3.3
TOEGANG TOT DE PARAMETERS
INSTALLATEUR
Om toegang te krijgen tot de parameters
voor de installateur, druk tegelijk op de
toetsen
en
gedurende 2 seconden
(3 Afb. 12).
Bijvoorbeeld, de parameter PAR 23 is
te zien op het scherm van het bedie-
ningspaneel op de volgende wijze:
Om de parameters te overlopen, gebruik
de toetsen
en
; om de defaultwaar-
den te wijzigen, gebruik de toetsen
.
De terugkeer naar de standaardweerga-
ve gebeurt automatisch na 60 seconden
of door op een van de bedieningstoetsen
te drukken (2 Afb. 12) behalve op de toets
RESET.
3.3.1
Vervanging van de kaart of
RESET van de parameters
Als de elektronische kaart vervangen of
geherinitialiseerd wordt, moeten PAR 1
en PAR 2 geconAfbureerd worden door
aan elke typologie van ketel de volgende
waarden toe te kennen, zodat de ketel
kan heropstarten:
TYPE GAS
MODEL
NATUURLIJK GAS
660 BOX ErP
(G20/G25)
VLOEIBAAR GAS
660 BOX ErP
(G31)
(*)
Bij installatie met polypropyleen ro-
okgasverdeelstuk met clapet valve.
48
SNELLE CONAfbURATIE
PAR BESCHRIJVING
1
ConAfburatie verbranding
2
ConAfburatie hydraulica
3
Uurprogrammeur 2
4
Uitschakeling druktransductor
5
Toewijzing hulprelais AUX
en
6
Verlichte balk aanwezigheid spanning
7
Toewijzing kanalen SIME HOME
8
N° toeren ventilator Step Ontsteking
9
Lange schoorstenen
10
ConAfburatie verbonden inrichting
11
Correctie waarden externe sonde
12
Duur achterverlichting
13
Snelheid modulatiepomp
PAR 1
14
Regeling volgens ingang TA
15
Adres cascade
68
16
Adres ModBus
69 (*)
17
ConAfburatie communicatie ModBus
19
Type installatie
70
WARM WATER - VERWARMING
71 (*)
PAR BESCHRIJVING
20
Minimale temperatuur verwarming Zone 1
21
Maximale temperatuur verwarming Zone 1
22
Helling bocht verwarming Zone 1
23
Minimale temperatuur verwarming Zone 2
24
Maximale temperatuur verwarming Zone 2
25
Helling kromme verwarming Zone 2
26
Minimale temperatuur verwarming Zone 3
27
Maximale temperatuur verwarming Zone 3
28
Helling kromme verwarming Zone 3
∆
29
t verwarming
30
Tijd nacirculatie verwarming
31
--
32
Vertraging activatie pomp Zone 1
33
Vertraging ontsteking
34
Drempel activatie bijkomende bronnen
35
Antivorst ketel
36
Antivorst externe sonde
37
Band verzadiging
modulatie debietmeter
38
Tijd nacirculatie warm water
39
Anti-legionella
(alleen boiler)
PARAMETERS INSTALLATEUR
RANGE
EENHEIDSMAAT I
- - = ND
=
1 ... 71
- - = ND
=
1 ... 14
1 = DHW + Circulatiedruk
=
2 = DHW
3 = Circulatiedruk
0 = Gedeactiveerd
=
1 = Geactiveerd 0-4 BAR
2 = Geactiveerd 0-6 BAR
3 = Geactiveerd 0-4 BAR (NO ALL 09)
4 = Geactiveerd 0-6 BAR (NO ALL 09)
1 = Alarm op afstand
=
2 = Circulatiedruk
3 = Autom. vullen
4 = Alarm op afstand NC
5 = Warmtepomp
6 = Klep zone 2
0 = Gedeactiveerd
=
1 = Geactiveerd
0 = Niet toegewezen
=
1 = Circuit 1
2 = Installatie met drie zones
rpm x 100 0,1tussen 0,1 en 19,9 0,0
0,0 ... 81
0 ... 20
%
1 = SIME HOME
=
2 = CR 53
3 = RVS 43.143
4 = RVS 46.530
5 = RVS 61.843
-5 ... +5
°C
- - = Altijd
sec x 10
0 = Nooit
1 ... 199
- - = Geen modulatie
%
AU = Automatische modulatie
30 ... 100 = % modulatie
regelbaar
- - = Contact TA
--
5 ... 160 = Ingang 0...10VDC
- - = Niet actief
--
0 = Master
1 ... 7 = Slave
- - = Niet actief
--
1 ... 31 = Slave
1 ... 30
--
0 = Twee zones
--
1 = Drie zones
RANGE
EENHEIDSMAAT I
PAR 64 OEM ... PAR 21
°C
PAR 20 ... PAR 65 OEM
°C
3 ... 40
--
PAR 64 OEM ... PAR 24
°C
PAR 23 ... PAR 65 OEM
°C
3 ... 40
--
PAR 64 OEM ... PAR 27
°C
PAR 26 ... PAR 65 OEM
°C
3 ... 40
--
10 ... 40
°C
0 ... 199
Sec.
--
--
0 ... 199
10 sec.
0 ... 10
Min.
-- , -10 ... 40
°C
0 ... +20
°C
-5 ... +5
°C
- - = Gedeactiveerd
%
0 ... 100
0 ... 199
Sec.
0 = Gedeactiveerd
--
1 = Geactiveerd
STAP STANDAARD-
INSTELLING
=
"- -"
=
"- -"
=
1
=
1
=
1
=
1
=
1
1tussen 20 en 81
1
0
=
1
1
0
1
3
10
--
--
--
1
--
1
--
1
25
--
0
STAP STANDAARD-
INSTELLING
1
20
1
80
1
20
1
20
1
80
1
20
1
20
1
80
1
20
1
20
10
30
--
--
1
1
1
3
1
"--"
1
3
1
-2
1
100
1
0
--
0