Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinterface
op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen
systeembeheerder
6
Rapporten en
lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
13.
Voer met de numerieke toetsen de
aanmeldnaam in en druk dan op [OK].
U kunt maximaal 24 tekens gebruiken voor de aanmeldnaam.
14.
Controleer of <PASSWORD> (Wachtwoord)
wordt weergegeven en druk op [OK].
15.
Voer met de numerieke toetsen het
wachtwoord in en druk dan op [OK].
U kunt max. 24 tekens (14 tekens indien <SMB> is geselecteerd
als serverprotocol) voor het wachtwoord.
Herhaal de procedure vanaf stap 4 als u nog een snelkeuzetoets
of code voor verkort kiezen wilt opslaan.
16.
Druk op [Stop] om terug te keren naar de
stand-bymodus.
Bestandsserveradressen bewerken
OPMERKING
U kunt de instelling van het serverprotocol (FTP of SMB) van een
bestemming geregistreerd in het adresboek niet wijzigen. Om het
serverprotocol te wijzigen, moet u de registratie wissen, en het juiste
serverprotocol vervolgens opnieuw registreren.
Terug
Vorige
1.
Druk op [Additional Functions] (Extra functies).
2.
Druk op [
] of [
] om <ADDRESS BOOK
SET.> (Adresboekinst.) te selecteren en druk
vervolgens op [OK].
Als een wachtwoord is ingesteld voor het adresboek, geeft u het
wachtwoord op met de numerieke toetsen en drukt u op [OK].
3.
Druk op [
] of [
] om <1-TOUCH SPD
DIAL> (snelkiezen) of <CODED SPD DIAL>
(verkort kiezen) te selecteren en druk dan op
[OK].
4.
Druk op [
] of [
] om een snelkeuzetoets
(01 tot 23) of de code voor verkort kiezen te
selecteren (000 tot 176) die u wilt bewerken,
en druk vervolgens op [OK].
U kunt ook een snelkeuzetoets of code voor verkort kiezen
selecteren door op de overeenkomstige snelkeuzetoets te
drukken, of op [Coded dial] (verkort kiezen), gevolgd door de
gewenste driecijferige code.
5.
Druk op [
] of [
] om het item dat u
wenst te bewerken te selecteren, en druk
vervolgens op [OK].
Je kan <NAME> (Naam), <HOST NAME> (Hostnaam),
<FILE PATH> (Pad bestand), <LOGIN NAME> (Aanmeldnaam)
en <PASSWORD> (Wachtwoord) bewerken.
6.
Druk herhaaldelijk op [
naar het teken dat u wilt bewerken, en druk
vervolgens op [Clear] (Wissen).
Houd [Clear] (Wissen) ingedrukt om de volledige invoer te
verwijderen.
BOVEN
Volgende
] om terug te gaan
1-25