5.6
Het wijzigen van een voersoort in een voeropslagplaats
5.7
Het maken van routes
5.7.1
Handmatig rijden met de meng- en voerrobot
Bedieningsinstructies
Wanneer alle taken zijn uitgevoerd, werkt het systeem verder geheel
automatisch.
1. Maak verbinding tussen de smartphone(zie pagina 5-8) en de
voerregelaar.
2. Stel de voerkeuken buiten bedrijf(zie pagina 5-2).
3. Bepaal de voeropslagplaatsen in de voerkeuken waar de nieuwe
voersoort zal worden neergezet en noteer de nummers.
4. Vul de voeropslagplaatsen, maar stel de voerkeuken nog niet in
bedrijf.
5. Ga naar de T4C-pc (zie de handleiding van de T4C) en:
•
Voeg, indien nodig, een nieuwe voersoortnummer toe aan de
bibliotheek
•
Koppel op de pagina Voerkeuken de opslag-ID aan de nieuwe
voersoort
Verwijder de oude voersoort uit de rantsoenen
•
•
Voeg de nieuwe voersoortnummer toe aan de rantsoenen
6. Stel de voerkeuken in bedrijf (zie pagina 5-1).
1. Maak verbinding tussen de smartphone (zie pagina 5-8) en de meng-
en voerrobot.
2. Ga naar de pagina "Werken".
3. Druk op de knop
"HANDBEDIENING".
4. Activeer:
•
[L] om een bocht naar rechts te maken
•
[R] om een bocht naar links te maken
•
[L] en [R] om in een rechte lijn door te rijden
5. Druk op
om de rijrichting te veranderen, indien nodig.
6. Gebruik de knoppen
wordt een percentage van de maximale rijsnelheid weergegeven.
7. Druk op
om te starten, houd de toets ingedrukt.
8. Vrijgeven
om te stoppen.
twee keer in om te gaan naar het tabblad
en
om de snelheid aan te passen, er
5-19