SATEL
zodanig is dat het aantal activeringen laag is, dan zal het schakelen van de detector
naar de actieve mode geen nadelige invloed hebben op de batterij levensduur.
9.3.2
Draadloze sirene/flitsers
Het activeren van de uitgang waaraan de draadloze sirene/flitser toegewezen is, activeert de
signalering. Afhankelijk van de sirene/flitser:
ASP-105 – de 1e uitgang stuurt de akoestische signalering aan en de 2e uitgang de optische
signalering. Het commando om de signalering te starten en te stoppen wordt direct naar
de sirene verzonden. De akoestische signalering stopt nadat de maximale signaleringstijd
verstreken is, zelfs als de uitgang nog actief is. De optische signalering is actief zolang de
uitgang actief is.
ASP-205 / ASP-215 – beide uitgangen sturen zowel de akoestische als de optische
signalering aan. Dus twee verschillende, onafhankelijke mogelijkheden om activering van
de signalering te configureren. De uitgangen kunnen dus separaat de optische en
akoestische signalering sturen of verschillende alarmtypes signaleren (bijv. inbraak of
brand). Het commando om de signalering aan te sturen wordt alleen naar de sirene
verzonden gedurende de communicatie periode. Daarom moet de insteltijd voor de
uitgangen van het alarmsysteem, welke de sirene/flitser aansturen, langer te zijn dan de
ingestelde communicatie periode. Het wordt aanbevolen dat insteltijd correspondeert met
de maximale signaleringstijd, welke geprogrammeerd is in de sirene. De signalering stopt
nadat de maximale signaleringstijd verstreken is, zelfs als de uitgang nog actief is.
De zone waaraan een draadloze sirene/flitser toegewezen is, wordt geactiveerd als de
signalering geactiveerd wordt (selecteer de juiste actie functie voor de zones).
ASP-105 – de 1e zone: lage batterij; de 2e zone: geen 12 V DC voeding
ASP-205 / ASP-215 – beide zones: lage batterij.
Als de sabotageschakelaar van de sirene een sabotage alarm moet activeren, programmeer
de zone dan als 2EOL / NC of 2EOL / NO.
Informatie over sabotage wordt direct verzonden en storingen tijdens de communicatie
periode.
Een sabotage alarm bij het openen van het sabotagecontact in de sirene:
ASP-105 – deze duurt voor de maximaal geprogrammeerde tijd voor de sirene (geluidstype
en optische signalering geprogrammeerd),
ASP-205 / ASP-215 – deze duurt 3 minuten (geluidstype 1 en optische signalering).
Na het starten van de S
opstarten van de voeding, zal de signalering van de sirene geblokkeerd zijn. Op deze
manieren kunt u de installatie uitvoeren zonder dat de signalering geactiveerd wordt.
Openen van het sabotagecontact zal geen luide signalering aansturen maar informatie
over de sabotage wordt wel verzonden (in de service mode zal het alarmsysteem
geen sabotage alarmen signaleren). Het commando om een signalering te
blokkeren/deblokkeren, in samenhang met starten/stoppen van de test mode of
service mode, wordt verzonden gedurende de communicatie periode.
9.3.3
Draadloze uitbreidingen van bekabelde zones en uitgangen
Draadloze uitbreidingen voor bekabelde zones en uitgangen (ACX-200 / ACX-201 / ACX-210
/ ACX-220) nemen tot 4 zones en 4 uitgangen in het systeem in. U kunt de zone / uitgang
van het alarmsysteem, waaraan de uitbreiding zone / uitgang toegewezen is, op vrijwel
dezelfde manier configureren als bekabelde zones / uitgangen. U dient wel te onthouden dat
de gevoeligheid van de uitbreiding zones verschillend kunnen zijn ten opzichte van die in het
alarmsysteem:
– van 20 ms. tot 140 ms. – dezelfde waarde als in het alarmsysteem;
INTEGRA
of T
ERVICE MODE
EST MODE
en voor 40 seconden na het
99