Inhoudsopgave
Advertenties
Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinterface
op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen
systeembeheerder
6
Rapporten en
lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
43.
Druk op [
] of [
] om <PORT NO.>
(Poortnummer) te selecteren en druk op [OK].
44.
Druk op [
] of [
] om het protocol te
selecteren waarvan u het poortnummer wilt
wijzigen (LPD, RAW, HTTP, SMTP RX, POP3
RX, FTP SENDING, SMTP TX of SNMP) en
druk op [OK].
45.
Voer met de numerieke toetsen het
poortnummer in en druk op [OK].
46.
Kies [Additional Functions] (Extra functies)
om <PORT NO.> (Poortnr.) in <TCP/IP
SETTINGS> (TCP/IP-instell.) weer te geven.
47.
Druk op [
] of [
] om <SET IP ADD
RANGE> (Bereik IP instell.) te selecteren en
druk vervolgens op [OK].
48.
Druk op [
] of [
] om <ON> (Aan) te
selecteren en druk vervolgens op [OK].
49.
Controleer of <PERMIT/REJECT> (Toestaan/
weigeren) wordt weergegeven en druk dan
op [OK].
50.
Druk op [
] of [
] om <REJECT>
(Weigeren) of <PERMIT> (Toestaan) te
selecteren en druk vervolgens op [OK].
<REJECT> (Weigeren): er wordt een beperking opgelegd aan de
IP-adressen van computers die gegevens (afdruk- en faxtaken)
naar het apparaat mogen verzenden.
<PERMIT> (Toestaan): er wordt toegestaan dat de IP-adressen
van computers gegevens (afdruk- en faxtaken) naar het apparaat
mogen verzenden.
Terug
Vorige
51.
Controleer of <SET IP ADDRESS> (IP-adres
instell.) wordt weergegeven en druk
vervolgens op [OK].
52.
Druk op [
] of [
] om <IP ADDRESS 1>
tot en met <IP ADDRESS 4> te selecteren en
druk dan op [OK].
53.
Controleer of <START IP ADDRESS>
(IP-adres starten) wordt weergegeven en
druk vervolgens op [OK].
54.
Voer met de numerieke toetsen het start-IP-
adres in en druk dan op [OK].
55.
Controleer of <END IP ADDRESS> (Einde IP
adres) wordt weergegeven en druk op [OK].
56.
Voer met de numerieke toetsen het laatste
IP-adres in en druk op [OK].
OPMERKING
Als u nog een bereik met IP-adressen wilt invoeren, herhaalt u
stap 52 tot 56. Nadat u het <END IP ADDRESS> (Einde IP
adres) van <IP ADDRESS 4> hebt opgegeven, controleert u of
<RX MAC ADD SET.> (RX Mac adr. inst.) wordt weergegeven,
drukt op [OK] en gaat u verder met stap 59.
BOVEN
Volgende
3-18
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
