HANDMATIGE BEDIENING VAN DE INVOEGEENHEID
De invoegeenheid kan worden gebruikt om te nieten of te perforeren zonder dat de kopieerfunctie wordt gebruikt. Deze
functies kunnen worden geselecteerd op het bedieningspaneel van de invoegeenheid.
(1)
Toets [Perfor.]
Wanneer een perforatiemodule op de afwerkingseenheid
of zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd, kunnen
blanco of bedrukte vellen worden geperforeerd. De
indicator gaat branden als deze functie is geselecteerd.
(2)
Toets/indicator [Nieten]
Als deze functie is geselecteerd, worden alle uitgevoerde
sets geniet en uitgevoerd naar de lade van de
afwerkingseenheid of zadelsteek afwerkingseenheid. (De
sets worden niet gestaffeld.) Druk op deze toets totdat
het lampje van het pictogram van de gewenste
nietpositie gaat branden. ("
alleen worden geselecteerd als een zadelsteek
afwerkingseenheid is geïnstalleerd)
• Gebruik geen tabbladen als u de invoegeenheid handmatig bediend.
• De functies perforeren en nieten kunnen niet worden gebruikt als de afwerkingeenheid of zadelsteek afwerkingseenheid
niet werkt of als de functies niet zijn toegestaan* door middel van de systeeminstellingen (beheerder)
(7.
SYSTEEMINSTELLINGEN"Instellingen in-/
* Uitzetten nieteenheid/Perforator uitschakelen/Uitschakelen van afwerkeenheid/Invoegeenheid uitschakelen
(1)
" brochures nieten kan
uitschakelen" (pagina 7-45)).
1-63
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
(2)
(3)
(3)
Toets/indicator [Start]
Nadat u de instellingen voor perforeren of nieten heeft
geselecteerd met toets (1) of toets (2), plaatst u het te
perforeren of te nieten papier in de lade van de
invoegeenheid en drukt u op deze toets.
Inhoudsopgave