82
gedefinieerde tijd. De correctie tijd wordt in seconden geprogrammeerd. De maximale
correctie kan ±19 seconden per 24 uur zijn.
Tijdserver – indien de tijd van het alarmsysteem automatisch gesynchroniseerd dient te
worden met een tijdserver, dan voert u hier het adres van de tijdserver in welke het NTP
protocol ondersteund. Het synchroniseren van de tijd is mogelijk voor het INTEGRA 128-
WRL alarmsysteem en voor alarmsystemen waarop een ETHM-1 / ETHM-1 Plus / INT-
GSM/ / INT-GSM LTE module aangesloten is.
Tijdzone – indien het alarmsysteem gesynchroniseerd gaat worden met de tijdserver, bepaal
hier dan de tijdzone ten opzichte van de universele (GMT) tijdzone (voor NL= +1).
Meld geen tijdserver storing melding [Gn t.serv.stor] – met deze optie ingeschakeld zal er
geen storing gemeld worden indien er geen communicatie is met de tijdserver.
6.6
Service opties en parameters
Via het bediendeel zijn de meeste opties en parameters, welke hieronder beschreven
worden, beschikbaar in het C
Service code – hier kunt u uw service code wijzigen.
Blokkeer service mode [Blokkeer SM] – met deze optie ingeschakeld zal het betreden van
de service mode via de "pinnen" (hardware methode) niet mogelijk zijn. Het betreden van
de service mode via de "pinnen" zal alleen nog mogelijk zijn als de fabriekswaarden in het
systeem zijn teruggezet.).
Blokkeer downloaden [Blokkeer DWNL] – met deze optie ingeschakeld zal het starten van
communicatie met het DLOADX programma niet mogelijk zijn via de "pinnen" methode.
Verberg service mode na [Verberg SM na] – de tijd geteld vanaf de laatste bediening
uitgevoerd in de service mode waarna het service mode menu wordt verborgen (zie: p. 6).
Indien de waarde 0 geprogrammeerd is, dan zal de automatische verberg functie
uitgeschakeld zijn.
Service mode geluid [SM geluid] – met deze optie ingeschakeld zal men een geluid op de
bediendelen horen als men in de service mode staat.
Minimale code lengte [Code lengte] – Het minimaal vereiste aantal cijfers voor de
gebruikerscode. De parameter houdt hier rekening mee bij het aanmaken en bewerken
van de codes (het heeft geen effect op codes welke al in het systeem zijn aangemaakt).
6.7
Overige parameters
Prefix lengte – het vereiste aantal cijfers in de prefix. Het invoeren van een cijfer welke
anders als 0 is zal betekenen dat vanaf dat moment, iedere code vooraf gegaan dient te
worden van een prefix:
– Normaal – voor dagelijks gebruik. Standaard bestaat deze uit 0 cijfers (bijv. als de
prefix lengte ingesteld is op 4, dan is de standaard prefix lengte: 0000),
– OVERVAL – te gebruiken als een gebruiker gedwongen wordt om een code in te
voeren. Indien deze dan gebruikt wordt zal een stil alarm worden geactiveerd.
Standaard bestaat deze uit 4 cijfers (bijv. als de prefix lengte ingesteld is op 3, dan is de
standaard prefix lengte: 444).
De prefixen en de geldigheid daarvan kunnen door de Manager worden geprogrammeerd
met gebruik van de W
Elke wijziging in de prefix lengte hersteld de prefix fabriekswaarden.
De service code hoeft niet vooraf gegaan te worden van een correcte prefix – het is
voldoende om te voldoen aan het aantal cijfers welke gedefinieerd staat in de prefix
lengte.
Programmeer handleiding
submenu in de Service mode.
ONFIGURATIE
functie.
IJZIG PREFIX
SATEL