Inhoudsopgave
Advertenties
Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinterface
op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen
systeembeheerder
6
Rapporten en
lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
1.
Druk op [Additional Functions] (Extra functies).
2.
Druk op [
] of [
] om <SYSTEM
SETTINGS> (Systeeminstell.) te selecteren,
en druk vervolgens op [OK].
Indien ID-systeembeheerder en Systeemwachtwoord werden
ingesteld moet u deze gegevens invoeren met behulp van het
numerieke toetsenbord. Druk vervolgens op [Log IN/Out]
(Aanmelden/Afmelden).
3.
Druk op [
] of [
] om <NETWORK
SETTINGS> (Netwerkinst.) te selecteren,
en druk vervolgens op [OK].
4.
Druk op [
] of [
] om <SMB SETTINGS>
(SMB-instell.) te selecteren, en druk
vervolgens op [OK].
5.
Controleer of <USE SMB CLIENT> (SNMP
CLIENT gebruiken) wordt weergegeven en
druk vervolgens op [OK].
6.
Druk op [
] of [
] om <ON> (aan) te
selecteren en druk vervolgens op [OK].
7.
Controleer of <SERVER> wordt weergegeven
en druk op [OK].
Terug
Vorige
8.
Gebruik de numerieke toetsen om de
NetBIOS-naam van het apparaat in te voeren
en druk dan op [OK].
OPMERKING
– Gebruik een unieke naam die nog voor geen enkele andere
computer of printer in hetzelfde netwerk wordt gebruikt.
– U kunt geen karakterstring invoeren waar blanco's staan.
9.
Controleer of <WORKGROUP> (Werkgroep)
wordt weergegeven en druk op [OK].
10.
Gebruik de numerieke toetsen om de naam
van de werkgroep, waartoe het apparaat
behoort, in te voeren en druk dan op [OK].
OPMERKING
– U mag de domeinnaam niet gebruiken als werkgroepnaam.
– U kunt geen karakterstring invoeren waar blanco's staan.
11.
Controleer of <COMMENT> wordt
weergegeven en druk op [OK].
12.
Gebruik indien nodig numerieke toetsen om
commentaar in te voeren en druk dan op
[OK].
BOVEN
Volgende
3-39
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
