Inhoudsopgave
Advertenties
Geavanceerde
1
verzendfuncties
Het takenlogbestand controleren
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinterface
op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen
systeembeheerder
6
Rapporten en
lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
U kunt opgeven of u het takenlogbestand wilt controleren.
Als u <CHECKING THE LOG> (Controleer log) instelt op
<ON> (Aan), kunt u het taaklogbestand controleren in het
scherm van systeemmonitor. Als u <CHECKING THE LOG>
(Controleer log) instelt op <OFF> (UIT), wordt het
taaklogbestand niet weergegeven in het scherm van
systeemmonitor.
OPMERKING
Als u <CHECKING THE LOG> (Controleer log) instelt op <OFF> (Uit),
wordt het activiteitenrapport niet automatisch afgedrukt.
1.
Druk op [Additional Functions] (Extra functies).
2.
Druk op [
] of [
] om <SYSTEM
SETTINGS> (Systeeminstell.) te selecteren,
en druk vervolgens op [OK].
Indien ID-systeembeheerder en Systeemwachtwoord werden
ingesteld moet u deze gegevens invoeren met behulp van het
numerieke toetsenbord. Druk vervolgens op [Log IN/Out]
(Aanmelden/Afmelden).
3.
Druk op [
] of [
] om <CHECKING THE
LOG> (Controleer log) te selecteren en druk
op [OK].
4.
Druk op [
] of [
] om <ON> (Aan) of
<OFF> (Uit) te selecteren en druk vervolgens
op [OK].
5.
Druk op [Stop] om terug te keren naar de
stand-bymodus.
BOVEN
Terug
Vorige
Volgende
6-21
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
