Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinterface
op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen
systeembeheerder
6
Rapporten en
lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
8.
Controleer of <E-MAIL ADDRESS>
(E-mailadres) of <I-FAX ADDRESS>
(I-faxadres) wordt weergegeven, en druk
vervolgens op [OK].
9.
Voer met de numerieke toetsen het adres van
de geadresseerde in en druk dan op [OK].
Als u een I-faxadres registreert, gaat u verder met stap 12.
10.
Als u een e-mailadres registreert, controleert
u of <IMAGE FORMAT> (Bestandsindeling)
wordt weergegeven en drukt u op [OK].
11.
Druk op [
] of [
] om de
bestandsindeling (<PDF>, <TIFF (B&W)>
(TIFF (Z/W), <PDF (COMPACT)>, of <JPEG>)
te selecteren en druk vervolgens op [OK].
<PDF>,<TIFF (B&W)> (TIFF Z/W): selectie om afbeeldingen te
versturen in zwart/wit.
<PDF (COMPACT)>, <JPEG>: selectie om kleurenafbeeldingen
te versturen.
12.
Controleer of <DIVIDE INTO PAGES> (Verdeel
in pagina's) wordt weergegeven en druk
vervolgens op [OK].
Terug
Vorige
13.
Druk op [
] of [
] om <ON> (Aan) of
<OFF> (Uit) te selecteren en druk vervolgens
op [OK].
<OFF> (uit): Hiermee verzendt u meerdere afbeeldingen als een
enkel bestand zonder deze op te splitsen.
<ON> (aan): Hiermee scheidt u meerdere afbeeldingen om deze
te verzenden als afzonderlijke bestanden.
OPMERKING
Als u <JPEG> hebt geselecteerd als bestandsindeling in stap
11, worden meerdere afbeeldingen verzonden als afzonderlijke
bestanden, zelfs als <DIVIDE INTO PAGES> (Verd. in pagina's)
is ingesteld op <OFF> (Uit).
14.
Controleer of <IMAGEQUALITY> (Beeldkwal.)
wordt weergegeven en druk op [OK].
BOVEN
Volgende
1-29