4 GEBRUIK EN ONDERHOUD
OPGEPAST: Vooraleer interventies op de ketel uit te voeren, moet men controleren of de ketel en haar
onderdelen afgekoeld zijn om gevaar van brandwonden te wijten aan de hoge temperaturen te voorko-
men.
WAARSCHUWING
ALS U DE SILICONENSLANG TUS-
SEN DE GASKRAAN EN DE MENG-
OF
DRUKKRAAN
VERWIJDERT,
ZORG ER DAN VOOR DAT U DE EER-
DER VERWIJDERDE SLANG WEER IN
ELKAAR ZET MET BEHULP VAN DE
2 SLANGKLEMMEN OM DEZE IN DE
UITGANGSPOSITIE TE VERGRENDELEN.
4.1
GASKLEP (Afb. 16)
De ketel wordt serieel geproduceerd met
een gasklep model SIT 822 NOVAMIX
(Afb. 16).
4.2
GASINSTELLINGEN
4.2.1
ConAfburatie nieuwe brandstof
voor de toevoer
Om toegang te krijgen tot de parameters
van de installateur, druk tegelijk op de toetsen
en
gedurende 5 seconden (3 Afb. 12).
Overloop de parameters met de toetsen
en
.
Het scherm van het paneel geeft de para-
meter PAR 1 weer. Als de ketel in kwe-
stie bijvorbeeld op methaangas (G20-G25)
werkt, dan verschijnt SET 68.
Voor de omschakeling op propaangas
(G31), moet de parameter SET 70 inge-
steld worden door herhaaldelijk te drukken
op de toets (
).
De terugkeer naar de standaardweergave
gebeurt automatisch na 10 seconden.
In de onderstaande tabel worden de SET
weergegeven die ingevoerd moeten wor-
den, naargelang het gas, voor alle versies.
(*) Bij installatie met polypropyleen
rookgasverdeelstuk met clapet valve.
TYPE GAS
MODEL
NATUURLIJK
GAS
660 BOX ErP
(G20/G25)
VLOEIBAAR
GAS
660 BOX ErP
(G31)
2.2
Regeling van de drukwaarden
van de gasklep
Controleer de waarden van CO
verbrandingsmeter.
52
Sequentie van de handelingen:
1) Houd de knop
ingedrukt.
2) Houd de knop
ingedrukt.
3) Zoek de waarden van de CO2 bij max.
vermogen aangegeven hierboven, aan
de hand van de capaciteitsregelaar (5
PAR 1
MAX. vermogen
CO
(G20-G25)
2
9,0 ±0,2
68
69 (*)
Afb. 16):
4) Houd de knop
ingedrukt.
70
71 (*)
5) Zoek de waarden van de CO2 bij mini-
maal vermogen aangegeven hieronder,
met behulp van de regelschroef OFF-
SET (6 Afb. 16):
MIN. vermogen
met een
CO
(G20-G25)
2
2
9,0 ±0,2
LEGENDE
1
Drukaansluiting stroomopwaarts
2
Drukaansluiting stroomafwaarts
5
Vermogensregelaar
6
OFF-SET
6) Druk meermaals op de toetsen
om de druk te controleren; indien
enkele seconden
nodig, bijsturen.
7) Druk nogmaals op de toets
enkele seconden
functie te verlaten.
4.5
Het geprogrammeerd onderhoud van de
generator moet jaarlijks uitgevoerd worden
CO
(G31)
door gekwalificeerd technisch personeel.
2
10,2 ±0,3
Tijdens de onderhoudswerkzaamheden
moet het erkend technisch personeel
controleren of het lekvat met sifon vol
enkele seconden
water is (deze controle is vooral nodig
wanneer de generator gedurende een
lange tijd niet gebruikt is). Het even-
tueel vullen gebeurt via de relatieve
opening (Afb. 20).
4.5.1
Om de verbranding van de ketel te con-
CO
(G31)
2
troleren, druk gedurende enkele secon-
10,2 ±0,3
den op de toets voor de installateur
Afb. 16
en
om de
ONDERHOUD (Afb. 20)
Functie schoorsteenveger
(Afb. 21)
.