Wanneer Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld
Volg onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie-instelling" (pagina 7-49) is ingeschakeld.
Wanneer de functie automatische login is ingeschakeld, zal het loginscherm niet verschijnen.
Gebruikersauthenticatie via inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord
(en e-mailadres)
De inlogprocedure van de beheerder wordt uitgevoerd via het gebruikerselectiescherm. De te volgen procedure wanneer
gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, vindt u in "GEBRUIKERSAUTHENTICATIE" (pagina 1-17) in "1. VOORDAT U DE
MACHINE GEBRUIKT".
Gebruikersselectie apparaataccountmodus
6
12
18
Name 1
Name 3
Name 5
Aanm. beheer.
1
Name 7
Directe Invoer
Name 9
Name 11
Alle
ABC
Gebruik.
Gebruikersauthenticatie
Gebruikersnaam
Gebruik.Naam
Beheerder
Wachtwoord
Auth. om:
Lokaal aanmelden
2
(1)
• Wanneer de authenticatie plaatsvindt via gebruikersnaam/wachtwoord/e-mailadres, verschijnt de toets
[E-mailadres] onder de "Gebruikersnaam".
• Voor het standaard fabriekswachtwoord van de beheerder, zie "STANDAARD FABRIEKSWACHTWOORDEN" in
de beknopte bedieningshandleiding.
• Hiermee is de inlogprocedure van de beheerder voltooid. U kunt nu de Systeeminstellingen (beheerder) gebruiken.
Vorige
Name 2
Name 4
Name 6
Name 8
Name 10
Name 12
ABCD
EFGH
IJKL
MNOP
QRSTU
VWXYZ
OK
(2)
Druk op de [Aanm. beheer.]-toets.
1
1
2
2
etc.
Log in.
(1) Druk op de toets [Wachtwoord].
Voer het wachtwoord van de beheerder in het
invoerscherm voor het wachtwoord in.
(2) Druk op [OK].
7-30
SYSTEEMINSTELLINGEN
Inhoudsopgave