48
4. Systeem structuur
Het systeem kan worden onderverdeeld in objecten (subsystemen). Blokken worden
toegewezen aan elk object en zones worden toegewezen aan blokken.
4.1
Objecten
Objecten worden gezien als aparte alarmsystemen. Standaard wordt er altijd één object
aangemaakt in het alarmsysteem. Een nieuw object kan worden aangemaakt via:
het bediendeel in de service mode via de N
O
N
BJECTEN
om aan te maken (nadat het object aangemaakt is zal het bediendeel automatisch de
functies weergeven welke het voor u mogelijk maakt om blokken aan het object toe te
wijzen en de objecten een naam te geven),
het DLOADX programma in het "Structuur" scherm, "Systeem" tabblad. Na het klikken op
de naam van het systeem klikt u op de "Toevoegen" knop, waarna een nieuw object zal
worden aangemaakt.
Afb. 2. Voorbeeld van de systeemstructuur in het DLOADX programma.
4.2
Blokken
Een blok is een apart gedeelte binnen het beveiligde gebied. Het onderverdelen van het
alarmsysteem in blokken maakt mogelijk om een gedeelte van het beveiligde gebied in of uit
te schakelen, en er tevens voor kan zorgen dat bepaalde gebruikers geen toegang hebben
tot bepaalde blokken.
4.2.1
Blokken aanmaken
Een nieuw blok kan worden aangemaakt en tegelijkertijd aan een object worden toegewezen:
via het bediendeel in de service mode bij gebruik van de B
S
O
YSTEEM
BJECTEN
"Selectie uit een meervoudige keuzelijst" p. 26,
via het DLOADX programma bij het "Structuur" scherm, "Systeem" tabblad. Na het klikken
op de systeemnaam klikt u op de "Toevoegen" knop, waarna een nieuw blok zal worden
aangemaakt.
Programmeer handleiding
) – na het starten van de functie kunt u een object selecteren
IEUW OBJECT
W
IJZIG OBJECT
functie (S
IEUW OBJECT
[selecteer object uit de lijst] B
TRUCTUUR
functie (S
LOKKEN
LOKKEN
SATEL
S
YSTEEM
TRUCTUUR
) – zie: