Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinterface
op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen
systeembeheerder
6
Rapporten en
lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
6.
Druk op [
] of [
] om <ON> (Aan) of
<OFF> (Uit) te selecteren en druk vervolgens
op [OK].
<OFF> (uit): ontvang geen e-mail/I-faxen via de eigen SMTP-
ontvangstfunctie van het apparaat. Indien u e-mail/I-faxen wenst
te ontvangen via een POP-server, selecteert u <OFF> (Uit).
<ON> (aan): Hierdoor ontvangt u e-mail/I-faxen via de eigen
SMTP-ontvangstfunctie van het apparaat.
OPMERKING
Het apparaat kan alleen I-faxbeelden en
communicatiefoutberichten ontvangen.
7.
Controleer of <SMTP SERVER> wordt
weergegeven en druk vervolgens op [OK].
8.
Voer met de numerieke toetsen de naam van
de SMTP-server in en druk dan op [OK].
– Voer de SMTP-servernaam in indien deze reeds is
geregistreerd in de DNS-server.
– Voer het IP –adres in van de SMTPserver in indien de SMTP-
servernaam niet is geregistreerd in de DNS-server.
Ex.
S M T P
S E R V E R
s m t p . c o m p a n y . c o m
: a
Terug
Vorige
9.
Controleer of <POP> wordt weergegeven en
druk op [OK].
10.
Druk op [
] of [
] om <ON> (Aan) of
<OFF> (Uit) te selecteren en druk vervolgens
op [OK].
<OFF> (uit): het apparaat ontvangt geen e-mail/I-faxen via een
POP-server. Indien u e-mail/I-faxen wenst te ontvangen door
gebruik te maken van de eigen SMTP-ontvangstfunctie van het
apparaat, selecteert u <OFF> (Uit).
<ON> (aan): u ontvangt e-mail/I-faxen via een POP-server.
OPMERKING
Het apparaat kan alleen I-faxbeelden en
communicatiefoutberichten ontvangen.
11.
Controleer of <E-MAIL ADDRESS>
(E-mailadres) wordt weergegeven, en druk
vervolgens op [OK].
12.
Voer met de numerieke toetsen het e-mailadres
in dat uw apparaat zal gebruiken, en druk dan
op [OK].
Ex.
E - M A I L
A D D R E S S
c a l @ p o p . c o m p a n y . c o m
13.
Controleer of <POP SERVER> wordt
weergegeven en druk vervolgens op [OK].
BOVEN
Volgende
: a
3-20