100
– meer dan 140 ms – alleen bepaalde waardes zijn beschikbaar: 400 ms., 500 ms.,
700 ms., etc. iedere 200 ms. (de geprogrammeerde waarde wordt afgerond tot die
wordt ondersteund door de uitbreiding).
De EN50131-3 standaard eist dat zones moeten reageren op signalen die meer dan
400 ms. duren. Selecteer daarom 400 ms bij het programmeren van de gevoeligheid
van de alarm zones.
Informatie over de zone status en commando's om de status van de uitgangen te wijzigen,
worden direct verzonden. Alleen de programmering van de zones vindt plaats tijdens de
communicatie periode (gedurende één periode, zullen de configuratie gegevens van een
zone worden verzonden naar de uitbreiding; bijvoorbeeld er zijn 4 communicatie periodes
benodigd om de instellingen van 4 zones te verzenden).
Indien er geen communicatie met het alarmsysteem is worden alle eerder
geactiveerde uitgangen na 20 communicatie periodes gedeactiveerd.
Additioneel zal de ACX-201 uitbreiding de volgende informatie verzenden over:
de status van de AUX1 en AUX2 voedingsuitgangen – informatie over overbelasting wordt
verzonden wanneer het uitgangsvermogen van de AUX1 of AUX2 uitgang de 0.5 A
overschrijd.
de accu status – informatie over een lage accu wordt verzonden wanneer het
accuspanning beneden de 11 V daalt, voor meer dan 12 minuten (3 accu testen). De
uitbreiding zal de informatie blijven verzenden naar de controller totdat het accu voltage
boven de 11 V stijgt voor meer dan 12 minuten (3 accu testen).
de AC voeding status – de informatie wordt verzonden indien er geen AC
voedingsspanning meer is voor meer dan 30 seconden. Een AC voeding herstel wordt
gerapporteerd met dezelfde vertraging.
Informatie over de lage batterij van de eerste zone van de ACX-201 uitbreiding geeft aan dat
de AUX1 of AUX2 voedingsuitgang overbelast is, voor de tweede zone – een ontladen accu
en voor de derde zone – AC uitval.
Additionele informatie wordt ook verzonden door de ACX-220 als deze wordt gevoed door
een voeding aangesloten op de APS connector. Bij deze uitbreiding, lage batterij informatie
gegeven door het alarmsysteem betekend:
1e zone – voeding overbelast,
2e zone – accu laag
3e zone – AC uitval.
9.3.4
230 V AC draadloos stopcontact
Het activeren van de uitgang waaraan de controller toegewezen is schakelt het relais aan dat
het 230 V AC circuit aanstuurt (schakelt de stroom in).
De zone waaraan de draadloze controller toegewezen is, wordt geactiveerd wanneer het
relais dat het 230 V AC circuit aanstuurt ingeschakeld is [werkingsmode 1 en 2] / de ASW-
200 controllerknop wordt ingedrukt [werkingsmode 0] / de ASW-210 controller ingang is
geactiveerd [werkingsmode 0] (selecteer de juiste zone functie).
10. Schema's
Tijdschema's maken het mogelijk om sommige functies automatisch te laten uitvoeren door
het alarmsysteem (inschakelen/uitschakelen, aanzetten/uitzetten van apparaten welke
aangesloten zijn op uitgangen, etc.). Het tijdschema vergelijkt de tijd met die van het
alarmsysteem en voert de geselecteerde functie uit op de geprogrammeerde tijd.
Programmeer handleiding
SATEL