Hoofdstuk 6
Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een
telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de
verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die
is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw
telefoonmaatschappij.
Tip De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem
is vaak beperkt. Als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u
proberen om de faxsnelheid te verlagen of de foutcorrectiemodus (ECM, Error
Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als u de foutcorrectiemodus
echter uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meer verzenden of ontvangen. Zie De
faxsnelheid instellen voor meer informatie over het wijzigen van de faxsnelheid. Zie
Fax verzenden in foutcorrectiemodus voor meer informatie over de
foutcorrectiemodus (ECM).
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de
ondersteuningsafdeling van uw internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor
meer begeleiding.
Gebruikrapporten
U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten
automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt
desgewenst ook handmatig printsysteemrapporten afdrukken; deze rapporten bevatten
nuttige informatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als
zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het
verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het
bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
Opmerking Als de rapporten niet leesbaar zijn, kunt u de geschatte inktniveaus
controleren vanuit het bedieningspaneel of de HP-software. Zie Hulpprogramma's
printerbeheer voor meer informatie.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges
niet te vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Opmerking Controleer of de printkop en inktcartridges in goede staat verkeren en
goed zijn geïnstalleerd. Zie Werken met printcartridges voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
•
Foutrapporten voor faxen afdrukken
•
Het faxlogboek weergeven en afdrukken
•
Het faxlogboek wissen
•
Druk de details van de laatste faxtransactie af
•
Een rapport beller-ID's afdrukken
•
De belgeschiedenis weergeven
92
Fax