Download Print deze pagina

Satel Integra Programmeerhandleiding pagina 32

Alarmsysteem. firmware versie 1.21
Verberg thumbnails Zie ook voor Integra:

Advertenties

30
de knop opent een drop-down menu, welke gereedschappen laat zien om de status
van het systeem te controleren.
de knop opent het "Configuratie" scherm indien er geen communicatie met het
alarmsysteem is, of indien er gecommuniceerd wordt via de COM poort of via het
modem. Bij elke andere communicatie methode zal het verbindingsscherm worden
geopend.
Het openen van het "Configuratie" scherm zal de huidige Com poort afsluiten.
Het sluiten van het scherm zal de COM poort weer doen openen.
de knop opent een drop-down menu waar u de communicatie methode kunt
selecteren om verbinding te maken tussen het programma en het alarmsysteem.
 een klik op de knop: schakelt de COM poort in/uit,
 opent het verbinding informatie scherm (programmering op afstand).
De kleuren van de knop hebben de volgende betekenissen:
groen – gereed om data te verzenden,
groene en geel knipperend – data transmissie,
rood – geen communicatie met het alarmsysteem,
grijs – COM poort uitgeschakeld.
3.2
Parameters voor communicatie tussen het alarmsysteem en het
DLOADX programma.
3.2.1
Communicatie identiteiten
Het DLOADX programma zal kunnen communiceren met het alarmsysteem als:
– de communicatie identiteiten in het alarmsysteem de fabriekswaarden hebben – het
programma genereert willekeurige identiteiten (deze kunt u accepteren of u voert zelf
nieuwe in);
– de communicatie identiteiten in het programma en het alarmsysteem, gelijk zijn.
Programmeren van de communicatie identiteiten
De identiteiten kunnen worden geprogrammeerd via het:
 Bediendeel: de functie is beschikbaar in het C
C
).
ONFIGURATIE
 DLOADX programma: "Verbinding gegevens" scherm (dit scherm is beschikbaar in het
"Communicatie" menu; of gebruik de Ctrl+R toets combinatie).
Beschrijving van de communicatie identiteiten
Integra identiteit – de identiteit van het alarmsysteem. Deze moet bestaan uit 10 karakters
(cijfers en/of letters van A tot F). Het maakt het mogelijk het alarmsysteem te herkennen
en het databestand hieraan te koppelen, indien het databestand op de computer
opgeslagen is. Programmeer nooit dezelfde identiteit voor verschillende alarmsystemen
als deze van dezelfde computer benaderd dienen te worden (het DLOADX programma
kan dan geen verschil zien tussen de systemen).
DLOADX identiteit – identiteit van de computer met het DLOADX programma. Deze moet
bestaan uit 10 karakters (cijfers en/of letters van A tot F). Het alarmsysteem kan alleen
met het programma verbinding maken als deze een geldige identiteit heeft.
Programmeer handleiding
ONFIGURATIE
submenu (S
ERVICE MODE
SATEL

Advertenties

loading