Bediening; Voerlaad- En Mengproces - LELY VECTOR Gebruikershandleiding
Automatisch voersysteem
Verberg thumbnails
Zie ook voor VECTOR:
- Gebruikershandleiding (168 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (194 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
4.3
Bediening
4.3.1
Voerlaad- en mengproces
Beschrijving
Wanneer de T4C-software stopt met werken, of wanneer de verbinding
met de Vector wordt verbroken, werkt de Vector door met de laatst
ontvangen instellingen. De gegevens voor T4C (voerresultaten) worden
opgeslagen en verzonden zodra de verbinding is hersteld.
De verschillende apparaten van het Vectorsysteem hebben elk eigen
specifieke software . Deze apparaten communiceren met elkaar via
bluetooth. De software kan worden bediend met behulp van een
smartphone met een Android-besturingssysteem . De volgende software
kan worden bediend:
De voerregelaar
•
•
De meng- en voerrobot
•
De voergrijper
De brugkraan of portaalkraan (indien van toepassing)
•
•
De software van de automatische (stal)deur (indien van toepassing)
De hoofdprocessen van de Vector zijn:
•
Voerlaad- en mengproces
Voer-, meet- en voerschuifproces
•
De meng- en voerrobot heeft één (of meerdere) route(s) in elke stal met
dieren die moeten worden gevoerd. Op deze route zijn het voerhek en
de locatie van elke groep dieren gespecificeerd. In T4C zijn locaties
gekoppeld aan een rantsoen, waarin de mengverhoudingen van alle uit
te doseren voersoorten zijn gespecificeerd. Om de juiste hoeveelheid
voer te doseren en de prioriteit te bepalen tussen verschillende
diergroepen, moet de minimale voerhoogte worden gespecificeerd in
T4C.
Afhankelijk van de ingestelde scantijd, bijvoorbeeld elk uur, rijdt de
meng- en voerrobot de route door de stal langs het voerhek en meet
deze de voerhoogte op elke locatie in de stal. Wanneer de gemeten
voerhoogte op een locatie te laag is, wordt het voerlaad- en mengproces
gestart. Wanneer de gemeten voerhoogte op twee of meer locaties te
laag is, bepaalt de voerregelaar welke voergroep als eerste gevoerd
wordt.
Het voerlaad- en mengproces begint wanneer de meng- en voerrobot is
aangesloten op het laadpunt onder het voerlaadpunt. Afhankelijk van de
rantsoeninstellingen, beweegt de voergrijper naar de eerste voersoort op
de voerlocaties, met de hoogste prioriteit. Wanneer de voerkeuken is
voorzien van een portaalkraan of brugkraan, begint de kraan met de
voergrijper te bewegen naar de eerste voersoort die moet worden
opgepakt.
Alle voersoorten worden in de voerkeuken opgeslagen op specifieke
voerlocaties (blokken). De voergrijper begint bij de voerlocatie met de
voersoort met de hoogste prioriteit, meet de hoogte van het voer en
4-13
Advertenties
Inhoudsopgave
