Papierstoringen voorkomen
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen.
•
Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade.
•
Druk niet af op verkreukeld, gevouwen of beschadigd papier.
•
Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een
hersluitbare verpakking te bewaren.
•
Gebruik geen papier dat te dik of te dun is voor de printer.
•
Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten. Zie Plaats
papier voor meer informatie.
•
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen
of gescheurd zijn.
•
Plaats niet teveel papier in de documentinvoerlade. Zie Papierspecificaties voor
informatie over het maximale aantal vellen dat de automatische documentinvoer
kan bevatten.
•
Plaats verschillende papiersoorten en papierformaten niet gelijktijdig in de
invoerlade. De gehele stapel papier in de invoerlade dient te bestaan uit dezelfde
papiersoort en uit papier van hetzelfde formaat.
•
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het
papier aanligt. Zorg dat de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet
buigt.
•
Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade.
•
Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de printer. Zie
Papierspecificaties voor meer informatie.
•
Als het papier in de printer bijna op is, zorgt u dat de lade van de printer eerst
leeg is voordat u papier toevoegt. Probeer geen papier bij te vullen terwijl de
printer bezig is een vel te pakken.
•
Druk geen sterk verzadigde beelden op lichtgewicht papier af als u afdrukt op
beide zijden van een pagina.
•
Zorg ervoor dat de printer schoon is. Zie Onderhoud aan de printer uitvoeren voor
meer informatie.
Papierstoringen oplossen
177