN" op pagina 1-54). Gebruik deze papiersoorten niet.
  • Pagina 107 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT SHARP OSA Sharp OSA (Open Systems Architecture) is een standaard die het mogelijk maakt om informatie te delen en te distribueren op een dusdanig geavanceerde wijze zoals voorheen niet mogelijk was op een digitale multifunctionele machine zelf.
  • Pagina 108 Wanneer het selectievakje [Authenticatie door externe server inschakelen] wordt geselecteerd in "Instellingen extern account" van "Sharp OSA-instellingen" in de systeeminstellingen (beheerder), gaat de machine de externe authenticatiemodus in. Als de machine wordt aangezet in externe authenticatiemodus, opent de machine de externe account-applicatie en verschijnt het inlogscherm.
  • Pagina 109 UITSCHAKELEN" (pagina 1-15). Externe telmodus Wanneer enkel de instelling [Extern accountbeheer] wordt ingeschakeld in "Instellingen extern account" van "Sharp OSA-instellingen" in de systeeminstellingen (beheerder), gaat de machine de externe telmodus in. Anders dan bij de externe authenticatiemodus, wordt het inlogscherm van de externe account-applicatie niet weergegeven als de machine in de externe telmodus wordt gestart.
  • Pagina 110 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ONDERHOUD In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het apparaat reinigt en hoe u de tonercartridges en de stempelcartridge vervangt. REGELMATIG ONDERHOUD Om te waarborgen dat het apparaat optimale prestaties levert, moet het regelmatig worden gereinigd. Waarschuwing Gebruik geen ontvlambare sprays voor het reinigen van het apparaat.
  • Pagina 111 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Open de automatische origineelinvoer en verwijder het glasreinigingsmiddel. Reinig het automatische scangedeelte op de glasplaat met de glasreiniger. De ene scanplek is op de glasplaat, de andere bevindt zich in de automatische origineelinvoer. Reinig het scangedeelte van de automatische origineelinvoer met de glasreiniger.
  • Pagina 112 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE INVOERROL VAN DE HANDINVOERLADE REINIGEN Als het papier vaak vastloopt bij het laden van zwaar papier via de handinvoer, veeg dan het oppervlak van de invoerrol schoon met een schone zachte doek die is bevochtigd met water of een mild reinigingsmiddel. 1-71 Inhoudsopgave...
  • Pagina 113 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE TONERCARTRIDGES VERVANGEN Let erop dat u de tonercartridge vervangt zodra de melding "Vervang de tonercartridge." verschijnt. In kopieermodus Gereed voor scannen kopie. (Tonerniveau is laag.) Gereed voor scannen kopie. (Vervang de tonercartridge.) Als u de machine blijft gebruiken zonder de cartridge te vervangen, verschijnt het volgende bericht zodra de toner op is.
  • Pagina 114 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Open de voorklep. Verwijder de tonercartridge voorzichtig. Houd de tonercartridge met beide handen vast zoals afgebeeld en trek deze uit het apparaat. Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking en schud deze vijf of zes keer in horizontale richting.
  • Pagina 115 • Als een tonercartridge rechtop wordt bewaard, kan de toner hard worden en is hij niet langer bruikbaar. Bewaar tonercartridges altijd liggend op hun zijkant met de bovenkant omhoog. • Als u een andere tonercartridge gebruikt dan door SHARP aanbevolen, krijgt u misschien geen optimale kwaliteit, terwijl het apparaat mogelijk wordt beschadigd. Gebruik een door SHARP aanbevolen tonercartridge.
  • Pagina 116 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE STEMPELCASSETTE VERVANGEN Wanneer een stempeleenheid op de automatische origineelinvoer (AR-SU1) is geïnstalleerd en de stempel wordt vaag, vervang dan de stempelcassette (AR-SV1). Verbruiksgoederen Stempelcassette (2 per pak) AR-SV1 Open de automatische origineelinvoer. Verwijder het documentvel van de achterplaat uit de automatische documentinvoer.
  • Pagina 117 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Installeer een nieuwe stempelcassette. Duw de stempeleenheid weer naar binnen. Druk de stempeleenheid naar binnen totdat deze vastklikt. Sluit de automatische documentinvoer om het documentvel van de achterplaat aan te brengen. Wanneer de automatisch documentinvoer wordt gesloten, hecht het documentvel van de achterplaat op de glasplaat aan de automatisch documentinvoer.
  • Pagina 118 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT TEKST INVOEREN In dit gedeelte wordt de werking van het tekstinvoerscherm uitgelegd. FUNCTIES VAN DE BELANGRIJKSTE TOETSEN Toets Beschrijving Hiermee wordt het tekstinvoerscherm gewisseld van het scherm voor kleine letters naar het scherm voor Caps hoofdletters.
  • Pagina 119 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Toets Beschrijving Toont uitleg van elke toets. Help Hiermee voert u eerder opgeslagen tekstreeksen in zoals ".com". .com .net .org Tekstreeksen worden in de systeeminstellingen opgeslagen. ☞ .biz .info http: 7. SYSTEEMINSTELLINGEN "Instelling sjabloon aanraaktoetsenbord" (pagina 7-68) Druk op deze toets om naar het vorige instelvenster te gaan zonder tekst in te voeren.
  • Pagina 120 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT SOFTWARE-INSTALLATIE VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT Zie "VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT" in de Beknopte bedieningshandleiding voor een inleiding over de software waarmee u de printer- en scannerfunctie kunt gebruiken, informatie over het type cd-rom waarop de software zich bevindt en installatie-aanwijzingen.
  • Pagina 121 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de software installeert en instellingen configureert, zodat u de printer- en scannerfunctie van het apparaat kunt gebruiken met een Windows-computer. Deze paragraaf, vanaf deze pagina tot en met pagina 1-84, maakt ook onderdeel uit van de Beknopte bedieningshandleiding.
  • Pagina 122 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Het software selectiescherm verschijnt. Het software selectiescherm verschijnt. Voordat u de software installeert, moet u op de knop [README weergeven] klikken en de gedetailleerde informatie over de software bekijken. * Het scherm hierboven verschijnt als u de cd-rom "Disc 1" gebruikt.
  • Pagina 123 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Standaardinstallatie Als het softwareselectiescherm verschijnt in stap 6 van "OPENEN VAN HET SOFTWARE SELECTIESCHERM (VOOR ALLE SOFTWARE)" (pagina 1-80), voert u de stappen hieronder uit. Klik op de knop [Printerstuurprogramma]. Als u het PC-faxstuurprogramma wilt installeren, klikt u op de knop [PC-Fax Driver] op de cd-rom "Disc2".
  • Pagina 124 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Printers die zijn aangesloten op het netwerk worden gedetecteerd. Selecteer het apparaat en klik op de knop [Volgende]. • Als het apparaat niet wordt gedetecteerd, controleert u of de schakelaar aan staat en of het apparaat is aangesloten op het netwerk.
  • Pagina 125 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Wanneer de vraag verschijnt of u de printer als standaardprinter wenst, maakt u een keuze en klikt u op de knop [Volgende]. Als u meerdere stuurprogramma's installeert, selecteert u het printerstuurprogramma dat moet worden gebruikt als standaardprinter. Als u geen van deze printerstuurprogramma's wilt instellen als standaardprinter, selecteer dan [Nee].
  • Pagina 126 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Klik op de knop [Printerstuurprogramma]. Als u het PC-faxstuurprogramma wilt installeren, klikt u op de knop [PC-Fax Driver] op de cd-rom "Disc 2". * Het scherm hierboven verschijnt als u de cd-rom "Disc 1" gebruikt. Klik op de knop [Aangepaste installatie].
  • Pagina 127 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Voer de naam in (hostnaam) of het IP-adres van het apparaat en klik op de knop [Volgende]. ☞ Beknopte bedieningshandleiding "Het IP-adres van het apparaat controleren" Als het apparaat in een IPv6-netwerk wordt gebruikt, voert u willekeurige cijfers of tekens in. Als het modelselectiescherm verschijnt, selecteert u de modelnaam van uw apparaat en klikt u op de knop [Volgende].
  • Pagina 128 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Volg de instructies op het scherm. Lees het bericht in het venster dat verschijnt en klik op de knop [Volgende]. De installatie begint. • Wanneer u Windows Vista/Server 2008/7 gebruikt Als een venster met een veiligheidswaarschuwing verschijnt, moet u op [Deze driver toch installeren] klikken. •...
  • Pagina 129 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Klik op de knop [Printerstuurprogramma]. Als u het PC-faxstuurprogramma wilt installeren, klikt u op de knop [PC-Fax Driver] op de cd-rom "Disc 2". * Het scherm hierboven verschijnt als u de cd-rom "Disc 1" gebruikt. Klik op de knop [Aangepaste installatie].
  • Pagina 130 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Als u een proxyserver gebruikt, geeft u de proxyserver op en klikt u op de knop [Volgende]. Als u een proxyserver wilt opgeven selecteert u [Afdrukken via de proxyserver] en geeft u vervolgens het [Adres] en [Poortnummer] op.
  • Pagina 131 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT WANNEER HET APPARAAT WORDT AANGESLOTEN MET EEN USB-KABEL Ondersteunde besturingssystemen: Windows 2000 /Server 2003 /Vista /Server 2008 * Voor het installeren van de software zijn beheerdersrechten vereist. • Let erop dat geen USB-kabel is aangesloten op uw computer en het apparaat. Als een kabel is aangesloten, verschijnt een Plug and Play-venster.
  • Pagina 132 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Op de vraag of u het schermlettertype wilt installeren selecteert u een antwoord en klikt u op de knop [Volgende]. Volg de instructies op het scherm. Lees het bericht in het venster dat verschijnt en klik op de knop [Volgende]. Wanneer het bericht verschijnt dat de installatie is voltooid, klikt u op de knop [OK].
  • Pagina 133 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Wanneer u het PCL5e-printerstuurprogramma, PS-printerstuurprogramma, PPD-stuurprogramma of PC-faxstuurprogramma installeert Installatie is ook mogelijk nadat de USB-kabel is aangesloten. Als het softwareselectiescherm verschijnt in stap 6 van "OPENEN VAN HET SOFTWARE SELECTIESCHERM (VOOR ALLE SOFTWARE)" (pagina 1-80), voert u de stappen hieronder uit.
  • Pagina 134 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Als het selectiescherm voor het printerstuurprogramma verschijnt, verwijdert u het vinkje [PCL6] en selecteert u het te installeren printerstuurprogramma en klikt u vervolgens op [Volgende]. Klik op het keuzevakje van het te installeren printerstuurprogramma, zodat een vinkje ( ) verschijnt.
  • Pagina 135 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT • Na de installatie leest u "HET PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN VOOR DE OPTIES DIE ZIJN GEÏNSTALLEERD OP HET APPARAAT" (pagina 1-97) om de printerstuurprogramma-instellingen te configureren. • Controleer of de poort van het geïnstalleerde stuurprogramma dezelfde is als de poort die wordt gebruikt door het PCL6-printerstuurprogramma.
  • Pagina 136 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT HET APPARAAT ALS EEN GEDEELDE PRINTER GEBRUIKEN Als u het apparaat wilt gebruiken als gedeelde printer op een Windows-netwerk, met het printerstuurprogramma of PC-faxstuurprogramma geïnstalleerd op een afdrukserver, volg dan onderstaande stappen om het printerstuurprogramma of PC-faxstuurprogramma te installeren op de clientcomputers. •...
  • Pagina 137 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Selecteer de printernaam (geconfigureerd als gedeelde printer). (1) Selecteer de printernaam (geconfigureerd als gedeelde printer op een afdrukserver) in de lijst. Als u Windows 2000/XP/Server 2003 gebruikt, kunt u ook op de knop [Netwerkpoort toevoegen] klikken die onder de lijst staat en de printer selecteren die u wilt delen door op het netwerk te zoeken in het venster dat verschijnt.
  • Pagina 138 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT HET PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN VOOR DE OPTIES DIE ZIJN GEÏNSTALLEERD OP HET APPARAAT Nadat u het printerstuurprogramma hebt geïnstalleerd, moet u de printerstuurprogramma-instellingen configureren voor de opties die zijn geïnstalleerd en het formaat en soort papier dat in het apparaat is geladen. Volg onderstaande stappen om het printerstuurprogramma te configureren.
  • Pagina 139 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Configureer de afbeelding van het apparaat. In het venster voor printerstuurprogrammaconfiguratie verschijnt een afbeelding van het apparaat op basis van de opties die zijn geïnstalleerd. (1) Selecteer de opties die zijn geïnstalleerd op het apparaat. (2) Klik op de toets [OK].
  • Pagina 140 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Wanneer het PPD-stuurprogramma is geïnstalleerd Klik op de knop [start] ( ), vervolgens op [Configuratiescherm] en klik vervolgens op [Printer]. • Klik in Windows XP/Server 2003 op de [Start]-knop en klik dan op [Printers en faxapparaten]. •...
  • Pagina 141 Hiermee is de installatie voltooid. Raadpleeg het Help-bestand voor het gebruik van de Printer Status Monitor. Volg deze stappen om het Help-bestand te bekijken: Klik op de Windows-knop [Start], selecteer [Alle programma's] ([Programma's] in Windows 2000), selecteer [SHARP Printer Status Monitor] en vervolgens [Help].
  • Pagina 142 Wanneer het scannerstuurprogramma is geïnstalleerd, is het hulpprogramma "Apparaat selecteren" ook geïnstalleerd. Het IP-adres van het apparaat wordt met "Apparaat selecteren" geconfigureerd in het scannerstuurprogramma. Klik op de knop [Start], selecteer [Alle programma's] ([Programma's] in Windows 2000), selecteer [SHARP MFP TWAIN K] en vervolgens [Apparaat selecteren]. 1-101 Inhoudsopgave...
  • Pagina 143 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Klik op de knop [Zoeken]. Als u het IP-adres weet, kunt u op de toets [Invoer] klikken en het IP-adres zonder zoeken invoeren. Selecteer het IP-adres van het apparaat in het menu "Adres" en klik op de toets [OK]. •...
  • Pagina 144 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE PS-SCHERMLETTERTYPEN INSTALLEREN Lettertypen die kunnen worden gebruikt door het PS-printerstuurprogramma bevinden zich op de cd-rom "PRINTER UTILITIES" die wordt geleverd bij de PS3-uitbreidingskit. Installeer deze lettertypen die nodig zijn voor het PS-printerstuurprogramma. Plaats de cd-rom "PRINTER UTILITIES" die wordt geleverd bij de PS3-uitbreidingskit in het cd-romstation van uw computer.
  • Pagina 145 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE POORT WIJZIGEN Wanneer u het apparaat gebruikt in een Windows-omgeving, volgt u de onderstaande stappen om de poort te wijzigen, wanneer u het IP-adres van het apparaat heeft gewijzigd of het PC-faxstuurprogramma hebt geïnstalleerd, wanneer het apparaat is aangesloten met een USB-kabel.
  • Pagina 146 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Selecteer [SC2 TCP/IP Port] en klik op de knop [Nieuwe poort]. • "SC2 TCP/IP Port" wordt toegevoegd als het printerstuurprogramma is geïnstalleerd met behulp van een "Standaardinstallatie" of "Aangepaste installatie" en "LPR Direct Print (adres opgeven/automatisch zoeken)" is geselecteerd.
  • Pagina 147 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Wijzigen in een standaard-TCP/IP-poort Als het apparaat in een IPv6-netwerk wordt gebruikt, wijzigt u de poort in een poort die is gemaakt met "Standaard-TCP/IP-poort" van het besturingssysteem. Volg stappen 1 tot en met 3 van "DE POORT WIJZIGEN"...
  • Pagina 148 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Configureer de poortinstellingen. (1) Selecteer [LPR]. (2) Voer [lp] in. (3) Klik op de toets [OK]. Klik op de knop [Volgende] in het scherm van stap 5. Klik op de knop [Voltooien]. Klik op de knop [Sluiten] in het scherm van stap 2. Wanneer u een poort gebruikt die met "Standaard-TCP/IP-poort"...
  • Pagina 149 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT INSTALLATIE IN EEN MACINTOSH-OMGEVING In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het PPD-bestand installeert om te kunnen afdrukken vanaf een Macintosh en hoe u de printerstuurprogramma-instellingen configureert. ☞ MAC OS X: deze pagina (v10.2.8, v10.3.9, v10.4.11, v10.5 - 10.5.8. v10.6) ☞...
  • Pagina 150 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Het venster van de licentieovereenkomst verschijnt. Zorg dat u de licentieovereenkomst begrijpt en klik op de knop [Ga door]. Een boodschap verschijnt met de vraag of u akkoord gaat met de voorwaarden van de licentie. Klik op de knop [Akkoord]. Als de licentie in een andere taal verschijnt, wijzig de taal dan in het taalmenu.
  • Pagina 151 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Dubbelklik op het pictogram [Printerconfiguratie] ( ). Als u Mac OS X v10.2.8 gebruikt, dubbelklikt u op de map [Hulpprogramma's] en dubbelklikt u vervolgens op het pictogram [Afdrukbeheer]. Als dit de eerste keer is dat u een printerstuurprogramma installeert op uw computer, verschijnt een bevestigingsbericht.
  • Pagina 152 • Als u Mac OS X 10.3.9 gebruikt, selecteert u [Automatische selectie]. • Als u Mac OS X v10.2.8 gebruikt, selecteert u [Sharp] en klikt u vervolgens op het PPD-bestand van uw model. (4) Klik op de knop [Voeg toe].
  • Pagina 153 Printerinformatie weergeven. (1) Klik op de naam van het apparaat. SCxxxxxx SHARP MX-xxxx PPD Als u Mac OS X v10.5 tot 10.5.8 of v10.6 gebruikt, klikt u op de knop [Opties en toebehoren], daarna op de tab [Driver] en vervolgens gaat u naar stap 16.
  • Pagina 154 (IP-adres of domeinnaam) en de naam van de wachtrij. Voer "ipp" in bij "Wachtrij". (3) Selecteer [Sharp] in "Druk af via" en klik op het PPD-bestand van uw model. Als u Mac OS X v 10.5 tot 10.5.8 of v10.6 gebruikt, selecteert u [Selecteer besturingsbestand] (of [Selecteer printersoftware]) in "Druk af via"...
  • Pagina 155 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT MAC OS 9.0 - 9.2.2 Als u Mac OS 9.0 tot 9.2.2 gebruikt, moet u zorgen dat "LaserWriter 8" is geïnstalleerd en het keuzevakje "LaserWriter 8" is geselecteerd in "Extensiebeheer" in "Regelpanelen". Zo niet, dan installeert u dit van de systeem cd-rom die is geleverd bij uw Macintosh-computer.
  • Pagina 156 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Een printer aanmaken. (1) Klik op het pictogram [LaserWriter 8]. Als meerdere AppleTalk-zones zijn weergegeven, selecteert u de zone met de printer. (2) Klik op de modelnaam van het apparaat. De modelnaam van het apparaat wordt doorgaans weergegeven als [SCxxxxxx].
  • Pagina 157 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Selecteer de configuratie van het apparaat. (1) Selecteer de opties die zijn geïnstalleerd op het apparaat. (2) Selecteer [Opties 2] van het menu om het scherm te wijzigen en ga door met de opties selecteren die op het apparaat zijn geïnstalleerd. (3) Klik op de toets [OK].
  • Pagina 158 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT SOFTWARE VERWIJDEREN Om het printerstuurprogramma of software die met behulp van het installatieprogramma is geïnstalleerd te verwijderen volgt u de volgende stappen. Windows Klik op de knop [start] en vervolgens op [Configuratiescherm]. In Windows 2000 klikt u op de toets [Start], wijst u [Instellingen] aan en klikt op [Configuratiescherm]. Klik op [Een programma verwijderen].
  • Pagina 159 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Dubbelklik op het pictogram [CD-ROM] ( ) op uw bureaublad en dubbelklik dan op de map [MacOS]. Dubbelklik op het pictogram [Installer] ( Selecteer [Verwijder] in het Installatiemenu en klik op de toets [Verwijder]. 1-118 Inhoudsopgave...
  • Pagina 160 HOOFDSTUK 2 KOPIEERMACHINE In dit hoofdstuk vindt u uitgebreide uitleg over de procedures voor het gebruik van de kopieerfunctie. UITVOER ....... . 2-32 VOORDAT U DE MACHINE ALS •...
  • Pagina 161 KOPIEERMACHINE BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART KOPIËREN HANDIGE KOPIEERFUNCTIES OP ÉÉN VEL PAPIER (Kaart Formaat) ..2-82 EEN KOPIEERSESSIE ONDERBREKEN DE DATUM OF EEN STEMPEL AFDRUKKEN (kopiëren onderbreken) ....2-127 OP KOPIEËN (Stempel) .
  • Pagina 162 KOPIEERMACHINE VOORDAT U DE MACHINE ALS KOPIEERMACHINE GEBRUIKT Deze sectie bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de machine als een kopieermachine gebruikt. BASISSCHERM VAN DE KOPIEERFUNCTIE Druk op de toets [KOPIEREN] om het basisscherm van de kopieermodus te openen. Het basisscherm geeft berichten en toetsen voor het kopiëren weer en instellingen die zijn geselecteerd.
  • Pagina 163 KOPIEERMACHINE Weergave Papierformaat (13) Aangepaste toetsen Deze laat zien welk formaat papier er is geladen in elke lade. U kunt de toetsen die hier verschijnen wijzigen, zodat ze Voor de handinvoerlade verschijnt de papiersoort boven instellingen of functies van uw voorkeur aangeven. De het papierformaat.
  • Pagina 164 KOPIEERMACHINE Aangepaste toetsen tonen Speciale functietoetsen en andere toetsen kunnen worden weergegeven in het basisscherm. Door vaak gebruikte functies aan deze toetsen toe te kennen, beschikt u met één druk op de toets over deze functies. U kunt "Toetsinstelling aanpassen" op de webpagina's gebruiken om de functie die aan een toets is toegekend te veranderen. Wanneer "Wissen", "Kantlijn Verschuiving"...
  • Pagina 165 KOPIEERMACHINE KOPIEERPROCEDURE Deze sectie legt de basisprocedure uit voor het kopiëren. Selecteer instellingen in de onderstaande volgorde, zodat het kopiëren soepel verloopt. Zie de uitleg over elke instelling in dit hoofdstuk voor uitgebreide procedures voor het selecteren van instellingen. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de invoerlade van de automatische documentinvoer of op de glasplaat.
  • Pagina 166 KOPIEERMACHINE Uitvoerinstellingen Selecteer de kopieeruitvoerinstellingen. Uitvoer De hoofdinstellingen zijn de volgende: ☞ Staffel- • Sorteerfunctie Sorteerfunctie (pagina 2-34) Rechter lade Lade ☞ • Groepeerfunctie Groepeerfunctie (pagina 2-34) Staffel ☞ • Staffelfunctie Staffelfunctie (pagina 2-34) ☞ • Nietsorteerfunctie Functie Nietsorteren / Zadelsteek Sorteren (pagina 2-35) ☞...
  • Pagina 167 KOPIEERMACHINE • Indien een of meer speciale functies zijn geselecteerd, verschijnt de toets in het basisscherm. Druk op de toets om een lijst van de geselecteerde speciale functies weer te geven. Zo kunt u controleren welke speciale functies zijn geselecteerd en welke instellingen daarvoor gelden. ☞...
  • Pagina 168 KOPIEERMACHINE ORIGINELEN FORMAAT ORIGINEEL CONTROLEREN Wanneer [Auto] verschijnt in de toets [Origineel], wordt het formaat van het geplaatste origineel automatisch herkend. Bij plaatsing van het origineel wordt het formaat automatisch door de machine waargenomen en wordt het formaat weergegeven in de toets [Origineel] op het basisscherm. Voorbeeld van basisscherm Het origineelformaat wordt weergegeven.
  • Pagina 169 KOPIEERMACHINE Standaard richting om het origineel te plaatsen Plaats originelen zo in de origineelinvoerlade of op het documentglas dat de boven- en onderrand van het origineel liggen als aangegeven in de illustratie. In geval het origineel niet op de juiste manier is geplaatst en er een functie zoals nieten is geselecteerd, kan het zijn dat de nietposities niet correct zijn.
  • Pagina 170 KOPIEERMACHINE PAPIERLADEN De machine is ingesteld om automatisch een lade te selecteren die hetzelfde papierformaat heeft als het formaat van het geplaatste origineel (automatische papierladeselectie). U kunt de papierlade handmatig selecteren als het juiste papierformaat niet is geselecteerd of als u het papierformaat wilt wijzigen. Druk op de toets [Papierformaat].
  • Pagina 171 KOPIEERMACHINE BASISPROCEDURE OM KOPIEËN TE MAKEN In dit gedeelte worden de basisprocedures uitgelegd voor het maken van kopieën, inclusief de keuze van de kopieerfactor en andere kopieerinstellingen. KOPIEËN MAKEN KOPIEËN MAKEN MET DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kopieën maakt (1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen) met de automatische documentinvoer.
  • Pagina 172 KOPIEERMACHINE Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen. Spec. Functies Dubbelz. Kopie Normaal • U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen. • U kunt één kopie maken, ook al verschijnt "0" voor het aantal kopieën. Als het aantal kopieën niet juist is ingesteld... Druk op de toets [WISSEN] ( ) en voer het juiste aantal in.
  • Pagina 173 KOPIEERMACHINE EEN KOPIE MAKEN MET DE GLASPLAAT Als u een kopie wilt maken van een boek of ander dik origineel dat niet met de automatische documentinvoer gescand kan worden, opent u de automatische documentinvoer en plaatst u het origineel op de glasplaat. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een kopie maakt (1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen) met de glasplaat.
  • Pagina 174 KOPIEERMACHINE Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen. Spec. Functies Dubbelz. Kopie Normaal • U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen. • U kunt één kopie maken, ook al verschijnt "0" voor het aantal kopieën. Als het aantal kopieën niet juist is ingesteld... Druk op de toets [WISSEN] ( ) en voer het juiste aantal in.
  • Pagina 175 KOPIEERMACHINE AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN 2-ZIJDIGE KOPIEËN MAKEN MET DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID Originelen Kopieën Originelen Originelen Kopieën Kopieën Automatisch 2-zijdig kopiëren van Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige 1-zijdige originelen 2-zijdige originelen originelen Dubbelzijdig kopiëren bespaart papier. Plaats de originelen met de kopiezijde naar boven in de origineelinvoerlade met Markeerstreep de vellen gelijkmatig verdeeld.
  • Pagina 176 KOPIEERMACHINE Selecteer de modus 2-zijdig kopiëren. (1) Druk op de toets van de gewenste modus. : Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen : Automatisch 2-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen : 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen Inbinden (2) Druk op de toets [OK]. Veranderen Druk op de toets [Inbinden Veranderen] om 2-zijdige kopieën te maken van een 1-zijdig origineel (staand) dat horizontaal geplaatst is of om de achterzijde te spiegelen in verhouding tot de voorzijde wanneer u een 2-zijdig origineel kopieert.
  • Pagina 177 KOPIEERMACHINE De toets [Inbinden Veranderen] gebruiken Inbinden Veranderen wordt Inbinden Veranderen wordt niet Originelen gebruikt gebruikt De achterkant is De achterkant is ondersteboven. niet ondersteboven. Selecteer deze Selecteer deze optie wanneer de optie wanneer de pagina's worden pagina's worden gebonden tot een gebonden tot een schrijfblok.
  • Pagina 178 KOPIEERMACHINE AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN MET DE GLASPLAAT Originelen Kopieë Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen Open de automatische documentinvoer, plaats het origineel met de bovenzijde Detector origineelformaat naar beneden op de glasplaat en sluit de origineelinvoer voorzichtig. Schaalaanduiding van de glasplaat Schaalaanduiding van de glasplaat merkteken merkteken...
  • Pagina 179 KOPIEERMACHINE Selecteer de modus 2-zijdig kopiëren. (1) Druk op de toets [1-zijdig naar 2-zijdig]. 2-Zijdige Kopie (2) Druk op de toets [OK]. Inbinden Veranderen U kunt de toetsen [2-zijdig naar 2-zijdig] en [2-zijdig naar 1-zijdig] niet gebruiken wanneer u kopieert vanaf de glasplaat. Controleer het papier dat moet worden Spec.
  • Pagina 180 KOPIEERMACHINE Druk op [Lezen Klaar]. Plaats volgend origineel. Druk op [Start]. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Lezen Klaar Als u het scannen van het origineel en het kopiëren wilt annuleren... Druk op de toets [STOP] ( Systeeminstellingen (Beheerder): Instellingen Oorspronkelijke Status (2-Zijdige Kopie) De standaard 2-zijdig kopieerfunctie kan worden gewijzigd.
  • Pagina 181 KOPIEERMACHINE DE BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN U kunt het belichtingsniveau en het type origineel beeld selecteren, zodat u een duidelijke kopie krijgt. BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD AUTOMATISCH AANPASSEN Standaard worden het belichtingsniveau en het origineeltype automatisch aangepast aan het origineel dat u kopieert. ("Auto"...
  • Pagina 182 KOPIEERMACHINE Pas het belichtingsniveau aan. Belichting Druk op de toets om de kopie donkerder te maken. Auto Druk op de toets om de kopie lichter te maken. Handmatig Type Origineel Beeld Tekst/ Tekst Tekst/Foto Afged.Foto Afgedrukte Foto Foto Scan- resolutie Aanwijzingen voor belichtingsniveaus wanneer [Tekst] is geselecteerd: 1 tot 2:Donkere originelen, zoals een krant Originelen van normale dichtheid...
  • Pagina 183 KOPIEERMACHINE VERGROTEN/VERKLEINEN/ZOOM KOPIEERFACTOR AUTOMATISCH SELECTEREN (Auto Image) In dit gedeelte wordt de functie kopieerfactor automatisch selecteren (Auto Image) uitgelegd. Hiermee wordt automatisch de kopieerfactor geselecteerd die overeenkomt met het papierformaat. De toets [Auto Image] verschijnt in het basisscherm van de kopieermodus als de papierlade handmatig wordt verwisseld.
  • Pagina 184 KOPIEERMACHINE KOPIEERFACTOR HANDMATIG SELECTEREN (Vaste kopieerfactor/Zoom) Druk op [Kopieerfactor] in het basisscherm van de kopieermodus om een van de vijf vooraf ingestelde vergrootfactoren of vijf vooraf ingestelde verkleiningsfactoren (maximum 400%, minimum 25%) te selecteren. Bovendien kunt u met de zoomtoetsen elke kopieerfactor tussen 25% en 400% selecteren in stappen van 1%. Stel de kopieerfactor in.
  • Pagina 185 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [OK]. Kopieerfactor Nadat u op [OK] hebt gedrukt, controleert u of een papierformaat is geselecteerd dat geschikt is voor die 115% kopieerfactor. Zoom 122% 141% 100% Auto Image X-y zoom Wanneer u de automatische documentinvoer gebruikt, ligt het bereik zowel voor de verticale als voor de horizontale kopieerfactor tussen 25% en 200%.
  • Pagina 186 KOPIEERMACHINE DE LENGTE EN BREEDTE AFZONDERLIJK VERGROTEN/VERKLEINEN (X-y zoom) Met de functie X-y zoom kunt u de horizontale en verticale kopieerfactor afzonderlijk wijzigen. Zowel de horizontale als de verticale kopieerfactor kunt u in stappen van 1% instellen tussen 25% en 400%. Druk op [Kopieerfactor] in het basisscherm van de kopieermodus en volg de onderstaande stappen.
  • Pagina 187 KOPIEERMACHINE FORMATEN ORIGINEEL FORMAAT ORIGINEEL OPGEVEN Als het origineel geen standaardformaat heeft of niet juist wordt gedetecteerd, geeft u het formaat van het origineel handmatig op. Druk op [Origineel] in het basisscherm van de kopieermodus en volg de onderstaande stappen. Het origineelformaat opgeven met het AB-systeem (1) Druk op de juiste toets voor het origineelformaat.
  • Pagina 188 KOPIEERMACHINE Voer het formaat van het origineel in. (1) Geef de X (horizontale) afmeting van het Origineel origineel op. Invoer Formaat Annuleren Druk op de cijferweergavetoets voor X (breedte) om een cijferinvoerscherm te openen. Voer de breedte van het (25~432) origineel met de cijfertoetsen in, en druk op [OK] in het (25~297) cijferinvoerscherm.
  • Pagina 189 KOPIEERMACHINE Sla het formaat van het origineel op. Origineel Aangepast Form (1) Druk op de tab [Opslaan/Verwijderen]. (2) Druk op een toets om een aangepast X254 Y210 formaat op te slaan. Druk op een toets die geen formaat aangeeft Oproepen Opslaan/Verwijderen Als u een eerder opgeslagen toets wilt bewerken of wissen...
  • Pagina 190 KOPIEERMACHINE Een opgeslagen origineelformaat oproepen Druk op [Origineel] in het basisscherm van de kopieermodus en volg de onderstaande stappen om een opgeslagen origineelformaat op te roepen. Druk op de toets [Aangepast Form]. Origineel Auto Handmatig Inch 216x340 216x343 Invoer Formaat Aangepast Form Roep het gewenste opgeslagen origineelformaat op.
  • Pagina 191 KOPIEERMACHINE UITVOER Als u uitvoerfuncties en de uitvoerlade wilt selecteren, drukt u op de toets [Uitvoer] in het basisscherm van de kopieermodus. U kunt de volgende uitvoerfuncties selecteren: sorteren, groeperen, staffelen, nietsorteren, zadelsteeknieten en perforeren. De uitleg van de onderstaande instellingen gaat ervan uit dat er een zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.
  • Pagina 192 KOPIEERMACHINE Welke toetsen verschijnen hangt af van de geïnstalleerde randapparaten. Afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur is het daarnaast misschien niet mogelijk sommige toetsen te selecteren. Als uw scherm er anders uitziet dan het scherm op de vorige pagina, zie dan de volgende schermen. Voorbeeld Het scherm wanneer er geen afwerkingeenheid of zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.
  • Pagina 193 KOPIEERMACHINE UITVOERFUNCTIES In dit gedeelte worden alle uitvoerfuncties uitgelegd. Sorteerfunctie Groepeerfunctie Hiermee sorteert u uitvoer tot sets. Met deze functie groepeert u kopieën per pagina. Voorbeeld: De uitvoer sorteren in 5 sets Voorbeeld: Groepen van 5 kopieën van elke pagina Originelen Uitvoer Originelen...
  • Pagina 194 KOPIEERMACHINE Functie Nietsorteren / Zadelsteek Met de nietsorteerfunctie wordt de uitvoer gesorteerd tot sets en elke set wordt geniet en naar de lade gezonden. Met de zadelsteeknietfunctie wordt de uitvoer op twee plaatsen op de middenlijn geniet en gevouwen. Hieronder ziet u een overzicht van het verband tussen nietpositie, papierstand, toegestane papierformaten om te nieten en het aantal vellen dat kan worden geniet.
  • Pagina 195 KOPIEERMACHINE Nietposities Verticaal gericht papier (staand) Horizontaal gericht papier (liggend) Zadelsteek (alleen met U kunt de zadelsteekfunctie Geschikte papierformaten zadelsteek niet gebruiken wanneer het A3, B4, A4R, 8-1/2" x 11"R, 8K afwerkingseenheid) papier verticaal gericht is. Aantal vellen dat u kunt nieten Max.
  • Pagina 196 KOPIEERMACHINE Papiervouwfunctie Wanneer een zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd, kunnen uitgevoerde afdrukken met de vouwfunctie in tweeën worden gevouwen. Papierformaten die met de papiervouwfunctie kunnen worden gevouwen zijn A4R, B4, A3, 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x 14", 11" x 17", 16KR en 8K. Zie de specificaties in de Beknopte bedieningshandleiding voor meer informatie over de papierformaten en -types die gevouwen kunnen worden.
  • Pagina 197 KOPIEERMACHINE Perforatiefunctie Als een optionele perforatiemodule is geïnstalleerd, kunt u de uitvoer perforeren. Papierformaten die geperforeerd kunnen worden zijn B5R tot A3 (7-1/4" x 10-1/2" tot 11" x 17"). Papier van het formaat A3W (12" x 18") en speciale media zoals transparanten en tabpapier kunnen niet worden gebruikt. [Voorbeelden] [Origineel 1] [Perforatieposities]...
  • Pagina 198 KOPIEERMACHINE KOPIEËN MAKEN MET DE HANDINVOER Naast normaal papier kunt u met de handinvoer ook kopieën maken op transparanten, tabpapier en andere speciale media. Zie voor meer informatie over papier dat in de handinvoerlade kan worden geplaatst, "BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER"...
  • Pagina 199 KOPIEERMACHINE Controleer de instelling voor het Papierformaat papierformaat van de handinvoerlade. Papierlade Doorvoerlade Druk op de papierformaattoets als u de 2. A4 instelling moet wijzigen. Normaal papier Normaal papier Normaal papier Ga naar stap 7 als u het papierformaat en -type dat onder 3.B4 Normaal papier "Handinvoerlade"...
  • Pagina 200 KOPIEERMACHINE Selecteer de handinvoerlade. (1) Druk op de papierformaattoets van de Papierformaat handinvoerlade. Papierlade Doorvoerlade (2) Druk op de toets [OK]. 2. A4 Normaal papier Normaal papier Normaal papier 3.B4 Normaal papier 4. A3 Normaal papier Druk op [START]. Het scannen begint. •...
  • Pagina 201 KOPIEERMACHINE SPECIALE FUNCTIES Dit hoofdstuk geeft uitleg over Kantlijn Verschuiving, Wissen, Dubbelz. kopie en andere speciale functies. SPECIALE FUNCTIES Het menuscherm voor speciale functies verschijnt als in het basisscherm de toets [Spec. Functies] wordt ingedrukt. Het menu van speciale functies bestaat uit twee schermen. Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen.
  • Pagina 202 KOPIEERMACHINE Menu voor speciale functies (tweede scherm) Spec. Functies Stempel Beeld bewerken Scherpte Bestand Snelbestand Proefafdruk Aantal Origineel Langzame originelen gem. form. scanmodus Toets [Stempel] Toets [Proefafdruk] ☞ ☞ DE DATUM OF EEN STEMPEL AFDRUKKEN OP KOPIEËN CONTROLEREN ALVORENS U KOPIEËN (Stempel) (pagina 2-85) AFDRUKT (Proefafdruk)
  • Pagina 203 KOPIEERMACHINE De toets [OK] en de toets [Annuleren] In sommige gevallen verschijnen er in de schermen voor speciale functies twee toetsen [OK] en één toets [Annuleren]. De toetsen worden op de volgende manier gebruikt: Spec. Functies Kantlijnverschuiving Annuleren Rechts Links Omlaag Zijde 1 Zijde 2...
  • Pagina 204 KOPIEERMACHINE MARGES TOEVOEGEN (kantlijnverschuiving) Met deze functie verschuift u de gekopieerde afbeelding naar rechts, links, omhoog of omlaag om de kantlijn aan te passen. Dit is handig wanneer u de kopieën wilt binden met een touwtje of in een band. Door de afbeelding naar rechts te verschuiven kunt u de kopieën aan de linkerrand binden met een touwtje.
  • Pagina 205 KOPIEERMACHINE Druk op [START]. Het kopiëren begint. Als u de glasplaat gebruikt om meerdere originelen te kopiëren, vindt het kopiëren plaats terwijl u elk origineel scant. Vervang de originelen en druk op [START] wanneer u de sorteerfunctie heeft geselecteerd. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op [Lezen Klaar].
  • Pagina 206 KOPIEERMACHINE RANDSCHADUWEN WISSEN (wissen) De functie Wissen wordt gebruikt om schaduwen te voorkomen die aan de randen van afbeeldingen kunnen optreden bij het kopiëren van dikke originelen of boeken. Als u een dik boek kopieert... Zonder de wisfunctie Met de wisfunctie Hier vormen zich schaduwranden Er verschijnen Er verschijnen geen...
  • Pagina 207 KOPIEERMACHINE Selecteer de wisinstellingen. (1) Druk op de gewenste wisfunctie. Spec. Functies Selecteer een van de vier posities. Wissen Annuleren Druk op de toets [Zijkant wissen] om het volgende scherm te openen. Rand Midden Rand+Midden Rand Midden Wissen Wissen Wissen Wissen Zijkant wissen Annuleren...
  • Pagina 208 KOPIEERMACHINE NAAST ELKAAR LIGGENDE PAGINA'S VAN EEN INGEBONDEN DOCUMENT KOPIËREN (dubbelzijdige kopie) Met de functie dubbelzijdige kopie krijgt u afzonderlijke kopieën van twee documentpagina's die u naast elkaar op de glasplaat plaatst. Deze functie is nuttig wanneer u kopieën maakt van de naast elkaar liggende pagina's van een boek of ander ingebonden document.
  • Pagina 209 KOPIEERMACHINE Selecteer Dubbelz. Kopie. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. Spec. Functies ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 2-42) Kantlijn Dubbelz. Wissen (2) Druk op de toets [Dubbelz. Kopie] zodat Verschuiving Kopie deze wordt gemarkeerd. Opdracht Tandem- Inbindkopie Kopie Samenstel. (3) Druk op de toets [OK]. Kaften/ Transparant- Multishot...
  • Pagina 210 KOPIEERMACHINE KOPIEËN MAKEN VOOR BOEKJE (Inbindkopie) Met deze functie kopieert u twee origineelpagina's op de voorkant en twee origineelpagina's op de achterkant van elk vel papier, zodat u de kopieën op de middellijn kunt vouwen tot een boekje. Deze functie is handig om kopieën te combineren tot een aantrekkelijk boekje of brochure. Inbindkopie met acht origineelpagina's Originelen Als boekje...
  • Pagina 211 KOPIEERMACHINE Selecteer de inbindkopie Spec. Functies kopieerinstellingen. Inbindkopie Annuleren (1) Druk op de toets [1-Zijdig] als het origineel 1-zijdig is. Druk op de toets [2-Zijdig] als het origineel 2-zijdig is. Origineel 1-Zijdig 2-Zijdig Links Rechts (2) Selecteer de inbindrand ([Rug Links] of Kaftinst.
  • Pagina 212 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [OK]. Spec. Functies U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie. Inbindkopie Annuleren Origineel 1-Zijdig 2-Zijdig Links Rechts Kaftinst. Druk op [START]. Het kopiëren begint. Vervang de originelen en druk op [START] wanneer u de glasplaat gebruikt. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op [Lezen Klaar].
  • Pagina 213 KOPIEERMACHINE EEN GROOT AANTAL ORIGINELEN TEGELIJK KOPIËREN (opdracht samenstellen) Als u een groot aantal originelen kopieert, kunt u met deze functie de originelen in sets verdelen om vervolgens elke set afzonderlijk in de automatische documentinvoerlade te plaatsen. Gebruik deze functie wanneer u alle originelen in één bestand wilt kopiëren, terwijl het aantal originelen groter is dan het maximale aantal dat in de invoerlade past.
  • Pagina 214 KOPIEERMACHINE Plaats de volgende set originelen en druk op de toets [START]. Herhaal deze stap totdat u alle originelen hebt gescand. De kopieerinstellingen (alleen Belichting, Papierformaat en Kopieerfactor) kunnen voor iedere set originelen worden gewijzigd. Als u het kopieformaat wilt aanpassen, volg dan de stappen bij "De kopieerinstellingen wijzigen voor elke set originelen". Om het scannen te annuleren...
  • Pagina 215 KOPIEERMACHINE De kopieerinstellingen wijzigen voor elke set originelen De kopieerinstellingen (alleen Belichting, Papierformaat en Kopieerfactor) kunnen voor iedere set originelen worden gewijzigd. Voer onderstaande stap uit voordat u op de [Start]-toets drukt om de originelen in stap 4 hierboven te scannen. Druk op [Wijzigen].
  • Pagina 216 KOPIEERMACHINE EEN GROOT AANTAL KOPIEËN MAKEN MET TWEE MACHINES (tandemkopie) Een grote kopieeropdracht kunt u verdelen over twee apparaten die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk. Op elk apparaat wordt de helft van de kopieën afgedrukt, zodat minder tijd nodig is voor de opdracht. Master-apparaat en slave-apparaat In de volgende uitleg is het master-apparaat het apparaat waarmee de originelen worden gescand.
  • Pagina 217 KOPIEERMACHINE Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen. U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen. Wanneer u op de toets [START] drukt, zullen de kopieën automatisch worden verdeeld tussen het master-apparaat en de slave-apparaten. Als u een oneven aantal kopieën instelt, wordt de extra set afgedrukt door het master-apparaat.
  • Pagina 218 KOPIEERMACHINE In deze situatie... Een perforatiemodule is geïnstalleerd op het master-apparaat, maar niet op het slave-apparaat. • Kopiëren zonder perforeren: tandem-kopie is mogelijk. • Kopiëren met perforeren: tandem-kopie is niet mogelijk. Als tandem-kopie wordt uitgevoerd met een functie die niet beschikbaar is op het slave-apparaat, verschijnt een boodschap. Als u wilt zorgen dat het master-apparaat alle kopieën maakt, drukt u op [OK].
  • Pagina 219 KOPIEERMACHINE ANDER SOORT PAPIER GEBRUIKEN VOOR OMSLAGEN (Kaften/Insteekvellen) Als u de automatische documentinvoer gebruikt, kunt u andere soorten papier invoegen als voor- en achterkaft van een kopieeropdracht. Ook kunt u een ander soort papier toevoegen als insteekvel op gespecificeerde pagina's. Voorbeeld van het toevoegen van kaften Voorbeeld van het toevoegen van insteekvellen Originelen...
  • Pagina 220 KOPIEERMACHINE KAFTEN INVOEGEN IN KOPIEN (kaftinstellingen) U kunt een ander soort papier invoegen op plaatsen die overeenkomen met de voorkaft en de achterkaft van een kopieeropdracht. Dit is nuttig om documenten in aantrekkelijke vorm te ordenen en om een ander soort papier te gebruiken als kaft op een ramingspagina of een vergelijkbaar document.
  • Pagina 221 KOPIEERMACHINE Selecteer de instellingen voor de kaft. (1) Als u wilt kopiëren op de kaft, drukt u op de Voorz./invgs. Instelling Voorkaft Annuleren toets [Ja]. Druk anders op de toets [Nee]. Als de toets [Nee] wordt ingedrukt, wordt alleen het Papierlade Afdrukken op voorkaft invoegen van een voor-/achterblad uitgevoerd.
  • Pagina 222 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [OK]. Spec. Functies U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie. Kaften/Insteekv Annuleren Druk op de toets [Invoeg-Type A] of de toets [Invoeg-Type B] Invoeg instellingen Kaftinstelling om invoeginstellingen te selecteren. Invoeg- ☞ Voor- Type A Kaft INSTEEKVELLEN INVOEGEN IN KOPIEËN...
  • Pagina 223 KOPIEERMACHINE INSTEEKVELLEN INVOEGEN IN KOPIEËN (invoeginstellingen) U kunt op opgegeven pagina's van kopieën automatisch een ander soort papier invoegen. U kunt twee soorten papier gebruiken als insteekvellen, en de insteekposities voor beide afzonderlijk opgeven. U kunt kaften gebruiken in combinatie met insteekvellen. Voorbeeld: Insteekvel A na pagina 3 en insteekvel B na pagina 5.
  • Pagina 224 KOPIEERMACHINE Selecteer de instellingen voor invoegen. Voorz./invgs. (1) Selecteer de instellingen voor papierinvoegen. Annuleren Instellingen Invoegtype A (A) De momenteel geselecteerde papierlade voor het insteekvel wordt weergegeven. Papierlade Afdruk op insteekvellen (B) Het formaat en de papiersoort in de momenteel geselecteerde lade worden weergegeven.
  • Pagina 225 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Invoeginstell.]. Spec. Functies Kaften/Insteekv Annuleren Kaftinstelling Invoeg instellingen Invoeg- Voor- Type A Kaft Invoeginstell. Invoeg- Achter- Type B Kaft Paginaopmaak Lade-Instel. Geef de pagina's op waar insteekvellen A en B worden ingevoegd. Voorz./invgs. Invoeginstellingen (1) Druk op de toets [Invoegtype A] of de toets [Invoegtype B].
  • Pagina 226 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [OK]. Spec. Functies U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie. Kaften/Insteekv Annuleren Druk op de toets [Voorkaft] of de toets [Achterkaft] om de Kaftinstelling Invoeg instellingen kaftinstellingen te selecteren. Voor- Invoeg- ☞ Kaft Type A KAFTEN INVOEGEN IN KOPIEN (kaftinstellingen) (pagina...
  • Pagina 227 KOPIEERMACHINE KAFT/INSTEEKVELINSTELLINGEN WIJZIGEN (paginaopmaak) U kunt kaft- en insteekvelinstellingen combineren. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u instellingen voor voltooide kaften en insteekvellen controleert, en insteekvellen wijzigt of wist. Insteekvel A wijzigen van pagina 4 tot pagina 5 Pagina 4, insteekvel A Pagina 5, insteekvel A Pagina 7, insteekvel B Pagina 7, insteekvel B...
  • Pagina 228 KOPIEERMACHINE Voorbeeld: Druk op insteekvel A op pagina 4. Druk op de toets voor de pagina die u wilt wissen of wijzigen. Voorz./invgs. Als u de instelling niet hoeft te wijzigen, druk dan op [OK] en ga Paginaopmaak verder met stap 6. •...
  • Pagina 229 KOPIEERMACHINE Wijzig de instellingen voor invoegtype Voorz./invgs. A/B. Invoeging Wijzigen De instellingen worden op dezelfde manier gewijzigd zoals ze Insteekpagina aanvankelijk waren geconfigureerd. Zie stap 7 van Invoeg- Invoeg- "INSTEEKVELLEN INVOEGEN IN KOPIEËN Type A Type B Invoeging (invoeginstellingen)" (pagina 2-64) om de instellingen voor Tot.:4 Lade 1 Handinvoer...
  • Pagina 230 KOPIEERMACHINE INSTEEKVELLEN INVOEGEN BIJ HET KOPIREN OP TRANSPARANTEN (Transparant-Insteekvellen) Wanneer u kopieert op transparanten, blijven de vellen mogelijk aan elkaar plakken door de statische elektriciteit. Met de functie transparant-insteekvellen kunt u automatisch een vel papier invoegen tussen elk vel transparant, zodat u de transparanten gemakkelijk kunt pakken.
  • Pagina 231 KOPIEERMACHINE Selecteer de instellingen voor invoegen. (1) Selecteer of er wordt gekopieerd op het Spec. Functies insteekpapier: ([Ja] of [Nee]). Transparant-Insteekvellen Annuleren (2) Druk op de toets [OK]. Papierlade Afdruk op insteekvellen U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie. Lade1 Uitleg van (A) Wanneer transparanten worden geselecteerd als...
  • Pagina 232 KOPIEERMACHINE MEERDERE ORIGINELEN OP ÉÉN VEL KOPIËREN (Multishot) U kunt meerdere origineelpagina's in één uniforme lay-out kopiëren op één vel papier. Selecteer 2-in-1 als u twee origineelpagina's wilt kopiëren op één vel, of 4-in-1 om vier origineelpagina's te kopiëren op één vel. Deze functie bespaart papier en is handig als u meerdere pagina's compact wilt presenteren of een overzicht wilt geven van alle pagina's in een document.
  • Pagina 233 KOPIEERMACHINE Selecteer het aantal originelen dat u wilt (3) (2) kopiëren op één vel papier, de lay-out en Spec. Functies de rand. Multishot Annuleren (1) Druk op de toets [2-in-1] of [4-in-1]. Lay-out Zo nodig worden de afbeeldingen gedraaid. 2-in-1 4-in-1 (2) Selecteer de lay-out.
  • Pagina 234 KOPIEERMACHINE EEN BOEKJE KOPIËREN (boekkopie) Met deze functie maakt u een kopie van de twee naast elkaar liggende pagina's van een open boek of ander ingebonden document. Met deze functie maakt u kopieën die u op de middellijn kunt vouwen om een boekje te maken. Deze functie is handig om kopieën te combineren tot een aantrekkelijk boekje of brochure.
  • Pagina 235 KOPIEERMACHINE Selecteer de inbindkopie kopieerinstellingen. Spec. Functies Boekkopie Annuleren (1) Selecteer de inbindpositie ([Rug Links] of [Rug Rechts]). (2) Druk op de toets [Kaftinstelling] om een kaft in te voegen. Rechts Links Als u geen kaft toevoegt, gaat u door met stap 4. Kaftinst.
  • Pagina 236 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [OK]. Spec. Functies U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie. Boekkopie Annuleren Rechts Links Kaftinst. Plaats het origineel met de voorzijde naar onderen op de glasplaat. Plaats de geopende voor- en achterkaft met de bedrukte zijde omlaag.
  • Pagina 237 KOPIEERMACHINE Druk op [Lezen Klaar]. Plaats volgend origineel. Druk op Het kopiëren begint. [Start]. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Lezen Klaar Als u scannen en kopiëren wilt annuleren... Druk op de toets [STOP] ( • Er worden vier origineelpagina's gekopieerd op elk vel papier. Als het totaal aantal originelen geen veelvoud van vier is, worden aan het eind automatisch blanco pagina's toegevoegd.
  • Pagina 238 KOPIEERMACHINE OPSCHRIFTEN KOPIËREN OP TABBLADEN (tabkopie) U kunt opschriften kopiëren op de tabs van tabbladen. Maak de juiste originelen voor de opschriften. Deze aanwijzingen zijn van toepassing op het kopiëren van opschriften wanneer er tabbladen in de handinvoerlade zijn geplaatst. Maak originelen die overeenkomen De afbeelding wordt verschoven met de posities van de tabs.
  • Pagina 239 KOPIEERMACHINE Tabkopie maken met rug rechts Originelen De originelen plaatsen Tabpapier laden • Lade origineelinvoer Originelen Voorzijde Plaats de originelen zo dat de kant zonder tab eerst wordt ingevoerd. • Glasplaat Eindafbeelding Laad het tabpapier zo dat de tab van het eerste vel in uw richting wijst.
  • Pagina 240 KOPIEERMACHINE Tabpapier laden. • Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven als u de Voorzijde handinvoerlade gebruikt. Plaats het papier zo dat de kanten met de tabs het laatst worden ingevoerd. Configureer na het laden van het tabpapier de instellingen voor handinvoer zoals wordt uitgelegd in "KOPIEËN MAKEN MET DE...
  • Pagina 241 KOPIEERMACHINE BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART KOPIËREN OP ÉÉN VEL PAPIER (Kaart Formaat) Wanneer u een kaart kopieert, kunt u met deze functie de voor- en achterkant samen kopiëren op één vel papier. Deze functie is handig om kopieën te maken ter identificatie en om papier te sparen. Kopieën Originelen Voorzijde...
  • Pagina 242 KOPIEERMACHINE Selecteer instellingen Kaart Formaat. (1) Voer het formaat van het origineel in. Spec. Functies Kaart Formaat Annuleren Terwijl de toets [X] is gemarkeerd, voert u de horizontale afmeting (X) van het origineel in met de toetsen Druk op de toets [Y] en voer de verticale afmeting (Y) van (25~210) Passend het origineel in met de toetsen...
  • Pagina 243 KOPIEERMACHINE • U moet het origineel op de glasplaat plaatsen. • U kunt alleen kopiëren op papier van standaardformaat. • X-y zoom kunt u niet gebruiken wanneer u deze functie gebruikt. • U kunt de afbeelding niet draaien wanneer u deze functie gebruikt. Kaart Formaat annuleren...
  • Pagina 244 KOPIEERMACHINE DE DATUM OF EEN STEMPEL AFDRUKKEN OP KOPIEËN (Stempel) Met deze functie drukt u de datum, een stempel, het paginanummer of tekst af op kopieën. Bovendien is het mogelijk om bepaalde tekst als watermerk aan een kopie toe te voegen. (Watermerk) Er zijn zes afdrukposities beschikbaar: linksboven, middenboven, rechtsboven, linksonder, middenonder en rechtsonder.
  • Pagina 245 KOPIEERMACHINE ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL Volg de onderstaande stappen om stempelinstellingen te selecteren. Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 246 KOPIEERMACHINE Selecteer Stempel. Spec. Functies Lees de volgende secties voor meer gedetailleerde informatie Stempel Annuleren over alle stempelitems: Datum: DATUM TOEVOEGEN AAN KOPIEËN (Datum) Datum Stempel (pagina 2-89) Pagina- Stempel: KOPIEËN STEMPELEN (Stempel) (pagina 2-91) Tekst Nummering Pagina-Nummering: PAGINANUMMERS AFDRUKKEN OP KOPIEËN Opmaak Watermerk (Paginanummering)
  • Pagina 247 KOPIEERMACHINE Druk op [START]. Het kopiëren begint. Als u de glasplaat gebruikt om meerdere originelen te kopiëren, vindt het kopiëren plaats terwijl u elk origineel scant. Vervang de originelen en druk op [START] wanneer u de sorteerfunctie heeft geselecteerd. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op [Lezen Klaar].
  • Pagina 248 KOPIEERMACHINE DATUM TOEVOEGEN AAN KOPIEËN (Datum) U kunt de datum afdrukken op kopieën. U kunt de positie van de datum, het formaat en de pagina (alleen eerste pagina of alle pagina's) selecteren. Voorbeeld: 4 april 2010 in de rechterbovenhoek van het papier afdrukken. 04/APR/2010 Druk de toets [Datum] keuzescherm voor de stempel.
  • Pagina 249 KOPIEERMACHINE Selecteer de pagina's waarop de datum Stempel wordt afgedrukt en druk op [OK]. Datum Annuleren U kunt kiezen uit: alleen op de eerste pagina afdrukken, of Eerste Pag. Page JJJJ/MM/DD afdrukken op alle pagina's. 04/APR/2010 Ga nadat u op [OK] hebt gedrukt verder vanaf stap 5 van MM/DD/JJJJ Datumwijziging "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE...
  • Pagina 250 KOPIEERMACHINE KOPIEËN STEMPELEN (Stempel) Een tekst als "VERTROUWELIJK" kunt u wit afdrukken op een donkere achtergrond als "stempel" op kopieën. Voor een stempel kunt u de positie, het formaat, de dichtheid en pagina's (alleen eerste pagina of alle pagina's) selecteren. "VERTROUWELIJK"...
  • Pagina 251 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Belichting] en stel de Stempel dichtheid in. Stempel Annuleren Als u donkerder wilt maken, drukt u op de toets . Als u PRIORITEIT VERTROUWELIJK Eerste Pag. lichter wilt maken, drukt u op de toets Belichting TER INFORMATIE NIET KOPIËREN Als u klaar bent met het selecteren, drukt u op [OK].
  • Pagina 252 KOPIEERMACHINE PAGINANUMMERS AFDRUKKEN OP KOPIEËN (Paginanummering) U kunt paginanummers afdrukken op kopieën. U kunt de positie, het formaat en een paginanummer selecteren voor paginanummering. Paginanummer afdrukken middenonder op het papier. Druk de toets [Paginanummering] keuzescherm voor de stempel. Zie stappen 1 tot 4 van "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL"...
  • Pagina 253 KOPIEERMACHINE Als u uw paginanummeringsinstelling Stempel wilt configureren, drukt u op de toets Annuleren Paginanummering [Paginanummer]. Formaat Voor Paginanummering Totaal Pag.'s Als u geen paginanummeringsinstellingen hoeft te Auto 1,2,3.. (1),(2),(3).. configureren, ga dan naar de stap 8. Handmatig -1-,-2-,-3-.. P.1,P.2,P.3.. <1>,<2>,<3>..
  • Pagina 254 KOPIEERMACHINE Druk op elk item dat u wilt meetellen in de paginanummers, zodat een vinkje Stempel verschijnt . Druk vervolgens op de Omslagen/Invoegsels Tellen toets [OK]. Items met een vinkje worden weergegeven in de Voorblad Tellen afdrukafbeelding rechts op het scherm. Invoegsels Tellen (A): Afbeelding voorkaft (B): Afbeelding insteekvel...
  • Pagina 255 KOPIEERMACHINE • Als Paginanummering is geselecteerd, kunt u niet kopiëren met de groepfunctie. De functie verandert automatisch in sorteerfunctie. • Als de afdrukpositie van het paginanummer is ingesteld op de rechts of links, en u gebruikt inbindkopie of boekkopie, wordt de afdrukpositie gewijzigd, zodat de paginanummers altijd verschijnen op de buitenkant van elke geopende pagina (de linker- en rechterkant van de geopende pagina's).
  • Pagina 256 KOPIEERMACHINE TEKST AFDRUKKEN OP KOPIEËN (Tekst) U kunt ingevoerde tekst afdrukken op kopieën. U kunt maximaal 30 veel gebruikte tekstreeksen opslaan. Voorbeeld: "April 2010 Planningbespreking" afdrukken linksboven op het papier April 2010 Planningbespreking Druk de toets [Tekst] keuzescherm voor de stempel. Zie stappen 1 tot 4 van "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL"...
  • Pagina 257 KOPIEERMACHINE Selecteer de pagina's waarop afgedrukt Stempel moet worden en druk op [OK]. Tekst Annuleren U kunt kiezen uit: alleen op de eerste pagina afdrukken, of Eerste Pag. Page AAA AAA afdrukken op alle pagina's. Ga nadat u op [OK] hebt gedrukt verder vanaf stap 5 van Vooringesteld "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE Alle Pag.'s...
  • Pagina 258 KOPIEERMACHINE Tekstreeksen opslaan, bewerken en wissen Druk de toets [Tekst] keuzescherm voor de stempel. Zie stappen 1 tot 4 van "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL" (pagina 2-86). Druk op de toets [Opslaan/Verwijderen]. Stempel Annuleren Tekst Eerste Pag. Vooringesteld Alle Pag.'s Opnieuw...
  • Pagina 259 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Vorige]. Stamp Stempel U keert terug naar het scherm van stap 2. Text Vorige Tekst Ga om te kopiëren met behulp van een opgeslagen tekstreeks verder vanaf stap 2 van "TEKST AFDRUKKEN OP KOPIEËN Store/Delete Opslaan/Verwijderen (Tekst)"...
  • Pagina 260 KOPIEERMACHINE STEMPELLAY-OUT CONTROLEREN (Lay-out) Nadat de stempelitems zijn geselecteerd kunt u de afdruklay-out controleren, de afdrukpositie wijzigen en stempelitems wissen. Druk op de toets [Opmaak]. Spec. Functies Stempel Annuleren Datum Stempel Pagina- Tekst Nummering Opmaak Watermerk U kunt alleen op de toets [Opmaak] drukken als stempelitems zijn geselecteerd. Is de lay-out juist, dan drukt u op [OK].
  • Pagina 261 KOPIEERMACHINE Druk op de toets van de gewenste Stempel doelpositie. Verplaatsen Selecteer locatie om gesel. item naartoe te verplaatsen. De positietoets waarop u hebt gedrukt, wordt gemarkeerd en de afdrukpositie verandert. De toetsen die de afdrukposities aangeven, verschijnen als volgt naargelang de instellingen. Niet geselecteerd, stempelinstelling is niet geselecteerd.
  • Pagina 262 KOPIEERMACHINE EEN WATERMERK AAN EEN KOPIE TOEVOEGEN (Watermerk) Tijdens het kopiëren is het mogelijk om bepaalde tekst als watermerk aan de kopie toe te voegen. Voor een watermerk kunt u de dichtheid, hoek en pagina's (alleen eerste pagina of alle pagina's) selecteren. Het watermerk wordt in het midden van het papier afgedrukt.
  • Pagina 263 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Belichting] en stel de Stempel dichtheid in. Watermerk Annuleren Als u donkerder wilt maken, drukt u op de toets . Als u VERTROUWELIJK PRIORITEIT Belichting Eerste Pag. lichter wilt maken, drukt u op de toets TER INFORMATIE NIET KOPIËREN Als u klaar bent met het selecteren, drukt u op [OK].
  • Pagina 264 KOPIEERMACHINE TOETS [Beeld bewerken] Wanneer u op de toets [Beeld bewerken] in het tweede menuscherm voor speciale functies drukt, wordt het menuscherm voor beeldbewerking geopend. Menuscherm Beeld bewerken Spec. Functies Spec. Functies Afbeeld. bew. Stempel Beeld bewerken Scherpte Vergrot. over Spiegel- Foto herhalen Bestand...
  • Pagina 265 KOPIEERMACHINE FOTO'S HERHALEN OP EEN KOPIE (Foto herhalen) Met Foto herhalen maakt u herhaalde afbeeldingen van een origineel van fotoformaat (130 mm x 90 mm, 100 mm x 150 mm, 70 mm x 100 mm, 65 mm x 70 mm of 57 mm x 100 mm (3" x 5", 5" x 7" formaat, 2-1/2" x 4", 2-1/2"...
  • Pagina 266 KOPIEERMACHINE Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen. (3) Druk op de toets [Beeld bewerken]. (4) Druk op de toets [Foto herhalen]. ☞ TOETS [Beeld bewerken] (pagina 2-105) Selecteer de instellingen voor Foto herhalen.
  • Pagina 267 KOPIEERMACHINE EEN GROTE POSTER MAKEN (Vergrot. over meerdere pag.) Met deze functie vergroot u een origineelafbeelding en drukt u deze als samengestelde afbeelding af op meerdere vellen papier. Origineel (A4 (8-1/2" x 11") Kopie (vergrote afbeelding op acht vellen A3 (11" x 17") papier) Speciale functies selecteren.
  • Pagina 268 KOPIEERMACHINE Stel het vergrotingformaat en het origineelformaat in. Gebruiksklaar. De kopieën zullen in 2 delen wordt uitgevoerd. (1) Selecteer het formaatsysteem dat u wilt Beeld bewerken gebruiken voor de vergrote afbeelding op Multipg. vergr Rand afdruk. Annuleren meerdere pagina's. Vergrotingsformaat Formaat Origineel Stand Origineel (A-formaat)
  • Pagina 269 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [OK]. Beeld bewerken U keert terug naar het scherm Speciale Functies. Druk op [OK] Multipg. vergr Border Print Annuleren om naar het basisscherm van de kopieermodus terug te keren. Vergrotingsformaat Formaat Origineel Stand Origineel (A-formaat) A0x2 Druk op [START].
  • Pagina 270 KOPIEERMACHINE DE AFBEELDING SPIEGELEN (Spiegel-Beeld) Met deze functie maakt u op de kopie een spiegelbeeld van het origineel. Origineel Gespiegelde kopie Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 271 KOPIEERMACHINE KOPIËREN IN HET MIDDEN VAN HET PAPIER (Centreren) Met deze toets centreert u de gekopieerde afbeelding op het papier. Hiermee kunt u de afbeelding midden in het papier plaatsen wanneer het origineelformaat kleiner is dan het papierformaat of wanneer u de afbeelding verkleint. Zonder de centreerfunctie Met de centreerfunctie Plaats het origineel.
  • Pagina 272 KOPIEERMACHINE • U kunt de afbeelding verkleinen wanneer u de functie centreren gebruikt, maar niet vergroten. • Wanneer het origineelformaat of het papierformaat wordt weergegeven als speciaal formaat, kunt u deze functie niet gebruiken. Als u het Centreren wilt annuleren... Druk op [Centreren] in het scherm van stap 3, zodat de toets niet wordt gemarkeerd.
  • Pagina 273 KOPIEERMACHINE WIT EN ZWART OMDRAAIEN OP DE KOPIE (Z/W Omgekeerd) Met deze functie keert u zwart en wit om op de kopie, zodat een negatieve afbeelding ontstaat. Originelen met grote zwarte vlakken (waarvoor veel toner nodig is) kunt u kopiëren met Z/W Omgekeerd, zodat u minder toner verbruikt.
  • Pagina 274 KOPIEERMACHINE • Wanneer u deze functie selecteert, verandert de "Type Origineel Beeld"-instelling voor het belichtingsniveau automatisch naar "Tekst". • In sommige landen en regio's is deze functie niet beschikbaar. Als u Z/W Omgekeerd wilt annuleren... Druk op de toets [Z/W Omgekeerd] in het scherm van stap 3 zodat de toets niet wordt gemarkeerd. 2-115 Inhoudsopgave...
  • Pagina 275 KOPIEERMACHINE DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN (Scherpte) Met deze toets maakt u een afbeelding scherper of zachter. Zacht Scherp Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 276 KOPIEERMACHINE KOPIEËN CONTROLEREN ALVORENS U AFDRUKT (Proefafdruk) Met deze functie drukt u slechts één set kopieën af, ongeacht het aantal sets dat u hebt opgegeven. Wanneer de eerste set is gecontroleerd op fouten, kunt u de overige sets afdrukken. Voorheen moest u het origineel opnieuw scannen telkens wanneer wijzigingen van de instellingen nodig waren.
  • Pagina 277 KOPIEERMACHINE Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen. Als u de glasplaat gaat gebruiken om meerdere originelen de Spec. Functies kopiëren, schakel dan na deze stap over op de sorteerfunctie. ☞ Sorteerfunctie (pagina 2-34) Dubbelz. Kopie Normaal U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen.
  • Pagina 278 KOPIEERMACHINE Wijzig de instellingen. (1) Druk op de toets voor de instelling die u wilt Proefafdruk wijzigen. Het instellingenscherm van de ingedrukte toets wordt geopend. Wijzig de instelling in en druk op [OK]. 2-Zijdige (2) Druk op de toets [OK]. Papierformaat Uitvoer Kopie...
  • Pagina 279 KOPIEERMACHINE HET AANTAL INGESCANDE ORIGINELE VELLEN CONTROLEREN ALVORENS TE KOPIËREN (Aantal originelen) Het aantal ingescande originele vellen kan worden geteld en weergegeven voordat wordt gestart met kopiëren. Aangezien u het aantal ingescande originele vellen kunt controleren, zullen er minder kopieerfouten optreden. Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de Markeerstreep...
  • Pagina 280 KOPIEERMACHINE Controleer na het inscannen het aantal originelen dat werd ingescand en druk Er zijn 130 pagina's van het origineel gescand. op [OK]. Gescande gegevens kopiëren? Het kopiëren begint. • Wanneer de functie opdracht samenstellen wordt gebruikt, Annuleren verschijnt het aantal ingescande vellen wanneer op de toets [Lezen klaar] wordt gedrukt.
  • Pagina 281 KOPIEERMACHINE ORIGINELEN VAN VERSCHILLENDE FORMATEN KOPIËREN (Origineel gem. form.) Zelfs wanneer B4 (8-1/2" x 14") originelen gemengd worden met A3 (11" x 17") originelen, kunnen alle originelen in een keer worden afgedrukt. Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel en kiest daarbij het geschikte papierformaat.
  • Pagina 282 KOPIEERMACHINE Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de origineelinvoer. ● Wanneer u "Zelfde breedte" gebruikt Plaatst u de originelen met de zijden van dezelfde lengte links uitgelijnd. A3 (11" x 17") A4 (8-1/2" x 11") Plaatst u de zijden met dezelfde lengte links uitgelijnd.
  • Pagina 283 KOPIEERMACHINE Druk op [START]. Het kopiëren begint. Als u scannen en kopiëren wilt annuleren... Druk op de toets [STOP] ( • Wanneer u [Afwijkende breedte] heeft geselecteerd, kunt u de nietfunctie niet gebruiken. • De functie origineel van gemengd formaat kan niet worden gebruikt om originelen van hetzelfde formaat de kopiëren; deze originelen worden in verschillende posities geplaatst (A4 en A4R (8-1/2"...
  • Pagina 284 KOPIEERMACHINE KOPIËREN VAN DUNNE ORIGINELEN (Langzame scanmodus) Druk op deze toets wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoerlade. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de Markeerstreep origineelinvoer.
  • Pagina 285 KOPIEERMACHINE U kunt de functies "2-zijdig naar 2-zijdig" en "2-zijdig naar 1-zijdig" van automatisch 2-zijdig kopiëren niet gebruiken. Als u de functie Langzame scanmodus wilt annuleren... Druk op [Langzame scanmodus] in het scherm van stap 2 zodat de toets wordt gemarkeerd. Systeeminstellingen (Beheerder): Invoermodus origineel Hiermee wordt altijd op langzame snelheid gescand.
  • Pagina 286 KOPIEERMACHINE HANDIGE KOPIEERFUNCTIES In dit gedeelte worden handige kopieerfuncties uitgelegd, zoals het onderbreken van een kopieersessie, het wijzigen van de volgorde van gereserveerde kopieeropdrachten en het opslaan van kopieerinstellingen in een programma. EEN KOPIEERSESSIE ONDERBREKEN (kopiëren onderbreken) Wanneer u dringend een kopie moet maken terwijl een lange kopieersessie of andere opdracht aan de gang is, kunt u de functie Kopiëren onderbreken gebruiken.
  • Pagina 287 KOPIEERMACHINE • Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, verschijnt het loginscherm wanneer u op de toets [Onderbreken] drukt. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op om in te loggen. Het aantal kopieën dat u maakt wordt opgeteld bij dat van de gebruiker die heeft ingelogd. •...
  • Pagina 288 KOPIEERMACHINE EEN AFDRUKVOORBEELD VAN EEN KOPIE CONTROLEREN (Voorbeeld) U kunt op de toets [Voorbeeld] tikken zodat deze op het basisscherm wordt gemarkeerd en dan het origineel scannen om een afdrukvoorbeeld van de kopie op het aanraakscherm te controleren voordat u de kopie afdrukt. Plaats het origineel.
  • Pagina 289 KOPIEERMACHINE Als u de bewerking wilt annuleren... Druk op de toets [ALLES WISSEN] ( Systeeminstellingen (Beheerder): Standaard voorbeeld U kunt de toets [Voorbeeld] standaard instellen op altijd aan (gemarkeerd). Schakel deze instelling in als u altijd een afdrukvoorbeeld wilt controleren bij het kopiëren. 2-130 Inhoudsopgave...
  • Pagina 290 KOPIEERMACHINE VOORBEELDSCHERM Het voorbeeldscherm wordt hieronder uitgelegd. Voorbeeld Reset Output weerg. Functieoverz. Weergave draaien Start kopiëren 0001 /0010 Toets [Output weerg.] Voorvertoning Er verschijnt een afbeelding van de geselecteerde Tik hierop om de geselecteerde functies en instellingen ontvangen afbeeldingen. als pictogrammen weer te geven. De volgende functies Als de afbeelding is afgesneden, verschuif het beeld dan worden weergegeven: met de schuifbalken rechts en onderaan het scherm.
  • Pagina 291 KOPIEERMACHINE OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel drukt. Het opdrachtstatusscherm geeft de status van opdrachten per modus weer. Als u op de toets [OPDRACHT STATUS] drukt, wordt het opdrachtstatusscherm weergegeven van de modus die u gebruikte voordat u op de toets drukte. Voorbeeld: Drukken op de toets in kopieerfunctie Afdrukopdr.
  • Pagina 292 KOPIEERMACHINE SCHERM OPDRACHTWACHTRIJ EN SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm omvat het scherm opdrachtwachtrij (waarin wordt aangegeven welke kopieer- en afdrukopdrachten wachten om te worden afgedrukt, en de opdracht die momenteel wordt uitgevoerd), het scherm uitgevoerde opdrachten (waarin de uitgevoerde opdrachten worden aangegeven, en het spool-scherm (met opdrachten die zijn gespoold) en versleutelde PDF-opdrachten die wachten op de invoer van een wachtwoord.
  • Pagina 293 KOPIEERMACHINE Weergave opdrachttoetsen Elke opdrachttoets geeft de positie van de opdracht in de opdrachtwachtrij en de huidige status van de opdracht weer. Kopieren 002/000 Wachten Geeft het nummer (de positie) van de opdracht in de Status wachtrij aan. Geeft de opdrachtstatus weer. Als de opdracht die momenteel wordt afgedrukt voltooid Bericht Status...
  • Pagina 294 KOPIEERMACHINE EEN OPDRACHT IN DE WACHTRIJ ANNULEREN Een kopieeropdracht die op afdrukken wacht, kan worden geannuleerd. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Annuleer de opdracht. (1) Druk op de tab [Afdrukopdr.]. Afdrukopdr. Scan naar Faxopdracht Internetfax Opdrachtwachtrij Sets / Voortgang Status Spool (2) Wijzig de status van de afdrukopdracht in...
  • Pagina 295 KOPIEERMACHINE EEN OPDRACHT IN DE WACHTRIJ PRIORITEIT GEVEN Als er met een kopieeropdracht wordt begonnen terwijl zich reeds meerdere opdrachten in de wachtrij bevinden, verschijnt de kopieeropdracht aan het eind van de wachtrij. Hebt u echter een dringende opdracht, dan kunt u deze prioriteit geven zodat hij eerst wordt uitgevoerd.
  • Pagina 296 KOPIEERMACHINE INFORMATIE CONTROLEREN OVER EEN KOPIEEROPDRACHT IN DE WACHTRIJ U kunt uitvoerige informatie weergeven over een kopieeropdracht in de wachtrij. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Opdrachtgegevens controleren (1) Druk op de tab [Afdrukopdr.]. Afdrukopdr. Scan naar Faxopdracht Internetfax JOpdrachtwachtrij Sets / Voortgang Status...
  • Pagina 297 KOPIEERMACHINE KOPIEERBEWERKINGEN OPSLAAN (opdrachtprogramma's) Een opdrachtprogramma is een groep kopieerinstellingen die u samen opslaat. Als u kopieerinstellingen opslaat in een opdrachtprogramma, kunt u met een eenvoudige handeling de instellingen oproepen en gebruiken voor een kopieeropdracht. Stel dat u CAD-tekeningen van formaat A3 (11" x 17") eenmaal per maand voor het archief kopieert met de volgende instellingen: CAD-tekeningen van A3 (11"...
  • Pagina 298 KOPIEERMACHINE OPDRACHTPROGRAMMA OPSLAAN (BEWERKEN/WISSEN) Hieronder wordt uitgelegd hoe u kopieerinstellingen in een opdrachtprogramma opslaat en hoe u een opdrachtprogramma wist. Druk op de toets [#/P] ( LOGOUT Druk op de tab [Opslaan/Wissen]. Werkprogramma's Verlaten Druk op programmanummer. Oproepen Opslaan/Wissen Druk op een cijfertoets. Werkprogramma's Verlaten Cijfertoetsen waarin al opdrachtprogramma's zijn opgeslagen,...
  • Pagina 299 KOPIEERMACHINE Selecteer de kopieerinstellingen die u Maak selecties. Druk op [OK] om op te Annuleren slaan en op [Annuleren] om te wissen. wilt opslaan in het opdrachtprogramma Spec. Functies en druk op de toets [OK]. Dubbelz. Kopie Normaal Als u een naam wilt toekennen aan het programma, drukt u op Uitvoer Belichting de toets [Programmanaam].
  • Pagina 300 KOPIEERMACHINE BIJLAGE Voorbeelden van kaften en insteekvellen Op de volgende pagina's ziet u de verhouding tussen de originelen en kopieën wanneer kaften en insteekvellen worden ingevoegd. Kaften • 1-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen • 2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen • 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen •...
  • Pagina 301 KOPIEERMACHINE Kaften (1-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen) U maakt 1-zijdige kopieën van de volgende 1-zijdige originelen. Eerste Tweede Derde Vierde Vijfde Zesde pagina pagina pagina pagina pagina pagina Kaftkopieersituatie Resulterende kopieën Voorkaft Achterkaft Niet kopiëren Niet kopiëren 1-zijdig Niet kopiëren kopiëren 2-zijdig Niet kopiëren...
  • Pagina 302 KOPIEERMACHINE Kaften (2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen) 2-zijdige kopieën worden van de volgende 1-zijdige originelen gemaakt. Eerste Tweede Derde Vierde Vijfde Zesde pagina pagina pagina pagina pagina pagina Kaftkopieersituatie Resulterende kopieën Voorkaft Achterkaft Niet kopiëren Niet kopiëren 1-zijdig Niet kopiëren kopiëren 2-zijdig Niet kopiëren...
  • Pagina 303 KOPIEERMACHINE Kaften (1-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen) U maakt 1-zijdige kopieën van de volgende 2-zijdige originelen. Eerste Tweede Derde pagina pagina pagina Kaftkopieersituatie Resulterende kopieën Voorkaft Achterkaft Niet kopiëren Niet kopiëren 1-zijdig Niet kopiëren kopiëren 2-zijdig Niet kopiëren kopiëren 1-zijdig Niet kopiëren kopiëren 2-zijdig...
  • Pagina 304 KOPIEERMACHINE Kaften (2-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen) 2-zijdige kopieën worden van de volgende 2-zijdige originelen gemaakt. Eerste Tweede Derde pagina pagina pagina Kaftkopieersituatie Resulterende kopieën Voorkaft Achterkaft Niet kopiëren Niet kopiëren 1-zijdig Niet kopiëren kopiëren 2-zijdig Niet kopiëren kopiëren 1-zijdig Niet kopiëren kopiëren 2-zijdig...
  • Pagina 305 KOPIEERMACHINE Insteekvellen (kopiëren van 1-zijdige originelen) 1-zijdig en 2-zijdig kopiëren van de volgende 1-zijdige originelen. Er wordt een voorbeeld gegeven van het toevoegen van een insteekvel op het derde vel. (Wanneer "Insteekpagina" is ingesteld op "3" in de insteekvelinstellingen van de insteekinstellingen in de speciale functies.) Eerste Tweede...
  • Pagina 306 HOOFDSTUK 3 PRINTER In dit hoofdstuk vindt u uitgebreide uitleg over de procedures voor het gebruik van de printerfunctie. Om de printerfunctie te kunnen gebruiken, moet de printerfunctie beschikbaar zijn. PRINTERFUNCTIE VAN DE MACHINE ....3-3 HANDIGE AFDRUKFUNCTIES AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN...
  • Pagina 307 PRINTER AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DE AFDRUKSTATUS CONTROLEREN DOELEINDEN ....... . . 3-44 OPDRACHTSTATUSSCHERM .
  • Pagina 308 PRINTER PRINTERFUNCTIE VAN DE MACHINE Om de afdrukfunctie van de machine te kunnen gebruiken, moet de uitbreidingskit in de machine geïnstalleerd zijn volgens de omgeving waarin u werkt. Afdrukken vanaf uw computer is mogelijk nadat u de printerdriver heeft geïnstalleerd. Stel met behulp van de onderstaande tabel vast welke printerdriver bij uw omgeving past.
  • Pagina 309 PRINTER AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "WordPad", een standaardonderdeel van Windows. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand] van WordPad. Als u Windows 7 gebruikt, klik dan op de knop Het menu om af te drukken varieert mogelijk naargelang de softwareapplicatie.
  • Pagina 310 PRINTER Selecteer de afdrukinstellingen. (1) Klik op het tabblad [Papier]. (2) Selecteer het papierformaat. Als u instellingen op andere tabbladen wilt wijzigen, klikt u op het gewenste tabblad en kiest u vervolgens de instellingen. (3) Klik op [OK]. • Zorg dat het papierformaat gelijk is aan het ingestelde papierformaat in de softwareapplicatie. •...
  • Pagina 311 PRINTER HET PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instelling "Papierkeuze" configureert op het tabblad [Papier] van het instelvenster van de printerdriver. Controleer voordat u gaat afdrukken het papiertype en -formaat en de aanwezige hoeveelheid papier in de laden van het apparaat. Als u de meest actuele informatie over de lades wilt bekijken, klikt u op de knop [Ladestatus].
  • Pagina 312 PRINTER AFDRUKKEN ALS DE GEBRUIKERSAUTHENTICATIEFUNCTIE IS INGESCHAKELD Als de functie gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in de systeeminstellingen van het apparaat (beheerder), moet u uw gebruikersinformatie (loginnaam, wachtwoord etc.) invoeren in het eigenschappenvenster van de printerdriver voordat u kunt afdrukken. De in te voeren informatie varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode, dus neem contact op met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken.
  • Pagina 313 PRINTER Voer uw loginnaam en wachtwoord in. (1) Klik op het tabblad [Taakverwerking]. (2) Voer uw gebruikersinformatie in. • Als de authenticatie plaatsvindt via loginnaam/wachtwoord Schakel de selectievakjes [Loginnaam] en [Wachtwoord] in zodat er vinkjes in verschijnen en voer uw loginnaam en wachtwoord in.
  • Pagina 314 PRINTER Systeeminstellingen (Beheerder): Afdrukken door ongeldige gebruiker uitschakelen Deze instelling wordt gebruikt om afdrukken door gebruikers voor wie geen gebruikersinformatie in het apparaat is opgeslagen te blokkeren. Als deze optie is ingeschakeld, is afdrukken niet mogelijk wanneer geen of onjuiste gebruikersinformatie wordt ingevoerd.
  • Pagina 315 PRINTER DE HELP-FUNCTIE VAN DE PRINTERDRIVER WEERGEVEN Wanneer u de instellingen voor de printerdriver configureert, kunt u de Help-functie weergeven voor uitleg over de verschillende opties. Open het eigenschappenvenster voor de printerdriver vanuit het afdrukvenster van de softwaretoepassing. (1) Selecteer de printerdriver van het apparaat.
  • Pagina 316 PRINTER VEELGEBRUIKTE AFDRUKINSTELLINGEN OPSLAAN Instellingen die bij het afdrukken op alle tabbladen zijn geconfigureerd kunnen als gebruikersinstellingen worden opgeslagen. Als u vaak gebruikte instellingen of complexe instellingen opslaat onder een zelfgekozen naam, kunt u ze de volgende keer dat u ze nodig hebt, gemakkelijker selecteren. INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN U kunt instellingen opslaan vanaf elk tabblad van het instelvenster van de printerdriver.
  • Pagina 317 PRINTER Controleer de instellingen en sla deze (1) Controleer de weergegeven instellingen. (2) Voer een naam voor de instellingen in (maximaal 20 tekens). (3) Klik op de toets [OK]. Klik op de toets [OK]. Begin met afdrukken. • Er kunnen maximaal 30 sets gebruikersinstellingen worden opgeslagen. •...
  • Pagina 318 PRINTER OPGESLAGEN INSTELLINGEN GEBRUIKEN Open het eigenschappenvenster voor de printerdriver vanuit het afdrukvenster van de softwaretoepassing. (1) Selecteer de printerdriver van het apparaat. (2) Klik op de knop [Voorkeursinstellingen]. De knop die wordt gebruikt om het instelvenster van de printerdriver te openen (meestal [Eigenschappen] of [Voorkeursinstellingen]) kan variëren naargelang de gebruikte software.
  • Pagina 319 PRINTER DE STANDAARDINSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER WIJZIGEN U kunt de standaardinstellingen van de printerdriver wijzigen volgens de onderstaande procedure. De hier geselecteerde instellingen worden opgeslagen en als standaardinstellingen gebruikt wanneer met het apparaat wordt afgedrukt vanuit een softwaretoepassing. (Instellingen die u in het instelvenster van de printerdriver hebt geselecteerd bij het afdrukken vanuit een softwaretoepassing blijven geldig zolang de toepassing wordt gebruikt.) Klik op de toets [Start] ( ) en selecteer [Configuratiescherm] en dan [Printer].
  • Pagina 320 PRINTER Configureer de instellingen en klik op [OK]. Zie voor meer informatie over de instellingen de Help van de printerdriver. 3-15 Inhoudsopgave...
  • Pagina 321 PRINTER AFDRUKKEN VANAF EEN MACINTOSH-COMPUTER BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN In het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "TextEdit", een standaardonderdeel van Mac OS X ("SimpleText" in Mac OS 9). Om het apparaat te gebruiken als een printer voor de Macintosh, moet de PS3 uitbreidingskit in het apparaat geïnstalleerd zijn en zijn aangesloten op een netwerk.
  • Pagina 322 PRINTER AFDRUKKEN Selecteer [Druk af] in het menu [Archief] van TextEdit. Selecteer in Mac OS 9 [Print] in het menu [Archief] van SimpleText. Het menu om af te drukken varieert mogelijk naargelang de softwareapplicatie. Controleer of de juiste printer is geselecteerd.
  • Pagina 323 PRINTER Klik op de knop [Druk af]. Het afdrukken begint. 3-18 Inhoudsopgave...
  • Pagina 324 PRINTER HET PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte wordt het instellen van de [Papierinvoer] ("Papierinvoer" onder [Algemeen] in Mac OS 9) in het venster met afdrukinstellingen uitgelegd. • Als [Automatische keuze] is geselecteerd Een lade met normaal of gerecycled papier (standaard fabrieksinstelling is alleen normaal papier) van het formaat dat is opgegeven in "Papierformaat"...
  • Pagina 325 PRINTER AFDRUKKEN ALS DE GEBRUIKERSAUTHENTICATIEFUNCTIE IS INGESCHAKELD Als de functie gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in de systeeminstellingen van het apparaat (beheerder) moet u uw gebruikersinformatie (loginnaam, wachtwoord etc.) invoeren voordat u kunt afdrukken. De in te voeren informatie varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode, dus neem contact op met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken.
  • Pagina 326 PRINTER Begin met afdrukken. (1) Voer uw gebruikersinformatie in. • Als de authenticatie plaatsvindt via loginnaam/wachtwoord Voer uw gebruikersnaam in bij "Loginnaam" en uw wachtwoord bij "Wachtwoord" (1 tot 32 tekens). • Als de authenticatie plaatsvindt op gebruikersnummer Voer uw gebruikersnummer (5 tot 8 cijfers) in bij "Gebruikersnummer".
  • Pagina 327 PRINTER VEEL GEBRUIKTE FUNCTIES In dit gedeelte worden veel gebruikte functies uitgelegd. • EEN INSTELLING VOOR DE AFDRUKMODUS • MEERDERE PAGINA'S OP ÉÉN PAGINA AFDRUKKEN SELECTEREN (pagina 3-27) • 2-ZIJDIG AFDRUKKEN (pagina 3-24) • AFDRUKKEN NIETEN/PERFOREREN (pagina 3-29) • DE AFBEELDING AANPASSEN AAN HET PAPIER (pagina 3-26) Deze uitleg veronderstelt dat het papierformaat en ander basisinstellingen al zijn geselecteerd.
  • Pagina 328 PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) (3) (2) Selecteer [Geavanceerd]. (3) Selecteer "Afdrukmodus". 3-23 Inhoudsopgave...
  • Pagina 329 PRINTER 2-ZIJDIG AFDRUKKEN Het apparaat kan op beide zijden van het papier afdrukken. Deze functie komt bij veel afdruktaken van pas en is vooral handig wanneer u een eenvoudig boekje wilt afdrukken. 2-zijdig afdrukken bespaart bovendien papier. Papierstand Afdrukresultaten Windows Macintosh Windows Macintosh...
  • Pagina 330 PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Lay-out]. (2) Selecteer [Lange kant binden] of [Korte kant binden]. • Selecteer in Mac OS X v10.2.8 de instellingen in [Geavanceerd]. • Selecteer in Mac OS 9 [Uitvoer/Documenttype] en vervolgens [Omslaan langs lange zijde] of [Omslaan langs korte zijde]. 3-25 Inhoudsopgave...
  • Pagina 331 PRINTER DE AFBEELDING AANPASSEN AAN HET PAPIER Deze functie wordt gebruikt om de grootte van de afbeelding automatisch aan te passen aan het formaat van het in het apparaat geladen papier. Dit is handig als u bijvoorbeeld een document van het formaat A4 of letterformaat wilt vergroten tot het formaat A3 of Ledgerformaat om dit eenvoudiger leesbaar te maken of toch afdrukken wilt maken als er geen papier van het juiste formaat in het apparaat is geladen.
  • Pagina 332 PRINTER MEERDERE PAGINA'S OP ÉÉN PAGINA AFDRUKKEN Met deze functie kunt u de afdrukafbeelding verkleinen en meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Dit is handig als u meerdere afbeeldingen zoals foto's op één pagina wilt afdrukken of als u papier wilt besparen. Deze functie kan ook worden gecombineerd met 2-zijdig afdrukken voor een maximale papierbesparing.
  • Pagina 333 PRINTER Windows (1) Configureer de instellingen op het tabblad [Algemeen]. (2) Selecteer het aantal pagina's per vel. (3) Als u randen wilt afdrukken, schakel dan het selectievakje [Rand] in zodat er een vinkje in verschijnt. (4) Selecteer de volgorde van de pagina's. (2) (3) Macintosh (1) Selecteer [Lay-out].
  • Pagina 334 PRINTER AFDRUKKEN NIETEN/PERFOREREN Nietfunctie De nietfunctie kan worden gebruikt om afdrukken te nieten. Deze functie biedt een aanzienlijke tijdsbesparing bij het maken van handouts voor een vergadering of ander geniet materiaal. De nietfunctie kan ook worden gecombineerd met 2-zijdig afdrukken voor het maken van verzorgd ogende materialen. De nietposities en het aantal nietjes kunnen worden geselecteerd voor het verkrijgen van de onderstaande nietresultaten.
  • Pagina 335 PRINTER Windows (1) Configureer de instellingen op het tabblad [Algemeen]. (2) Selecteer de "Zijde voor inbinden". (3) Selecteer de nietfunctie of de perforatiefunctie. • Selecteer bij gebruik van de nietfunctie het aantal nietjes in het menu "Nieten". • Schakel om de perforatiefunctie te gebruiken het selectievakje [Perforatie] in zodat er een vinkje verschijnt.
  • Pagina 336 PRINTER HANDIGE AFDRUKFUNCTIES In dit gedeelte worden handige functies voor specifieke afdrukdoeleinden uitgelegd. • HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN • FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST BOEKJES EN POSTERS EN AFBEELDINGEN (pagina 3-41) • FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET •...
  • Pagina 337 PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer de "Zijde voor inbinden". Als een zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd, kunt u [2 nietjes] selecteren in het menu "Nieten". (3) Selecteer [Pamfletten naast elkaar] of [Twee op één pamflet]. • Selecteer in Mac OS X v10.2.8 uit de menu's " Zijde voor inbinden"...
  • Pagina 338 PRINTER DE MARGE VERGROTEN (Margeverschuiving) Deze functie wordt gebruikt om de afbeelding te verschuiven zodat de marge rechts, links of boven aan het vel wordt vergroot. Dit is handig wanneer u de afdrukken wilt nieten of perforeren, maar de inbindstrook de tekst overlapt.
  • Pagina 339 PRINTER EEN POSTER MAKEN (Poster afdrukken) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt een pagina met afdrukgegevens vergroten en afdrukken door meerdere vellen papier te gebruiken (4 vellen (2x2), 9 vellen (3x3) of 16 vellen (4x4)). De vellen kunnen dan samengevoegd worden om een grotere poster te maken.
  • Pagina 340 PRINTER FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET FORMAAT EN DE STAND VAN DE AFBEELDING HET AFDRUKBEELD 180 GRADEN DRAAIEN (180 graden draaien) Met deze functie kunt u de afbeelding 180 graden draaien zodat deze correct kan worden afgedrukt op papier dat maar in één richting kan worden geladen ABCD (zoals geperforeerde vellen).
  • Pagina 341 PRINTER HET AFDRUKBEELD VERGROTEN/VERKLEINEN (Zoom/XY-zoom) Deze functie wordt gebruikt om de afbeelding met een geselecteerd percentage te vergroten of verkleinen. Zo kunt u een kleine afbeelding vergroten of marges toevoegen aan het papier door het beeld enigszins te verkleinen. Als u de PS-printerdriver (Windows) van het apparaat gebruikt, kunt u de breedte- en lengtepercentages afzonderlijk instellen om de verhoudingen van de afbeelding te wijzigen.
  • Pagina 342 PRINTER LIJNDIKTE AANPASSEN BIJ HET AFDRUKKEN (Lijndikte-instellingen) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Wanneer lijnen niet goed worden afgedrukt in speciale applicaties zoals CAD, kunt u met deze instelling de lijndikte aanpassen en bijvoorbeeld alle lijndiktes breder maken. (Deze instelling werkt alleen bij vectorgegevens; rastergegevens zoals bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.) Als de gegevens lijnen van verschillende dikte bevat, kunt u ook alle lijnen op de...
  • Pagina 343 PRINTER DE AFBEELDING SPIEGELEN (Spiegelbeeld) De afbeelding kan zodanig worden gedraaid dat een spiegelbeeld ontstaat. Deze functie kan worden gebruikt om een sjabloon te maken voor houtbewerking of een ander afdrukmedium. Windows (Voor deze functie is de PS-printerdriver vereist.) (1) Klik op het tabblad [Geavanceerd]. (2) Selecteer de instelling voor een gespiegelde afbeelding.
  • Pagina 344 PRINTER DE FUNCTIE AFBEELDINGSAANPASSING HELDERHEID EN CONTRAST VAN DE AFBEELDING INSTELLEN (Beeldafstelling) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Bij het afdrukken van een foto of andere afbeelding kunnen de helderheid en het contrast worden ingesteld in de afdrukinstellingen. Deze instellingen kunnen worden gebruikt voor eenvoudige correcties wanneer er geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is geïnstalleerd.
  • Pagina 345 PRINTER ONDUIDELIJKE TEKST EN LIJNEN IN ZWART AFDRUKKEN (Tekst naar zwart/Vector naar zwart) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Wanneer u een kleurenafbeelding afdrukt, kunnen tekst ABCD ABCD in kleur en vage lijnen in het zwart worden afgedrukt. (Rastergegevens zoals bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.) Op die manier kunt u tekst in kleur en vage lijnen die niet goed zichtbaar zijn, beter zichtbaar maken.
  • Pagina 346 PRINTER FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN EEN WATERMERK TOEVOEGEN AAN AFDRUKKEN (Watermerk) U kunt lichte, schaduwachtige tekst toevoegen aan de achtergrond van de afgedrukte afbeelding, als een watermerk. Het formaat, de dichtheid en de hoek van de tekst van het watermerk kunnen worden ingesteld.
  • Pagina 347 PRINTER EEN AFBEELDING OVER DE AFDRUKGEGEVENS AFDRUKKEN (Afbeeldingsstempel) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt een op uw computer opgeslagen bitmap- of JPEG-afbeelding afdrukken over de afdrukgegevens. Het formaat, de positie en de hoek van de afbeelding kunnen worden ingesteld. Deze functie kan worden gebruikt om de afdrukgegevens te "merken"...
  • Pagina 348 PRINTER OVERLAYS MAKEN VOOR AFDRUKGEGEVENS (Overlays) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt afdrukgegevens afdrukken in een eerder XXXX XXXX gemaakte overlay. Door tabellijnen of een decoratieve rand te maken in een andere toepassing dan het 1 100 1 100 XXXX 10 150...
  • Pagina 349 PRINTER AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN GESPECIFICEERDE PAGINA'S OP ANDER PAPIER AFDRUKKEN (Ander papier) • Deze functie in een Windows-omgeving gebruiken De voor- en achterkaft en bepaalde pagina's van een document kunnen op ander papier worden gedrukt dan de andere pagina's. Gebruik deze functie als u de voor- en achterkaft op zwaar papier wilt afdrukken, of gekleurd papier of een andere papiersoort bij bepaalde pagina's wilt tussenvoegen.
  • Pagina 350 PRINTER Macintosh (Deze functie kan alleen in Mac OS 9, Mac OS X v10.4.11, v10.5 tot 10.5.8 en in 10.6 tot 10.6.1 worden gebruikt.) (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Ander papier]. (3) Selecteer de instellingen voor het invoegen van kaften. Selecteer de afdrukinstelling, papierlade en papiersoort voor de kaftpagina en de laatste pagina.
  • Pagina 351 PRINTER INVOEGVELLEN TOEVOEGEN BIJ HET AFDRUKKEN OP TRANSPARANTEN (Transparant-insteekvellen) Bij het afdrukken op transparanten voorkomt deze functie dat de transparanten aan elkaar plakken door een vel papier tussen elke twee transparanten te voegen. Het is ook mogelijk om de inhoud van elk transparant af te drukken op het bijbehorende invoegvel.
  • Pagina 352 PRINTER EEN CARBONAFDRUK MAKEN (Carbonafdruk) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Deze functie wordt gebruikt om een extra afdruk van de afbeelding te maken op papier van hetzelfde formaat maar uit een andere papierlade. Als u bijvoorbeeld carbonafdruk selecteert wanneer standaardpapier is geladen in papierlade 1 en gekleurd papier in papierlade 2, kan een op een carbondoorslag gelijkend afdrukresultaat worden verkregen door slechts...
  • Pagina 353 PRINTER TEKST AFDRUKKEN OP TABS VAN TABPAPIER (Afdrukken op tabpapier/Tabpapierinstellingen) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Deze functie wordt gebruikt om tekst af te drukken op de tabs van tabpapier. Afdrukken op tabpapier (alleen PCL6) Het is mogelijk om op elk vel tabpapier af te drukken dat u op de gewenste paginapositie invoegt.
  • Pagina 354 PRINTER Windows Afdrukken op tabpapier (alleen PCL6) Open de gegevens die u op het tabpapier wilt afdrukken en selecteer dan de instellingen. (1) Klik op het tabblad [Speciale modus]. (2) Selecteer [Afdrukken op tabpapier] en klik op de knop [Instellingen]. (3) Selecteer de tabpositie-instellingen.
  • Pagina 355 PRINTER Tabpapierinstellingen Als u klaar bent met het voorbereiden van de gegevens die op de tabs moeten worden afgedrukt in de softwaretoepassing, selecteert u de volgende instellingen: (1) Klik op het tabblad [Geavanceerd]. (2) Klik op de knop [Tabpapierinstellingen]. (3) Selecteer de tabpapierinstellingen. Om het beeld te verschuiven, voert u rechtstreeks een getal in of klikt u op de toets (4) Selecteer de papierinvoerbron en -soort als...
  • Pagina 356 PRINTER TWEEZIJDIG AFDRUKKEN WAARBIJ BEPAALDE PAGINA'S OP DE VOORZIJDE WORDEN AFGEDRUKT (Hoofdstukinvoegingen) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt bepaalde pagina's op de voorzijde van het papier Voorbeeld: laten afdrukken. Wanneer pagina's 4 en 8 als pagina-instellingen bepaald zijn. Wanneer een pagina (bijvoorbeeld de eerste pagina van een hoofdstuk) wordt opgegeven als voorzijdepagina, wordt de pagina op de voorzijde van het papier...
  • Pagina 357 PRINTER AFGEDRUKT PAPIER DUBBELVOUWEN (Vouwen) Wanneer een zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd, kunt u met de vouwfunctie afdrukken over de helft vouwen. U kunt kiezen of het papier met de afdrukzijde naar binnen of naar buiten wordt gevouwen. Bij het afdrukken van gegevens in pamfletvorm, kan de afgedrukte uitvoer met de functie "X vellen vouwen - nieten"...
  • Pagina 358 PRINTER HANDIGE PRINTERFUNCTIES TWEE MACHINES GEBRUIKEN OM EEN GROTE AFDRUKTAAK UIT TE VOEREN (Tandemafdruk) Voor het gebruik van deze functie zijn twee machines vereist. Voorbeeld: 4 sets kopieën afdrukken Tandemafdruk stelt u in staat om een grote afdruktaak te laten uitvoeren door twee machines die op uw netwerk zijn aangesloten.
  • Pagina 359 PRINTER AFDRUKBESTANDEN OPSLAAN EN GEBRUIKEN (Vasthouden/Documentarchivering) Deze functie wordt gebruikt om een afdruktaak als bestand op te slaan op de harde schijf van het apparaat, zodat de taak wanneer nodig kan worden afgedrukt via het bedieningspaneel. U kunt een locatie selecteren voor het opslaan van een bestand om te voorkomen dat het bestand wordt samengevoegd bij de bestanden van andere gebruikers.
  • Pagina 360 PRINTER Windows (1) Klik op het tabblad [Taakverwerking]. (2) Selecteer de instelling voor vasthouden. Schakel het selectievakje [Vasthouden] in . Selecteer de methode van vasthouden in "Vasthouden instellingen". Schakel om een wachtwoord (getal van 5 tot 8 cijfers) in te voeren het selectievakje [Wachtwoord] in (3) Selecteer de instellingen voor documentarchivering.
  • Pagina 361 PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Taakverwerking]. (2) Selecteer de instelling voor vasthouden. Schakel het selectievakje [Vasthouden] in . Selecteer de methode van vasthouden in "Vasthouden instellingen". Om de handeling te vereenvoudigen wanneer u de volgende keer hetzelfde wachtwoord instelt, kunt u op de toets (vergrendelen) klikken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd (5 tot 8 cijfers).
  • Pagina 362 PRINTER AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Wanneer de printerdriver niet is geïnstalleerd op uw computer, of wanneer de applicatie om een af te drukken bestand te openen niet beschikbaar is, kunt u direct op het apparaat afdrukken zonder de printerdriver. Hieronder ziet u de bestandstypen (en overeenkomstige extensies) die u direct kunt afdrukken. PDF/ Bestands- TIFF...
  • Pagina 363 PRINTER DIRECT AFDRUKKEN VAN EEN BESTAND OP EEN FTP-SERVER Wanneer een FTP-server is gekoppeld aan de webpagina's van het apparaat, kunt u een bestand op de FTP-server specificeren en afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat. Hierdoor hoeft u het bestand niet meer te downloaden en af te drukken vanaf een computer.
  • Pagina 364 PRINTER Druk het geselecteerde bestand af. Annuleren Afdrukken File-01.tiff (1) Selecteer afdrukvoorwaarden. Als u in stap 3 een bestand (PCL, PS of XPS) hebt Papierformaat Aantal afdrukken Auto geselecteerd met afdrukinstellingen, worden deze instellingen toegepast. (1 999) Uitvoer Passend maken (2) Druk op de toets [Afdrukken].
  • Pagina 365 PRINTER Open het USB-geheugen. (1) Druk op de toets [DOCUMENT BEELD DOCUMENT KOPIE VERZENDEN ARCHIVERING ARCHIVERING]. (2) Druk op de tab [Ex.datatoegang]. Best. ophalen Scan. naar HDD Schijfstatus Ex.datatoegang Externe gegevenstoegang (3) Druk op de toets [USB-geheugen]. USB-geheugen Netwerkmap Systeeminstellingen (Beheerder): Uitschakelen Rechtstreeks afdrukken USB-geheugen Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken van bestanden van een USB-geheugen te blokkeren.
  • Pagina 366 PRINTER Verwijder het USB-geheugen van het apparaat. Als u een PDF-bestand selecteert waarvoor een wachtwoord is ingesteld, moet u dit wachtwoord invoeren in het opdrachtstatusscherm voordat u het bestand kunt afdrukken. ☞ EEN VERSLEUTELD PDF-BESTAND AFDRUKKEN (pagina 3-69) EEN BESTAND IN EEN NETWERKMAP DIRECT AFDRUKKEN Met het bedieningspaneel van de machine kunt u een bestand selecteren en afdrukken dat zich bevindt op een server of in een gedeelde map van iemands computer op hetzelfde netwerk als de machine.
  • Pagina 367 PRINTER Open de netwerkmap. Selecteer een werkgroep. Zoeken (1) Druk op de toets van de werkgroep die u Werkgroep wilt openen. Werkgroepnaam Work 1 Work 2 Work 3 Work 4 Work 5 Work 6 (2) Druk op de toets van de server of Selecteer een server.
  • Pagina 368 PRINTER Druk op de toets voor het bestand dat u \\Server 1\User 1 wilt afdrukken. Bestands- of mapnaam File-01.tiff • Het pictogram verschijnt aan de linkerzijde van de Folder01 toetsen voor bestanden die kunnen worden afgedrukt. File-02.tiff • Het pictogram wordt links van de toetsen van mappen in File-03.tiff de netwerkmap weergegeven.
  • Pagina 369 PRINTER DIRECT AFDRUKKEN VANAF EEN COMPUTER U kunt instellingen configureren op de webpagina's van het apparaat zodat u direct vanaf de computer kunt afdrukken zonder gebruik van de printerdriver. Raadpleeg de Beknopte bedieningshandleiding voor de procedure om de webpagina's te openen. AFDRUKTAAK INDIENEN Het is mogelijk om direct een bestand op te geven om te laten afdrukken, zonder de printerdriver te gebruiken.
  • Pagina 370 PRINTER E-MAIL AFDRUKKEN U kunt een e-mail account configureren in het apparaat, zodat het apparaat uw mailserver periodiek controleert, en automatisch ontvangen e-mailbijlagen afdrukt zonder de printerdriver te gebruiken. • Instellingen configureren Als u de functie e-mail afdrukken wilt gebruiken, moet u op het apparaat een e-mailaccount configureren. Als u een account wilt configureren, klikt u op [Toepassingsinstellingen] en vervolgens op [Instellingen voor e-mail afdrukken] in het menu van de webpagina.
  • Pagina 371 PRINTER DE AFDRUKSTATUS CONTROLEREN OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel drukt. Het opdrachtstatusscherm geeft de status van opdrachten per modus weer. Als u op de toets [OPDRACHT STATUS] drukt, wordt het opdrachtstatusscherm weergegeven van de modus die u gebruikte voordat u op de toets drukte. Afdrukopdr.
  • Pagina 372 PRINTER SPOOL SCHERM/SCHERM OPDRACHTEN IN DE WACHTRIJ/SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm omvat het scherm opdrachtwachtrij (waarin wordt aangegeven welke kopieer- en afdrukopdrachten wachten om te worden afgedrukt, en de opdracht die momenteel wordt uitgevoerd), en het scherm uitgevoerde opdrachten (waarin de uitgevoerde opdracht worden aangegeven, het spool scherm (met opdrachten die zijn gespoold) en encrypted PDF-opdrachten die wachten op de invoer van een wachtwoord.
  • Pagina 373 PRINTER Weergave opdrachttoetsen Elke opdrachttoets geeft de positie van de opdracht in de opdrachtwachtrij en de huidige status van de opdracht weer. Computer01 002/000 Wachten Geeft het nummer (de positie) van de opdracht in de Status wachtrij aan. Geeft de opdrachtstatus weer. Als de opdracht die momenteel wordt afgedrukt voltooid Bericht Status...
  • Pagina 374 PRINTER EEN VERSLEUTELD PDF-BESTAND AFDRUKKEN Het versleuteld PDF-formaat wordt gebruikt om PDF-bestanden te beveiligen door er een wachtwoord aan toe te kennen. Voor het rechtstreeks afdrukken van een versleuteld PDF-bestand op een FTP-server of van een USB-geheugenapparaat of iets dergelijks die op de machine is aangesloten, volg onderstaande stappen om het wachtwoord in te voeren en te gaan afdrukken.
  • Pagina 375 PRINTER VOORRANG GEVEN AAN EEN AFDRUKTAAK/EEN AFDRUKTAAK ANNULEREN VOORRANG GEVEN AAN EEN AFDRUKTAAK Als het apparaat bezig is met kopiëren of het afdrukken van een ontvangen fax of andere taak, kunt u voorrang geven aan een afdruktaak die prioriteit heeft en deze eerder afdrukken dan de andere taken. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS].
  • Pagina 376 PRINTER EEN AFDRUKTAAK ANNULEREN U kunt een taak die wordt afgedrukt, wordt gespoold of in een wachtrij staat annuleren. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Annuleer de taak. (1) Druk op de tab [Afdrukopdr.]. Afdrukopdr. Scan naar Faxopdracht Internetfax Opdrachtwachtrij Sets / Voortgang Status...
  • Pagina 377 PRINTER OVERSTAPPEN OP EEN ANDER PAPIERFORMAAT ALS HET PAPIER OPRAAKT Als het afdrukken wordt gestopt omdat het papier op is of het in de printerdriver geselecteerde papierformaat niet in het apparaat is geladen, verschijnt een melding op het aanraakscherm. Het afdrukken wordt automatisch hervat wanneer papier in het apparaat wordt geladen en op de toets [OK] wordt gedrukt.
  • Pagina 378 PRINTER BIJLAGE SPECIFICATIELIJST PRINTERDRIVER De beschikbare functies en de uitvoerresultaten zijn afhankelijk van de printerdriver die wordt gebruikt. Windows Macintosh Functie PCL6 PCL5e PPD* PPD* Veelgebruikte Kopieën 1-999 1-999 1-999 1-999 1-999 functies Afdrukstand X pagina's Aantal 2,4,6,8,9,16 2,4,6,8,9,16 2,4,6,8,9,16 2,4,6,9,16 2,4,6,9,16 op 1 vel...
  • Pagina 379 PRINTER Windows Macintosh Functie PCL6 PCL5e PPD* PPD* Speciale functies Ander papier Transparant- insteekvellen Carbonafdruk Afdrukken op tabpapier Hoofdstukinvoegingen Tussenblad Vouwen* Halve vouw/ Halve vouw Halve vouw Halve vouw Halve vouw X vellen vouwen Tandemafdruk Vasthouden Document Archiveren De functie Beeldafstelling afbeelds- Tekst naar zwart/...
  • Pagina 380 PRINTER SPECIFICATIES PRINTER Type Ingebouwd MX-M623U: 62 pagina's/min., MX-M753U: 75 pagina's/min. (bij het voortduren afdrukken van Continue afdruksnelheid hetzelfde document op A4 (8-1/2" x 11") gewoon papier in niet-offset modus, zonder verwerkingstijd.) Afdrukresolutie 600 x 600 dpi / 1200 x 1200 dpi...
  • Pagina 381 HOOFDSTUK 4 Dit hoofdstuk biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de faxfunctie. Om de faxfunctie te kunnen gebruiken, moet de faxfunctie beschikbaar zijn. BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN VOORDAT U DE MACHINE ALS FAXMACHINE GEBRUIKT VERZENDMETHODEN..... . 4-26 •...
  • Pagina 382 EEN FAXMACHINE OPROEPEN EN FAXONTVANGST ONTVANGST INITIALISEREN (Navragen) ..4-101 • EEN NAVRAAG-ONTVANGST FAXBERICHTEN ONTVANGEN ....4-60 HANDMATIG INITIALISEREN ... . 4-103 •...
  • Pagina 383 EEN EXTRA TELEFOON GEBRUIKEN EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN EN GEBRUIKEN (Aansluiting extra telefoon) ..4-125 • EEN FAX ONTVANGEN NA BEANTWOORDING VAN EEN GESPREK VIA DE EXTRA TELEFOON (ontvangst op afstand)......4-126 •...
  • Pagina 384 VOORDAT U DE MACHINE ALS FAXMACHINE GEBRUIKT Deze sectie bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de machine als een faxmachine gebruikt. VOORBEREIDINGEN VOOR DE FAX Om de machine als fax te kunnen gebruiken, moet de telefoonlijn zijn aangesloten en het soort telefoonlijn ingesteld. VERBINDING MET DE TELEFOONLIJN Gebruik alleen de meegeleverde telefoonkabel om de machine aan de wandcontactdoos voor...
  • Pagina 385 ZORG DAT DE HOOFDSTROOMSCHAKELAAR OP "AAN" STAAT Als de hoofdschakelaar is ingeschakeld, brandt de hoofdvoedingsindicator op het bedieningspaneel. Als de indicator van de hoofdschakelaar niet oplicht, staat de stroom "uit". Schakel de hoofdschakelaar "aan" en druk op de [AAN]-toets ( ) op het bedieningspaneel.
  • Pagina 386 DATUM EN TIJD CONTROLEREN Controleer of de correcte datum en tijd in de machine zijn ingesteld. Datum en tijd worden ingesteld in de systeeminstellingen van de machine. Wanneer u op de toets [SYSTEEMINSTELLINGEN]-toets drukt, verschijnt het scherm systeeminstellingen in het aanraakscherm. Selecteer [Standaard Instellingen], [Klok], en [Klok aanpassen], en stel jaar, maand, dag, uur en minuten in.
  • Pagina 387 BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE Als u de faxfunctie wilt gebruiken, selecteert u instellingen en handelingen in het basisscherm van faxmodus. Als u het basisscherm van de faxmodus wilt weergeven, drukt u op de toets [BEELD VERZENDEN] en daarna op de tab [Faxen]. BEELD DOCUMENT KOPIE...
  • Pagina 388 BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE Dit scherm kunt u gebruiken om de instellingen en handelingen van de faxfunctie te selecteren. BEELD DOCUMENT KOPIE VERZENDEN ARCHIVERING Gereed voor verzenden. (10) Luidspreker Opn. verzenden Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto...
  • Pagina 389 (15) Toets (16) Dit laat de huidige geselecteerde faxontvangstfunctie zien en de hoeveelheid vrij geheugen die nog over is. Wanneer "Instelling vasthouden ontvangen ☞ afdrukgegevens" of "Inst. beeldcontrole ontvangen FAXBERICHTEN ONTVANGEN (pagina 4-60) gegevens" in de systeeminstellingen is geactiveerd, verschijnt dit zodra een fax ontvangen wordt. : Alleen "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens"...
  • Pagina 390 Controleren welke speciale functies zijn geselecteerd De toets verschijnt in het basisscherm als u een speciale functie of 2-zijdig scannen selecteert. Door te drukken op de toets worden de geselecteerde speciale functies weergegeven. Sluit het scherm door op [OK] te drukken. Scannen Internetfax Faxen...
  • Pagina 391 ADRESBOEKSCHERM Dit scherm wordt gebruikt om uit een lijst van opgeslagen bestemmingen een bestemming te kiezen. (10) (11) CCC CCC 0123456789 Voorwaarde- (12) Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF Globaal GGG GGG HHH HHH Adres Zoeken Subadres...
  • Pagina 392 Bij gebruik van de netwerkscannerfunctie of de internetfaxfunctie wordt een ander pictogram in de sneltoetsweergave weergegeven wanneer een niet-faxbestemming (adres) wordt opgeslagen. ☞ EEN FAXNUMMER OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK (pagina 4-18) • Systeeminstellingen: Adresboek (pagina 7-17) Dit wordt gebruikt om faxnummers op te slaan onder sneltoetsen. •...
  • Pagina 393 Indexweergave Indexen vergemakkelijken het zoeken naar een bestemming (sneltoets). De bestemmingen worden afzonderlijk weergegeven op basis van alfabetische zoektekens en indexnummers. Klik op de betreffende indextab om een opgeslagen bestemming weer te geven. Het is handig om veelgebruikte bestemmingen op te slaan in de index [Freq.]. Geef bij het opslaan van een bestemming op of de bestemming moet worden weergegeven in de index [Freq.].
  • Pagina 394 VOLGORDE VAN FAXVERZENDING Deze sectie legt de basisprocedure uit voor het verzenden van een fax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de invoerlade van de automatische documentinvoer of op de glasplaat. Voer het faxnummer van de bestemming in • Toets [Adresboek]: Selecteer een bestemming die in het Gereed voor verzenden.
  • Pagina 395 Selecteer beeldinstellingen. Selecteer instellingen voor het te faxen origineel. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan • [Origineel]-toets: Gebruik deze toets om het Adresboek Origineel Auto Auto Scannen: Zenden: oorspronkelijke formaat, het oorspronkelijke verzendformaat en het Direct TX Belichting Auto tweezijdig scannen van originelen te Subadres Resolutie Standaard...
  • Pagina 396 Start de transactie. Scan het origineel en verzend de fax. Als het origineel op de glasplaat is gelegd, volg dan deze stappen om het scannen en verzenden te starten: Als u een normale fax verstuurt (geheugenverzending) (1) Druk op de toets [START]. (2) Vervang na afloop van het scannen het origineel door het volgende origineel.
  • Pagina 397 BESTEMMINGEN INVOEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u faxnummers van bestemmingen kunt invoeren. U kunt faxnummers van bestemmingen invoeren met de cijfertoetsen of door een eerder opgeslagen faxnummer op te roepen met het adresboek of een zoeknummer. EEN FAXNUMMER INVOEREN MET DE CIJFERTOETSEN Voer het faxnummer van een bestemming in met de cijfertoetsen.
  • Pagina 398 EEN FAXNUMMER OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK Het scherm adresboek geeft opgeslagen bestemmingen weer als sneltoetsen. Een faxnummer van een bestemming roept u op door eenvoudigweg op de one-touch-toets van die bestemming te drukken. Dit wordt "one-touch-bellen" genoemd. Het is ook mogelijk om meerdere faxnummers onder een one-touch-toets op te slaan.
  • Pagina 399 OPROEPEN VAN EEN OPGESLAGEN BESTEMMING Een faxnummer van een bestemming roept u op door eenvoudigweg op de sneltoets van die bestemming te drukken. Druk op [Adresboek]. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Auto Auto Scannen: Zenden: Direct TX Belichting Auto Subadres...
  • Pagina 400 INGEVOERDE BESTEMMINGEN CONTROLEREN EN WISSEN Wanneer u meerdere bestemmingen hebt ingevoerd, kunt u ze weergeven en controleren. Ook is het mogelijk om een bestemming te wissen (selectie van bestemming annuleren). Druk op [Adresoverzicht]. Voorwaarde- Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht DDD DDD CCC CCC Adresinvoer...
  • Pagina 401 BESTEMMING OPROEPEN MET EEN ZOEKNUMMER Een bestemming die in het Adresboek is opgeslagen, kan met de toets worden opgeroepen. Dit kan vanuit het basisscherm van alle modi of vanuit het scherm Adresboek. Druk op de toets Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel...
  • Pagina 402 EEN BESTEMMING OPROEPEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server in de webpagina's is opgeslagen, kunt u de bestemming van een faxnummer opzoeken in een globaal adresboek. Open het scherm Globaal Adres Zoeken. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- Instellingen (2) Druk op [Globaal Adres Zoeken].
  • Pagina 403 Selecteer de bestemming. (1) Druk op de toets van de gewenste bestemming. Voorwaarde- Instellingen Details Als er geen namen worden gevonden die overeenkomen Adresoverzicht XXX AAA 0123456789 met de zoekletters, krijgt u een melding. Druk op [OK] om Opnieuw Zoeken XXX BBB 9876543210 het bericht te sluiten en druk op [Opnieuw Zoeken] om...
  • Pagina 404 OPNIEUW VERZENDEN De bestemmingen van de meest recente 8 verzendingen van fax, scannen naar e-mail en/of internetfax worden opgeslagen. Een van deze 8 kan geselecteerd worden opnieuw naar de bestemming verzonden te worden. Druk op [Opn. verzenden]. Gereed voor verzenden. Luidspreker Opn.
  • Pagina 405 KETTINGKIEZEN Nummerreeksen die u met cijfertoetsen en/of sneltoetsen hebt ingevoerd, kunnen met elkaar verbonden worden door onderbrekingen en kunnen als een enkel nummer worden gebeld. Gebruik kettingkiezen om een lang nummer te bellen (zoals een internationaal nummer) wanneer de landcode en/of netnummer afzonderlijk onder sneltoetsen zijn opgeslagen.
  • Pagina 406 BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Deze sectie legt de basisprocedures voor het verzenden van een fax uit. VERZENDMETHODEN Hieronder vindt u een uitleg van de methoden voor het verzenden van een fax vanaf de machine. Selecteer de methode die u wenst. Als een standaardadres is geconfigureerd in "Instelling standaard adres" in de systeeminstellingen (beheerder), kan de modus of bestemming niet worden gewijzigd en kunnen geen bestemmingen worden toegevoegd.
  • Pagina 407 • Als het geheugen vol raakt terwijl het eerste origineel gescand wordt, zal de verzending stoppen. • In de volgende situaties zal de verzending automatisch gereserveerd worden (geheugenverzending) - Als de lijn bezet is of er een communicatiefout optreedt en automatische verzending wordt geactiveerd. ☞...
  • Pagina 408 Gebruik de glasplaat om dikke originelen of pagina's van een boek te faxen. ☞ DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR HET VERZENDEN (pagina 4-36) Verzending Wanneer de glasplaat wordt gebruikt voor verzending, zal de snelle online-verzending niet werken. Gebruik de functie direct verzenden als u een fax wil verzenden voor de al eerder gereserveerde faxverzendingen.
  • Pagina 409 STANDEN VOOR DE PLAATSING VAN HET ORGINEEL Wanneer een origineel met formaat A4 (8-1/2" x 11") in verticale richting wordt geplaatst ( ), wordt het beeld automatisch 90 graden gedraaid en verstuurd in horizontale richting ( ) (Beelddraaiing). Als het origineel in horizontale richting is geplaatst ( ), wordt het in die richting verzonden ( ) zonder te worden gedraaid.
  • Pagina 410 VERZENDBARE ORIGINEELFORMATEN De volgende origineelformaten kunnen verzonden worden. Minimaal formaat origineel Maximaal formaat origineel Met de automatische 131 mm (hoogte) x 140 mm (breedte) 297 mm (hoogte) x 1000 mm* (breedte) documentinvoer (5-1/8" (hoogte) x 5-1/2" (breedte) (11-5/8" (hoogte) x 39-3/8" (breedte) Met de glasplaat 297 mm (hoogte) x 432 mm (breedte) –...
  • Pagina 411 ALS DE LIJN BEZET IS Als de lijn bezet is wanneer u een fax verzendt, zal er na een standaardinterval automatisch opnieuw een poging tot verzenden plaatsvinden. Dit werkt alleen in de functie geheugenverzending. In de functie direct verzenden of in de functie handmatig verzenden zal de verzending geannuleerd worden.
  • Pagina 412 MODUS FAXBESTEMMINGSBEVESTIGING In de modus faxbestemmingsbevestiging wordt een bestemmingsbevestigingsbericht weergegeven wanneer een faxverzending wordt uitgevoerd, om te vermijden dat per ongeluk naar de verkeerde bestemming wordt verzonden. Deze functie wordt ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder). Wanneer deze functie ingeschakeld staat, zal een bericht verschijnen om de bestemming te bevestigen wanneer op de toets [START] wordt gedrukt om met de faxverzending te starten.
  • Pagina 413 HET GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOER VOOR VERZENDING Deze sectie geeft uitleg over het gebruik van de automatische documentinvoereenheid om een fax te versturen. Plaats de originelen met de kopiezijde naar boven in de documentinvoerlade Markeerstreep met de vellen gelijkmatig verdeeld. Steek de originelen helemaal in de lade van de documentinvoer.
  • Pagina 414 DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOER GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN Plaats de originelen met de kopiezijde naar boven in de documentinvoerlade Markeerstreep met de vellen gelijkmatig verdeeld. Steek de originelen helemaal in de lade van de documentinvoer.
  • Pagina 415 • De volgende functies kunnen niet samen met de functie directe verzending worden gebruikt: Programma, Timer-verzending, 2-in-1, Kaart Formaat, Opdracht Samenstellen, Aantal originelen, Bestand, Snelbestand, Geheugenvak, 2-zijdig scannen van originelen, Globaal Adres zoeken (Wanneer de [Direct TX]-toets is gemarkeerd.) • De fax zal niet opnieuw verzonden worden als een directe verzending faalde door een communicatiefout of door een andere reden.
  • Pagina 416 DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR HET VERZENDEN Als u een dik origineel of een origineel dat niet via de automatische documentinvoer kan worden ingevoerd wilt faxen, open dan de automatische documentinvoer en plaats het origineel op de glasplaat. Open de documentinvoer, plaats het Detector origineel met de bovenzijde naar origineelformaat...
  • Pagina 417 Druk op de toets [START]. Het scannen begint. Wanneer u een andere pagina wilt scannen, vervangt u de pagina's en drukt u op de toets [START]. Herhaal dit tot alle originelen zijn gescand. Als er gedurende één minuut geen handeling plaatsvindt, stopt het scannen automatisch en wordt de verzending gereserveerd.
  • Pagina 418 DE GLASPLAAT GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN Wanneer u vanaf de glasplaat een fax verstuurd met de functie directe verzending, kunt u maar één pagina verzenden. Open de documentinvoer, plaats het Detector origineel met de bovenzijde naar origineelformaat beneden op de glasplaat en sluit voorzichtig de documentinvoer.
  • Pagina 419 Druk op de [Direct TX]-toets. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto Direct TX Belichting Auto Subadres Resolutie Standaard Adresoverzicht Belichting Bestand Snelbestand Automat. Ontvangst Voorbeeld Faxgeheugen:100% Druk op de toets [START]. De verzending wordt gestart. Het verzenden annuleren...
  • Pagina 420 VERZENDINGEN MET DE LUIDSPREKER Wanneer u de luidspreker gebruikt om te bellen, wordt de fax verstuurd nadat het nummer is gebeld en de verbinding is gemaakt. Als iemand antwoordt, zult u zijn of haar stem horen, maar u zult zelf niet kunnen spreken. Plaats het origineel.
  • Pagina 421 DEZELFDE FAX VERSTUREN NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN (Distributie verzendopdracht) Deze functie is handig als u dezelfde fax naar meerdere bestemmingen moet versturen, zoals u een verslag verzenden naar filialen in verschillende regio's. U kunt tot maximaal 500 bestemmingen in een distributiebewerking versturen. (Een gecombineerd maximum van 200 bestandserveradressen, desktopadressen en gedeelde map adressen.) Verzending Originelen...
  • Pagina 422 Voer het faxnummer van de bestemming CCC CCC Onderbreking Volgend Adres 0123456789 (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- Instellingen (2) Druk op de sneltoets van de gewenste AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht bestemming. CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF (3) Herhaal stap (2) totdat alle bestemmingen...
  • Pagina 423 Controleer de bestemmingen en druk op Adresoverzicht de toets [OK]. CCC CCC KKK KKK LLL LLL MMM MMM NNN NNN OOO OOO PPP PPP QQQ QQQ RRR RRR SSS SSS TTT TTT UUU UUU Een opgegeven bestemming annuleren… Druk op de toets van de bestemming die u wilt annuleren. Er verschijnt een melding ter bevestiging van het wissen. Druk op de toets [Ja].
  • Pagina 424 Opnieuw verzenden naar rondzendbestemmingen De resultaten van een uitgevoerde rondzendopdracht (distributie) kunnen worden gecontroleerd in het scherm opdrachtstatus. Als een verzending naar één of meerdere van de bestemmingen is mislukt, kunt u de fax opnieuw versturen naar deze bestemmingen. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Druk op de toets [Voltooid].
  • Pagina 425 Stuur de fax opnieuw naar Details bestemmingen waarbij de verbinding is Distribueren0001 Nogmaals mislukt. Adres Starttijd Status DDD DDD 10:01 04/01 NG0000 (1) Druk op de tab [Mislukt]. 10:10 04/01 NG0000 EEE EEE (2) Druk op de toets [Nogmaals]. Bestand Mislukt Alle Bestemm.
  • Pagina 426 FAXBERICHT RECHTSTREEKS VANUIT EEN COMPUTER VERZENDEN (PC-Fax) U kunt een document in een computer via de machine versturen als fax. De procedure voor het faxen via de functie PC-Fax is hetzelfde als de procedure voor het afdrukken van documenten. Selecteer het stuurprogramma van de PC-Fax als stuurprogramma voor het afdrukken en selecteer dan de opdracht Afdrukken in de softwaretoepassing.
  • Pagina 427 WEERGAVE-INSTELLINGEN Instellingen voor het scannen van het origineel worden in het basisscherm van elke modus geselecteerd. De huidige status van elke instelling verschijnt rechts van de voor het selecteren van de instelling gebruikte toets. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Auto...
  • Pagina 428 AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN DUBBELZIJDIG ORIGINEEL SCANNEN (2-zijdig origineel) De automatische documentinvoer zal automatisch beide zijden van het document scannen. Verzending 2-zijdig origineel De voor- en achterkant worden als twee afzonderlijke pagina's verzonden Druk op de toets [Origineel]. ☞ WEERGAVE-INSTELLINGEN (pagina 4-47) Geef de inbindstijl van het 2-zijdig...
  • Pagina 429 SCANFORMAAT EN VERZENDFORMAAT OPGEVEN (vergroten/verkleinen) Bij plaatsing van het origineel wordt het formaat automatisch waargenomen en weergegeven op het basisscherm. Het formaat van het geplaatste origineel wordt aangegeven als het scanformaat, en het te verzenden formaat wordt aangegeven als het verzendformaat. Scannen Internetfax Faxen...
  • Pagina 430 Het scanformaat van het origineel opgeven (Opgeven in standaardformaat) Als het origineel geen standaardformaat heeft of als u het scanformaat wilt wijzigen, druk dan op [Origineel] om het formaat van het origineel handmatig op te geven. Plaats het origineel in de lade van de automatische documentinvoer of op de glasplaat en volg onderstaande stappen.
  • Pagina 431 Druk op de toets [OK]. Faxen/Origineel Scanformaat 100% Verzendformaa Auto Stand afbeelding 2-Zijdig 2-Zijdig Schr.Blok Boekje Indien [Lang Form.] is geselecteerd, kunnen de 2-zijdige scaninstelling en het verzendformaat niet worden gewijzigd. 4-51 Inhoudsopgave...
  • Pagina 432 Het scanformaat van het origineel opgeven (met numerieke waarden) Als u een origineel scant dat geen standaardformaat heeft, zoals een ansichtkaart of kaart, volg dan deze stappen om het formaat van het origineel op te geven. De breedte kan variëren van 25 mm tot 432 mm (1" tot 17"), en de hoogte kan variëren van 25 mm tot 297 mm (1"...
  • Pagina 433 Druk op de toets [OK]. Faxen/Origineel Het opgegeven formaat wordt weergegeven op de toets Scanformaat Verzendformaa [Scanformaat]. X420 Y297 Auto Stand afbeelding 2-Zijdig 2-Zijdig Schr.Blok Boekje • Als het scanformaat wordt opgegeven als een getalswaarde, kan het verzendformaat niet worden opgegeven. •...
  • Pagina 434 Het verzendformaat van het origineel opgeven Geef het verzendformaat op als een papierformaat. Als het verzendformaat groter is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding vergroot. Als het verzendformaat kleiner is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding verkleind. Het verzendformaat kan niet worden opgegeven als [Lang Form.] als scanformaat is geselecteerd of als het formaat in getalswaarden is opgegeven.
  • Pagina 435 Geef op in welke afdrukstand het origineel is geplaatst. Faxen/Origineel (1) Druk op de juiste [Stand afbeelding]-toets. Scanformaat 141% Verzendformaa Als u hier de verkeerde stand kiest, zal het beeld niet op Auto de juiste manier verzonden worden wanneer u vergroten/verkleinen gebruikt.
  • Pagina 436 BELICHTING WIJZIGEN De belichting kan worden aangepast aan de helderheid van het origineel. Selecteer de juiste instellingen aan de hand van de volgende tabel. Belichtingsinstellingen: Belichting Toepassing Auto Bij deze instelling wordt de belichting automatisch aangepast aan lichtere en donkerdere delen van het origineel.
  • Pagina 437 RESOLUTIE WIJZIGEN De resolutie kan zo gekozen worden dat deze overeenkomt met de eigenschappen van het origineel, zoals tekst of foto, het formaat van de tekst en de lichtsterkte van de afbeelding. Selecteer de juiste instellingen aan de hand van de volgende tabel. Resolutie-instellingen Resolutie Toepassing...
  • Pagina 438 CONTROLEREN VAN DE TE VERZENDEN AFBEELDING (Voorbeeld) Als u op de toets [Voorbeeld] tikt voordat u het origineel scant, kunt u de gescande afbeelding vóór verzending controleren op het aanraakscherm. * Standaard staat de instelling op uitgeschakeld. Afhankelijk van de omvang van de verzendgegevens, kan een deel van de voorbeeldafbeelding wegvallen op het voorbeeldscherm op het aanraakscherm.
  • Pagina 439 VOORBEELD AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het voorbeeld afbeeldingscontrole uitgelegd. Voorbeeld Info verzender Functieoverz. Weergave draaien Start zenden 0001 /0010 Voorvertoning Toets [Info verzender] Er verschijnt een voorbeeld van het gescande origineel. Druk hierop om de afzenderinformatie voor fax eigen nr. Als de afbeelding is afgesneden, verschuif het beeld dan weer te geven.
  • Pagina 440 FAXONTVANGST In dit gedeelte worden de basisprocedures voor het ontvangen van faxberichten uitgelegd. FAXBERICHTEN ONTVANGEN Als de ontvangstfunctie ingesteld is op "Automat. Faxgeheugen", ontvangt en drukt de machine automatisch faxberichten af. De functie faxontvangst verschijnt in het basisscherm. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan...
  • Pagina 441 FAXBERICHT ONTVANGEN Wanneer er een fax is verzonden naar de machine, zal de machine de fax automatisch ontvangen en afdrukken. De machine belt en de faxontvangst begint automatisch. Pieptoon Er klinkt een pieptoon wanneer de ontvangst klaar is. • Systeeminstellingen (Beheerder): Luidsprekerinstellingen Dit wordt gebruikt om het volume en de toon van het ontvangstgeluid aan te passen.
  • Pagina 442 FAXBERICHT HANDMATIG ONTVANGEN U kunt een faxbericht handmatig ontvangen via het aanraakscherm. Als de machine belt, drukt u op de toets [Luidspreker] in het basisscherm en daarna op de toets [Handmatige faxontvangst]. Telefoonmodus. Luidspreker Opn. verzenden Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Auto...
  • Pagina 443 EEN FAX MET WACHTWOORDBEVEILIGING AFDRUKKEN (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) De optie "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens" in de systeeminstellingen (beheerder) kan worden ingeschakeld om faxen in het geheugen te ontvangen zonder ze af te drukken. Om faxen af te drukken moet een wachtwoord worden ingevoerd.
  • Pagina 444 AFBEELDING VOOR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Wanneer "Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens" in de systeeminstellingen (beheerder) is ingeschakeld*, kunt u een ontvangen afbeelding in het aanraakscherm controleren voordat u het afdrukt. Als deze functie is ingeschakeld, volg dan onderstaande stappen om een ontvangen afbeelding af te drukken. * Standaard staat de instelling op uitgeschakeld.
  • Pagina 445 SCHERM AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het scherm afbeeldingscontrole uitgelegd. Vorige Beeldcontrole 0123456789 04/04/2010 10:28 1 / 3 Weergave draaien Afdrukken 0001 0010 Informatieweergave Toets "Weergave draaien" Hier wordt informatie over de weergegeven afbeelding Hiermee draait de afbeelding 90 graden naar rechts of getoond.
  • Pagina 446 ONTVANGEN FAXEN DOORSTUREN (Doorsturen Faxdata) Wanneer de machine niet kan afdrukken omdat er geen papier of inkt meer aanwezig is, kunnen ontvangen faxen worden doorgestuurd naar een andere, vooraf ingestelde faxmachine. Deze functie is handig voor het gebruik in een kantoor of andersoortige werkruimte met twee extra telefoonlijnen en waar een tweede faxmachine aangesloten is op een andere telefoonlijn.
  • Pagina 447 ONTVANGEN FAXEN NAAR EEN NETWERKADRES DOORSTUREN (Instelling voor inkomende routing) U kunt ontvangen faxen automatisch naar een e-mailadres, bestandserveradres, desktopadres, of netwerkadres doorsturen. Deze functie kan worden gebruikt om ontvangen faxen naar een bepaald adres door te sturen, zonder deze af te drukken. De machine Doorzenden Ontvangen fax...
  • Pagina 448 De functie voor inkomende routing inschakelen. (1) Klik op [Toepassingsinstellingen], [Instelling voor inkomende routing] en vervolgens [Beheerinstellingen] in het webpaginamenu. (2) Selecteer [Inschakelen] in "Inkomende routing" en klik op de [Indienen] button. Het is mogelijk dat het voor gebruikers zonder beheerderrechten verboden is om doorstuurtabellen in dit scherm op te slaan, te bewerken en te wissen, en dat ze niet mogen opgeven welke tabel wordt gebruikt.
  • Pagina 449 Een doorstuurtabel opslaan. Volg de onderstaande stappen om een doorstuurtabel op te slaan waarin een opgegeven afzender en doorstuuradres worden gecombineerd. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het menu van de webpagina's en klik op de toets [Toevoegen]. (2) Voer een "Tabelnaam"...
  • Pagina 450 Te gebruiken doorstuurtabellen opgeven. Om de functie voor inkomende routing te gebruiken, schakelt u in de opgeslagen tabellen de doorstuurtabellen in die u wenst te gebruiken. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het webpaginamenu. (2) Selecteer [Altijd doorsturen] of [Doorsturen op geselecteerde dag &...
  • Pagina 451 SPECIALE FUNCTIES Dit gedeelte gaat over speciale functies die kunnen worden gebruikt voor faxverzending. SPECIALE FUNCTIES Het menuscherm voor speciale functies verschijnt als in het basisscherm op de toets [Spec. Functies] wordt gedrukt. Het menu van speciale functies bestaat uit twee schermen. Druk op de toets om tussen de schermen te wisselen.
  • Pagina 452 (14) Toets [Transmissie Rapport] (16) [Geheugenvak]-toets ☞ ☞ AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET EEN FAX VERZENDEN WANNEER EEN ANDERE TRANSMISSIERAPPORT WIJZIGEN (Transmissie MACHINE NAVRAAG DOET BIJ UW MACHINE Rapport) (pagina 4-97) (Navraaggeheugen) (pagina 4-104) (15) Toets [Eigen naam kiezen] (17) Toets [Navragen] ☞...
  • Pagina 453 FAXHANDELINGEN OPSLAAN (Programma) Een programma is een groep verzendinstellingen die bij elkaar zijn opgeslagen. Wanneer u verzendinstellingen opslaat in een programma, kunt u deze instellingen weer oproepen en gebruiken voor een andere faxopdracht. Wanneer u bijvoorbeeld hetzelfde A4 (8-1/2" x 11") formaat eens per maand wilt versturen naar alle filialen in diverse regio's.
  • Pagina 454 Plaats het origineel. Plaats het origineel in de lade van de automatische documentinvoer of op de glasplaat in overeenstemming met de functies die in het programma zijn opgeslagen. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op [Programma]. ☞...
  • Pagina 455 WISSEN VAN SCHADUWRANDEN OP EEN AFBEELDING (Wissen) Deze wisfunctie wordt gebruikt om schaduwen op kopieën vanaf boeken of andere dikke originelen te wissen. (Deze functie wist de delen van de afbeelding waar schaduwranden zich meestal voordoen. De functie neemt geen schaduwen waar en wist alleen de schaduwranden.) Scannen van een dik boek Zonder de wisfunctie...
  • Pagina 456 Selecteer de wisinstellingen. (1) Druk op de gewenste wisfunctie. Faxen/Spec. Functies Selecteer een van de 4 wisfuncties. Raak de toets [Zijkant wissen] aan om het volgende Annuleren Wissen scherm te openen. Midden Rand+Midden Rand Wissen Rand Wissen Wissen Wissen Zijkant wissen Annuleren (0~20) Wis positie voor...
  • Pagina 457 EEN ORIGINEEL ALS TWEE AFZONDERLIJKE PAGINA'S VERZENDEN (Dubbele Pg Scannen) De linker- en rechterzijde van een origineel kunnen als twee afzonderlijke pagina's worden verzonden. Deze functie is nuttig als u de linker en rechter pagina's van een boek of ander gebonden document als losse pagina's wilt faxen. Voorbeeld: De rechter en linker pagina's van een boek faxen Boek of ingebonden De rechter- en linkerpagina worden als twee...
  • Pagina 458 Selecteer Dubbele Pagina Scannen. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. Faxen/Spec. Functies ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 4-71) Dubbele Pg Programma Wissen (2) Druk op de [Dubbele Pg Scannen]-toets Scannen zodat deze wordt gemarkeerd. Timer 2-in-1 Kaart Formaat (3) Druk op de toets [OK]. Opdracht Origineel Langzame...
  • Pagina 459 FAX VERZENDEN OP EEN VOORAF INGESTELD TIJDSTIP (Timer) Wanneer u deze functie gebruikt, vindt de verzending automatisch plaats op een vooraf ingesteld tijdstip. De functie timerverzending maakt het eenvoudig verzendingen in de wachtrij, distributie verzendopdrachten en andere verzendingen 's nachts of op andere tijden uit te voeren wanneer de telefoontarieven goedkoper zijn. U kunt ook een timerinstelling specificeren voor navraaggeheugen om een fax te ontvangen wanneer u niet aanwezig bent.
  • Pagina 460 Stel de tijd in met de toetsen (1) Geef de dag op. Faxen/Spec. Functies Timer Annuleren Wilt u geen dag opgeven, selecteer dan [---]. In dat geval begint de verzending zodra de bij (2) opgegeven tijd aanbreekt. Dag van de week Tijd (2) Geef de tijd op (uur, minuut) Selecteer de tijd in 24-uursindeling.
  • Pagina 461 TWEE PAGINA'S ALS ÉÉN PAGINA VERZENDEN (2-in-1) U kunt twee originele pagina's verkleinen en verzenden als een enkele pagina. Deze functie is handig wanneer u een groot aantal originelen moet scannen en het aantal te verzenden pagina's beperkt wilt houden. Originelen in staande stand Verzending Originelen in liggende stand...
  • Pagina 462 Selecteer 2-in-1. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. Faxen/Spec. Functies ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 4-71) Dubbele Pg Programma Wissen Scannen (2) Druk op [2-in-1] zodat de toets wordt gemarkeerd. Timer 2-in-1 Kaart Formaat (3) Druk op de toets [OK]. Opdracht Origineel Langzame...
  • Pagina 463 • Verzending op een formaat dat kleiner is dan het formaat van het origineel is niet mogelijk. • Deze functie kan niet worden gebruikt in de Direct verzenden-functie of wanneer de luidspreker wordt gebruikt tijdens het kiezen van het nummer. •...
  • Pagina 464 BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART ALS EEN ENKELE PAGINA VERZENDEN (Kaart Formaat) Met deze functie kunt u de voor- en achterkant van een kaart verzenden als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden. Verzonden afbeelding Originelen Verzending Voorzijde Achterzijde...
  • Pagina 465 Geef het formaat van het origineel op. (1) Voer het formaat van het origineel in. Faxen/Spec. Functies • Druk op de cijferweergavetoets voor X (breedte) en Annuleren Kaart Formaat voer de breedte in. • Druk op de cijferweergavetoets voor Y(hoogte) en voer (25~210) Passend om de hoogte in.
  • Pagina 466 Druk op de toets [Lezen Klaar]. Plaats volgend origineel. (Pg.No.x) Druk op [Start]. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Configureren Lezen Klaar Als u doorgaat met de voorkant van de kaart te scannen, kunt u de toets [Configureren] indrukken om belichting, resolutie, scanformaat en verzendformaat te wijzigen.
  • Pagina 467 EEN GROOT AANTAL PAGINA'S VERZENDEN (Opdr. samenst.) Met deze functie kunt u een zending die bestaat uit een groot aantal originelen opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische documentinvoer en alle pagina's versturen in één enkele verzending. Gebruik deze functie als er meer originelen zijn dan in een keer in de automatische documentinvoer kunnen worden geplaatst.
  • Pagina 468 Druk op de toets [START] om de eerste set pagina's te scannen. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( Plaats de volgende set originelen en druk op de toets [START]. Herhaal deze stap totdat u alle originelen hebt gescand. Om het scannen te annuleren...
  • Pagina 469 ORIGINELEN VAN VERSCHILLENDE FORMATEN VERZENDEN (Origineel gem. form.) Met deze functie kunt u originelen van verschillend formaat tegelijk scannen en verzenden, bijvoorbeeld originelen van B4-formaat (8-1/2" x 14") samen met originelen van A3-formaat (11" x 17"). Bij het scannen van de originelen herkent de machine automatisch het formaat van elk origineel.
  • Pagina 470 Druk op de toets [START]. Het scannen begint. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( • Zodra gemengde formaten originelen zijn geselecteerd, kan geen origineel scanformaat meer worden opgegeven. •...
  • Pagina 471 DUNNE ORIGINELEN FAXEN (Langzame scanmodus) Druk op deze toets wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoerlade. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de documentinvoer.
  • Pagina 472 Druk op de toets [START]. Het scannen begint. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( Bij selectie van deze functie kan niet automatisch 2-zijdig worden gescand. De Langzame scanmodus annuleren...
  • Pagina 473 HET AANTAL GESCANDE ORIGINELE VELLEN CONTROLEREN VOOR VERZENDING (Aantal originelen) Het aantal gescande originele vellen kan worden geteld en weergegeven voor de verzending. Door het aantal gescande originele vellen te controleren voor de verzending, vermijdt u verzendingsfouten. Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de Markeerstreep documentinvoer.
  • Pagina 474 Als het scannen klaar is, controleer dan het aantal gescande originele vellen en druk op [OK]. Er zijn XX pagina's van (p.X) het origineel gescand. Gescande gegevens verzenden? Het verzenden zal beginnen. • Wanneer u de modus Opdracht samenstel. gebruikt, zal het bevestigingsbericht verschijnen nadat u op de toets [Lezen Annuleren klaar] hebt gedrukt.
  • Pagina 475 EEN STEMPEL ZETTEN OP GESCANDE ORIGINELEN (Verif. Stempel) Met deze functie wordt een stempel gezet op elk origineel dat via de automatische origineelinvoer wordt gescand, zodat u kunt controleren of alle originele correct werden gescand. Plaats van de stempel Er wordt een "O"-teken gestempeld in fluorescerend...
  • Pagina 476 Druk op de toets [START]. Het scannen begint. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( ) om de bewerking te annuleren. • Wanneer tweezijdig scannen wordt gebruikt, wordt de voorzijde van elk origineel tweemaal gestempeld. •...
  • Pagina 477 AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT WIJZIGEN (Transmissie Rapport) Er wordt automatisch een rapport afgedrukt om u te waarschuwen wanneer een verzending mislukt of wanneer een distributieverzending wordt uitgevoerd. In het transmissierapport staat een beschrijving van de verzending (datum, starttijd, naam andere partij, vereiste tijd, aantal pagina's, status, enz.). ☞...
  • Pagina 478 Druk op de toets [START]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Wanneer het scannen voltooid is, plaats dan het volgende origineel en druk op de toets [START].
  • Pagina 479 AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (Eigen nummer verzenden) Uw afzenderinformatie (datum, tijd, naam afzender, faxnummer verzender, aantal pagina's) wordt automatisch toegevoegd bovenaan elke faxpagina die u verzendt. Voorbeeld van een afzenderinformatie op een pagina 04/APR/2010/Za 15:00 AAAAA Faxnr. 0123456789 P.001/001 (1) Datum, tijdstip Datum en tijdstip van verzending.
  • Pagina 480 AFZENDERINFORMATIE TIJDELIJK WIJZIGEN (Eigen naam kiezen) U kunt de afzenderinformatie op een fax kiezen uit een lijst met opgeslagen afzenders. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen. (3) Druk op de [Eigen naam kiezen]-toets.
  • Pagina 481 EEN FAXMACHINE OPROEPEN EN ONTVANGST INITIALISEREN (Navragen) Met deze functie kan de ontvangende machine een andere faxmachine bellen en de ontvangst van het document in die machine starten. Omdat de ontvangende machine de ontvangst van een document initialiseert, wordt deze functie "Navraag ontvangst" genoemd.
  • Pagina 482 Druk op de toets [START]. Uw machine zal de andere machine bellen en beginnen met de ontvangst van de fax. • Navraag-ontvangst kan worden gebruikt in combinatie met de timerfunctie om navraag te doen op een specifiek tijdstip, zoals bijvoorbeeld 's nachts wanneer u niet aanwezig bent (U kunt maximaal één timer navraag-ontvangst instellen.). •...
  • Pagina 483 EEN NAVRAAG-ONTVANGST HANDMATIG INITIALISEREN Gebruik deze procedure wanneer u een navraag-ontvangst moet starten nadat u een opgenomen bericht hebt afgeluisterd, bijvoorbeeld in het geval van een faxinformatie-service. • Zorg ervoor dat er geen origineel in de machine is geplaatst wanneer u de functie Navraag-ontvangst gebruikt. •...
  • Pagina 484 EEN FAX VERZENDEN WANNEER EEN ANDERE MACHINE NAVRAAG DOET BIJ UW MACHINE (Navraaggeheugen) Het verzenden van een document dat in het geheugen is gescand wanneer een andere machine navraag doet bij uw machine wordt "Navraaggeheugen" genoemd. Voorafgaand aan de navraag, moet het document dat moet worden gefaxt naar de andere machine in het navraaggeheugen worden gescand.
  • Pagina 485 EEN DOCUMENT IN EEN NAVRAAGGEHEUGEN SCANNEN Volg deze stappen om een document in een geheugenvak (Openbaar Vak) te scannen voor navraagverzending. Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 486 Selecteer de Afbeeldingsinstellingen en Geheugenvak - Dataopslag speciale functies. Geheugenvak Auto Origineel Auto Scannen Zenden: Lijst Belichting Auto Resolutie Standaard Spec. Functies Automat. Ontvangst Faxgeheugen:100% • U kunt geen programma, timerinstelling, transmissierapport, navragen, verif. stempel en archivering selecteren. • Druk op de toets [Geheugenvak Lijst] om terug te gaan naar het scherm van stap 4. Druk op de toets [START].
  • Pagina 487 EEN DOCUMENT UIT HET OPENBAAR VAK CONTROLEREN U kunt het document dat in het openbare vak van de machine is opgeslagen controleren voor geheugennavraag. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen. (3) Druk op de [Geheugenvak]-toets.
  • Pagina 488 EEN DOCUMENT VERWIJDEREN UIT HET OPENBAAR Een document verwijderen uit het openbaar vak wanneer u deze niet langer nodig hebt. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen. (3) Druk op de [Geheugenvak]-toets.
  • Pagina 489 F-CODE COMMUNICATIE VERRICHTEN Dit gedeelte legt uit hoe u F-code communicatiehandelingen verricht. F-code communicatie is mogelijk met machines van andere fabrikanten die ook F-code communicatie ondersteunen. F-CODE COMMUNICATIE Het uitwisselen van vertrouwelijke documenten (vertrouwelijke communicatie), terughalen (navraag) en distributie (navraaggeheugen) van informatie, en distributie van informatie naar meerdere bestemmingen (relay-distributieverzending) is mogelijk met andere machines die F-code communicatie ondersteunen.
  • Pagina 490 GEHEUGENVAKKEN MAKEN IN DE MACHINE VOOR F-CODE COMMUNICATIE Voordat de F-code communicatiefunctie kan worden gebruikt, moeten er speciale geheugenvakken gemaakt worden met behulp van "F-Codegeheugenvak" in de systeeminstellingen. Een vaknaam en een F-code (subadres en wachtwoord) worden in elk vak geprogrammeerd en een F-code communicatiefunctie wordt toegekend aan elke vak.
  • Pagina 491 F-CODES GEBRUIKEN VOOR VERTROUWELIJKE COMMUNICATIE Door een fax te verzenden naar een F-Codegeheugenvak (vertrouwelijk) in de ontvangende machine (uw machine of de andere) kan de afzender de verzending specifiek aan de gebruiker van dat vak adresseren. Dit is handig voor het verzenden van vertrouwelijke documenten die alleen bedoeld zijn voor de ontvanger en niemand anders, of wanneer de ontvangende machine door meerdere departementen gebruikt wordt.
  • Pagina 492 F-CODE VERTROUWELIJKE VERZENDING Volg de onderstaande stappen om een vertrouwelijke fax te verzenden door een F-code aan het faxnummer toe te voegen. Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Voer het faxnummer van de bestemming Voorwaarde- (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm.
  • Pagina 493 EEN FAX MET VERTROUWELIJKE F-CODE ONTVANGST CONTROLEREN Als er een vertrouwelijke fax met F-code naar uw machine verzonden is, wordt de fax ontvangen in het geheugenvak dat gespecificeerd is de F-code. Voer het afdrukwachtwoord in om de ontvangen faxen te controleren. De machine maakt een geluid en de fax wordt ontvangen.
  • Pagina 494 Voer een afdrukwachtwoord in via het numerieke toetsenbord. Voer pincode in via cijfertoetsen. Het teken "–" verandert in " " nadat een cijfer is ingevoerd. Annuleren Let erop dat u het juiste afdrukwachtwoord invoert. Als u een fout maakt, verschijnt er een melding en keert u terug naar het invoerscherm.
  • Pagina 495 NAVRAAG ONTVANGST MET F-CODES Deze functie stelt uw machine in staat een andere machine te bellen om te beginnen met de ontvangst van een fax die in de andere machine in een geheugenvak met F-code (navraaggeheugen) ligt opgeslagen. Tijdens de navraaghandeling moet uw machine de F-code (subadres en wachtwoord) die in de andere machine geconfigureerd is correct specificeren anders vindt de navraagontvangst niet plaats.
  • Pagina 496 Voer het faxnummer van de bestemming Voorwaarde- (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht (2) Druk op de sneltoets van de gewenste CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF bestemming. Globaal GGG GGG HHH HHH Adres Zoeken Als de bestemming niet is opgeslagen in het adresboek,...
  • Pagina 497 NAVRAAGGEHEUGENVERZENDING MET F-CODES Wanneer uw machine van een andere machine een verzoek tot verzending ontvangt, verzendt deze functie van uw machine naar de andere een fax die opgeslagen is in een geheugenvak met F-code (navraaggeheugen). De andere machine moet de F-code die in uw machine geconfigureerd is correct specificeren anders vindt de verzending niet plaats.
  • Pagina 498 Druk op de [Dataopslag]-toets. Geheugenvak Verlaten Vertrouwelijke Navraaggeheugen Ontvangst Dataopslag Datacontr. Datacontr. Data Wissen Druk op de toets van het Geheugenvak - Dataopslag Vorige navraaggeheugenvak met F-code. Openbaar Vak Box 1 Box 2 Box 3 Box 4 Box 5 Box 6 Box 7 Box 8 Box 9...
  • Pagina 499 Druk op de toets [START]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Wanneer het scannen voltooid is, plaats dan het volgende origineel en druk op de toets [START].
  • Pagina 500 DOCUMENT IN NAVRAAGGEHEUGENVAK MET F-CODE CONTROLEREN U kunt het document dat in het F-code navraaggeheugenvak is opgeslagen controleren. Een document in een geheugenvak kan niet worden afgedrukt terwijl het wordt verzonden. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen.
  • Pagina 501 EEN DOCUMENT WISSEN DAT OPGESLAGEN IS VOOR NAVRAAGVERZENDING MET F-CODE Wanneer een document in een navraaggeheugenvak met F-code niet langer nodig is, volg dan de onderstaande stappen om het te wissen. Een document in een geheugenvak kan niet worden gewist terwijl het wordt verzonden. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 502 RELAY-VERZOEKVERZENDING MET F-CODES Deze functie wordt gebruikt om een fax naar een geheugenvak met F-code relay distributie in een andere machine te sturen en te zorgen dat die machine de fax relayed naar meerdere ontvangende machines. Wanneer er een grote afstand is tussen uw machine en de ontvangende machines, kan het verzenden van de fax naar een relay-machine die zich dichterbij de ontvangende machines bevindt, u helpen de telefoonkosten te verlagen.
  • Pagina 503 Voer het faxnummer van de bestemming Voorwaarde- (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD (2) Druk op de sneltoets van de gewenste Adresinvoer EEE EEE FFF FFF bestemming. Globaal GGG GGG HHH HHH Adres Zoeken Als de bestemming niet is opgeslagen in het adresboek,...
  • Pagina 504 RELAY-DISTRIBUTIEVERZENDING MET F-CODES Wanneer uw machine een relay-verzoekverzending ontvangt, wordt de fax ontvangen in een geheugenvak met F-code relay-distributie in uw machine. Uw machine relays de fax naar alle ontvangende machines die in het geheugenvak geprogrammeerd zijn. Het verzenden naar de ontvangende machines vindt automatisch plaats. De fax wordt naar alle ontvangende machines verzonden die...
  • Pagina 505 EEN EXTRA TELEFOON GEBRUIKEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een extra telefoon kunt gebruiken voor telefoongesprekken en om een fax te ontvangen nadat u met de persoon aan de telefoon gesproken hebt. EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN EN GEBRUIKEN (Aansluiting extra telefoon) U kunt een extra telefoon aansluiten aan de machine.
  • Pagina 506 EEN FAX ONTVANGEN NA BEANTWOORDING VAN EEN GESPREK VIA DE EXTRA TELEFOON (ontvangst op afstand) Volg de stappen hieronder als u een faxontvangst wil starten nadat u een telefoongesprek heeft beantwoord met de extra telefoon. Als u met een puls telefoonlijn (draaifunctie) werkt, stel de extra telefoon dan zo in dat het toonsignalen afgeeft. Wanneer u de telefoon hoort overgaan, neem dan de extra telefoon op.
  • Pagina 507 DE STATUS VAN FAXOPDRACHTEN CONTROLEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de status van gereserveerde verzendingsopdrachten en van ontvangen faxen kunt controleren. OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel drukt. Het opdrachtstatusscherm geeft de status van opdrachten per modus weer.
  • Pagina 508 SCHERM OPDRACHTWACHTRIJ EN SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm bestaat uit twee schermen: het scherm opdrachtwachtrij waarin gereserveerde opdrachten en de opdracht in uitvoering worden weergegeven, en het scherm uitgevoerde opdrachten. Wissel tussen de twee schermen door op onderstaande selectietoets (2) van het opdrachtstatusscherm te drukken. Scherm Opdrachtwachtrij Het scherm voor voltooide opdrachten Afdrukopdr.
  • Pagina 509 Weergave opdrachttoetsen Op de toetsen voor de opdrachtwachtrij en uitgevoerde opdrachten op het opdrachtstatusscherm wordt de volgende informatie weergegeven. AAA AAA 10:22 04/01 000/004 Wachten Geeft het nummer (de positie) van de opdracht in de Tijd van reservering / Starttijd wachtrij aan.
  • Pagina 510 • Uitgevoerde opdracht Bericht Status "Verzenden Verzending voltooid. OK" "In Ontvangst voltooid, maar de fax is Geheugen" niet afgedrukt. "Ontvangen" Afgedrukte ontvangen faxgegevens. "Doorstuur De ontvangen fax is doorgestuurd. OK" "Gestopt" De opdracht werd gestopt. "Wissen" Verwijderde ontvangen gegevens op het scherm afbeeldingscontrole. "Aantal Voltooiing van een succesvolle...
  • Pagina 511 VOORTGANG WANNEER EEN OPDRACHT UIT DE WACHTRIJ IS UITGEVOERD Een normale verzendopdracht die wordt voltooid gaat over naar het scherm uitgevoerde opdrachten en in de statuskolom verschijnt "Verzenden OK". Ontvangen faxen, timer verzendopdrachten, herhaalopdrachten en doorgestuurde opdrachten worden als volgt in het opdrachtstatusscherm behandeld.
  • Pagina 512 GERESEERVEERDE OPDRACHTEN OF OPDRACHTEN IN UITVOERING CONTROLEREN U kunt de gedetailleerde inhoud weergeven van een distributieverzending of van een reeks navraagopdrachten. Selecteer (druk op) de toets van de opdracht die u wilt controleren en druk op de [Details]-toets. Het scherm voor opdrachtdetails verschijnt (zie hieronder).
  • Pagina 513 UITGEVOERDE OPDRACHTEN CONTROLEREN U kunt een lijst controleren van de bestemmingen, de bestemmingen waarvoor de verzending mislukte en andere gedetailleerde informatie over voltooide distributieverzendopdrachten, ontvangen faxen doorstuuropdrachten, voltooide reeksen van navraagopdrachten en voltooide opdrachten die gebruikmaakten van de functie documentarchivering. Druk op de toets van de gewenste opdracht in het scherm voor voltooide opdrachten en druk op de [Details]-toets.
  • Pagina 514 EEN FAX IN UITVOERING OF EEN GERESERVEERDE FAX ANNULEREN Volg de onderstaande stappen om een faxverzending in uitvoer of een gereserveerde faxopdracht te annuleren. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Selecteer de faxopdracht die u wilt Afdrukopdr. Scan naar Faxopdracht Internetfax annuleren.
  • Pagina 515 VOORRANG GEVEN AAN EEN GERESERVEERDE FAXOPDRACHT Als er meerdere opdrachten wachten op verzending, worden de opdrachten normaal gesproken op volgorde van reservering verzonden. Mocht het nodig zijn om een opdracht voorrang te verlenen boven andere opdrachten, ga dan als volgt te werk. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS].
  • Pagina 516 HET ACTIVITEITENLOGBOEK NAKIJKEN (Activiteitenrapport Beeld Verzenden) ACTIVITEITENRAPPORT BEELD VERZENDEN U kunt de machine een logboek laten afdrukken van recente beeldverzendingsactiviteiten (datum, naam, naam andere partij, vereiste tijd, resultaat, enz.). Het Activiteitenrapport Beeld Verzenden bevat nuttige informatie over bijvoorbeeld het soort fouten dat zich voordoet. De laatste 200 transacties worden in het rapport opgenomen.
  • Pagina 517 INFORMATIE IN DE STATUSKOLOM Foutsoorten en andere informatie worden afgedrukt in de statuskolom van transmissie- en activiteitsrapporten. Als er een transmissie- of activiteitsrapport is afgedrukt, controleer de resultaten van de transactie dan in de statuskolom en neem desgewenst maatregelen. Voorbeelden van berichten die in de statuskolom worden afgedrukt Bericht Uitleg De transactie is normaal verlopen.
  • Pagina 518 SPECIFICATIES FAXAPPARAAT Model MX-FXX2 Geschikte telefoonlijn Openbaar geschakeld telefoonnet, PBX Scanresolutie 8x3,85 lijnen/mm (standaard), 8 x 7,7 lijnen/mm (fijn, fijn-halftoon), 8 x 15,4 lijnen/mm (extra fijn, (ondersteunt extra fijn - halftoon), 16 x 15,4 lijnen/mm (ultrafijn, ultrafijn - halftoon) ITU-T-normen) Verzendsnelheid 33,6 kbps tot 2,4 kbps Automatische uitwijkfaciliteit Compressiemethode...
  • Pagina 519 HOOFDSTUK 5 SCANNER/INTERNETFAX Dit hoofdstuk biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de scannerfunctie en de functie Internetfax. Om de netwerkscannerfunctie te kunnen gebruiken, moet de netwerkscannerfunctie beschikbaar zijn. Om de internetfaxfunctie te kunnen gebruiken, moet de internetfaxfunctie beschikbaar zijn. De USB-geheugenmodus kan worden gebruikt zonder installatie van een randapparaat.
  • Pagina 520 SCANNER/INTERNETFAX INTERNETFAX ONTVANGSTFUNCTIES SPECIALE FUNCTIES INTERNETFAX ONTVANGEN ....5-112 SPECIALE FUNCTIES ..... . 5-71 •...
  • Pagina 521 SCANNER/INTERNETFAX VOORDAT U DE MACHINE ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Dit gedeelte bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de machine als een netwerkscanner gebruikt. NETWERKSCANNERFUNCTIE Met de netwerkscannerfunctie van de machine kunt u een origineel scannen en er een beeldbestand van maken. Dit bestand kan via een netwerk naar een computer, FTP-server of andere bestemming worden gezonden.
  • Pagina 522 SCANNER/INTERNETFAX USB-geheugenmodus ☞ EEN BEELD IN USB-GEHEUGENMODUS VERZENDEN (pagina 5-35) USB-geheugenscan Het gescande bestand wordt gezonden naar en opgeslagen op een USB-geheugenapparaat dat op de machine is aangesloten. Internetfaxmodus Om de internetfaxfunctie te kunnen gebruiken, moet de internetfaxuitbreidingskit zijn geEstalleerd. ☞...
  • Pagina 523 SCANNER/INTERNETFAX VOORBEREIDINGEN VOOR GEBRUIK ALS NETWERKSCANNER ZORG DAT DE HOOFDSTROOMSCHAKELAAR OP "AAN" STAAT De stroom is ingeschakeld als de AAN-indicator rechts van het bedieningspaneel brandt. Als de AAN-indicator niet brandt, is de stroom "uitgeschakeld". Zet de stroomschakelaar aan en druk op de toets [AAN] ) op het bedieningspaneel.
  • Pagina 524 SCANNER/INTERNETFAX VEREISTE INSTELLINGEN OP DE WEBPAGINA'S Om de scanmodus en internetfaxmodus te gebruiken, moeten de basisinstellingen voor de netwerkscanner, de serverinstellingen zoals SMTP- en DNS-instellingen, en het adres van de afzender op de webpagina's worden geconfigureerd. • Serverinstellingen Als u serverinstellingen wilt configureren, klikt u op [Netwerkinstellingen] en vervolgens op [Services instellingen] in het menu van de webpagina.
  • Pagina 525 SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMINGEN OPSLAAN VOOR SCANNEN NAAR DESKTOP Als u uw computer in de machine als een bestemming voor scannen naar desktop wilt opslaan, moet Network Scanner Tool worden geEstalleerd van de cd-rom "Sharpdesk/Network Scanner Utilities" bij deze machine. Om een afbeelding naar uw computer te scannen, moet Network Scanner Tool op uw computer draaien.
  • Pagina 526 SCANNER/INTERNETFAX VOORDAT U NAAR EEN DIRECT SMTP-ADRES ZENDT De machine ondersteunt Direct SMTP, waarmee u rechtstreeks internetfaxen binnen uw bedrijf kunt versturen zonder een mailserver. Informatie over de procedure voor het opslaan van een Direct SMTP-adres in een adresboek vindt u in "BESTEMMINGSADRESSEN IN HET ADRESBOEK OPSLAAN VOOR ELKE SCANMODUS"...
  • Pagina 527 SCANNER/INTERNETFAX BASISSCHERM De scanmodus, Internetfaxmodus, USB-geheugenmodus en de PC-scanmodus worden bediend door het selecteren van instellingen en opdrachten in de basisschermen van deze modi. Als u het basisscherm van een modus wilt weergeven, drukt u op de toets [BEELD VERZENDEN] in het aanraakscherm en daarna op de tab van de modus die u wilt gebruiken. Basisscherm van scanmodus DOCUMENT BEELD...
  • Pagina 528 SCANNER/INTERNETFAX Aangepaste toetsen (13) Toets [Spec. Functies] U kunt de toetsen die hier verschijnen wijzigen, zodat ze Druk op deze toets om een speciale functie te gebruiken. ☞ instellingen of functies van uw voorkeur aangeven. SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) ☞ Aangepaste toetsen tonen (pagina 5-11) (14) Toets [Opgeslagen in]...
  • Pagina 529 SCANNER/INTERNETFAX Aangepaste toetsen tonen Speciale functietoetsen en andere toetsen kunnen worden weergegeven in het basisscherm. Stel deze toetsen in op functies die u vaak gebruikt, zodat u erover beschikt met één druk op de toets. De aangepaste toetsen worden geconfigureerd met "Toetsinstelling aanpassen" op de webpagina's. De volgende toetsen verschijnen standaard: •...
  • Pagina 530 SCANNER/INTERNETFAX ADRESBOEKSCHERM In dit scherm worden verzendbestemmingen geselecteerd. (10) (11) AAA AAA xxx@xx.xxx.com Voorwaarde- (12) Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF Globaal GGG GGG HHH HHH Adres Zoeken III III JJJ JJJ Adres sorteren (13) Freq.
  • Pagina 531 SCANNER/INTERNETFAX • Op de sneltoetsen in het adresboek verschijnen pictogrammen waarmee de gebruikte verzendmodus wordt aangegeven. ☞ EEN BESTEMMING OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK (pagina 5-18) • Informatie over het opslaan van adressen in een adresboek vindt u in "BESTEMMINGSADRESSEN IN HET ADRESBOEK OPSLAAN VOOR ELKE SCANMODUS"...
  • Pagina 532 SCANNER/INTERNETFAX Indexweergave Indexen vergemakkelijken het zoeken naar een bestemming (sneltoets). De bestemmingen worden afzonderlijk weergegeven op basis van alfabetische zoektekens en indexnummers. Klik op de betreffende indextab om een opgeslagen bestemming weer te geven. Het is handig om veelgebruikte bestemmingen op te slaan in de index [Freq.]. Geef bij het opslaan van een bestemming op of de bestemming moet worden weergegeven in de index [Freq.].
  • Pagina 533 SCANNER/INTERNETFAX SCAN- EN VERZENDVOLGORDE In deze sectie wordt de basisprocedure voor scannen en verzenden uitgelegd. Selecteer instellingen in de hieronder weergegeven volgorde voor een soepele verzending. Een uitgebreidere beschrijving van de werkwijze voor het selecteren van instellingen vindt u bij de uitleg per instelling in dit hoofdstuk. Plaats het origineel.
  • Pagina 534 SCANNER/INTERNETFAX Instellingen speciale functies Speciale functies kan worden geselecteerd. ☞ Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto Adresinvoer Belichting Auto Verzendinst. Resolutie 200x200dpi Adresoverzicht Best.Indeling Bestand Kleurmodus Mono Snelbestand Spec. Functies Voorbeeld Start het scannen en verzenden Start het scannen en verzenden.
  • Pagina 535 SCANNER/INTERNETFAX FORMATEN ORIGINEEL VERZENDBARE ORIGINEELFORMATEN De volgende origineelformaten kunnen worden verzonden Minimaal formaat origineel Maximaal formaat origineel Met de automatische origineelinvoer 131 mm (hoogte) x 140 mm (breedte) 297 mm (hoogte) x 1.000 mm* (breedte) (5-1/8" (hoogte) x 5-1/2" (breedte) (11-5/8"...
  • Pagina 536 SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMINGEN INVOEREN In dit gedeelte wordt het opgeven van bestemmingsadressen beschreven, inclusief het selecteren van een adres uit het Adresboek en het ophalen van een adres door het invoeren van een zoeknummer. EEN BESTEMMING OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK Het scherm adresboek geeft opgeslagen bestemmingen weer als sneltoetsen. De bestemmingen worden weergegeven op volgorde van zoeknummer.
  • Pagina 537 SCANNER/INTERNETFAX OPROEPEN VAN EEN BESTEMMING Door het selecteren van een sneltoets wordt een bestemming opgeroepen. Druk op [Adresboek]. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto Adresinvoer Belichting Auto Verzendinst. Resolutie 200x200dpi Adresoverzicht Best.Indeling Kleurmodus Bestand Mono Spec.
  • Pagina 538 SCANNER/INTERNETFAX GESELECTEERDE BESTEMMINGEN CONTROLEREN EN WISSEN Als er meerdere bestemmingen zijn geselecteerd, kunt u de bestemmingen weergeven en controleren. Ook is het mogelijk om een bestemming uit de lijst te wissen (selectie van bestemming annuleren). Druk op [Adresoverzicht]. Voorwaarde- Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht...
  • Pagina 539 SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMING OPROEPEN MET EEN ZOEKNUMMER Een bestemming die in het Adresboek is opgeslagen, kan met de toets worden opgeroepen. Dit kan vanuit het basisscherm van alle modi of vanuit het scherm Adresboek. Druk op Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Scannen: Auto...
  • Pagina 540 SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMING HANDMATIG OPGEVEN Adressen voor Scannen naar E-mail, internetfax, Netwerkmap and gegevensinvoer kunnen handmatig worden ingevoerd. Het adresinvoerscherm weergeven. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- Voordat u de toets [Adresinvoer] op het basisscherm Instellingen AAA AAA BBB BBB aantikt, tikt u op de tab van de functie die u wilt gebruiken.
  • Pagina 541 SCANNER/INTERNETFAX EEN NETWERKMAP OPGEVEN Een Netwerkmap op een server of computer die op hetzelfde netwerk is aangesloten als de machine, kan direct worden opgegeven. Selecteer [Netwerkmap] in stap 2 op de vorige pagina en volg onderstaande stappen. Tik op de toets [Bladeren]. Annuleren Netwerkmap •...
  • Pagina 542 SCANNER/INTERNETFAX Open de netwerkmap. (1) Druk op de toets van de werkgroep die u Stel de begintijd in. Zoeken wilt openen. Werkgroep Annuleren Werkgroepnaam Work 1 Work 2 Work 3 Work 4 Work 5 Work 6 (2) Druk op de toets van de server of werkgroep die u wilt openen.
  • Pagina 543 SCANNER/INTERNETFAX EEN BESTEMMING OPROEPEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server op de webpagina's is geconfigureerd, kunt u een adres opzoeken in een globaal adresboek en dat adres ophalen voor scannen naar e-mail of internetfax (uitgezonderd Direct SMTP-adressen). Open het scherm Globaal Adres Zoeken. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm.
  • Pagina 544 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de bestemming. (1) Druk op de toets van de gewenste bestemming. Voorwaarde- Als er geen namen worden gevonden die overeenkomen Instellingen Details met de zoekletters, krijgt u een melding. Druk op [OK] om Adresoverzicht XXX AAA AAA@xx.xxx.com het bericht te sluiten en druk op [Opnieuw Zoeken] om Opnieuw Zoeken XXX BBB BBB@xx.xxx.com...
  • Pagina 545 SCANNER/INTERNETFAX OPNIEUW VERZENDEN De bestemmingen van de laatste 8 verzendingen met Scannen naar E-mail, internetfax (inclusief Direct SMTP-adressen) en/of fax worden opgeslagen. Een van deze 8 kan geselecteerd worden opnieuw naar de bestemming verzonden te worden. Druk op [Opn. verzenden]. Gereed voor verzenden.
  • Pagina 546 SCANNER/INTERNETFAX EEN BEELD VERZENDEN EEN BEELD IN SCANMODUS VERZENDEN In deze sectie wordt de basisprocedure voor het verzenden in scanmodus uitgelegd (Scannen naar E-mail, Scannen naar FTP, Scannen naar desktop en Scannen naar netwerkmap). Als een standaardadres is geconfigureerd in "Instelling standaard adres" in de systeeminstellingen (beheerder), kan de modus of bestemming niet worden gewijzigd en kunnen geen bestemmingen worden toegevoegd.
  • Pagina 547 SCANNER/INTERNETFAX Geef de bestemming op. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- (2) Druk op de sneltoets van de gewenste Instellingen BBB BBB AAA AAA Adresoverzicht bestemming. CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF Het pictogram op de toets geeft aan welk type Globaal bestemming onder de toets is opgeslagen.
  • Pagina 548 SCANNER/INTERNETFAX Geef op in welke afdrukstand het origineel is geplaatst. Scannen/Origineel Om te zorgen dat het origineel wordt gescand in de juiste stand (de bovenrand van het origineel wordt weergegeven boven in Scanformaat Verzendformaat 100% het scherm), geeft u op in welke stand het origineel in stap 1 is Auto Auto geplaatst.
  • Pagina 549 SCANNER/INTERNETFAX Druk op [Lezen Klaar]. Plaats volgend origineel. (P.x) Er klinkt een pieptoon ten teken dat de bewerking is voltooid. Druk op [Start]. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Open de automatische origineelinvoer en verwijder het origineel. Configureren Lezen Klaar •...
  • Pagina 550 SCANNER/INTERNETFAX ONDERWERP, BESTANDSNAAM, BEANTWOORDEN EN PLATTE TEKST WIJZIGEN Het onderwerp, de bestandsnaam, beantwoorden en platte tekst kunnen tijdens het verzenden van een scan worden gewijzigd. Er kunnen vooraf ingestelde items worden geselecteerd, of er kan rechtstreeks tekst worden ingevoerd. • Bij Scannen naar FTP, Scannen naar desktop of Scannen naar netwerkmap wordt alleen de bestandsnaam gebruikt. •...
  • Pagina 551 SCANNER/INTERNETFAX Druk om de bestandsnaam te wijzigen Verzendinstellingen op de toets [Bestandsnaam]. Onderwerp Sub: Schedule coordination meeting • De bestandsnaam wordt op dezelfde wijze ingevoerd als het onderwerp. Bestandsnaam • Als u zendt naar een bestemming voor Scannen naar FTP, Antwoord naar Scannen naar desktop of Scannen naar netwerkmap, gaat u Inhoud...
  • Pagina 552 SCANNER/INTERNETFAX Wijzig het bericht door op [Inhoud] te Verzendinstellingen drukken. Onderwerp Sub: Schedule coordination meeting Bestandsnaam Material for planning meeting Antwoord naar AAA AAA Inhoud Beantwoorden' toevoegen aan Cc Voer de tekst in en druk op [OK]. Invoer inhoud Alles wissen •...
  • Pagina 553 SCANNER/INTERNETFAX EEN BEELD IN USB-GEHEUGENMODUS VERZENDEN Volg onderstaande stappen om een gescande afbeelding naar een in de handel verkrijgbaar USB-geheugenapparaat te verzenden dat op de machine is aangesloten. Het bestand wordt daarmee opgeslagen in het USB-apparaat. • Gebruik een FAT32 USB-geheugen met een capaciteit van meer dan 32 GB. •...
  • Pagina 554 SCANNER/INTERNETFAX Schakel over naar de USB-geheugenmodus en geef het Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan scherm beeldinstellingen weer. Opgeslagen in Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto (1) Druk op de tab [USB-geh.scan] Bestandsnaam Belichting Auto Resolutie 200x200dpi Als de tab [USB-geh.scan] niet verschijnt, drukt u op de om het scherm te wijzigen.
  • Pagina 555 SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [START]. Het scannen begint. • Als het origineel op de glasplaat is gelegd, verschijnt de toets [Lezen Klaar] op het aanraakscherm. Als het origineel slechts één pagina is, gaat u naar stap 7. Als u meer pagina's moet scannen gaat u naar de volgende stap. •...
  • Pagina 556 SCANNER/INTERNETFAX Koppel het USB-geheugen los wanneer "Verzenden van gegevens voltooid." op het aanraakscherm verschijnt. Koppel het USB-geheugen niet los terwijl "Bezig met verzenden van gegevens." of "Bezig met verzenden van gegevens." op het aanraakscherm wordt weergegeven. • Wanneer de verzending naar USB-geheugen is voltooid, wordt "Verzenden van gegevens voltooid." weergegeven. Het bericht verdwijnt even later en het basisscherm van de functie beeld verzenden verschijnt weer.
  • Pagina 557 SCANNER/INTERNETFAX GEEF OP IN WELKE MAP HET BESTAND WORDT OPGESLAGEN Als u een bestand naar USB-geheugen stuurt, kan een map in USB-geheugen worden opgegeven. Er kan ook een nieuwe map in USB-geheugen worden gemaakt. Als er geen map wordt opgegeven, wordt het bestand op het eerste niveau van de USB-geheugen opgeslagen. Tik op de toets [Opgeslagen in].
  • Pagina 558 SCANNER/INTERNETFAX BESTANDSNAAM INVOEREN U kunt de bestandsnaam invoeren tijdens het verzenden van een scan. • Als de bestandsnaam niet wordt ingevoerd, worden de instellingen van de webpagina gebruikt. • Zie "TEKST INVOEREN" (pagina 1-77) in "1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT" voor de procedure voor het invoeren van tekst.
  • Pagina 559 SCANNER/INTERNETFAX EEN FAX VERZENDEN IN INTERNETFAXMODUS De basisprocedure voor het zenden van een fax in internetfaxmodus wordt hieronder uitgelegd. Met de procedure kan ook direct verzonden worden via Direct SMTP. Als een standaardadres is geconfigureerd in "Instelling standaard adres" in de systeeminstellingen (beheerder), kan de modus of bestemming niet worden gewijzigd en kunnen geen bestemmingen worden toegevoegd.
  • Pagina 560 SCANNER/INTERNETFAX Geef de bestemming op. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- (2) Druk op de toets van de gewenste bestemming. Instellingen AAA AAA BBB BBB Het pictogram verschijnt op sneltoetsen waaronder Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD Internetfaxadressen zijn opgeslagen. Adresinvoer EEE EEE FFF FFF...
  • Pagina 561 SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [START]. Het scannen begint. • Als het origineel op de glasplaat is gelegd, verschijnt de toets [Lezen Klaar] op het aanraakscherm. Als het origineel slechts één pagina is, gaat u naar stap 7. Als u meer pagina's moet scannen gaat u naar de volgende stap. •...
  • Pagina 562 SCANNER/INTERNETFAX ONDERWERP, BESTANDSNAAM EN PLATTE TEKST WIJZIGEN Het onderwerp, de bestandsnaam en de tekst kunnen bij het verzenden van een Internetfax worden gewijzigd. Er kunnen vooraf ingestelde items worden geselecteerd, of er kan rechtstreeks tekst worden ingevoerd. • Als onderwerp en bestandsnaam niet zijn gewijzigd, worden de instellingen van de webpagina gebruikt. •...
  • Pagina 563 SCANNER/INTERNETFAX Druk om de bestandsnaam te wijzigen Verzendinstellingen op de toets [Bestandsnaam]. Onderwerp Sub: Schedule coordination meeting De bestandsnaam wordt op dezelfde wijze ingevoerd als het onderwerp. Bestandsnaam Inhoud Wijzig het bericht door op [Inhoud] te Verzendinstellingen drukken. Sub: Schedule coordination meeting Onderwerp Bestandsnaam Material for planning meeting...
  • Pagina 564 SCANNER/INTERNETFAX Druk op [OK]. Verzendinstellingen Onderwerp Sub: Schedule coordination meeting Bestandsnaam Material for planning meeting Thank you for your continuous support. We have attached sca Inhoud Bij het opslaan van vooraf opgestelde tekst voor het onderwerp en de bestandsnaam op de webpagina's kunnen tot 80 tekens worden ingevoerd.
  • Pagina 565 SCANNER/INTERNETFAX DEZELFDE AFBEELDING NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (Rondzendtransmissie) Dezelfde afbeelding kan in één handeling naar meerdere bestemmingen van scan-, internetfax- en faxmodi worden verzonden. Er kunnen tot 500 bestemmingen in één distributiebewerking worden geselecteerd. (Een gecombineerd maximum van 200 bestandserveradressen, desktopadressen en gedeelde map adressen.) Verzending Originelen Als u vaak afbeeldingen naar dezelfde groep bestemmingen rondzendt, is het handig om deze bestemmingen onder een...
  • Pagina 566 SCANNER/INTERNETFAX Geef de bestemming op. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- (2) Druk op de sneltoets van de gewenste Instellingen BBB BBB AAA AAA Adresoverzicht bestemming. CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF (3) Druk op de toets [Aan]. Globaal GGG GGG HHH HHH...
  • Pagina 567 SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [START]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Als een pagina is gescand, vervang deze dan door de volgende pagina en druk op de toets [START].
  • Pagina 568 SCANNER/INTERNETFAX RONDZENDOPDRACHTEN WAARIN INTERNETFAXBESTEMMINGEN ZIJN OPGENOMEN Als een rondzendopdracht zowel bestemmingen voor de scanmodus als de Internetfaxmodus bevat, krijgen de instellingen van de Internetfaxmodus voorrang (afdrukstand origineel en andere diverse instellingen). Houd bij het uitvoeren van een rondzendopdracht van dit type rekening met onderstaande informatie. De afdrukstand van Internetfax krijgt prioriteit.
  • Pagina 569 SCANNER/INTERNETFAX Details van de rondzendopdracht weergeven. Afdrukopdr. Scan naar Faxopdracht Internetfax Adres Starttijd Pagina Status (1) Druk op de toets van de voltooide Opdr.Wachtr Rondzenden0001 10:00 04/01 010/003 NG000000 rondzendopdracht. Rondzenden0002 10:05 04/01 001/001 Verzenden OK Voltooid 10:22 04/01 004/004 Verzenden OK Rondzenden0003 (2) Druk op [Details].
  • Pagina 570 SCANNER/INTERNETFAX INTERNETFAX VANUIT EEN PC VERSTUREN (PC-I-Fax) Een computerbestand kan via de machine als Internetfax worden verzonden (PC-I-Fax-functie). Internetfaxen worden met de PC-I-Fax-functie op dezelfde manier verzonden als documenten worden afgedrukt. Selecteer het stuurprogramma van de PC-Fax als stuurprogramma voor het afdrukken en selecteer dan de opdracht Afdrukken in de softwaretoepassing.
  • Pagina 571 SCANNER/INTERNETFAX WEERGAVE-INSTELLINGEN Instellingen voor het scannen van het origineel worden in het basisscherm van elke modus geselecteerd. De huidige status van elke instelling verschijnt rechts van de voor het selecteren van de instelling gebruikte toets. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Scannen:...
  • Pagina 572 SCANNER/INTERNETFAX AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN DUBBELZIJDIG ORIGINEEL SCANNEN 2-zijdig (origineel) Met de automatische origineelinvoer kunt u automatisch beide zijden van een origineel scannen. Scantransmissie 2-zijdig origineel Voor- en achterzijde worden gescand Selecteer de scanmodus en geef het scherm beeldinstellingen weer. (1) Druk op de tab van de modus die u wilt gebruiken.
  • Pagina 573 SCANNER/INTERNETFAX SCANFORMAAT ORIGINEEL EN VERZENDFORMAAT OPGEVEN (Vergroten/Verkleinen) Bij plaatsing van het origineel wordt het formaat automatisch waargenomen en weergegeven op het basisscherm. Het formaat van het geplaatste origineel wordt aangegeven als het scanformaat, en het te verzenden formaat wordt aangegeven als het verzendformaat. Scannen Internetfax Faxen...
  • Pagina 574 SCANNER/INTERNETFAX Het scanformaat van het origineel opgeven (Opgeven in standaardformaat) Als het origineel geen standaardformaat heeft of als u het scanformaat wilt wijzigen, druk dan op [Origineel] om het formaat van het origineel handmatig op te geven. Plaats het origineel in de lade van de automatische origineelinvoer of op de glasplaat en volg onderstaande stappen.
  • Pagina 575 SCANNER/INTERNETFAX Het scanformaat van het origineel opgeven (met numerieke waarden) Als u een origineel scant dat geen standaardformaat heeft, zoals een kaart, volg dan deze stappen om het formaat van het origineel op te geven. De breedte kan variEen van 25 mm tot 432 mm (1" tot 17"), en de hoogte kan variëren van 25 mm tot 297 mm (1"...
  • Pagina 576 SCANNER/INTERNETFAX Druk op [OK]. Scannen/Origineel Het opgegeven formaat wordt weergegeven op de toets Scanformaat Verzendformaat [Scanformaat]. X420 Y297 Auto Stand afbeelding 2-Zijdig 2-Zijdig Boekje Schr.Blok • Als het scanformaat wordt opgegeven als een getalswaarde, kan het verzendformaat niet worden opgegeven. •...
  • Pagina 577 SCANNER/INTERNETFAX Het verzendformaat van de afbeelding opgeven Geef het verzendformaat op als een papierformaat. Als het verzendformaat groter is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding vergroot. Als het verzendformaat kleiner is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding verkleind. •...
  • Pagina 578 SCANNER/INTERNETFAX Geef op in welke afdrukstand het origineel is geplaatst. Scannen/Origineel (1) Druk op de juiste [Stand afbeelding]-toets. Scanformaat 141% Verzendformaat Als deze instelling onjuist is wanneer u een afbeelding Auto verzendt met een gewijzigde ratio, wordt mogelijk geen geschikte afbeelding verzonden. Stand afbeelding (2) Druk op [OK].
  • Pagina 579 SCANNER/INTERNETFAX BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN Om optimaal te scannen kunt u de belichting en het type origineel beeld overeenkomstig het origineel instellen. Raadpleeg de volgende tabellen om de juiste instellingen te kiezen. Hoe selecteert u de belichting Belichting Toepassing Bij deze instelling wordt de belichting automatisch aangepast aan lichtere en donkerdere Auto...
  • Pagina 580 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de belichting en het origineelafbeeldingstype. Scanmodus, USB-geheugenmodus, gegevensinvoermodus (1) Selecteer het origineelafbeeldingstype. Druk op de toets origineelafbeeldingstype voor het betreffende afbeeldingtype. Scannen/Belichting (2) Pas de belichting aan met de toetsen Auto Type Origineel Beeld Handmatig De belichting wordt donkerder wanneer op de toets Tekst/ Tekst Tekst/Foto...
  • Pagina 581 SCANNER/INTERNETFAX RESOLUTIE WIJZIGEN U kunt de resolutie-instelling selecteren. Selecteer de scanmodus en geef het scherm beeldinstellingen weer. (1) Druk op de tab van de modus die u wilt gebruiken. (2) Druk op [Resolutie]. ☞ WEERGAVE-INSTELLINGEN (pagina 5-53) Selecteer de resolutie. Scanmodus, USB-geheugenmodus, (1) Druk op de toets van de gewenste resolutie.
  • Pagina 582 SCANNER/INTERNETFAX Hoe selecteert u de resolutie Bij originelen met normale tekst is een resolutie van 200X100dpi (200X100dpi in Internetfaxmodus) voldoende voor een leesbare afbeelding. Bij foto's en illustraties levert een hogere resolutie (600X600dpi, etc.) een scherpe afbeelding op. Een hoge resolutie levert een groter bestand op en als het bestand te groot is, is verzending wellicht niet mogelijk. Beperk in dat geval het aantal gescande pagina's of neem andere maatregelen om de bestandsgrootte te beperken.
  • Pagina 583 SCANNER/INTERNETFAX Stel de indeling in. ● Scannen in Mono2 (1) Selecteer het bestandstype. Om een bestand met PDF versl. te verzenden, tikt u op het selectievakje [Versl.] om het te selecteren ( Scannen/Best.Indeling (2) Selecteer de compressiewijze. Bestandstype Compressiemodus Geen versl.
  • Pagina 584 SCANNER/INTERNETFAX Wijzig het aantal pagina's per bestand door het aantal pagina's in te voeren en Scannen/Best.Indeling sluit het instellen van de indeling. Bestandstype Comp.factor (1) Druk op het selectievakje [Opgegeven Versl. Lage comp pagina's per bestand] zodat er een vinkje TIFF Gemid.
  • Pagina 585 SCANNER/INTERNETFAX De indeling wijzigen (Internetfaxmodus) De bestandsindeling voor het zenden van een Internetfax staat normaal gesproken ingesteld op [TIFF-F]. Als de Internetfaxmachine op de bestemming de volledige modus niet ondersteunt (de machine ondersteunt slechts de eenvoudige modus), volg dan de onderstaande stappen om [TIFF-S] te selecteren. Schakel over naar de internetfaxmodus en geef het scherm indelingsinstellingen weer.
  • Pagina 586 SCANNER/INTERNETFAX KLEURENMODUS WIJZIGEN Deze procedure wordt gebruikt om de kleurmodus te wijzigen die werd gebruikt om het origineel te scannen wanneer op [START] wordt geduwd. Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Modus Scanmethode Auto Grijstinten De machine neemt waar of een origineel in kleur of zwartwit is en selecteert automatisch scannen in kleur of in zwartwit (Mono2 of grijstinten).
  • Pagina 587 SCANNER/INTERNETFAX CONTROLEREN VAN DE TE VERZENDEN AFBEELDING (Voorbeeld) Als u op de toets [Voorbeeld] tikt voordat u het origineel scant, kunt u de gescande afbeelding vóór verzending controleren op het aanraakscherm. * Standaard staat de instelling op uitgeschakeld. Afhankelijk van de omvang van de verzendgegevens, kan een deel van de voorbeeldafbeelding wegvallen op het voorbeeldscherm op het aanraakscherm.
  • Pagina 588 SCANNER/INTERNETFAX VOORBEELD AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het voorbeeld afbeeldingscontrole uitgelegd. Voorbeeld Info verzender Functieoverz. Weergave draaien Start zenden 0001 /0010 Voorvertoning Toets [Info verzender] Er verschijnt een voorbeeld van het gescande origineel. Als de modus Internetfax wordt geselecteerd, druk dan Als de afbeelding is afgesneden, verschuif het beeld dan hierop om de afzendergegevens voor Eigen I-Faxadr.
  • Pagina 589 SCANNER/INTERNETFAX SPECIALE FUNCTIES Dit gedeelte gaat over speciale functies die kunnen worden gebruikt voor de scanverzendmodus. SPECIALE FUNCTIES Het menuscherm voor speciale functies verschijnt als in het basisscherm de toets [Spec. Functies] wordt aangeraakt. Het menu van speciale functies bestaat uit twee sch ermen. Druk op de toets om tussen de schermen te wisselen.
  • Pagina 590 SCANNER/INTERNETFAX Internetfaxmodus De hieronder verklaarde toetsen kunnen alleen worden gebruikt in Internetfaxmodus. De andere toetsen zijn dezelfde als die verklaard in "Scanmodus, USB-geheugenmodus, gegevensinvoermodus" (pagina 5-71). Eerste scherm Tweede scherm Internetfax/Spec. Functies Internetfax/Spec. Functies Verif. Transmissie Dubbele Pg Programma Wissen Scannen Stempel Rapport...
  • Pagina 591 SCANNER/INTERNETFAX SCANBEWERKINGEN OPSLAAN (Programma's) Bestemming, instellingen voor een origineel en functies kunnen in een programma worden opgeslagen. Als u deze instellingen wilt gebruiken om een afbelding te verzenden, kunnen zij gemakkelijk worden opgeroepen. In het onderstaande voorbeeld moeten elke maand documenten van A4 (8-1/2" x 11") formaat naar een bestand worden gescand en naar elk filiaal worden verzonden.
  • Pagina 592 SCANNER/INTERNETFAX Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op [Programma]. ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) Roep het opgeslagen programma op. (1) Druk op de gewenste programmatoets. Programma (2) Druk op [OK]. Program 1 Program 2 Program 3 Program 4 Program 5...
  • Pagina 593 SCANNER/INTERNETFAX WISSEN VAN SCHADUWRANDEN OP EEN AFBEELDING (Wissen) Deze wisfunctie wordt gebruikt om schaduwen op kopieën vanaf boeken of andere dikke originelen te wissen. (Deze functie wist de delen van de afbeelding waar schaduwranden zich meestal voordoen. De functie neemt geen schaduwen waar en wist alleen de schaduwranden.) Scannen van een dik boek Zonder de wisfunctie...
  • Pagina 594 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de wisinstellingen. (1) Druk op de gewenste wisfunctie. Scannen/Spec. Functies Selecteer een van de 4 wisfuncties. Annuleren Wissen Druk op de toets [Zijkant wissen] om het volgende scherm te openen. Midden Rand+Midden Rand Rand Wissen Wissen Wissen Wissen (0~20) Zijkant wissen Annuleren...
  • Pagina 595 SCANNER/INTERNETFAX EEN ORIGINEEL SCANNEN ALS TWEE APARTE PAGINA'S (Dubbele Pg Scannen) De linker- en rechterzijde van een origineel kunnen als twee afzonderlijke pagina's worden gescand. Deze functie is handig als u elke pagina van een boek of ander ingebonden document opeenvolgend wilt scannen. Voorbeeld: Scannen van de linker- en rechterpagina's van een boek Boek of ingebonden document De pagina's worden als twee afzonderlijke pagina's gescand.
  • Pagina 596 SCANNER/INTERNETFAX Speciale functies selecteren. (1) Druk op de tab van de modus die u wilt gebruiken. (2) Druk op de toets [Spec. Functies]. ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) Selecteer Dubbele Pagina Scannen. (1) Druk op [Dubbele Pg Scannen] zodat de Scannen/Spec.
  • Pagina 597 SCANNER/INTERNETFAX AFBEELDING OP EEN OPGEGEVEN TIJDSTIP VERZENDEN (Timer verzending) Met deze functie kunt u een tijdstip opgeven waarop een verzending of rondzendopdracht automatisch moet plaatsvinden. Verzending begint automatisch op de opgegeven tijd. Stel een verzending Om 20.00 uur begint de in voor 20.00 uur verzending automatisch •...
  • Pagina 598 SCANNER/INTERNETFAX Stel de tijd in met de toetsen (1) Geef de dag op. Scannen/Spec. Functies Wilt u geen dag opgeven, selecteer dan [---]. In dat geval Timer Annuleren begint de verzending zodra de bij (2) opgegeven tijd aanbreekt. Dag van de week Tijd (2) Geef de tijd op (uur, minuut) Selecteer de tijd in 24-uursindeling.
  • Pagina 599 SCANNER/INTERNETFAX FLETSE KLEUREN OP DE AFBEELDING OP LATEN LICHTEN (Achtergrond-Onderdrukking) Met deze functie worden lichte achtergronden onderdrukt. Niveau [+] De helderheid waarbij onderdrukking wordt uitgevoerd, kan worden aangepast. Niveau [-] • Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. •...
  • Pagina 600 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de instelling voor achtergrond-onderdrukking. Scannen/Spec. Functies (1) Pas het niveau van Annuleren Achtergrond-Onderdrukking Lichte gebieden van het origineel kunnen achtergrond-onderdrukking aan. worden onderdrukt als achtergrond Druk op de toets [+] om alleen lichte achtergronden te onderdrukken. Druk op de toets [-] om lichte tot donkere achtergronden te onderdrukken.
  • Pagina 601 SCANNER/INTERNETFAX BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART OP ÉÉN PAGINA SCANNEN (KAART FORMAAT) Met deze functie kunt u de voor- en achterkant van een kaart verzenden als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden. Gescande afbeelding Originelen Verzending Voorzijde Achterzijde...
  • Pagina 602 SCANNER/INTERNETFAX Geef het formaat van het origineel op. (1) Voer het formaat van het origineel in. Scannen/Spec. Functies Kaart Formaat Annuleren • Druk op de cijferweergavetoets voor X (breedte) en voer de breedte in. • Druk op de cijferweergavetoets voor Y (hoogte) en voer (25~210) Passend om de hoogte in.
  • Pagina 603 SCANNER/INTERNETFAX Druk op [Lezen Klaar]. Plaats volgend origineel. (P.x) Druk op [Start]. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Configureren Lezen Klaar Als u doorgaat met de voorkant van de kaart te scannen, kunt u de toets [Configureren] indrukken om belichting, resolutie, scanformaat en verzendformaat te wijzigen.
  • Pagina 604 SCANNER/INTERNETFAX VEEL ORIGINELEN INEENS SCANNEN (Opdr. samenst.) Met deze functie kunt u een zending die bestaat uit een groot aantal originelen opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische origineelinvoer en alle pagina's versturen en één enkele verzending. Gebruik deze functie als u meer originelen wilt scannen dan het maximum aantal vellen dat in één keer in de automatische origineelinvoer kan worden geplaatst.
  • Pagina 605 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de modus opdracht samenstellen. Scannen/Spec. Functies (1) Druk op [Opdracht Samenstel.] zodat de Dubbele Pg toets wordt gemarkeerd. Programma Wissen Scannen Achtergrond- (2) Druk op [OK]. Timer Kaart Formaat Onderdrukking Langzame Opdracht Origineel Samenstel. gem. form. scanmodus Aantal Bestand Snelbestand originelen...
  • Pagina 606 SCANNER/INTERNETFAX ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (Origineel gem. form.) Met deze functie kunt u originelen van verschillend formaat tegelijkertijd scannen, bijvoorbeeld B4-formaat (8-1/2" x 14") originelen gemixt met A3-formaat (11" x 17") originelen. Bij het scannen van de originelen herkent de machine automatisch het formaat van elk origineel.
  • Pagina 607 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de instelling voor originelen van gemixt formaat. Scannen/Spec. (1) Druk op [Origineel gem. form.] zodat de Dubbele Pg Programma Wissen toets wordt gemarkeerd. Scannen Achtergrond- (2) Druk op [OK]. Timer Kaart Formaat Onderdrukking Opdracht Origineel Langzame Samenstel. scanmodus gem.
  • Pagina 608 SCANNER/INTERNETFAX SCANNEN VAN DUNNE ORIGINELEN (Langzame scanmodus) Druk op deze toets wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoerlade. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Indien u de USB-geheugenmodus gebruikt, sluit het USB-geheugen dan op de machine aan voordat u onderstaande procedure uitvoert.
  • Pagina 609 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de langzame scanmodus. (1) Druk op [Langzame scanmodus] zodat de Scannen/Spec. Functies toets wordt gemarkeerd. Dubbele Pg Programma Wissen Scannen (2) Druk op [OK]. Achtergrond- Timer Kaart Formaat Onderdrukking Origineel Langzame Opdracht Samenstel. gem. form. scanmodus Aantal Bestand Snelbestand originelen Druk op de toets [START].
  • Pagina 610 SCANNER/INTERNETFAX HET AANTAL GESCANDE ORIGINELE VELLEN CONTROLEREN VOOR VERZENDING (Aantal originelen) Het aantal gescande originele vellen kan worden geteld en weergegeven voor de verzending. Door het aantal gescande originele vellen te controleren voor de verzending, vermijdt u verzendingsfouten. • Deze functie kan niet worden gebruikt in de USB-geheugenmodus. •...
  • Pagina 611 SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [START]. Het scannen begint. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( ) om de bewerking te annuleren. Alle gescande data wordt gewist. Als het scannen klaar is, controleer dan het aantal gescande originele vellen en druk op [OK].
  • Pagina 612 SCANNER/INTERNETFAX EEN STEMPEL ZETTEN OP GESCANDE ORIGINELEN (Verif. Stempel) Met deze functie wordt een stempel gezet op elk origineel dat via de automatische origineelinvoer wordt gescand, zodat u kunt controleren of alle originele correct werden gescand. Plaats van de stempel Originelen worden gescand Er wordt een...
  • Pagina 613 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer "Verif. Stempel". (1) Druk op de toetsen om tussen de Scannen/Spec. Functies schermen te wisselen. Lege pagina Verif. Stempel Overslaan (2) Druk op de toets [Verif. Stempel], zodat die wordt gemarkeerd. (3) Druk op [OK]. Druk op de toets [START]. Het scannen begint.
  • Pagina 614 SCANNER/INTERNETFAX LEGE PAGINA'S UIT EEN VERZENDING VERWIJDEREN (Lege pagina Overslaan) Wanneer gescande originelen lege pagina's bevatten, dan kunnen de lege pagina's worden gedetecteerd en automatisch worden verwijderd uit de verzending. Lege pagina's worden niet verzonden Lege pagina's Zenden • Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. •...
  • Pagina 615 SCANNER/INTERNETFAX Lege pagina's overslaan instellen. (1) Selecteer de soort lege pagina die moet Scannen/Spec. Functies worden overgeslagen. Annuleren Lege pagina Overslaan Kies uit twee soorten. Om lege pagina's waarvan de inhoud van de achterzijde doorschijnt ook over te slaan, tikt u op [Lege Lege pagina overslaan Lege pag./rugschaduw overslaan pag./rugschaduw overslaan].
  • Pagina 616 SCANNER/INTERNETFAX TWEE PAGINA'S ALS ÉÉN PAGINA VERZENDEN (2-in-1) Twee pagina's originelen kunnen worden verkleind tot de helft van hun oorspronkelijke formaat en samen worden verzonden als één pagina. Originelen in staande stand Verzending Originelen in liggende stand Verzending Deze functie kan niet worden gebruikt in scanmodus, USB-geheugenmodus of gegevensinvoermodus. Plaats het origineel.
  • Pagina 617 SCANNER/INTERNETFAX Speciale functies selecteren. (1) Druk op de tab [Internetfax]. (2) Druk op de toets [Spec. Functies]. ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) Selecteer 2-in-1. (1) Druk op [2-in-1] zodat de toets wordt Internetfax/Spec. Functies gemarkeerd. Dubbele Pg Programma Wissen Scannen (2) Druk op [OK].
  • Pagina 618 SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [START]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Wanneer het scannen voltooid is, plaats dan het volgende origineel en druk op de toets [START].
  • Pagina 619 SCANNER/INTERNETFAX AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT WIJZIGEN (Transmissierapport) Er wordt automatisch een rapport afgedrukt om u te waarschuwen wanneer een Internetfaxtransmissie mislukt of er een rondzendopdracht wordt uitgevoerd. In het transmissierapport staat een beschrijving van de verzending (datum, starttijd, naam andere partij, vereiste tijd, aantal pagina's, status, enz.). ☞...
  • Pagina 620 SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [START]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand.Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen.Wanneer het scannen voltooid is, plaats dan het volgende origineel en druk op de toets [START].
  • Pagina 621 SCANNER/INTERNETFAX STATUS VAN VERZEND/ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN In dit gedeelte leggen we uit hoe u de status van gereserveerde (ingeplande) verzendopdrachten en ontvangen internetfaxen kunt controleren. OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel drukt. Het opdrachtstatusscherm geeft de status van opdrachten per modus weer.
  • Pagina 622 SCANNER/INTERNETFAX SCHERM OPDRACHTWACHTRIJ EN SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm bestaat uit twee schermen: het scherm opdrachtwachtrij waarin gereserveerde opdrachten en de opdracht in uitvoering worden weergegeven, en het scherm uitgevoerde opdrachten. Wissel tussen de twee schermen door op onderstaande selectietoets (2) van het opdrachtstatusscherm te drukken. Scherm Opdrachtwachtrij Scherm Voltooid Afdrukopdr.
  • Pagina 623 SCANNER/INTERNETFAX Weergave opdrachttoetsen Op de toetsen voor de opdrachtwachtrij en uitgevoerde opdrachten op het opdrachtstatusscherm wordt de volgende informatie weergegeven. Direct SMTP-informatie wordt ook in internetfax verzend/ontvangstinformatie opgenomen. AAA AAA 10:22 04/01 000/004 Wachten Geeft het nummer (de positie) aan van de opdracht in Tijd van reservering/Starttijd de wachtrij.
  • Pagina 624 SCANNER/INTERNETFAX • Uitgevoerde opdracht Weergave Status "Verzenden Verzending is voltooid. OK" "In Er is een Internetfax ontvangen Geheugen" maar nog niet afgedrukt. "Ontvangen" Afgedrukte ontvangen faxgegevens. "Doorstuur Een ontvangen Internetfax is OK" doorgestuurd. "Gestopt" De opdracht werd gestopt. "Wissen" Verwijderde ontvangen gegevens op het scherm afbeeldingscontrole.
  • Pagina 625 SCANNER/INTERNETFAX VOORTGANG WANNEER EEN OPDRACHT UIT DE WACHTRIJ IS UITGEVOERD Een normale verzendopdracht die wordt voltooid gaat over naar het scherm uitgevoerde opdrachten en in de statuskolom verschijnt "Verzenden OK". Ontvangen Internetfaxen, timerverzendopdrachten en doorstuuropdrachten worden in het scherm opdrachtstatus op de hieronder beschreven wijze afgehandeld.
  • Pagina 626 SCANNER/INTERNETFAX UITGEVOERDE OPDRACHTEN CONTROLEREN U kunt een lijst controleren met bestemmingen, de bestemmingen waarvan de verzending is mislukt, en andere uitgebreide informatie over voltooide rondzendopdrachten en opdrachten die zijn uitgevoerd met de functie documentarchivering. Druk op de toets van de opdracht waarover u informatie wilt weergeven in het scherm uitgevoerde opdrachten en druk op de toets [Details].
  • Pagina 627 SCANNER/INTERNETFAX STOPPEN VAN EEN SCANOPDRACHT DIE WORDT VERZONDEN OF WACHT OP VERZENDING Volg onderstaande stappen om een opdracht te stoppen die momenteel wordt verzonden of op verzending wacht. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Selecteer de opdracht die u wilt stoppen. (1) Druk op de modustab van de opdracht die Afdrukopdr.
  • Pagina 628 SCANNER/INTERNETFAX PRIORITEIT TOEKENNEN AAN EEN SCANVERZENDOPDRACHT Als er meerdere opdrachten wachten op verzending, worden de opdrachten normaal gesproken op volgorde van reservering verzonden. Mocht het nodig zijn om een opdracht voorrang te verlenen boven andere opdrachten, ga dan als volgt te werk. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS].
  • Pagina 629 SCANNER/INTERNETFAX ACTIVITEITENLOGBOEK VAN INTERNETFAX CONTROLEREN (Activiteitenrapport Beeld Verzenden) ACTIVITEITENRAPPORT BEELD VERZENDEN U kunt de machine een logboek laten afdrukken van recente beeldverzendingsactiviteiten (datum, naam, naam andere partij, vereiste tijd, resultaat, enz.). Het Activiteitenrapport Beeld Verzenden bevat nuttige informatie over bijvoorbeeld het soort fouten dat zich voordoet.
  • Pagina 630 SCANNER/INTERNETFAX INTERNETFAX ONTVANGSTFUNCTIES Dit gedeelte legt de basisprocedures uit voor het ontvangen van internetfaxberichten. INTERNETFAX ONTVANGEN De functie Internetfax legt regelmatig* contact met de mailserver (POP3-server) en controleert of er al dan niet faxen via internet zijn ontvangen. Als er faxberichten zijn ontvangen, worden de faxen automatisch opgeroepen en afgedrukt. * De standaardinstelling is eens per vijf minuten.
  • Pagina 631 SCANNER/INTERNETFAX HANDMATIG INTERNETFAXEN ONTVANGEN Als u de interval voor het controleren op ontvangen faxen wat te lang vindt en u direct wilt controleren, kunt u de ontvangst handmatig starten. Druk op de toets [Handmatige i-faxontvangst] om de verbinding te maken met de mailserver en ontvangen faxen op te roepen.
  • Pagina 632 SCANNER/INTERNETFAX EEN FAX MET WACHTWOORDBEVEILIGING AFDRUKKEN (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) De optie "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens" in de systeeminstellingen (beheerder) kan worden ingeschakeld om faxen in het geheugen te ontvangen zonder ze af te drukken. Om faxen af te drukken moet een wachtwoord worden ingevoerd.
  • Pagina 633 SCANNER/INTERNETFAX DE AFBEELDING VOOR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Wanneer "Instelling beeldcontrole ontvangen data" in de systeeminstellingen (beheerder) is ingeschakeld, kunt u een ontvangen afbeelding in het aanraakscherm controleren voordat u hem afdrukt. Als deze functie is ingeschakeld, volg dan onderstaande stappen om een ontvangen afbeelding af te drukken. * De standaard fabrieksinstelling is uitgeschakeld.
  • Pagina 634 SCANNER/INTERNETFAX SCHERM AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het scherm afbeeldingscontrole uitgelegd. Vorige Beeldcontrole AAA AAA 04/04/2010 10:28 1 / 3 Weergave draaien Afdrukken 0001 0010 Informatieweergave Toets "Draaien weergeven" Hier wordt informatie over de weergegeven afbeelding Hiermee draait de afbeelding 90 graden naar rechts of getoond.
  • Pagina 635 SCANNER/INTERNETFAX ONTVANGEN INTERNETFAXEN NAAR EEN NETWERKADRES DOORSTUREN (Instelling voor inkomende routing) Ontvangen internetfaxen kunnen automatisch naar een e-mailadres, bestandserveradres, desktopadres, of netwerkmapadres worden doorgestuurd. Als deze functie is ingeschakeld, kunt u ook internetfaxen doorsturen zonder ze af te drukken. Het apparaat Doorzenden Ontvangen internetfax Wanneer faxen die met deze functie zijn doorgestuurd op de doorstuurbestemming worden afgedrukt, is het niet mogelijk om...
  • Pagina 636 SCANNER/INTERNETFAX De functie voor inkomende routing inschakelen. (1) Klik op [Toepassingsinstellingen], [Instelling voor inkomende routing] en vervolgens [Beheerinstellingen] in het webpaginamenu. (2) Selecteer [Inschakelen] in "Inkomende routing" en klik op de toets [Indienen]. Het is mogelijk dat het voor gebruikers zonder beheerderrechten verboden is om doorstuurtabellen in dit scherm op te slaan, te bewerken en te wissen, en dat ze niet mogen opgeven welke tabel wordt gebruikt.
  • Pagina 637 SCANNER/INTERNETFAX Een doorstuurtabel opslaan. Volg de onderstaande stappen om een doorstuurtabel op te slaan waarin een opgegeven afzender en doorstuuradres worden gecombineerd. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het menu van de webpagina's en klik op de toets [Toevoegen]. (2) Voer een "Tabelnaam"...
  • Pagina 638 SCANNER/INTERNETFAX Te gebruiken doorstuurtabellen opgeven. Om de functie voor inkomende routing te gebruiken, schakelt u in de opgeslagen tabellen de doorstuurtabellen in die u wenst te gebruiken. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het webpaginamenu. (2) Selecteer [Altijd doorsturen] of [Doorsturen op geselecteerde dag &...
  • Pagina 639 SCANNER/INTERNETFAX SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC-scanmodus) BASISPROCEDURE VOOR SCANNEN Het is mogelijk om een scannerstuurprogramma van de bij de machine meegeleverde CD-ROM op uw pc te installeren en vanaf uw computer een afbeelding te scannen met een toepassing die compatibel is met TWAIN*. Scannen vanaf uw computer is erg handig voor het scannen van een enkel origineel zoals een foto, vooral als u tijdens het scannen scaninstellingen wilt aanpassen.
  • Pagina 640 [Op uw computer] Start de TWAIN-compatibele toepassing op uw computer en selecteer [Selecteer Scanner] in het menu [Bestand]. Selecteer het scannerstuurprogramma van de machine. (1) Selecteer [SHARP MFP TWAIN K]. (2) Klik op de knop [Selecteren]. 5-122 Inhoudsopgave...
  • Pagina 641 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer [Afbeelding ophalen] in het menu [Bestand]. Het stuurprogramma van de scanner geopend. 5-123 Inhoudsopgave...
  • Pagina 642 SCANNER/INTERNETFAX De afbeelding voorvertonen. (1) Selecteer de locatie waar het origineel is geplaatst. Menu "Scanpositie": • Als het origineel enkelzijdig is en in de lade van de origineelinvoer is geplaatst, selecteer dan [SPF (enkelzijdig)]. • Als het origineel 2-zijdig is en in de lade van de origineelinvoer is geplaatst, selecteer dan [SPF (dubbelzijdig - boek)] of [SPF (dubbelzijdig - schrijfblok)] afhankelijk van of het origineel in boek- of...
  • Pagina 643 SCANNER/INTERNETFAX Scaninstellingen selecteren terwijl u de afbeelding bekijkt. Knop [Roteren]: Elke keer als op de knop wordt geklikt, draait de afbeelding 90 graden. Hiermee kunt u de stand van het origineel wijzigen zonder dit fysiek op te hoeven pakken en opnieuw te plaatsen. Het beeldbestand wordt gemaakt in de stand zoals weergegeven in het voorvertoonvenster.
  • Pagina 644 SCANNER/INTERNETFAX [Op de machine] Druk op [Verlaten] in het aanraakscherm. Deze machine staat in de PC-scanmodus. Verwijder het origineel niet. IP-adres scanner:250.160.102.106 Verlaten Druk op de toets [Ja]. PC-scan wordt uitgevoerd. PC-scanmodus afsluiten? 5-126 Inhoudsopgave...
  • Pagina 645 SCANNER/INTERNETFAX METADATAVERZENDING In dit gedeelte wordt een uitleg gegeven van metadata verzenden, dat kan worden gebruikt wanneer de applicatie-integratiemodulekit is geïnstalleerd. METADATAVERZENDING (Gegevensinvoer) Wanneer de applicatie-integratiemodulekit is geEstalleerd en een afbeeldingbestand gegenereerd voor een scanverzending, kunnen metadata (gegevens die de kenmerken aangeven van het afbeeldingbestand en hoe het bewerkt moet worden) worden gegenereerd op basis van vooraf opgeslagen informatie en worden verzonden als een apart bestand.
  • Pagina 646 SCANNER/INTERNETFAX VOORBEREIDINGEN VOOR METADATAVERZENDING VEREISTE INSTELLINGEN OP DE WEBPAGINA'S Alle instellingen in verband met metadata worden geconfigureerd in de webpagina's. (Beheerderrechten zijn vereist.) Als u metadatainstellingen wilt configureren, klikt u op [Toepassingsinstellingen] en vervolgens op [metadatainstellingen] in het menu van de webpagina. Let er bij het configureren van de instellingen op dat u metadata verzenden activeert.
  • Pagina 647 SCANNER/INTERNETFAX METADATA VERZENDEN Wanneer een standaardadres wordt geconfigureerd in "Instelling standaard adres" in de systeeminstellingen (beheerder), kan de modus niet worden gewijzigd. Als u de modus of bestemming wilt wijzigen, druk dan op [Annuleren] op het aanraakscherm en volg onderstaande procedure. Volg de stappen hieronder om een metadataset te selecteren, voer elk item in en voer een metadataverzending uit.
  • Pagina 648 SCANNER/INTERNETFAX De toetsen van het in de metadataset Data-Invoer Metadata-Set Annuleren opgeslagen item verschijnt. Druk op de Stel de naam in: Metadata 1 toets van het item dat u wilt invoeren. appUserId fromName replyTo documentPassword appUserPassword billCode1 Als u per ongeluk de verkeerde metadataset hebt geselecteerd of een andere metadataset wilt gebruiken indien er een standaard metadataset is ingesteld, drukt u op de toets [Metadata-Set].
  • Pagina 649 SCANNER/INTERNETFAX • Verzending kan niet worden uitgevoerd als de tab [Data-Invoer] weergegeven wordt en er geen metadatainstellingen zijn geconfigureerd. Voor het uitvoeren van een verzending zonder metadata schakelt u over naar een andere modus door op de tab van die modus te drukken en daarna een verzending uit te voeren. •...
  • Pagina 650 SCANNER/INTERNETFAX SPECIFICATIES NETWERKSCANNER/INTERNETFAX* Type Ingebouwd 100 x 100, 200 x 200, 300 x 300, 400 x 400, 600 x 600 Scanresolutie (dpi) Internetfax: 200 x 100, 200 x 200, 200 x 400, 400 x 400, 600 x 600 (200 x 100, 200 x 200 wanneer bestandstype TIFF-S is) Halftoon kan voor andere resoluties dan 200 x 100 dpi.
  • Pagina 651 HOOFDSTUK 6 DOCUMENTARCHIVERING Dit hoofdstuk biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de functie documentarchivering. Met de functie documentarchivering kunt u de documentdata van een kopieer- of faxopdracht, of de data van een afdrukopdracht, als bestand opslaan op de harde schijf van de machine. Het bestand kan indien nodig worden opgeroepen.
  • Pagina 652 DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING Dit gedeelte bevat informatie waarmee u vertrouwd dient te zijn voordat u de documentarchiveringsfunctie gebruikt, inclusief een overzicht van het documentarchiveringsproces, de mogelijkheden van de documentarchiveringsfunctie en handige wenken voor het gebruik van deze functie. OVERZICHT De documentarchiveringsfunctie biedt u de mogelijkheid om de documentafbeelding van een kopieer- of beeldverzendtaak of de gegevens van een afdruktaak als bestand op te slaan op de harde schijf van het apparaat.
  • Pagina 653 DOCUMENTARCHIVERING TOEPASSINGEN VAN DOCUMENTARCHIVERING Snel een bestand gebruiken Voorbeeld: U hebt agenda's van meerdere pagina's afgedrukt voor een bijeenkomst, maar op het laatste moment komt er een deelnemer bij zodat u nog een exemplaar nodig hebt. De agenda is niet opgeslagen met De agenda is opgeslagen met documentarchivering documentarchivering nstellingen voor factor en speciale functies...
  • Pagina 654 DOCUMENTARCHIVERING VOORDAT U DOCUMENTARCHIVERING GAAT GEBRUIKEN Deze sectie bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de functie documentarchivering gebruikt. Mappen Voor het opslaan van bestanden met documentarchivering kunnen drie typen mappen worden gebruikt. Mappen op de harde schijf Hoofdmap Snelmap Aangepaste map...
  • Pagina 655 DOCUMENTARCHIVERING Maximum aantal pagina's en bestanden dat u kunt opslaan met documentarchivering Gecombineerd maximumaantal pagina's en het totaal aantal bestanden dat in aangepaste mappen en de hoofdmap kan worden opgeslagen Maximum aantal Maximum aantal pagina's bestanden 20000 3000 Aantal pagina's en aantal bestanden dat in de Snelmap kan worden opgeslagen Maximum aantal Maximum aantal pagina's...
  • Pagina 656 DOCUMENTARCHIVERING Automatisch wissen van bestanden U kunt gegevens over documentarchivering in opgegeven mappen op regelmatige tijdstippen automatisch laten wissen door de mappen en de tijd op te geven. Als de bestanden die in het apparaat opgeslagen zijn periodiek worden gewist, helpt dat om het lekken van gevoelige informatie te vermijden en wordt ruimte vrijgemaakt op de harde schijf.
  • Pagina 657 Wijzigen" wanneer het bestand wordt gebruikt. Sla geen documenten op die gevoelig zijn of die niet door anderen mogen worden gebruikt. • Behoudens voor zover wettelijk verplicht aanvaardt de SHARP Corporation geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het openbaar worden van gevoelige informatie als gevolg van manipulatie door een derde partij van gegevens die zijn opgeslagen met behulp van de functie Snelbestand of de functie Bestand, of van onjuiste toepassing van de functie Snelbestand of de functie Bestand door de gebruiker die de gegevens opslaat.
  • Pagina 658 DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING GEBRUIKEN IN DE DIVERSE MODI In de kopieer- of verzendmodus kan het origineel als een bestand worden opgeslagen op de harde schijf terwijl het wordt gekopieerd of verzonden. Daarnaast kunt u Scannen naar schijf gebruiken om de gescande data van een origineel op te slaan naar de harde schijf zonder de data te kopiëren of te verzenden.
  • Pagina 659 DOCUMENTARCHIVERING Scannen naar schijf Het gescande origineel wordt opgeslagen als een beeldbestand. Er wordt niet afgedrukt en niet verzonden wanneer u Scannen naar schijf gebruikt. (1) Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING]. (2) Druk op het tabblad [Scan. naar HDD]. Klaar om te scannen naar vaste schijf.
  • Pagina 660 DOCUMENTARCHIVERING BASISSCHERM VAN DE DOCUMENTARCHIVERINGSMODUS Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING] om het basisscherm van de modus documentarchivering te openen. De bestanden die op de harde schijf in de machine zijn opgeslagen kunnen vanuit dit scherm worden opgeroepen. Wanneer u gebruikersauthenticatie gebruikt en Mijn map is geconfigureerd, verschijnt het bestandselectiescherm van Mijn map.
  • Pagina 661 DOCUMENTARCHIVERING BESTANDEN OPSLAAN MET DE DOCUMENTARCHIVERINGSFUNCTIE In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een origineel als afbeeldingsbestand kunt opslaan met de functies Snelbestand, Bestand en Scannen naar schijf van de documentarchiveringsmodus. EEN BESTAND OPSLAAN MET "Snelbestand" Bij het kopiëren, afdrukken of verzenden van een document in de kopieermodus, afdrukmodus of in de modus afbeelding verzenden (met uitzondering van de modus USB-geheugenscan) kan "Snelbestand"...
  • Pagina 662 DOCUMENTARCHIVERING Selecteer kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. • Het kopiëren begint en de gescande documentafbeelding wordt opgeslagen op de harde schijf. De geselecteerde kopieerinstellingen worden ook opgeslagen. • Om onbedoeld opslaan van het document te voorkomen wordt gedurende 6 seconden nadat u op de knop [START] hebt gedrukt (standaardinstelling) de volgende waarschuwing weergegeven: "De gescande gegevens worden opgeslagen in de snelbestandmap".
  • Pagina 663 DOCUMENTARCHIVERING EEN BESTAND OPSLAAN MET "Bestand" Bij het kopiëren, afdrukken of verzenden van een document in de kopieermodus, afdrukmodus of afbeeldingverzendmodus (met uitzondering van de modus USB-geheugenscan) kunt u "Bestand" selecteren om een afbeelding van het document op te slaan in de Hoofdmap of een eerder gemaakte aangepaste map. De afbeelding kan op een later tijdstip worden opgehaald, zodat u het document kunt afdrukken of verzenden zonder dat u het origineel hoeft te zoeken.
  • Pagina 664 DOCUMENTARCHIVERING Selecteer kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. • Het kopiëren begint en de gescande documentafbeelding wordt opgeslagen op de harde schijf. De geselecteerde kopieerinstellingen worden ook opgeslagen. • Raadpleeg stap 4 van "EEN BESTAND OPSLAAN MET "Snelbestand"" (pagina 6-11) voor de procedure van het plaatsen van het origineel.
  • Pagina 665 DOCUMENTARCHIVERING BESTANDSINFORMATIE Dit hoofdstuk biedt uitleg over de instellingen die worden geconfigureerd in stap 3 van de paragraaf "EEN BESTAND OPSLAAN MET "Bestand"" (pagina 6-13). Het specificeren van een gebruikersnaam, bestandsnaam, map en een vertrouwelijkheidsstatus vereenvoudigt het beheren en zoeken van een bestand. Als u Vertrouwelijk selecteert en een wachtwoord instelt, kunnen anderen het bestand bovendien niet zonder uw toestemming bekijken.
  • Pagina 666 DOCUMENTARCHIVERING Een bestandsnaam toewijzen U kunt een bestandsnaam aan het bestand toewijzen. Druk op de toets [Bestandsnaam]. Bestandsinformatie Annuleren Er verschijnt een tekstinvoerscherm. Voer de bestandsnaam in en druk op [OK]. Vertrouwelijk De bestandsnaam mag maximaal 30 tekens lang zijn. Wachtwoord Gebruik.Naam Gebr.
  • Pagina 667 DOCUMENTARCHIVERING Een bestand opslaan als vertrouwelijk U kunt een wachtwoord instellen voor het bestand zodat anderen dit niet kunnen bekijken. Stel een wachtwoord in (5 tot 8 cijfers) met de cijfertoetsen. Schakel de optie Vertrouwelijk in. (1) Schakel het selectievakje [Vertrouwelijk] in Annuleren Bestandsinformatie zodat er een vinkje...
  • Pagina 668 DOCUMENTARCHIVERING EEN BESTAND ALLEEN OPSLAAN (Scannen naar schijf) Scannen naar schijf wordt gebruikt om een gescand document op te slaan in de Hoofdmap of een aangepaste map. Er wordt niets afgedrukt of verzonden. SCHERM "Scan. naar HDD" Als u op het tabblad [Scan. naar HDD] van de documentarchiveringsmodus drukt, verschijnt het onderstaande scherm. Druk op de toetsen onderaan om de instellingen voor Scannen naar schijf te selecteren.
  • Pagina 669 DOCUMENTARCHIVERING Toets [Origineel] Als op de toets [Origineel] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Dit scherm wordt gebruikt om het formaat van het origineel de wijzigen en de scaninstellingen voor 2-zijdige originelen te selecteren. Scan naar HD/Origineel Scanformaat 100% Opslagformaat Auto Auto Origineel...
  • Pagina 670 DOCUMENTARCHIVERING Toets [Kleurmodus] Druk op de toets [Kleurmodus] om het instelscherm voor de kleurenmodus voor Scannen naar schijf te openen. Scan naar HD/Kleurmodus Auto Opslagindeling van Mono2 Full Color Hogecapaciteitsmodus Kleurmodus Grayscale Stuur Allowed Mode Mono2 De volgende instellingen kunnen worden geselecteerd voor de scankleur wanneer op de [START]-toets wordt gedrukt. Modus Scanmethode Door de machine wordt automatisch herkend of er sprake is van een origineel in kleur of in...
  • Pagina 671 DOCUMENTARCHIVERING Scherm met speciale functies voor Scannen naar schijf Als u op de toets [Spec. Functies] drukt, verschijnt het onderstaande scherm. Zie voor meer informatie over elke instelling "SPECIALE FUNCTIES" (pagina 5-71) in "5. SCANNER / INTERNETFAX". Scan naar HD/Spec. Functies Dubbele Pg Wissen Kaart Formaat...
  • Pagina 672 DOCUMENTARCHIVERING De afbeelding voor het opslaan controleren (Voorbeeld) Als u op de toets [Voorbeeld] tikt en dan Scan. naar HDD start, verschijnt het onderstaande scherm. Voordat de gescande gegevens worden opgeslagen, kunt u een voorbeeld van de gescande afbeelding controleren en naar het instelscherm Scan.
  • Pagina 673 DOCUMENTARCHIVERING "Scannen naar schijf" UITVOEREN Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Schakel over naar de documentarchiveringsmodus en selecteer de instellingen voor Scannen naar schijf. Klaar om te scannen naar vaste schijf.
  • Pagina 674 DOCUMENTARCHIVERING OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u bestanden die u met de documentarchiveringsfunctie hebt opgeslagen kunt ophalen en afdrukken of verzenden. PROCEDURE VOOR HET GEBRUIKEN VAN EEN OPGESLAGEN BESTAND Deze sectie legt de basisprocedure uit voor het oproepen en gebruiken van een bestand. De schermen en procedures kunnen variëren afhankelijk van of gebruikersauthenticatie is ingeschakeld.
  • Pagina 675 DOCUMENTARCHIVERING Selecteer het bestand dat u wilt oproepen. • Selecteer de map in het mapselectiescherm. Best. ophalen Scan. naar HDD Schijfstatus Ex.datatoegang Wanneer u de map heeft geselecteerd, verschijnen de Zoeken Vorige Hoofdmap bestanden in de map. Selecteer het bestand dat u wilt Bestandsnaam Gebr.
  • Pagina 676 DOCUMENTARCHIVERING MAP- EN BESTANDSSELECTIESCHERMEN Om een opgeslagen bestand te gebruiken met documentarchivering, moeten de map- en bestandsnaam worden geselecteerd. Hieronder vindt u uitleg over het mapselectiescherm en het bestandsselectiescherm. MAPSELECTIESCHERM Het scherm wijkt iets af wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op het apparaat. Als gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld Zoeken...
  • Pagina 677 DOCUMENTARCHIVERING BESTANDSSELECTIESCHERM Hieronder wordt uitleg gegeven over het bestandsselectiescherm voor de Snelmap, Hoofdmap en aangepaste mappen. Het bestandsselectiescherm kan worden weergegeven in de indeling "Lijstscherm" en "Miniatuurscherm". (Zie onderstaand punt "(5) Toets [Weergave wijzigen]" voor het selecteren van de indeling.) In dit hoofdstuk wordt aangenomen dat de indeling "Lijstscherm"...
  • Pagina 678 DOCUMENTARCHIVERING Toets [Multi-afdruk] Druk op deze toets om meerdere bestanden in een map te selecteren om af te drukken. ☞ MULTI-FILE PRINTEN (pagina 6-33) Sorteervolgorde / Opties tonen Dit kan in het miniatuurscherm worden gebruikt. De weergavevolgorde van de bestandsminiaturen kan bij "Sorteervolgorde"...
  • Pagina 679 DOCUMENTARCHIVERING EEN BESTAND SELECTEREN Dit gedeelte legt uit hoe u het bestand dat u wilt gebruiken kunt selecteren. Selecteer de map die het bestand bevat dat u wilt gebruiken. BEELD DOCUMENT KOPIE VERZENDEN ARCHIVERING (1) Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING].
  • Pagina 680 DOCUMENTARCHIVERING SCHERM TAAKINSTELLINGEN Als u op de toets voor een bestand drukt, verschijnt het volgende scherm. Druk op de toets voor de bewerking die u wilt uitvoeren en selecteer de gewenste instellingen. Best. ophalen Scan. naar HDD Schijfstatus Ex.datatoegang Annuleren Taakinstellingen Zoeken Vorige...
  • Pagina 681 DOCUMENTARCHIVERING EEN OPGESLAGEN BESTAND AFDRUKKEN Een bestand dat is opgeslagen met de documentarchiveringsfunctie kan wanneer gewenst worden opgehaald en afgedrukt. De instellingen die werden gebruikt toen het bestand werd opgeslagen zijn ook opgeslagen, zodat het bestand opnieuw kan worden afgedrukt met dezelfde instellingen. U kunt het bestand ook aanpassen door de afdrukinstellingen te wijzigen voordat u het afdrukt.
  • Pagina 682 DOCUMENTARCHIVERING SCHERM AFDRUKINSTELLINGEN Annuleren Taakinstellingen / Afdrukken file-01 Name 1 Papierformaat Aantal afdrukken Auto Gegevens afdrk. en (1 999) verwijderen Uitvoer Gegevens afdrukken en opslaan 2-Zijdig Spec. Functies Toets [Papierformaat] Toets Gebruik deze toets om het papierformaat in te stellen. Gebruik deze toetsen om het aantal kopieën in te stellen.
  • Pagina 683 DOCUMENTARCHIVERING MULTI-FILE PRINTEN Er kunnen meerdere bestanden in een map worden geselecteerd om af te drukken. Druk op de toets [Multi-afdruk]. Zoeken Vorige Hoofdmap Druk op de toets [Weergave wijzigen] om bestanden van een Bestandsnaam Gebr. Naam Datum bepaald opdrachttype te selecteren, selecteer het opdrachttype file-01 Name 1 04/04/2010...
  • Pagina 684 DOCUMENTARCHIVERING Een geselecteerd bestand afdrukken. (2) (3) Het aantal geselecteerde bestanden verschijnt in de weergave Taakinstellingen / Afdrukken Annuleren aantal geselecteerde bestanden. Aantal gekozen files:: 5 Als u het aantal kopieën wilt gebruiken dat bij het bestand is opgeslagen, ga dan naar stap (3). Aantal afdrukken (1 999) (1) Druk op het selectievakje [Gebruik het...
  • Pagina 685 DOCUMENTARCHIVERING Afdrukken in batches Alle bestanden in een map met dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord kunnen tegelijk worden afgedrukt. Wanneer op de toets [Batchafdruk] wordt gedrukt, verandert deze in de toets [Batchafdruk]. Druk op de toets [Batchafdruk]. Alles select. Vorige Meerdere bestanden afdrukken Bestandsnaam Gebr.
  • Pagina 686 DOCUMENTARCHIVERING Als er een wachtwoord is ingesteld, druk Annuleren Batchafdruk dan op de toets [Wachtwoord]. Gebr 1/ Alle Bestanden Voer het wachtwoord (5 tot 8 cijfers) in met de cijfertoetsen en Gebruik.Naam Name 1 druk op [OK]. Alleen bestanden met hetzelfde wachtwoord Wachtwoord worden geselecteerd.
  • Pagina 687 DOCUMENTARCHIVERING EEN OPGESLAGEN BESTAND VERZENDEN Een bestand dat is opgeslagen met de documentarchiveringsfunctie kan op elk gewenst moment worden opgeroepen en verzonden. De instellingen die werden gebruikt toen het bestand werd opgeslagen zijn ook opgeslagen, zodat het bestand met dezelfde instellingen kan worden verzonden. Zo nodig kunt u ook de verzendinstellingen wijzigen om het opgeroepen bestand aan te passen.
  • Pagina 688 DOCUMENTARCHIVERING SCHERM VERZENDINSTELLINGEN Hieronder wordt uitleg gegeven over de toetsen voor de verzendinstellingen. Zie voor meer informatie over elke instelling "BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE" (pagina 4-7) in "4. FAX" en "BASISSCHERM" (pagina 5-9) in "5. SCANNER / INTERNETFAX". Voorbeeld van scanmodus Gereed voor verzenden.
  • Pagina 689 DOCUMENTARCHIVERING EIGENSCHAPPEN VAN OPGESLAGEN BESTANDEN BESTANDSEIGENSCHAPPEN U kunt een beveiligingsinstelling selecteren voor bestanden die zijn opgeslagen met de functie documentarchivering. Hiermee voorkomt u dat een bestand wordt verplaatst, of handmatig of automatisch wordt verwijderd. Er zijn drie eigenschappen beschikbaar voor opgeslagen bestanden: [Delen], [Beveiligen] en [Vertrouwelijk]. Wanneer het bestand is opgeslagen met de eigenschap [Delen], is het niet beveiligd.
  • Pagina 690 DOCUMENTARCHIVERING Beperkingen bij het wijzigen van de eigenschap • Een bestand dat is opgeslagen als "Delen" kan worden gewijzigd in "Beveiligen" of "Vertrouwelijk". Een bestand dat als "Delen" is opgeslagen in de Snelmap kan echter alleen worden gewijzigd in "Beveiligen". •...
  • Pagina 691 DOCUMENTARCHIVERING EEN OPGESLAGEN BESTAND VERPLAATSEN Gebruik deze procedure om de bestandslocatie de wijzigen (een bestand naar een andere map verplaatsen). Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand heeft geselecteerd. ☞ EEN BESTAND SELECTEREN (pagina 6-29) Druk op de toets [Verplaatsen]. Annuleren Taakinstellingen file-01...
  • Pagina 692 DOCUMENTARCHIVERING Druk op de toets [Verplaatsen]. Annuleren Taakinstellingen / Verplaatsen file-01 Name 1 Kies de map waarnaar het bestand moet worden verplaatst. Bestandsnaam file-01 Verplts naar: Gebr 2 Verplaatsen Bestanden met de eigenschap "Beveiligen" kunnen niet worden verplaatst. Om een beveiligd bestand te kunnen verplaatsen, moet u de eigenschap wijzigen in "Delen"...
  • Pagina 693 DOCUMENTARCHIVERING EEN OPGESLAGEN BESTAND VERWIJDEREN Opgeslagen bestanden die niet langer nodig zijn, kunnen worden verwijderd. Selecteer het bestand dat u wilt verwijderen en druk op de toets [Wissen]. ☞ EEN BESTAND SELECTEREN (pagina 6-29) Druk op de toets [Wissen]. Annuleren Taakinstellingen file-01 Name 1...
  • Pagina 694 DOCUMENTARCHIVERING DE AFBEELDING VAN EEN OPGESLAGEN BESTAND CONTROLEREN U kunt de afbeelding controleren van een bestand dat met documentarchivering is opgeslagen. Selecteer het gewenste bestand en druk op de toets [Beeldcontrole]. ☞ EEN BESTAND SELECTEREN (pagina 6-29) Afhankelijk van het formaat van de afbeelding, kan een deel van de afbeelding worden afgesneden in het scherm afbeeldingcontrole op het aanraakscherm.
  • Pagina 695 DOCUMENTARCHIVERING SCHERM AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het scherm afbeeldingscontrole toegelicht. Vorige Beeldcontrole file-01 Name 1 Weergave draaien Details 0001 0010 Infoweergave Toets "Weergave draaien" Hier wordt informatie over de weergegeven afbeelding Hiermee draait de afbeelding 90 graden naar rechts of gegeven.
  • Pagina 696 DOCUMENTARCHIVERING BESTANDEN VAN HET OPDRACHTSTATUSSCHERM OPHALEN EN GEBRUIKEN Bestanden die zijn opgeslagen met de functie Bestand of Snelbestand worden als toetsen weergegeven in het opdrachtstatusscherm Voltooid. Dit is handig wanneer u snel de opgeslagen gegevens van een kopieertaak wilt afdrukken of snel een opgeslagen fax naar een andere bestemming wilt sturen.
  • Pagina 697 DOCUMENTARCHIVERING EEN OPGESLAGEN BESTAND ZOEKEN Als er een groot aantal bestanden is opgeslagen, kan het moeilijk zijn om een bestand te vinden. Om het gewenste bestand snel te vinden, kan de zoekfunctie van de documentarchiveringsmodus worden gebruikt. Dit gedeelte legt uit hoe u op de harde schijf van de machine een bestand of map kunt zoeken. U kunt ook zoeken als u slechts een deel van de bestands- of mapnaam kent.
  • Pagina 698 DOCUMENTARCHIVERING Druk op de toets [Gebr. Naam] of de Annuleren Start Zoeken Zoeken toets [Bestands- of mapnaam]. Als u de gebruikersnaam kent, druk dan op de toets [Gebr. Gebr. Naam Naam] en ga naar "Zoeken op gebruikersnaam" in stap 3. Bestands- of mapnaam Als u de bestandsnaam kent, druk dan op de toets [Bestands- Wachtwoord...
  • Pagina 699 DOCUMENTARCHIVERING Druk op de toets [Start Zoeken]. Annuleren Zoeken Start Zoeken De zoekresultaten verschijnen in een scherm dat lijkt op het hieronder afgebeelde scherm. Een lijst met bestanden Gebr. Naam Name 1 die overeenkomen met uw zoekcriteria verschijnt. Bestands- of mapnaam file-01 Selecteer het gewenste bestand uit de lijst.
  • Pagina 700 DOCUMENTARCHIVERING Zoeken in een map U kunt een map specificeren om het zoekbereik tot die map te beperken. Volg om binnen een gespecificeerde map te zoeken de onderstaande procedure. Open de map die u wilt doorzoeken. (1) Druk op de toets [DOCUMENT BEELD DOCUMENT KOPIE...
  • Pagina 701 DOCUMENTARCHIVERING Zoeken op gebruikersnaam (B)(D) U kunt de gebruikersnaam op vier manieren selecteren: Gebruik.Naam Annuleren (A) Druk op de toets voor de gebruikersnaam. Name 1 Name 2 De gekozen gebruikersnaam wordt gemarkeerd. Als u per ongeluk de verkeerde gebruikersnaam hebt Name 3 Name 4 Standaard...
  • Pagina 702 DOCUMENTARCHIVERING Begin met zoeken. (1) Druk op het selectievakje [Zoeken in Annuleren Start Zoeken Zoeken huidige map], zodat deze wordt gemarkeerd Gebr. Naam Name 1 Als u alleen bestanden in de huidige map wilt zoeken, Bestands- of mapnaam file-01 selecteert u het selectievakje [Zoeken in huidige map] Wachtwoord Zoeken in huidige map Gebruik deze methode om een bestand te zoeken in een...
  • Pagina 703 HOOFDSTUK 7 SYSTEEMINSTELLINGEN In dit hoofdstuk worden de systeeminstellingen uitgelegd, waarmee een reeks parameters wordt geconfigureerd die bedoeld zijn om optimaal aan te sluiten op de behoeften van uw werkplek. De keuzes die momenteel voor de instellingen zijn gemaakt, kunnen worden weergegeven of afgedrukt. Om snel te controleren waar een instelling in het menu systeeminstellingen zit, zie "SYSTEEMINSTELLINGENMENU"...
  • Pagina 704 Gegevensback-up ......7-99 Opslaan/oproepen van systeeminstellingen . . 7-100 Sharp OSA-instellingen ....7-101 SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Algemeen).
  • Pagina 705 SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN Systeeminstellingen De systeeminstellingen worden gebruikt voor het configureren van diverse parameters in overeenstemming met uw vereisten. De systeeminstellingen worden ook gebruikt om de huidige instellingen en status van de machine weer te geven of af te drukken. Door de systeeminstellingen kan de machine gemakkelijker bediend worden. De systeeminstellingen bestaan uit instellingen voor gebruik door algemene gebruikers en instellingen die alleen geconfigureerd kunnen worden door een beheerder van de machine.
  • Pagina 706 SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene handelingsmethoden In dit hoofdstuk worden de handelingen die voor alle systeeminstellingen gelden besproken. Zorg ervoor dat u dit hoofdstuk goed leest want deze informatie wordt in de beschrijving van de afzonderlijke instellingen achterwege gelaten. Voorbeeld: Het scherm van het Adresboek Systeeminstellingen Vorige Adresboek...
  • Pagina 707 SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN (ALGEMEEN) In dit gedeelte worden de systeeminstellingen beschreven die door algemene gebruikers van de machine kunnen worden geconfigureerd. Systeeminstellingen (Algemeen) openen Zorg ervoor dat de machine in stand-by staat en druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] op het OPDRACHT STATUS AFDRUKKEN GEREED aanraakscherm.
  • Pagina 708 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met Systeeminstellingen (Algemeen) Wanneer de Systeeminstellingen worden geopend met algemene rechten, verschijnen de onderstaande items. Raadpleeg "Lijst met Systeeminstellingen (beheerder)" (pagina 7-32) voor items die uitsluitend met beheerdersrechten kunnen worden geopend. • Afhankelijk van de specificaties van de machine en de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn.
  • Pagina 709 SYSTEEMINSTELLINGEN Papierlade-Instellingen Item Standaardinstellingen Pagina 7-13 ■ Papierlade-Instellingen ● Lade-instellingen Papierlade 1 Normaal papier, A4 (8-1/2" x 11") Papierlade 2 Normaal papier, A4 (8-1/2" x 11") Papierlade 3 Normaal papier, Auto-Inch Papierlade 4 Normaal papier, Auto-Inch 7-13 Papierlade 5* MX-LC10: Normaal papier, A4 (8-1/2" x 11") MX-LCX3N: Normaal papier, A3 (11"...
  • Pagina 710 SYSTEEMINSTELLINGEN Voorwaarde-instellingen Item Standaardinstellingen Pagina 7-24 ■ Voorwaarde-instellingen* ● Standaard printerinstellingen Kopieën Afdrukstand Staand Standaard papierformaat A4 (8-1/2"x11") Standaard uitvoerlade Varieert afhankelijk van de configuratie van de machine Standaard papiersoort Normaal papier Instelling Oorspronkelijke Resolutie 600dpi Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen Uitgeschakeld 7-24 Lijndikte...
  • Pagina 711 SYSTEEMINSTELLINGEN Beheer Documentarchivering Item Standaardinstellingen Pagina 7-27 ■ Beheer Documentarchivering Controle USB-apparaat Item Standaardinstellingen Pagina – 7-28 ■ Controle USB-apparaat Gebruikers-bediening Item Standaardinstellingen Pagina ■ Gebruikers-bediening* 7-28 ● Gebruikersinformatie wijzigen – 7-28 * Wanneer gebruikersauthenticatie is geactiveerd en de aangemelde gebruiker niet de autoriteit heeft de systeeminstellingen (beheerder) (uitgezonderd standaard fabrieksgebruikers) te configureren.
  • Pagina 712 SYSTEEMINSTELLINGEN Totale aantal Deze functie geeft de paginatelling in elke modus weer. Druk op [Totaal aantal]. Opdrachttelling Dit geeft het aantal van alle opdrachten weer en drukt dit af. • A3 (11" x 17") papierformaat wordt als twee bladen geteld. •...
  • Pagina 713 SYSTEEMINSTELLINGEN Standaardinstellingen De standaardinstellingen voor de bediening van de machine kunnen worden geconfigureerd. Druk op de toets [Standaardinstellingen] en selecteer instellingen. Klokaanpassing Gebruik deze toets om de datum en tijd van de inbouwklok in de machine in te stellen. Stel de tijd in. Item Instellingen Als uw zone voorligt op GMT (Greenwich Mean Time), selecteer dan [+].
  • Pagina 714 SYSTEEMINSTELLINGEN Datumindeling Het formaat dat wordt gebruikt voor het afdrukken van de datum op lijsten en andere uitvoer kan worden gewijzigd. Item Instellingen Huidige Waarde De huidige tijd wordt weergegeven in de opmaak die bij de datumnotatie is ingesteld. Indeling De weergavevolgorde instellen van jaar, maand en dag (JJJJ/MM/DD).
  • Pagina 715 SYSTEEMINSTELLINGEN Papierlade-Instellingen Papierlade en papiersoortinstellingen worden in dit gedeelte behandeld. Druk op de [Papierlade-instellingen]-toets om de instellingen te configureren. Lade-instellingen Deze instellingen bepalen papiersoort, papierformaat en functies die voor iedere papierlade gelden. Als er op de toets [Lade-instellingen] wordt gedrukt, verschijnt een lijst met de laden en huidige instellingen. Lade-Instellingen Vorige Papiercassette 1...
  • Pagina 716 SYSTEEMINSTELLINGEN Lade-instellingen Papierlade Papiertype Formaat Papierlade 1 Normaal, voorbedrukt, A4, 8-1/2" x 11" Recycled, briefpapier, A4, 8-1/2" x 11" voorgeperforeerd, Papierlade 2 gekleurd, gebruikerssoort Zie lade 1 en lade 2. Auto-AB (A3, A4, A4R, A5R, B4, B5, B5R, 216 mm x 330 mm (8-1/2"...
  • Pagina 717 SYSTEEMINSTELLINGEN Selecteer verg. afmetingen voor autodet. "Selecteer verg. afmetingen voor autodet." in het scherm met lade-instellingen wordt gebruikt om het papierformaat dat automatisch wordt gedetecteerd te selecteren uit vergelijkbare formaten tijdens automatische papierdetectie. Selecteer een of twee formaten wanneer "Auto-Inch" wordt ingesteld. Selecteer een of drie formaten wanneer "Auto-AB" wordt ingesteld.
  • Pagina 718 SYSTEEMINSTELLINGEN Registratie aangepaste grootte (Omloop) Als u een speciaal niet-standaard papierformaat vaak gebruikt in de handinvoerlade, kunt u die papiersoort opslaan. Door de papiersoort op te slaan, hoeft u het formaat niet telkens in te stellen wanneer u het gebruikt. Er kunnen drie papierformaten worden opgeslagen.
  • Pagina 719 SYSTEEMINSTELLINGEN Adresbeheer Adresbeheer wordt gebruikt om sneltoetsen, groepstoetsen, programmatoetsen en aangepaste indexen op te slaan, te bewerken en te wissen. Druk op de toets [Adresbeheer] en configureer de instellingen. • Welke instellingen u kunt selecteren varieert afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur. •...
  • Pagina 720 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Item Beschrijving In alle functies opgeslagen items Selecteer het adrestype dat in het adresboek moet worden opgeslagen. • E-mail: Een e-mailadres met een sneltoets opslaan. • Internetfax: Een Internetfaxadres met een sneltoets opslaan. Adrestype • Directe SMTP:Een Directe SMTP-adres met een sneltoets opslaan. •...
  • Pagina 721 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Beschrijving Items die verschijnen als een Directe SMTP-adres wordt opgeslagen Gebruik deze drie instellingen om een adres voor Direct SMTP-verzending in te stellen. In veel gevallen kan met methode (1) verzonden worden. In de tekstvakken voor "Direct SMTP-adres" en "Hostnaam of IP-adres" kunnen elk maximaal 64 tekens worden ingevoerd.
  • Pagina 722 SYSTEEMINSTELLINGEN Druk op [Adresboek]. Druk op [Toevoegen]. AAA AAA BBB BBB CCC CCC DDD DDD EEE EEE FFF FFF Selecteer "Groep" in de lijst [Adrestype]. Stel de instellingen [Groepsnaam], [Voorletter] en [Toetsnaam] in. (De overige instellingen kunnen indien nodig worden aangepast.) Gebruik de schuifbalk om het onderste schermgedeelte weer te geven en druk op de toets [Adresboek].
  • Pagina 723 SYSTEEMINSTELLINGEN Druk op de sneltoets die u aan de groep wilt toevoegen. (In dit voorbeeld zijn drie AAA AAA BBB BBB toetsen toegevoegd.) CCC CCC DDD DDD EEE EEE FFF FFF GGG GGG Druk op [OK]. AAA AAA BBB BBB CCC CCC DDD DDD EEE EEE...
  • Pagina 724 SYSTEEMINSTELLINGEN Programma Als u regelmatig dezelfde instellingen en/of functies gebruikt voor dezelfde bestemming of bestemmingen, kunt u deze instellingen en bestemmingen opslaan en een programma. Zo kunt u de instellingen en bestemmingen die u wilt selecteren eenvoudig openen via dit programma. Als u op de toets [Programma] drukt, verschijnt het onderstaande scherm.
  • Pagina 725 SYSTEEMINSTELLINGEN Faxdata Ontv/ Doorsturen In dit gedeelte worden de instellingen voor ontvangst en doorsturen uitgelegd. Druk op de [Faxdata Ontv/doorsturen]-toets en configureer de instellingen. Raadpleeg "SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 7-102) voor informatie over de instellingen met betrekking tot de faxfunctie. I-Faxinstellingen Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd wanneer de internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd.
  • Pagina 726 SYSTEEMINSTELLINGEN Voorwaarde-instellingen De voorwaarde-instellingen worden gebruikt om de basisprinterinstellingen en de instellingen voor het afdrukken van een DOS-applicatie te configureren. Druk op de toets [Voorwaarde-instellingen] om de instellingen te configureren. Deze instelling kan worden gebruikt als de printer uitbreidingskit is geïnstalleerd. Standaard printerinstellingen De standaard instellingen worden gebruikt om geavanceerde afdrukvoorwaarden voor het afdrukken in een omgeving waar de printerdriver niet wordt gebruikt (zoals afdrukken van MS-DOS of van een computer waarop de meegeleverde...
  • Pagina 727 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Selecties • (Afdrukken per eenheid gebruiken) • (Afdrukken per eenheid niet gebruiken) Uitvoer • Nietpositie*1: Geen, 1 nietje aan achterzijde, 2 nietjes, 2 nietjes (Boven) • (Perforatie niet gebruiken) • (Perforatie gebruiken) • (Uitgeschakeld) Snelbestand • (Geactiveerd) *1 Als een zadelsteek afwerkingseenheid of afwerkingeenheid is geïnstalleerd. ("Middenlade Afw. Eenh." kan alleen worden geselecteerd als de afwerkingseenheid (3 lades) is geïnstalleerd.) *2 Deze instelling wordt gebruikt om de lijnbreedte van de vectorgrafieken aan te passen.
  • Pagina 728 SYSTEEMINSTELLINGEN PostScript-instelling Als er een fout optreedt tijdens PostScript afdrukken, bepalen deze instellingen of er een foutbericht wordt afgedrukt en of de PostScript-gegevens in binaire indeling wordt ontvangen. Instellingen Item Beschrijving Selecties Als er een PS (PostScript) fout • (Geactiveerd) optreedt tijdens •...
  • Pagina 729 SYSTEEMINSTELLINGEN Beheer Documentarchivering Beheer documentarchivering wordt gebruikt om aangepaste mappen voor documentarchivering te maken, bewerken, en wissen. Druk op de toets [Beheer Documentarchivering] en configureer de instellingen. Als u op de toets [Beheer Documentarchivering] drukt, verschijnt het onderstaande scherm. Mappenlijst Vorige Toevoegen Sorteren...
  • Pagina 730 SYSTEEMINSTELLINGEN Controle USB-apparaat Hiermee wordt de aansluiting van een USB-apparaat, dat is verbonden met de machine, getest. Druk op de toets [Controle USB-apparaat] om de aansluiting te controleren. De status van een USB-apparaat dat niet compatibel is met de machine verschijnt niet. Gebruikers-bediening In dit gedeelte worden de instellingen voor gebruikers-bediening uitgelegd.
  • Pagina 731 SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER) In dit gedeelte worden de systeeminstellingen beschreven die door de beheerder van de machine worden geconfigureerd. Systeeminstellingen (beheerder) openen De beheerder moet de onderstaande procedure volgen om zich aan te melden en de Systeeminstellingen (beheerder) te openen. Wanneer Gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld Volg onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie-instelling"...
  • Pagina 732 SYSTEEMINSTELLINGEN Wanneer Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld Volg onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie-instelling" (pagina 7-49) is ingeschakeld. Wanneer de functie automatische login is ingeschakeld, zal het loginscherm niet verschijnen. Gebruikersauthenticatie via inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord (en e-mailadres) De inlogprocedure van de beheerder wordt uitgevoerd via het gebruikerselectiescherm. De te volgen procedure wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, vindt u in "GEBRUIKERSAUTHENTICATIE"...
  • Pagina 733 SYSTEEMINSTELLINGEN Inloggen via gebruikersnummer Druk op de [Aanm. beheer.]-toets. Gebruikersauthenticatie Voer het wachtwoord van de beheerder in het invoerscherm voor het wachtwoord in. Hiermee is de inlogprocedure van de beheerder voltooid. U kunt nu de Systeeminstellingen (beheerder) gebruiken. Aanm. beheer. •...
  • Pagina 734 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met Systeeminstellingen (beheerder) Hieronder worden de systeeminstellingen weergegeven die verschijnen nadat de beheerder zich heeft aangemeld. Ook worden de standaardinstellingen voor elk item weergegeven. • Afhankelijk van de specificaties van de machine en de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn.
  • Pagina 735 SYSTEEMINSTELLINGEN Energiebesparing Item Standaardinstellingen Pagina 7-63 ■ Energiebesparing ● Tonerbesparingsfunctie Afdrukken* Uitgeschakeld 7-63 Kopiëren* Uitgeschakeld ● Automatisch uitschakelen Ingeschakeld 7-63 ● Timer voor Automatisch Uitschakelen 1 min. 7-63 ● Instelling Voorverwarmfunctie 1 min. 7-63 *1 Als de printerfunctie beschikbaar is. *2 In sommige landen en regio's is deze functie niet beschikbaar.
  • Pagina 736 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Scannen* 1 aanpassen Adresoverzicht 2 aanpassen Bestand 3 aanpassen Snelbestand Internetfax* (Zelfde als scan) Fax* 7-66 (Zelfde als scan) USB-geheugenscan 1 aanpassen – 2 aanpassen – 3 aanpassen – Gegevensinvoer* (Zelfde als scan) ● Instellingen beginscherm* –...
  • Pagina 737 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Bediening vanaf opgegeven PC Bedieningsauthoriteit Verboden Hostnaam of IP-adres van PC – Wachtwoordinvoerscherm weergeven Weergeven op pc en MFP 7-68 Bediening door gebruiker met wachtwoord Bedieningsauthoriteit Verboden Wachtwoordinvoerscherm weergeven Weergeven op pc en MFP ● Instelling sjabloon aanraaktoetsenbord –...
  • Pagina 738 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Uitschakelen van afwerkeenheid* Uitgeschakeld 7-72 Invoegeenheid uitschakelen* Uitgeschakeld 7-72 Offset uitschakelen Uitgeschakeld 7-72 Uitzetten nieteenheid* Uitgeschakeld 7-72 Perforator uitschakelen* Uitgeschakeld 7-72 ● Instelling fusing-temperatuur 60 - 89g/m (16 - 23 lbs.) 7-72 *1 Als een zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd. *2 Wanneer een finisher is geïnstalleerd.
  • Pagina 739 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Opheffen van werk-programma's uitschakelen Uitgeschakeld 7-75 Uitschakeling handinvoer bij dubbelz. kopiëren Uitgeschakeld 7-75 Automatische papierselectie uitschakelen Uitgeschakeld 7-75 Instelling automatische selectie van papiertoevoerlade Uitgeschakeld 7-75 600 x 600dpi scanmodus voor origineelinvoer Uitgeschakeld 7-75 Snel scannen vanaf glasplaat Ingeschakeld 7-75 Auto wissen vóór uitvoering kopieertaak...
  • Pagina 740 SYSTEEMINSTELLINGEN Printerinstellingen Item Standaardinstellingen Pagina 7-77 ■ Printerinstellingen* ● Standaardinstellingen 7-77 Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Ingeschakeld 7-77 Testpagina Niet Afdrukken Uitgeschakeld 7-77 A4/Letter-Formaat Auto Veranderen Varieert afhankelijk van land en regio 7-77 Afdruk Density Printer 7-77 Instellingen handinvoerlade 7-77 Papierformaat herkenning handinvoer inschakelen Uitgeschakeld 7-77 Papiersoort herkenning handinvoer inschakelen...
  • Pagina 741 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Instelling Oorspronkelijke Resolutie • Scannen* Ingest. resolutie toepassen bij opslag: Uitgeschakeld 200 X 200 dpi • Internetfax * Ingest. resolutie toepassen bij opslag: 7-79 Uitgeschakeld 200 X 100 dpi • Fax* Ingest. resolutie toepassen bij opslag: Uitgeschakeld Standaard Standaard Belichtingsinstellingen...
  • Pagina 742 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Eigen naam en bestemming instellen Registratie zendergegevens • Naam afzender – 7-82 • Faxnummer afzender – • Eigen adres I-Fax – Registratie van eigen naam selecteren – 7-82 ● Scaninstellingen* 7-83 Overige instellingen 7-83 Standaard-Afzenderset – 7-83 Standaardinstellingen kleurmodus Automatisch...
  • Pagina 743 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Instelling Afdrukken Transactierapport • Enkele Verzending Alleen Foutrapport Afdrukken 7-85 • Distribueren Volledig Rapport Afdrukken • Ontvangen Geen Afgedrukt Rapport Instelling Afdrukken Activiteitenrapport • Automatisch afdrukken bij vol geheugen Uitgeschakeld 7-86 • Dagelijks afdrukken op opgegeven tijd Uitgeschakeld Platte Tekst Afdrukken Instelling Selecteren Uitgeschakeld...
  • Pagina 744 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen documentarchivering Item Standaardinstellingen Pagina 7-89 ■ Instellingen documentarchivering ● Overige instellingen 7-89 Instellingen Standaardmodus Delen-modus 7-89 Instelling Sorteermethode Datum 7-89 Instelling beheerdersauthoriteit Bestand wissen Uitgeschakeld 7-89 Map wissen Uitgeschakeld Wachtwoord wijzigen Uitgeschakeld Alle snelbestanden verwijderen Wissen – 7-89 Snelbestanden verwijderen tijdens het opstarten (exclusief Ingeschakeld beveiligde bestanden)
  • Pagina 745 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina ● Opties documentuitvoer Afdrukken Kopiëren Ingeschakeld Afdrukken* Ingeschakeld Scan verzenden* Uitgeschakeld Internetfax verzenden (incl. PC-I-Fax)* Uitgeschakeld Fax verzenden (incl. PC-Fax)* Uitgeschakeld Scannen naar schijf Ingeschakeld Scan verzenden* Kopiëren Uitgeschakeld Scan verzenden Ingeschakeld Internetfax verzenden (incl. PC-I-Fax)* Uitgeschakeld Fax verzenden (incl.
  • Pagina 746 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst afdrukken (beheerder) Item Standaardinstellingen Pagina 7-92 ■ Lijst afdrukken (beheerder) ● Lijst beheerdersinstellingen – 7-92 ● Activiteitenrapport Beeld Verzenden – 7-92 ● Lijst met ontvangen/doorgestuurde gegevens* – 7-92 ● Lijst Met Webinstellingen* – 7-92 ● Lijst Metagegevenssets* – 7-92 *1 Als de netwerkscannerfunctie beschikbaar is.
  • Pagina 747 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen in-/ uitschakelen Item Standaardinstellingen Pagina 7-94 ■ Instelling in-/ uitschakelen ● Voorwaarde-instellingen* 7-94 Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen Uitgeschakeld 7-94 ● Gebruikers-bediening 7-94 Uitschakelen van afdrukken door ongeldige gebruiker Uitgeschakeld 7-94 ● Bedieningsinstellingen 7-94 Timer voor automatisch wissen annuleren Uitgeschakeld 7-94 Uitschakelen van opdrachtprioriteit...
  • Pagina 748 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina ● Instell. afbeelding verzenden 7-95 Overige uitgeschakeld 7-95 Omschakelen weergave-volgorde uitschakelen Uitgeschakeld 7-95 Scanfunctie uitschakelen • PC scan Uitgeschakeld 7-95 • USB-geheugenscan Uitgeschakeld Registratie uitschakelen 7-95 Reg. van bestemming via bedieningspaneel uitschak. Alle uitgeschakeld 7-95 Reg.van bestemming op webpage uitschak.* Alle uitgeschakeld 7-96...
  • Pagina 749 SYSTEEMINSTELLINGEN Productcode Item Standaardinstellingen Pagina ■ Productcode* 7-98 ● Serienummer – 7-98 ● Netwerkscanner-Uitbreidingskit – 7-98 ● Printeruitbreidingskaart – 7-98 ● PS3 uitbreidingskit – 7-98 ● Internetfaxuitbreidingskit – 7-98 ● Status- en waarschuwingsbericht via e-mail – 7-98 ● Applicatie-integratiemodule – 7-98 ●...
  • Pagina 750 SYSTEEMINSTELLINGEN Sharp OSA-instellingen Item Standaardinstellingen Pagina ■ 7-101 Sharp OSA-instellingen* ● Instellingen extern account Extern accountbeheer Uitgeschakeld 7-101 Authenticatie door externe server inschakelen Uitgeschakeld ● Instellingen USB-driver Extern toetsenbord Interne driver 7-101 USB-geheugen Interne driver Encryptieniveau Geen ● Voorkeur taakprioriteit...
  • Pagina 751 SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruikers-bediening Gebruikers-bediening wordt gebruikt om instellingen voor gebruikersauthenticatie te configureren. Druk op de toets [Gebruikers-bediening] en configureer de instellingen. Gebruikersauthenticatie-instelling Met deze instelling kunt u de gebruikersauthenticatie in- of uitschakelen en de methode voor authenticatie specificeren. Wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld wordt elke gebruiker van de machine geregistreerd. Wanneer een gebruiker inlogt, zijn de instellingen voor die gebruiker van toepassing.
  • Pagina 752 SYSTEEMINSTELLINGEN Overige instellingen Handelingen wanneer het Opgeslagen taken automatisch maximum aantal pagina's is bereikt afdrukken na login Met deze instelling bepaalt u of een opdracht moet wordt Wanneer vasthouden is ingeschakeld in de printerdriver en voltooid wanneer het maximum aantal pagina's is bereikt afdrukgegevens naar de machine is gespoold, kunt u de terwijl de opdracht nog wordt uitgevoerd.
  • Pagina 753 SYSTEEMINSTELLINGEN Naam van LDAP servertoegangscontrole kenmerk uitvoeren Kenmerk volgens Instelling fabrieksin Het is mogelijk om toegangscontrolegegevens voor stelling limieten van paginatellingen, machtigingen en favoriete bewerkingen op een LDAP-server op te slaan. Door Favoriete favourite Registratienummer van deze LDAP-server te gebruiken voor handelingen- favoriete netwerkauthenticatie, kan een gebruiker geverifieerd...
  • Pagina 754 SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruiker automatisch aangemeld • Als het niet mogelijk is om Als toegangscontrole wordt ingeschakeld en het toegangscontrolegegevens te achterhalen van de aanmelden plaatsvindt door middel van LDAP-server die voor authenticatie wordt gebruikt, netwerkauthenticatie, wordt de gebruikersinformatie op kan geen gebruikersauthenticatie plaatsvinden. de LDAP-server automatisch op de machine •...
  • Pagina 755 SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruikerslijst Deze functie wordt gebruikt om gebruikers op te slaan, te bewerken en te verwijderen wanneer de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld. Als op de toets [Gebruikerslijst] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Gebruikerslijst Vorige Toevoegen Alle Gebr. Wissen Wis alle auto-geregistr. gebr. Beheerder Gebruiker Indexswitch...
  • Pagina 756 SYSTEEMINSTELLINGEN Paginalimietgroep Onbeperkt* Autoriteitsgroep* Beheerder Gebruiker* Gast* Favoriete bedieningsgroep Volgens de systeeminstellingen* Cardinstellingen* Niet ingesteld *1 Onderdelen die kunnen worden gewijzigd. *2 Voor gedetailleerde informatie over elk van de instellingen verwijzen wij naar "Lijst met instellingen en standaardinstellingen van sjabloongroepen" (pagina 7-57). *3 Als de HID-cardlezer beschikbaar is.
  • Pagina 757 SYSTEEMINSTELLINGEN Paginalimietgroeplijst Deze functie wordt gebruikt om groepen accountlimiet-instellingen op te slaan. De paginalimieten voor elke gebruiker worden gespecificeerd door een van deze opgeslagen groepen te selecteren wanneer de gebruiker is opgeslagen. Als op de toets [Paginalimietgroeplijst] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Systeeminstellingen Vorige Groepslijst paginalimiet...
  • Pagina 758 SYSTEEMINSTELLINGEN Autoriteitsgroepslijst Gebruik deze functie om groepen gebruikersautoriteit-instellingen op te slaan. De autoriteit van elke gebruiker wordt gespecificeerd door een van deze opgeslagen groepen te selecteren wanneer de gebruiker is opgeslagen. Als op de toets [Autoriteitsgroepslijst] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Systeeminstellingen Groepslijst bevoegdheid Vorige...
  • Pagina 759 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met instellingen en standaardinstellingen van sjabloongroepen Item Beschrijving Groepsnaam Sla naam van de gebruiker op (maximaal 32 tekens). Selecteer een van de eerder opgeslagen groepen die u wilt gebruiken als sjabloon voor de nieuwe groep. Nadat u de groep hebt geselecteerd, worden de instellingen toegepast.
  • Pagina 760 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Beschrijving Afdrukken (Documentarchivering) • Goedkeuringsinstell. afdruk doc.archiv. Alle toegestaan Alle toegestaan Toegestaan • Gebruik Speciale functies Toegestaan Toegestaan Verboden • Weergavecontrole documentarchivering Toegestaan Toegestaan Verboden Algemene functies Goedkeuringsinstellingen voor [Enkelzijdig/dubbelzijdig [Enkelzijdig/dubbelzijdig [Enkelzijdig/dubbelzijdig dubbelzijdige afdruk toegestaan] toegestaan] toegestaan] Uitvoergoedkeuringsinstellingen Alle toegestaan Alle toegestaan Alle verboden...
  • Pagina 761 SYSTEEMINSTELLINGEN Favoriete bedieningsgroeplijst Dit wordt gebruikt om favoriete bedieningsgroepen en Mijn menu op te slaan. Deze instelling kan uitsluitend in de webpagina's worden geconfigureerd. U kunt in deze functie niet in het aanraakscherm configureren. Favoriete bedieningsgroeplijstregistratie U kunt sets met voorkeursinstellingen opslaan in groepen. Een gebruiker die bijvoorbeeld een andere taal spreekt zo normaal gesproken elke keer de taal moeten wijzigen om de machine te kunnen gebruiken.
  • Pagina 762 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst van Mijn menu Beginscherminstellingen moeten vooraf zijn opgeslagen. Selecteer een Mijn menu wanneer u een favoriete bedieningsgroep opslaat. Instellingen Item Beschrijving Naam van Mijn menu Voer een naam voor Mijn menu in (maximaal 32 tekens). Selecteer het Mijn menu dat u Selecteer een van de eerder opgeslagen Mijn menu's die u wilt gebruiken als sjabloon voor als registratiemodel wilt het nieuwe Mijn menu.
  • Pagina 763 SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruikersaantal Hiermee wordt het totale aantal pagina's weergegeven die door elke gebruiker zijn afgedrukt. Als op de toets [Gebruikersaantal] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Aantal gebruikers Vorige Alle gebr. select. Weergeven Wissen Beheerder Gebruiker Indexswitch Andere gebruiker Name 1 *Name 2 Name 3 Sorteervolgorde...
  • Pagina 764 Alle items voor de geselecteerde gebruikers terugzetten naar "0". Instelling van Card (als de HID-cardlezer beschikbaar is.) Configureer deze instelling als gebruikersauthenticatie wordt uitgevoerd via een externe Sharp OSA-authenticatietoepassing en een HID-card. Registratie van cardlezer Bij deze instelling worden het product-ID en de fabrikant-ID van de aangesloten HID-cardlezer weergegeven. Om de HID-cardlezer op te slaan drukt u op de toets [Lezen].
  • Pagina 765 SYSTEEMINSTELLINGEN Energiebesparing De instellingen voor energiebesparing zorgen voor een besparing op de energiekosten. Vanuit een milieustandpunt helpen deze instellingen ook bij het reduceren van milieuvervuiling en het instandhouden van natuurlijke energiebronnen. Druk op de toets [Energiebesparing] en configureer de instellingen. Tonerbesparingsfunctie Timer voor Automatisch Uitschakelen...
  • Pagina 766 Sharp OSA.* de belichting in elke modus. * Wanneer een toepassingscommunicatiemodule is Scherm waarop de instelling van Begininste geïnstalleerd.
  • Pagina 767 SYSTEEMINSTELLINGEN Klokinstelling deactiveren Deze instelling wordt gebruikt om het wijzigen van datum en tijd onmogelijk te maken. Kaften/insteekv. modus uitschakelen Gebruik deze instelling wanneer u het gebruik van de kaften en insteekvellen onmogelijk wilt maken. Toetsenbordprioriteit instellen Wanneer een extern toetsenbord is aangesloten kunt u selecteren of het zachte toetsenbordscherm of het externe toetsenbord moet worden gebruikt.
  • Pagina 768 Wanneer [Aangepaste afbeelding gebruiken] is geselecteerd, kan de afbeelding van de Afbeelding modustoets worden gewijzigd in een gif-bestand van maximaal 10 KB. Er kan een snelkoppeling naar de Sharp OSA-toepassing worden opgeslagen, evenals Toepassingstoetsen toetsen die worden weergegeven in "Mijn menu" (in totaal kunnen acht toetsen worden opgeslagen).
  • Pagina 769 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen van Mijn menu Configureer hiermee het Mijn menu-scherm dat verschijnt wanneer op de toets [Mijn menu] wordt gedrukt. De instellingen worden hieronder weergegeven. Item Beschrijving Titel weergeven Hiermee wordt de titel van Mijn menu weergegeven. Titel Voer een naam voor de titel in (maximaal 70 tekens). Hiermee wordt de gebruikersnaam van de persoon die is ingelogd in Mijn menu Gebruikersnaam weergeven* weergegeven.
  • Pagina 770 SYSTEEMINSTELLINGEN Voorbeeldinstelling Instellingen bediening op afstand Configureer de instellingen voor het voorvertoonscherm dat kan worden gebruikt voor fax/beeld verzending en Configureer vereiste instellingen voor externe bediening documenten archiveren. van de machine vanuit een op hetzelfde netwerk aangesloten computer. Standaard voorbeeld Bediening van externe software Stel de selectiestaat van de toets [Voorbeeld] in op elk van de onderstaande schermen.
  • Pagina 771 SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaatbeheer Deze instellingen zijn bedoeld voor de geïnstalleerde randapparatuur. Druk op de toets [Apparaatbeheer] en configureer de instellingen. Overige instellingen Invoermodus origineel Instelling voor automatische papierselectie De onderstaande invoerfuncties kunnen worden ingesteld als standaard in de functies Kopiëren, U kunt het papiertype* voor de functie automatische Scannen naar schijf en Beeld verzenden.
  • Pagina 772 SYSTEEMINSTELLINGEN Standaard detecteren in Alle takenlogboekgegevens automatische kleurmodus wissen Als de kleurmodus in de modus beeld verzenden is Deze functie wordt gebruikt om alle ingesteld op auto, kan het punt van onderscheid voor het takenlogboekgegevens te wissen. (Normaal gesproken detecteren of originelen kleur of zwart-wit zijn worden is het niet nodig deze instelling in te schakelen.) ingesteld op één van de vijf niveaus.
  • Pagina 773 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Detectie Formaat Origineel Een van de 8 groepen standaard origineelformaten hieronder kan worden geselecteerd voor detectie door de functie Detectie formaat origineel. Detecteerbare origineelformaten Selecties Origineelinvoerlade (automatische Glasplaat origineelinvoer) A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R, 11" x 17", AB-1 8-1/2"...
  • Pagina 774 SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaten uitschakelen Gebruik deze instellingen als een randapparaat niet functioneert of wanneer u een apparaat tijdelijk wilt uitschakelen. Uitschakelen van origineelinvoer Invoegeenheid uitschakelen (Als de invoegeenheid is geïnstalleerd.) Gebruik deze instellingen om het gebruik van de automatische origineelinvoer uit te schakelen wanneer Deze instelling wordt gebruikt om het gebruik van de deze bijvoorbeeld niet goed functioneert.
  • Pagina 775 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen voor kopieerfunctie De volgende instellingen zijn bedoeld voor de kopieerfunctie. Druk op de toets [Instellingen voor kopieerfunctie] om de instellingen te configureren. Standaardinstellingen die u met deze instellingen selecteert zijn van toepassing op alle functies van de machine (niet alleen de kopieerfunctie).
  • Pagina 776 SYSTEEMINSTELLINGEN Overige instellingen Aanpassing Kopiebelichting Standaardinstelling Voor De Kantlijnverschuiving Deze functie wordt gebruikt om het belichtingsniveau aan te passen wanneer [Auto] wordt gebruikt voor Deze functie wordt gebruikt om de standaard kopiebelichting. kantlijnverschuiving in te stellen. Geeft een waarde op Selecteer aparte instellingen voor de glasplaat en voor tussen 0 mm (0") en 20 mm (1") in stappen van 1 mm de automatische origineelinvoer.
  • Pagina 777 SYSTEEMINSTELLINGEN Opheffen van werk-programma's 600 x 600dpi scanmodus voor uitschakelen origineelinvoer Deze instelling wordt gebruikt om het verwijderen en Hiermee wordt de scanresolutie voor kopiëren met de wijzigen van de kopieerinstellingen in de automatische documentinvoer gewijzigd van werkprogramma's onmogelijk te maken. 600 x 300 dpi naar 600 x 600 dpi (hoge kwaliteitsmodus).
  • Pagina 778 SYSTEEMINSTELLINGEN Netwerkinstellingen De netwerkinstellingen worden hieronder beschreven. Druk op de toets [Netwerkinstellingen] om de instellingen te configureren. Als instellingen worden gewijzigd, gaan ze pas in nadat de machine opnieuw is gestart. Raadpleeg "DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN" (pagina 1-15) in "1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT" voor het herstarten van de machine. IPv4-instellingen TCP/IP inschakelen"...
  • Pagina 779 SYSTEEMINSTELLINGEN Printerinstellingen U kunt de instellingen m.b.t. de printerfunctie configureren. Druk op de toets [Printerinstellingen] om de instellingen te configureren. Deze instellingen kunnen worden gebruikt als de printerfunctie is ingeschakeld. Standaardinstellingen De voorwaarden voor printerinstellingen worden hieronder beschreven. Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Opdrachtwachtrijplaatsing Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken van Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden...
  • Pagina 780 SYSTEEMINSTELLINGEN Interface-instellingen Deze instellingen worden gebruikt om de verzending van gegevens naar de USB- of netwerkenpoort te controleren. Hexadecimale Dump Netwerkpoort Inschakelen Deze functie wordt gebruikt om de afdrukgegevens van Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken via de een computer af te drukken op hexadecimaal formaat netwerkpoort mogelijk te maken.
  • Pagina 781 SYSTEEMINSTELLINGEN Instell. afbeelding verzenden Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (scan, Internetfax, enz.) kunnen worden geconfigureerd. Druk op de toets [Instell. afbeelding verzenden] om de instellingen te configureren. Raadpleeg "SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 7-102) voor informatie over de instellingen met betrekking tot de faxfunctie.
  • Pagina 782 SYSTEEMINSTELLINGEN Volg adrestoets invoeren bij Standaardverificatie-Stempel distributie-instel. (Wanneer een stempeleenheid is geïnstalleerd.) Deze instelling wordt gebruikt zodat de [Volgend Adres]-toets Wanneer de automatische documentinvoer wordt wordt ingedrukt voordat het volgende adres worden ingevoerd gebruikt, kunt u deze instelling inschakelen om elke tijdens het uitvoeren van een distributie-verzending.
  • Pagina 783 SYSTEEMINSTELLINGEN Registratie van programma Instel. voor uitschak. van uitschakelen verzending Dit voorkomt gebruik van het adresboek wanneer een Deze instellingen worden gebruikt om de volgende programma wordt opgeslagen. verzendhandelingen uit te schakelen. Configureer de instellingen voor de volgende items: • E-mail •...
  • Pagina 784 SYSTEEMINSTELLINGEN Eigen naam en bestemming instellen Hiermee stelt u het internetfaxadres, faxnummer van de machine en naam van de gebruiker in. Registratie zendergegevens Gebruik dit om de naam van de afzender op te slaan voor fax, internetfax, afzendernummer voor fax, en afzenderadres voor internetfax.
  • Pagina 785 SYSTEEMINSTELLINGEN Scaninstellingen Instellingen die verband houden met het scannen kunnen worden geconfigureerd. Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd als de netwerkscannerfunctie is ingeschakeld. Instelling Oorspronkelijke Overige instellingen Bestandsindeling Standaard-Afzenderset Hiermee kunt u het standaardformaat voor Scannen naar E-mail en USB-geheugenmodus instellen wanneer De informatie die hier is opgeslagen wordt gebruikt als u het e-mailadres handmatig worden ingevoerd met geen gegevens invoert bij de optie [Antwoord naar] in de...
  • Pagina 786 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling van maximum aantal Instellen voorkeur verzenddata (E-mail) emailhandtekening Het is mogelijk om een bestandsgroottelimiet in te Er kan automatisch een e-mailhandtekening worden stellen van 1 MB tot 10 MB in stappen van 1 MB om te toegevoegd onderaan de lopende tekst van een voorkomen dat extreem grote bestanden worden e-mailbericht.
  • Pagina 787 SYSTEEMINSTELLINGEN I-Faxinstellingen Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd wanneer de internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd. Instelling Afdrukken I-Fax Standaardinstellingen Transactierapport Deze instellingen worden gebruikt om de standaardinstellingen voor de functie Internetfax te Hiermee kunt u selecteren of er wel of geen configureren. transactierapport wordt afgedrukt, en als dat wel gebeurt, kunt u de voorwaarden selecteren.
  • Pagina 788 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Afdrukken Activiteitenrapport I-Fax Verzendinstellingen Deze instelling wordt gebruikt om het activiteitenrapport I-Fax verzendinstellingen worden hieronder beschreven. Beeld Verzenden, dat is opgeslagen in het geheugen van de machine, automatisch af te drukken op vooraf I-Fax Ontvangstrapport Aan/Uit ingestelde tijdstippen. U kunt het activiteitenrapport Beeld Verzenden instellen Instelling op automatisch afdrukken na 201 transacties, maar kunt...
  • Pagina 789 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Verzenden Draaiing I-Fax Ontvangstinstellingen Wanneer u een afbeelding verzendt met een van de I-Fax ontvangstinstellingen worden hieronder onderstaande formaten, roteert u met deze functie het beschreven. beeld 90 graden. (De instelling kan voor elk formaat afzonderlijk worden geconfigureerd.) Instelling Reductie Auto Ontvangst A4, B5R, A5R, 8-1/2 x 11", 5-1/2"...
  • Pagina 790 SYSTEEMINSTELLINGEN Letter formaat RX verkleint afdrukken De machine controleert ook de mailserver (POP3-server) voor ontvangen Internetfaxen wanneer Dit programma is niet beschikbaar in Canada. de hoofdschakelaar is ingeschakeld. (Behalve Wanneer een fax van het formaat letter-R wanneer 0 uren en 0 minuten is opgegeven.) (8-1/2"...
  • Pagina 791 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen documentarchivering De instellingen voor documentarchivering worden hieronder beschreven. Druk op de toets [Instellingen documentarchivering] om de instellingen te configureren. Overige instellingen Instellingen Standaardmodus Standaardinstellingen kleurmodus Deze instelling wordt gebruikt om aan te geven welke Hiermee wordt de standaardinstelling voor zwart-wit en modus (Delen of Vertrouwelijk) er moet worden gebruikt kleurenmodus gebruikt tijdens de functie Scannen naar als standaardmodus voor het opslaan van een bestand.
  • Pagina 792 SYSTEEMINSTELLINGEN Geluid Bij Voltooide Scan Kaart Formaat-Instellingen Deze instelling wordt gebruikt om het volume van het Deze instelling wordt gebruikt om het standaard geluidssignaal aan te passen dat uw hoort wanneer het origineelformaat voor de functie kaart formaat in te scannen is voltooid.
  • Pagina 793 SYSTEEMINSTELLINGEN Opties documentuitvoer U kunt het gebruik van een opgeslagen bestand toestaan of verbieden door het type handeling en de modus waarin het bestand is opgeslagen te selecteren. De beschikbare items hangen af van de functies die op de machines zijn geïnstalleerd. Item Beschrijving Afdrukken...
  • Pagina 794 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst afdrukken (beheerder) Deze instelling wordt gebruikt om lijsten en rapporten af te drukken die uitsluitend worden gebruikt door beheerder van de machine. Druk op de [Lijst afdrukken (beheerder)]-toets om de instellingen te configureren. Lijst beheerdersinstellingen U kunt lijsten met beheerderinstellingen afdrukken voor de onderstaande modi.
  • Pagina 795 SYSTEEMINSTELLINGEN Beveiligingsinstellingen De volgende instellingen zijn bedoeld voor beveiliging. Druk op de toets [Beveiligingsinstellingen] om de instellingen te configureren. SSL-instellingen IPsec-instellingen SSL kan worden gebruikt voor het verzenden van IPsec kan worden gebruikt voor verzending/ontvangst gegevens over een netwerk. van gegevens op een netwerk. Wanneer IPsec wordt SSL is een protocol waarmee u de gegevens die u over gebruikt, kunnen gegevens veilig worden verzonden en een netwerk verzendt kunt versleutelen.
  • Pagina 796 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling in-/ uitschakelen De onderstaande instellingen worden gebruikt om bepaalde functies onmogelijk te maken. Druk op de [Instelling in-/ uitschakelen]-toets om configureer de instellingen. Met de functie Instellingen In-/uitschakelen worden dezelfde parameters ingesteld als de inschakelen/uitschakelen-functies van andere instellingen. De instellingen zijn onderling gekoppeld (het wijzigen van instelling leidt tot de wijziging van een andere). Voorwaarde-instellingen Apparaatbeheer (Als de printerfunctie beschikbaar is.)
  • Pagina 797 SYSTEEMINSTELLINGEN Master-apparaatmodus uitschakelen Printerinstellingen Hiermee zorgt u ervoor dat de machine niet kan worden gebruikt als master-apparaat machine voor (Als de printerfunctie beschikbaar is.) tandem-afdrukken. Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken (Normaal gesproken is deze instelling niet nodig.) Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken van Slave-apparaatmodus uitschakelen kennisgevingen uit te schakelen.
  • Pagina 798 SYSTEEMINSTELLINGEN Reg.van bestemming op webpage uitschak. Instel. voor uitschak. van verzending (Wanneer er een netwerkverbinding is ingeschakeld.) Deze instellingen worden gebruikt om de volgende Hiermee schakelt u het Adresbeheer vanuit de verzendhandelingen uit te schakelen. webpagina 's uit. [Opn. verzenden] uitschakelen in beeldverzendfunctie •...
  • Pagina 799 SYSTEEMINSTELLINGEN Wachtwoord beheerder wijzigen Dit wordt gebruikt om het wachtwoord van de beheerder te wijzigen. Druk op de toets [Wachtwoord beheerder wijzigen] om het wachtwoord te wijzigen. Zorg ervoor dat u het nieuwe wachtwoord onthoudt wanneer u het wachtwoord wijzigt. Wij raden u aan het wachtwoord van de beheerder regelmatig te wijzigen.
  • Pagina 800 SYSTEEMINSTELLINGEN Productcode De procedures voor het invoeren van productcodes voor uitbreidingskits worden hieronder beschreven. Druk op de toets [Productcode] om de instellingen te configureren. • Afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn. •...
  • Pagina 801 • Schermcontrast, nietposities voor brochures en andere aangepaste waarden specifiek voor ieder hardwareapparaat. • Achtergrondafbeeldingen en pictogrammen voor het beginscherm en het scherm Sharp OSA. 7-99 Inhoudsopgave...
  • Pagina 802 • Achtergrondafbeeldingen en pictogrammen voor het beginscherm en het scherm Sharp OSA. Configuratie Herstellen Gebruik deze functie om de instellingen die zijn opgeslagen met behulp van de functie "Huidige Configuratie Opslaan"...
  • Pagina 803 Extern accountbeheer Stel de afspeelsnelheid in voor de animatie in de Als deze instelling is ingeschakeld, schakelt het apparaat applicatie Sharp OSA. naar de externe optelmodus en kan de optelfunctie De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd. worden gebruikt via een externe accountapplicatie.
  • Pagina 804 SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX Dit gedeelte legt systeeminstellingen uit die specifiek voor de faxfunctie zijn. De systeeminstellingen voor de faxfunctie kunnen alleen worden geconfigureerd als de faxuitbreidingskit is geïnstalleerd. Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Algemeen) Wanneer de systeeminstellingen voor de fax worden geopend met algemene rechten, verschijnen de onderstaande items.
  • Pagina 805 SYSTEEMINSTELLINGEN Adresbeheer Adresboek In dit gedeelte worden items uitgelegd die speciaal gebruikt worden voor de fax in "Adresbeheer". Raadpleeg "Adresbeheer" (pagina 7-17) voor items die ook voor andere functies worden gebruikt. Als op de toets [Adresboek] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Vorige Adresboek Adressen sorteren...
  • Pagina 806 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Item Beschrijving Opgeslagen algemene items Selecteer het adrestype dat in het adresboek moet worden opgeslagen. Adrestype Selecteer in dit geval [Fax] Stel een zoeknummer in. Het laagst beschikbare nummer wordt automatisch Zoeknummer ingevoerd. Om een nummer te wijzigen, voert u een nummer één van 0001 tot 1000.
  • Pagina 807 SYSTEEMINSTELLINGEN F-Codegeheugenvak Dit gedeelte legt uit hoe u geheugenvakken voor verschillende typen van F-code communicatie kunt opslaan. Als op de toets [F-Codegeheugenvak] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Systeeminstellingen F-Codegeheugenvak Vorige Toevoegen Sorteren Navraaggeheugen Box 1 Box 2 Box 3 Box 4 Box 5 Box 6...
  • Pagina 808 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Item Beschrijving Items die hetzelfde zijn voor alle typen Selecteer het vaktype • Navraaggeheugen: Sla een geheugenvak op voor navraag met F-code. Het subadres en pascode dat u programmeert in het geheugenvak zijn nodig voor de andere machine om navraag te doen bij uw machine (verzending aanvragen) met behulp van F-code communicatie.
  • Pagina 809 SYSTEEMINSTELLINGEN Faxdata Ontv/ Doorsturen In dit gedeelte worden de instellingen voor ontvangst en doorsturen uitgelegd. Faxinstellingen Wanneer de faxinstellingen zijn geconfigureerd verschijnen de onderstaande items. Item Beschrijving Stel de methode voor faxontvangst in. • Automatische Ontvangst: Wanneer er een oproep binnenkomt, rinkelt de machine en begint vervolgens automatisch de fax te ontvangen.
  • Pagina 810 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Beheerder) Wanneer de systeeminstellingen voor de fax worden geopend met rechten van de beheerder, verschijnen de onderstaande items. Raadpleeg "Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Algemeen)" (pagina 7-102) voorinformatie over de algemene instellingen. •...
  • Pagina 811 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Instelling Afdrukken Transactierapport • Enkele Verzending Alleen Foutrapport Afdrukken • Distribueren Volledig Rapport Afdrukken 7-111 • Ontvangen Geen Afgedrukt Rapport • Vertrouwelijke Ontvangst Kennisgevingspagina Afdrukken Instelling Afdrukken Activiteitenrapport • Automatisch afdrukken bij vol geheugen Uitgeschakeld 7-111 •...
  • Pagina 812 SYSTEEMINSTELLINGEN Instell. afbeelding verzenden Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (scan, Internetfax, enz.) kunnen worden geconfigureerd. Druk op de toets [Instell. afbeelding verzenden] om de instellingen te configureren. Faxinstellingen Instelling Onderbrekingstijd Fax-Standaardinstellingen Hiermee kunt u de lengte van de pauzes wijzigen die U kunt de instellingen voor fax in- of uitschakelen om tussen de faxnummers wordt ingevoegd.
  • Pagina 813 SYSTEEMINSTELLINGEN U kunt het activiteitenrapport Beeld Verzenden instellen Origineel afdrukken op op automatisch afdrukken na 201 transacties, maar kunt deze ook instellen op automatisch afdrukken op een transactierapport bepaald tijdstip (bijvoorbeeld één keer per dag). (De Wanneer een transactierapport wordt afgedrukt voor een instellingen kunnen gelijktijdig worden ingeschakeld.) geheugenverzending, wordt deze instelling gebruikt om een gedeelte van de eerste pagina van de verzending...
  • Pagina 814 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Afdrukken Datum/Eigen Instellingen Fax Verzenden U kunt de instellingen voor faxverzending configureren. Met deze instelling bepaalt u de positie van de datum en informatie van de verzender boven aan de faxpagina's die Instelling Verzenden Automatische door de ontvangende machine worden afgedrukt. Druk op de [Buiten origineel beeld]-toets om de informatie buiten Reductie het verzonden origineel af te drukken.
  • Pagina 815 SYSTEEMINSTELLINGEN Opnieuw oproepen indien bezet Opnieuw bellen indien communicatiefout Dit programma wordt gebruikt om het aantal belpogingen en ook het interval tussen deze pogingen in Deze instelling bepaalt hoe vaak uw machine te stellen wanneer een verzending mislukt als gevolg automatisch probeert terug te bellen als een van een bezette lijn of een andere reden.
  • Pagina 816 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Reductie Auto Ontvangst Instellingen Fax Ontvangen Wanneer er een fax wordt ontvangen waarin de naam U kunt de instellingen voor faxontvangst configureren. en het nummer van de verzender is opgenomen, is het ontvangen beeld iets groter dan het standaardformaat. Aantal oproepen in automatische Deze instelling wordt gebruikt om het beeld automatisch ontvangst...
  • Pagina 817 SYSTEEMINSTELLINGEN Papierformaat Letter formaat RX verkleint afdrukken Selecteer het papier dat gebruikt wordt voor het afdrukken van ontvangen faxen wanneer er een Dit programma is niet beschikbaar in Canada. afwerkingeenheid is geïnstalleerd. Wanneer en een fax met het letter-R-formaat wordt ontvangen, verkleint deze instelling de fax tot A4R-formaat.
  • Pagina 818 SYSTEEMINSTELLINGEN Faxnavraagbeveiliging De volgende instellingen zijn bedoeld voor navraaggeheugen via de openbare box. Faxnavraagbeveiliging instellen Wanneer u gebruik maakt van de functie navraaggeheugen, bepaalt deze instelling of elke machine navraag kan doen bij uw machine, of dat alleen de machines die zijn opgeslagen navraag kunnen doen. Nieuwe Toevoegen Wanneer u de Instelling Navraagbeveiliging hebt ingeschakeld, gebruik dan deze instelling om faxnummers...
  • Pagina 819 SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGENMENU Totaal Aantal Kopieën Aantal opdrachten Aantal apparaten Standaard-Instellingen Klokaanpassing Keuze Toetsenbord Lijst van maapen voor Lijst afdrukken (gebruiker) Lijst Alle Gebruikersinstellingen Testpagina Printer Adreslijst Wordt Verzonden documentarchivering Papierlade-Instellingen Lade-Instellingen Papiersoortregistratie Automatische Lade Selectie Registratie aangepaste grootte (Omloop) Adresbeheer Adresboek Aangepaste Index Programma...
  • Pagina 820 Veiligheids- Instellingen SSL-instellingen IPsec-instellingen IEEE802.1X instelling Instelling in-/ uitschakelen Beheerderswachtw. wijzigen Productcode Gegevensback-up Opslag-backup Apparaat kopiëren Bewaren/oproepen van systeeminst. Fabrieksinstellingen Herstellen Huidige Configuratie Opslaan Configuratie Herstellen Sharp OSA-instellingen Voorkeur taakprioriteit Instellingen extern account Instellingen USB-driver 7-118 Inhoudsopgave...
  • Pagina 821 HOOFDSTUK 8 HET OPSPOREN VAN FOUTEN In dit gedeelte zijn oplossingen voor mogelijke problemen opgenomen in een vraag- en antwoordindeling. Zoek de vraag die betrekking heeft op uw probleem en benut het antwoord om het probleem op te lossen. Als u een probleem niet kunt oplossen met deze handleiding, neem dan contact op met de dealer of dichtstbijzijnde erkende servicevestiging.
  • Pagina 822 HET OPSPOREN VAN FOUTEN DOCUMENTOPSLAG • PROBLEMEN M.B.T. ARCHIVEREN ..8-44 • PROBLEMEN M.B.T. BESTANDSBEHEER ....8-45 ALGEMENE PROBLEMEN •...
  • Pagina 823 LIJN en DATA van de beeldverzendmodus op het bedieningspaneel niet branden of knipperen. Neem contact op met uw dealer of met de dichtstbijzijnde servicedienst van Sharp. Als het probleem na het volgen van bovenstaande stappen aanhoudt, neem dan contact op met de dealer die u het apparaat heeft verkocht of met de...
  • Pagina 824 HET OPSPOREN VAN FOUTEN VEELGESTELDE VRAGEN Een kopie maken van een origineel dat geen standaardformaat heeft De procedure om een kopie te maken van een betaalstrookje of ander origineel dat geen standaardformaat heeft wordt hieronder beschreven. De speciale functie "Centreren" van de kopieermodus kan worden geselecteerd om de gekopieerde afbeelding in het midden van het papier te plaatsen.
  • Pagina 825 De poortinstellingen in de printerdriver controleren Geef het dialoogvenster met de eigenschappen van de printerdriver weer en klik op het tabblad [Poort]. SHARP MX-XXXX SHARP MX-xxxx Zien uw poortinstellingen er zo uit? SHARP MX-XXXX Uw poortinstellingen moeten er zo uitzien...
  • Pagina 826 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Het papierformaat wijzigen dat wordt gebruikt voor een afdrukopdracht Als het voor een afdrukopdracht opgegeven papierformaat niet is geladen in één van de papierlades van het apparaat, dan volgt u de stappen hieronder om het papierformaat te wijzigen. Papier Leeg 1 Controleer de gegevens van de opdracht.
  • Pagina 827 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Het volume van de beltoon aanpassen Als de beltoon bij de ontvangst van een fax te hard of te zacht is, volgt u de stappen hieronder om het volume aan te passen. Het faxtoonvolume kan worden aangepast in de systeeminstellingen (beheerder). Druk op de toets [SYSTEEMINSTELLINGEN] op het bedieningspaneel.
  • Pagina 828 HET OPSPOREN VAN FOUTEN VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER In dit gedeelte wordt uitgelegd wat te doen als het papier vastgelopen is in het apparaat. Let op Papieruitvoer De fuseereenheid en de papieruitvoer worden heet. Zorg dat u geen brandwonden oploopt als u probeert vastgelopen papier te verwijderen. •...
  • Pagina 829 HET OPSPOREN VAN FOUTEN ILLUSTRATIES VAN VASTGELOPEN PAPIER Indien u meer informatie nodig hebt bij het lezen van de instructies op het toetsenpaneel, zie dan de onderstaande illustraties van vastgelopen papier. Kijk eerst naar onderstaande illustratie en ga dan naar de illustratie (1 tot 14) die past bij uw situatie.
  • Pagina 830 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Als u de afwerkingseenheid (3 lades) gebruikt Verwijder eventueel vastgelopen papier. Open de voorste kleppen Pas op dat u het rechts en links van de vastgelopen papier tijdens afwerkingseenheid. het verwijderen niet scheurt. Til (A) op in de richting van de pijl en verwijder Trek de groene knop naar eventueel vastgelopen...
  • Pagina 831 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Als u in voorgaande stap Let op geen vastgelopen papier heeft gevonden, verwijder De fuseereenheid en de papieruitvoer worden heet. dan het vastgelopen papier Zorg dat u zich niet verbrandt. (Raak metalen onder de papiergeleider. onderdelen niet aan.) Pas op dat u het Er kan ongefuseerde toner zijn achtergebleven op het vastgelopen papier tijdens...
  • Pagina 832 HET OPSPOREN VAN FOUTEN (7) Papierstoring in de handinvoerlade (10) Papier vastgelopen in lade 1 tot 4 (zijkant) Verwijder het vastgelopen papier uit de Verwijder het vastgelopen handinvoerlade. papier. Pas op dat u het Draai de draaiknop van de vastgelopen papier tijdens rollen A in de richting van de het verwijderen niet scheurt.
  • Pagina 833 HET OPSPOREN VAN FOUTEN (12) Papierstoring in de zadelsteek Als u in de illustratie in voorgaande stap geen afwerkingseenheid (boven) vastgelopen papier heeft Open de bovenste klep van de gevonden, verwijder dan afwerkingeenheid/zadelsteek lade 3 en verwijder het afwerkingseenheid. vastgelopen papier. Wanneer een invoegeenheid Trek de lade helemaal naar is geïnstalleerd, til dan de lade...
  • Pagina 834 HET OPSPOREN VAN FOUTEN (13) Papierstoring in de hoge capaciteitlade Sluit de toegangsklep van de zadelsteek Sluit de handinvoerlade. afwerkingseenheid. Draai de rechterknop Open de bovenste klep van linksom. Druk dan op de lade 5. linkerknop en draai deze rechtsom. Verwijder eventueel Open de bovenste klep en vastgelopen papier bij de...
  • Pagina 835 HET OPSPOREN VAN FOUTEN VASTGELOPEN NIETJES VERWIJDEREN Volg de onderstaande procedure om vastgelopen nietjes te verwijderen. ☞ AFWERKINGEENHEID (pagina 8-15) ☞ ZADELSTEEKEENHEID (pagina 8-17) ☞ AFWERKINGSEENHEID (3 LADES) (pagina 8-19) AFWERKINGEENHEID Open de voorste klep van de afwerkingeenheid. Laat de blauwe hendel in de nieteenheid zakken en schuif de nietcartridge naar buiten.
  • Pagina 836 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Houd de knop vast en plaats deel (A) terug in de oorspronkelijke stand. Duw goed totdat u "klik" hoort. Plaats het nietjesmagazijn terug in de oorspronkelijke stand. Duw de cartridge helemaal naar binnen totdat deze vastklikt. Sluit de voorste klep van de afwerkingseenheid.
  • Pagina 837 HET OPSPOREN VAN FOUTEN ZADELSTEEKEENHEID Open de onderste klep van de zadelsteek afwerkingseenheid. Wanneer een optionele invoegeenheid is geïnstalleerd, open dan eerst de voorste klep van de invoegeenheid voordat u de onderste klep van de afwerkingseenheid opent. Schuif de zadelsteekeenheid voorzichtig uit de voorkant van het apparaat.
  • Pagina 838 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Plaats het nietjesmagazijn terug in de oorspronkelijke stand. Breng de zadelsteekhouder en de zadelsteekeenheid terug in de oorspronkelijke stand. Zorg dat de afwerkingseenheid goed op het apparaat is bevestigd en dat er papier van A3-, A4R-, of B4-formaat (11" x 17", 8-1/2" x 11"R, of 8-1/2" x 14") is geplaatst.
  • Pagina 839 HET OPSPOREN VAN FOUTEN AFWERKINGSEENHEID (3 LADES) Open de voorste klep links van de afwerkingseenheid. (1) Til de groene niethendel omhoog. (2) Schuif de nietcartridge naar buiten. Houd de knop vast en laat deel (A) zakken. Verwijder de vastgelopen nietjes. Houd de knop vast en plaats deel (A) terug in de oorspronkelijke stand.
  • Pagina 840 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Plaats de nietcartridge terug in de nieteenheid. Duw de nietcartridge in de eenheid totdat de lipjes worden vergrendeld en duw de nietcartridge vervolgens naar beneden totdat het op zijn plaats vastklikt. Sluit de voorste klep van de afwerkingseenheid.
  • Pagina 841 HET OPSPOREN VAN FOUTEN SOFTWARE INSTALLEREN ALS DE INSTALLATIE IS MISLUKT • De software kan niet worden geïnstalleerd..........8-21 •...
  • Pagina 842 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het apparaat wordt Is het apparaat ingeschakeld? Zet de hoofdschakelaar aan en vervolgens de toets niet gedetecteerd [AAN] ( ). (In Windows zoekt u opnieuw nadat u het (wanneer het is apparaat hebt ingeschakeld.) aangesloten op een Als het apparaat niet is ingeschakeld, wordt het niet...
  • Pagina 843 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De printerdriver wordt Hebt u het apparaat aangesloten op uw Controleer onderstaande informatie en installeer de niet juist geïnstalleerd computer voordat u de printerdriver hebt printerdriver opnieuw. door Plug and Play geïnstalleerd? Als het apparaat via een USB-kabel was aangesloten (USB-aansluiting in...
  • Pagina 844 HET OPSPOREN VAN FOUTEN KOPIËREN PROBLEMEN M.B.T. HET KOPIËREN • Er wordt niet gekopieerd............8-24 •...
  • Pagina 845 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Dubbelzijdig kopiëren Geeft de papiersoortinstelling van de Controleer "Lade-Instellingen" in de vindt niet plaats. geselecteerde lade een papiersoort aan systeeminstellingen. dat niet kan worden gebruikt voor Indien het [Duplex Uitschakelen] vakje is aangevinkt dubbelzijdig kopiëren? kan er bij die lade niet dubbelzijdig worden gekopieerd.
  • Pagina 846 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. KOPIEERRESULTATEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De afdruk is te licht of Is de afbeelding is te licht of te donker? Selecteer de correcte belichtingsinstelling voor het te donker. te kopiëren origineel en pas het belichtingsniveau handmatig aan.
  • Pagina 847 HET OPSPOREN VAN FOUTEN AFDRUKKEN PROBLEMEN M.B.T. HET AFDRUKKEN • Er wordt niet geprint............. . .8-27 •...
  • Pagina 848 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet geprint. Staat het juiste IP-adres geselecteerd? Controleer de instelling van het IP-adres. (Windows) Als het apparaat geen permanent IP-adres heeft (het apparaat ontvangt een IP-adres van een DHCP-server) kan er niet worden geprint als het IP-adres verandert.
  • Pagina 849 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet geprint. Is er een Kennisgeving Pagina Controleer de afgedrukte Kennisgeving Pagina. afgedrukt? Een Kennisgevings Pagina wordt afgedrukt om de oorzaak van het probleem aan te geven als een printopdracht niet zoals aangegeven kan worden uitgevoerd en de oorzaak niet in de display wordt weergegeven.
  • Pagina 850 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. AFDRUKRESULTATEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De afdruk is korrelig. Zijn de printerdriversinstellingen juist Controleer de instellingen van de printerdriver. voor deze printopdracht? Bij het selecteren van afdrukinstellingen, kunt u de afdrukmodus instellen op [Normaal] of [Fijn]. Als u een zeer scherpe afdruk wenst, selecteer dan [Fijn].
  • Pagina 851 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De afbeelding wordt Gebruikt u een papiersoort (tabpapier, Draai de afbeelding 180 graden voordat u begint 180 graden gedraaid geperforeerd papier etc.) dat alleen in met afdrukken. afgedrukt een vaste richting kan worden Als de grootte van de afbeelding en het papierformaat gelijk zijn maar de printrichting verschilt, wordt de ingeladen?
  • Pagina 852 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN MET BETREKKING TOT HET VERZENDEN • Er vindt geen verzending plaats............8-33 •...
  • Pagina 853 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN MET BETREKKING TOT HET VERZENDEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er vindt geen Is de telefoonkabel goed aangesloten? Controleer het contact van de telefoonlijn, de verzending plaats. wandcontactdoos en eventuele adaptors om er zeker van te zijn dat alle verbindingen goed zijn aangesloten.
  • Pagina 854 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er vindt geen Geeft het opdrachtstatusscherm Verricht de transactie opnieuw. verzending plaats. (voltooide opdrachten) of het Als de verzending na het terugbellen - zoals ingesteld in "Opnieuw oproepen indien bezet" en "Opnieuw bellen transactierapport aan dat de verzending indien communicatiefout"...
  • Pagina 855 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Verzending begint niet Is de klok van de machine op de juiste Stel de klok van de machine op de juiste tijd in. ➞ Systeeminstellingen > "Standaard-instellingen" > op het aangegeven tijd ingesteld? tijdstip.
  • Pagina 856 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De machine begint Is de ontvangstfunctie ingesteld op Stel de ontvangstmodus in op "Automat. Ontvangst". niet met de "Handmatige ontvangst" in de systeem Wanneer de ontvangstfunctie is ingesteld op "Handmatige faxontvangst.
  • Pagina 857 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN IN VERBAND MET AFZONDERLIJKE ONE-TOUCH-TOETSEN / GROEPTOETSEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een afzonderlijke Is het maximaal aantal toetsen al Wis de one-touch-toetsen en groeptoetsen die niet one-touch-toets of een opgeslagen? worden gebruikt groeptoets kan niet Zijn er functies die door de beheerder Controleer bij uw systeembeheerder.
  • Pagina 858 HET OPSPOREN VAN FOUTEN SCANNEN / INTERNETFAX PROBLEMEN MET BETREKKING TOT SCANNEN / INTERNETFAXWERKING • Er vindt geen verzending plaats............8-38 •...
  • Pagina 859 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet Overschrijdt het beeldbestand de limiet Controleer bij uw systeembeheerder. verzonden. voor e-mailbijlagen in de Als de beheerder een limiet heeft ingesteld voor de systeeminstellingen grootte van te verzenden bestanden, kunt u een (systeembeheerder)? bestand groter dan de limiet niet verzenden.
  • Pagina 860 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Verzenden duurt erg Is de resolutie-instelling geschikt Selecteer de juiste resolutie- en lang. wanneer u scant? gegevenscompressie-instellingen voor de verzending. Om afbeeldingen te creëren die qua resolutie en bestandsformaat in balans zijn, moet u op het volgende letten: Resolutie-instellingen De standaardinstelling voor resolutie is [200X200dpi]...
  • Pagina 861 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. SCANRESULTATEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het gescande beeld is Is de grootte van de scansetting kleiner Stel de scangrootte in op de grootte van het origineel. afgesneden. dan het origineel? Heeft u opzettelijk een kleinere omvang ingesteld dan de oorspronkelijke grootte zorg dan voor zeer precieze plaatsing van het origineel voor het scannen.
  • Pagina 862 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het gescande beeld is Zijn internetfax of faxbestemmingen Druk op de toets [Start]. zwart-wit. opgenomen? Als Internetfax- of faxbestemmingen opgenomen zijn, zal er enkel in zwart-wit worden gescand. Het bestand was Is de kleuruitbreidingskit geïnstalleerd? Wijzig de kleurmodus in [Meerkleuren] en druk geselecteerd als...
  • Pagina 863 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN IN VERBAND MET AFZONDERLIJKE ONE-TOUCH-TOETSEN / GROEPTOETSEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een afzonderlijke Is het maximaal aantal toetsen al Pas het aantal opgeslagen toetsen aan. one-touch-toets of een opgeslagen? Wis de one-touch-toetsen (of groeptoetsen) die niet groeptoets kan niet worden gebruikt worden opgeslagen.
  • Pagina 864 HET OPSPOREN VAN FOUTEN DOCUMENTOPSLAG PROBLEMEN M.B.T. ARCHIVEREN • Er vindt geen documentopslag plaats..........8-44 •...
  • Pagina 865 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een opdracht kan niet Verschijnen er aangepaste mappen in Klik op de [Mapnaam opvragen] knop in het wordt opgeslagen in "Mapinformatie"? documentopslagscherm van de printerdriver om de een aangepaste map. (Tijdens het printen) aangepaste mappen op te halen die op het apparaat zijn aangemaakt.
  • Pagina 866 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een bestandsnaam Is de bestandnaam opgeslagen in de Indien de naam werd opgeslagen in de geavanceerde verzendinstellingen voordat het Snelbestand of Bestand word afgekort. geavanceerde verzendinstellingen bij het werden geconfigureerd zal die naam worden gebruikt verzenden van een scan of Internet fax? voor het opgeslagen bestand.
  • Pagina 867 HET OPSPOREN VAN FOUTEN ALGEMENE PROBLEMEN PROBLEMEN M.B.T. DE BEDIENING VAN DE MACHINE • Gespecificeerde apparaatfuncties kunt u niet gebruiken........8-49 •...
  • Pagina 868 HET OPSPOREN VAN FOUTEN OVERIGE PROBLEMEN • Voorvertoningen of miniatuurafbeeldingen worden niet weergegeven......8-58 • Toetsenpaneelscherm is moeilijk af te lezen..........8-58 •...
  • Pagina 869 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. DE BEDIENING VAN DE MACHINE Probleem Wat u moet controleren Oplossing Gespecificeerde Zijn er functies die door de beheerder Controleer bij uw systeembeheerder. apparaatfuncties kunt gedeactiveerd zijn? Sommige functies kunnen gedeactiveerd zijn in de u niet gebruiken.
  • Pagina 870 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het bedieningspaneel Verschijnt de melding "Bel Schakel het apparaat uit en weer aan. kan niet worden servicedienst. Code:xx-xx*." in het Controleer of de LIJN-indicator niet brandt en de DATA indicator niet knippert of brandt en schakel vervolgens gebruikt.
  • Pagina 871 Waaier het papier goed uit voordat u het plaatst. tegelijk ingevoerd? Gebruikt u papier dat niet aan de Gebruik door SHARP aanbevolen papier. specificaties voldoet? Het gebruik van papier dat niet wordt aanbevolen kan leiden tot vastlopen, kreukelen of vlekken.
  • Pagina 872 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het papier loopt vast. Is er A5 (5-1/2" x 8-1/2") papier Plaats papier in lade 3 (tweede lade) of in de geladen? handinvoerlade. Papier van A5-formaat (5-1/2" x 8-1/2") kan niet in andere lades worden gebruikt.
  • Pagina 873 1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT "ONDERHOUD" (pagina 1-69) Vlekken op de print. Gebruikt u papier dat niet aan de Gebruik door SHARP aanbevolen papier. specificaties voldoet? Het gebruik van papier voor andere modellen of speciaal papier dat niet wordt aanbevolen kan leiden tot vastlopen, kreuken of vlekken.
  • Pagina 874 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Slechte printkwaliteit. Is "Tonerbesparingsmodus" Controleer bij uw systeembeheerder. ingeschakeld Als de "Tonerbesparingsmodus" ingeschakeld is, wordt afgedrukt met minder toner. Bijgevolg is het afdrukresultaat lichter. Deel van de afbeelding Staat het juiste papierformaat Als u een speciaal papierformaat gebruikt zorg dan wordt afgesneden.
  • Pagina 875 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het aangesloten Is het geheugen ingedeeld volgens Controleer het formaat van het USB-geheugen. USB-geheugen kan FAT32? Als de indeling van het USB-geheugen geen FAT32 is, wijzig de indeling dan naar FAT32 met uw computer. niet worden gebruikt.
  • Pagina 876 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet Verschijnt er een melding die u vraagt Leeg de snipperbak. ☞ geperforeerd. de perforatiemodule te controleren? 1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT "AFWERKINGEENHEID EN ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID" (pagina 1-50) Zit tussen een stapel ook papier van Perforeren is niet mogelijk wanneer u papier van verschillende breedten combineert.
  • Pagina 877 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Nietpositie onjuist De gewenste nietmodus is niet Selecteer de gewenste nietmodus op het (inclusief zadelsteek). geselecteerd. bedieningspaneel van de invoegeenheid. ☞ 1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT"HANDMATIGE BEDIENING VAN DE INVOEGEENHEID"...
  • Pagina 878 HET OPSPOREN VAN FOUTEN OVERIGE PROBLEMEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Voorvertoningen of Wachten er een aantal opdrachten op Wacht tot enkele van de opdrachten zijn uitgevoerd. miniatuurafbeeldingen uitvoering? worden niet weergegeven. Toetsenpaneelscherm Staat het displaycontrast juist Druk op de toets helderheid aanpassen ( ) of is moeilijk af te lezen.
  • Pagina 879 Bedieningshandleiding MODEL: MX-M623U MX-M753U MXM753U-NL-ZZ...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mx-m723u