Bijlage C
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)
Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt en er geen andere
apparatuur op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt
beschreven.
Achteraanzicht van de printer
1
2
De printer instellen met een aparte faxlijn
1.
Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de
achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonwandaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit
speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op
kantoor gebruikt.
2.
Zet de Automatische beantwoording-instelling aan.
3.
(Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan).
4.
Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u
hebt ingesteld in de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen
van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Situatie B: De printer instellen met DSL
Als u een DSL-service hebt via uw telefoonmaatschappij en geen apparatuur op de printer
aansluit, volg dan de instructies in dit gedeelte om een DSL-filter aan te sluiten tussen de
telefoonaansluiting en de printer. De DSL-filter verwijdert het digitale signaal dat de printer kan
220
Bijkomende faxinstallatie
Telefoonaansluiting op de wand
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit
met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.