Download Print deze pagina

Satel Integra Programmeerhandleiding pagina 71

Alarmsysteem. firmware versie 1.21
Verberg thumbnails Zie ook voor Integra:

Advertenties

SATEL
95. IP -
RAPPORTAGE STORING
Ethernet en mobiel datanetwerk.
96. T
ELEFOONLIJN STORING
In geval van het INTEGRA 128-WRL alarmsysteem is uitgang functie 96 genoemd
GSM
STORINGEN
97. S
PRAAKBERICHT
spraakbericht dient hier geselecteerd te worden.
98. A
FSTANDSBEDIENING
afstandsbediening dient hier geselecteerd te worden.
99. T
OEGANGSKAART UITGELEZEN
100. K
AART VASTHOUDEN
101. K
AART LEZEN
bediendelen.
Bij het programmeren van het alarmsysteem dienen de 101. K
UITBREIDING
toegangscontrole functies via het INT-KLCDR / INT-KLFR / INT-KWRL2 / INT-KWRL
bediendeel. Doe hiervoor het volgende:
in de uitgang instellingen bepaal je het bediendeel waar de kaart op uitgelezen
wordt en zo daardoor deze uitgang activeert, en selecteer ook de blokken van
waaruit de gebruikers de deur mogen openen,
 in de bediendeel instellingen wijs je de deur open functie toe aan het
voorhouden/vasthouden van de kaart en selecteer het 101. K
UITBREIDING
102. L
INK STORING
apparaat is en deze geselecteerd zijn bij de draadloze zones.
103. L
INK STORING
draadloos apparaat is en deze geselecteerd zijn bij de draadloze uitgangen.
104. L
AGE BATTERIJ DRAADLOOS APPARAAT
apparaten (lage batterij, ontladen batterij of geen externe voeding).
– bedoeld voor het op laten gaan van rolluiken. Deze wordt actief na
105. R
OLLUIK OP
activering van geselecteerde zones of bij uitschakeling van geselecteerde blokken. Deze
kan ook via het bediendeel geactiveerd worden met de gebruikersfunctie U
De insteltijd welke geprogrammeerd wordt voor de uitgang, dient langer te zijn dan het
nodig is om voor het rolluik omhoog te gaan.
106. R
OLLUIK NEER
activering van geselecteerde zones of bij inschakeling van geselecteerde blokken (bij het
starten van de inschakel procedure). Deze kan ook via het bediendeel geactiveerd worden
met de gebruikersfunctie U
de uitgang, dient langer te zijn dan het nodig is om voor het rolluik omlaag te gaan.
De
rolluik
geprogrammeerd te worden.
Bij het programmeren van het alarmsysteem dienen de 105. R
106. R
OLLUIK NEER
dienen deze aan een groep van uitgangen toegekend te worden (zie: "Uitgang
groepen" p. 73).
Voor de 105. R
toegekend te worden zodat deze uitgangen via het bediendeel in het desbetreffende
– signaleert problemen met betrekking tot rapportage via
– actief bij telefoonlijn communicatiestoringen.
en geeft GSM gerelateerde storingen weer.
– gelijkwaardig aan functies 48-63, maar het nummer van het
– gelijkwaardig aan functies 64-79, maar het nummer van de
– actief bij het lezen van een gebruikerskaart.
– actief bij het lang voorhouden van een gebruikerskaart.
– actief nadat een kaart is uitgelezen op modules of
UITBREIDING
uitgangsfunctie kan ook gebruikt worden voor het uitvoeren van
zone type om de deur te openen.
DRAADLOZE ZONE
DRAADLOZE UITGANG
– bedoeld voor het neer laten gaan van rolluiken. Deze wordt actief na
ITGANG STUREN
"op"
en
"neer"
type uitgangen bediend moeten worden via het bediendeel, dan
en 106. R
OLLUIK OP
INTEGRA
– actief indien er geen communicatie met het draadloos
– actief indien er geen communicatie met het
– actief bij div. voedingsproblemen van draadloze
. De insteltijd welke geprogrammeerd wordt voor
functies
moeten
OLLUIK NEER
opeenvolgend
type uitgangen dienen aan een blok
69
-
AART LEZEN
AART LEZEN
.
ITGANG STUREN
achter
elkaar
en
OLLUIK OP

Advertenties

loading