74
Afb. 7. "Uitgang groepen" scherm in het DLAODX programma.
5.9
Logische uitgang functies
Het is mogelijk om elke uitgang, virtueel te gebruiken om de 46. L
uitgangen aan te sturen.
Een voorbeeld voor het gebruik van uitgang functies 46 en 47
1. Wijs functies toe aan uitgangen die niet fysiek bestaan:
– uitgang 63: functie 1. I
– uitgang 64: functie 23. I
2. Programmeer uitgang 1, waarop de sirene aangesloten is, als 47. L
uitgangen 63 en 64 om deze aan te sturen. Uitgang 1 zal aan gaan als uitgang 63 OF
uitgang 64 actief is.
3. Programmeer uitgang 62, welke niet fysiek bestaat, als type 26. S
het schema welke de uitgang aangaat sturen, als iedere dag aan om 16:00, en uit om
8:00.
4. Programmeer uitgang 2, waarop de sirene aangesloten is, als 46. L
uitgangen 1 en 62 om deze aan te sturen. Het resultaat hiervan is dat uitgang 2 alarmen
zal signaleren en bevestigingen van het in en uitschakelen van het blok, maar alleen van
16:00 tot 8:00. Buiten deze tijden zal de uitgang inactief zijn.
5.10 Uitgangen testen
Het bediendeel maakt testen van individuele uitgangen van het alarmsysteem mogelijk
T
(U
ITGANGEN
ESTEN
Programmeer handleiding
,
NBRAAK
/U
.
N
IT TOON
), . Na het starten van de functie, zal een lijst met systeem uitgangen
EN of 47. L
INK
INK
OF en selecteer
INK
. Programmeer
CHEMA
EN, en selecteer
INK
SATEL
OF type