SATEL
4.2.2
Blokken programmeren
U kunt blokken programmeren via:
het bediendeel in de service mode bij gebruik van de functies welke beschikbaar zijn in het
B
submenu (S
LOKKEN
via het DLOADX programma bij het "Structuur" scherm, "Systeem" tabblad. Na het klikken
op de blok naam.
4.2.3
Blok parameters
Getoond tussen haakjes zijn de parameternamen zoals deze in het bediendeel worden
weergegeven.
Gebruiker autorisatie kan gebaseerd zijn op een code, proximity kaart (125 kHz
passieve transponder) of DALLAS iButton. In de beschrijving van de blok parameters
worden alleen het gebruik van codes vermeld, maar de informatie heeft ook betrekking
op de proximity kaarten en DALLAS iButtons.
Blok naam - individuele naam van het blok (tot 16 karakters).
Blok type
IN met code [In met code] – het blok kan worden in/uitgeschakeld door de gebruiker met een
code.
Met tijdelijke blokkering [Met blokkering] – het blok kan worden in/uitgeschakeld door de
gebruiker, maar bij inschakeling zal het blok tijdelijk worden geblokkeerd voor een tijd
welke bepaald is door de gebruiker of door de installateur (zie de S
optie). Indien geblokkeerd kan het blok alleen worden uitgeschakeld door gebruikers met
de T
OEGANG BLOK TIJDELIJK GEBLOKKEERD
(zie A
- U
LARM
ITSCH
S
TRUCTUUR
YSTEEM
.
optie).
TOESTAAN
INTEGRA
B
),
LOKKEN
rechten. Een alarm kan de blokkering opheffen
TANDAARD BLOKKEERTIJD
49