Download Print deze pagina
Canon iR2030 Handleiding
Canon iR2030 Handleiding

Canon iR2030 Handleiding

Verzend- en faxhandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor iR2030:

Advertenties

Verzend- en faxhandleiding
Verzend- en faxhandleiding
Lees deze handleiding a.u.b. voordat u de machine gebruikt.
NEDERLANDS
Bewaar deze handleiding na het lezen bij de machine, zodat u de informatie
later snel kunt raadplegen.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon iR2030

  • Pagina 1 Verzend- en faxhandleiding Verzend- en faxhandleiding Lees deze handleiding a.u.b. voordat u de machine gebruikt. NEDERLANDS Bewaar deze handleiding na het lezen bij de machine, zodat u de informatie later snel kunt raadplegen.
  • Pagina 2 Ot¯ iR2030/iR2025/ iR2022i/iR2018i Verzend- en faxhandleiding...
  • Pagina 3 Handleidingen voor de machine De handleidingen voor deze machine zijn als volgt verdeeld. Raadpleeg de betreffende handleidingen voor gedetailleerde informatie. De bij optionele apparatuur meegeleverde handleidingen zijn in de onderstaande lijst opgenomen. Afhankelijk van de systeemconfiguratie en het aangeschafte product, heeft u sommige handleidingen wellicht niet nodig. Handleidingen met dit symbool zijn PDF-handleidingen Handleidingen met dit symbool zijn gedrukte handleidingen.
  • Pagina 4 • Installatie en instructies PCL printerstuurprogramma CD-ROM stuurprogrammagids • Installatie en instructies UFRII LT UFR II printerstuurprogramma CD-ROM Stuurprogrammagids • Installatie en instructies voor faxstuurprogramma Faxstuurprogrammagids CD-ROM Om de handleiding als PDF-bestand te kunnen bekijken, heeft u Adobe Reader/Adobe Acrobat Reader nodig. Als zich geen Adobe Reader/Adobe Acrobat Reader op uw computer bevindt, download dit programma dan vanaf de website van Adobe Systems.
  • Pagina 5 Bevat voorbeelden van rapporten, technische gegevens en het trefwoordenregister. Aan het samenstellen van deze handleiding is veel aandacht geschonken. Omdat wij continu bezig zijn met de verbetering van onze producten, kunt u voor de meest recente technische gegevens contact opnemen met Canon.
  • Pagina 6 Wat deze machine kan ........... 1-2 Overzicht van de iR2030/iR2025/iR2022i/iR2018i ......1-5 Wat u moet doen voordat u deze machine gaat gebruiken.
  • Pagina 7 Controleren/wijzigen van een bestemming ....... . . 2-17 Wissen van een bestemming ..........2-19 Opslaan van nieuwe bestemmingen met de toets Opslaan.
  • Pagina 8 Hoofdstuk 7 Controleren/wijzigen van de verzend-/ontvangststatus Controleren van de status van de verzendopdrachten ......7-2 Controleren van gegevens van verzendopdrachten ......7-2 Afdrukken van een verzendopdrachtlog (Activiteitenrapport) .
  • Pagina 9 Hoofdstuk 9 Opslaan/bewerken van adresboekinstellingen Tabel met adresboekinstellingen ......... . 9-2 Over het adresboek .
  • Pagina 10 Hoofdstuk 12 Oplossen van problemen Bij problemen ............12-2 Verzenden van documenten .
  • Pagina 11 Voorwoord Hartelijk dank voor het kopen van de Canon iR2030/iR2025/iR2022i/iR2018i. Lees deze handleiding a.u.b. zorgvuldig voordat u de machine gaat bedienen om bekend te raken met de mogelijkheden en om zoveel mogelijk profijt te hebben van de vele functies. Bewaar deze handleiding na het lezen bij de machine zodat u de informatie later snel kunt raadplegen.
  • Pagina 12 Toetsen in deze handleiding De volgende symbolen en toetsnamen zijn slechts enkele voorbeelden van de toetsen waarop kan worden gedrukt die in deze handleiding worden beschreven: • Toetsen op het touch panel display: [Toetsnaam] Voorbeelden: [Annuleren] [Gereed] • Toetsen op het bedieningspaneel: <Toetspictogram>...
  • Pagina 13 Illustraties in deze handleiding De illustraties in deze handleiding zijn van de iR2022i met de volgende aangesloten optionele apparatuur: de Finisher-U2, Extra finisherblad-C1 en Cassette module-Q1. Afkortingen in deze handleiding In deze handleiding worden productnamen en modelnamen als volgt afgekort: ®...
  • Pagina 14 *1 Alleen de aanvoer is beschikbaar. *2 Het kopieerdeksel of de aanvoer kan op het moment van aanschaf worden gekozen. OPMERKING Voor meer informatie over de optionele apparatuur, raadpleegt u Hoofdstuk 3 "Optionele apparatuur"...
  • Pagina 15 Dit resulteert in lagere telefoonkosten. * De verzendtijd van ca. 3 seconden per pagina is gebaseerd op de standaard Canon Faxkaart .1, (JBIG, Standaard mode) bij een modemsnelheid van 33,6 Kbps. Het openbare telefoonnet (PSTN) ondersteunt op dit moment modemsnelheden...
  • Pagina 16 Handelsmerken Canon, het Canon logo, iR, imageWARE en NetSpot Accountant zijn handelsmerken van Canon Inc. Adobe en Adobe Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
  • Pagina 18 Overzicht van de iR2030/iR2025/iR2022i/iR2018i ........
  • Pagina 19 Wat deze machine kan Alles wat u ooit nodig heeft in één digitale multitasking machine. De iR2030/iR2025/iR2022i/iR2018i beschikt over verschillende verzendfuncties. De iR2030/iR2025/iR2022i/iR2018i beschikt over functies die voldoen aan de eisen die aan het werken in een gedigitaliseerd kantoor worden gesteld en vertegenwoordigt het optimum op het gebied van digitale multitasking machine.
  • Pagina 20 Super G3 faxfunctie De Super G3 faxfunctie van deze machine is compatibel met de meeste Super G3 faxapparaten die in kantooromgevingen worden gebruikt. Vergeleken met gewone faxapparaten maakt Super G3 zeer snelle faxverzendingen mogelijk, waardoor de verzendkosten worden gereduceerd. Het via fax verzenden van documenten is alleen mogelijk als de optionele Super G3 Faxkaart is geïnstalleerd.
  • Pagina 21 In het geheugen ontvangen van faxberichten/I-faxberichten Ontvangen fax/I-faxdocumenten kunnen in het geheugen worden opgeslagen in plaats van te worden Geheugen afgedrukt. U kunt de gegevens van de afzender en het aantal pagina's van elk document controleren voordat u het document afdrukt. Met de tijdklokinstellingen kunt u ook de periode instelling waarbinnen ontvangen documenten in het geheugen worden opgeslagen.
  • Pagina 22 Overzicht van de iR2030/iR2025/iR2022i/iR2018i Als u op (VERZENDEN) drukt, verschijnt het scherm met basisfuncties voor verzenden. De verzendfunctie stelt u in staat documenten te scannen en ze via fax, e-mail of I-fax naar specifieke bestemmingen te verzenden of ze op te slaan op een file server. Met diverse verzendmethoden als e-mail en I-fax kunt u documenten ook gelijktijdig naar meerdere bestemmingen verzenden.
  • Pagina 23 - E-mail, I-Fax, file server: de Kleuren verzendkit (standaard bij de iR2022i/iR2018i) geactiveerd - Fax: de Super G3 FAX kaart geïnstalleerd BELANGRIJK Netwerkinstellingen dienen te worden aangegeven om gescande documenten naar een e-mailadres, een I-fax adres of een file server te kunnen verzenden. (Raadpleeg de Netwerkhandleiding.) Overzicht van de iR2030/iR2025/iR2022i/iR2018i...
  • Pagina 24 Verzenden naar een e-mailadres Verzenden naar een I-fax Verzenden naar een file server Wanneer het adres is Wanneer het adres is opgeslagen onder een opgeslagen onder een favorietenknop: pag. 2-15 snelkiestoets: pag. 2-13 [Optie] Scaninstellingen [Verzendinstellingen] Verzendinstellingen (Start) Overzicht van de iR2030/iR2025/iR2022i/iR2018i...
  • Pagina 25 Druk hierop om de bestemming die in de lijst wordt weergegeven te wissen. (Raadpleeg “Wissen van een bestemming” op pag. 2-19.) ➞ Raadpleeg pag. 4-21 Druk op Oproepen om eerder ingestelde verzendopdrachten op te roepen, inclusief de bestemmingen, scaninstellingen en verzendinstellingen. (Raadpleeg “Opdracht oproepen” op pag. 4-21.) Overzicht van de iR2030/iR2025/iR2022i/iR2018i...
  • Pagina 26 3-4.) Deze knoppen worden alleen weergegeven wanneer de Kleuren verzendkit (standaard bij de iR2022i/iR2018i) is geactiveerd. ➞ Raadpleeg pag. 3-6 Druk op deze toets om het formaat van het origineel te selecteren. (Raadpleeg “Documentformaat” op pag. 3-6.) Overzicht van de iR2030/iR2025/iR2022i/iR2018i...
  • Pagina 27 (Raadpleeg “Instellingen scandensiteit en type origineel” op pag. 3-10.) ➞ Raadpleeg pag. 3-10 Druk op deze toets om het type origineel te selecteren ([Tekst], [Tekst/Foto] of [Foto]). (Raadpleeg “Instellingen scandensiteit en type origineel” op pag. 3-10.) 1-10 Overzicht van de iR2030/iR2025/iR2022i/iR2018i...
  • Pagina 28 Datum Tijd faxnummer afzender (TTI) Informatie over 30/06 2007 10:50 IFAX xxx@xxxx.xxx CANON 0001/0001 afzender • Datum en tijd - De datum en het tijdstip van verzending worden afgedrukt. • I-faxadres of faxnummer - Het I-Fax adres of faxnummer van de machine is opgeslagen.
  • Pagina 29 OPMERKING • U kunt de machine ook instellen om het verzendrecord niet af te drukken. (Raadpleeg “Afdrukken van de TX terminal ID” op pag. 8-13.) • Als de machine is ingesteld om het verzendrecord bovenaan het afdrukpapier af te drukken terwijl u niet alle items heeft geregistreerd, worden alleen de verplicht geregistreerde items en het totale aantal pagina's van het origineel afgedrukt.
  • Pagina 30 Druk op [Gebruikersinstellingen] bij <Faxinstellingen>. Druk op [Type tel. lijn]. Selecteer het type telefoonlijn ➞ druk op [OK]. Als u het type telefoonlijn niet weet, neem dan contact op met het telefoonbedrijf voor informatie. De geselecteerde mode is ingesteld. Druk herhaaldelijk op [Gereed] tot het scherm met basisfuncties voor verzending verschijnt.
  • Pagina 31 Instellen van de actuele datum en tijd U kunt de huidige datum en tijd instellen. De huidige datum en tijdinstellingen worden gebruikt als standaard tijdklokinstellingen bij functies waar deze nodig zijn. • GMT: De tijd bij de Greenwich Observatory in Engeland wordt GMT (Greenwich Mean Time) genoemd.
  • Pagina 32 Voer de huidige datum (dag, maand, jaar) en tijd in met (numerieke toetsen). Voer het jaar in met vier cijfers. Voer alle vier de cijfers van de maand en de dag in, en voer het tijdstip in volgens het 24-uur systeem.
  • Pagina 33 ● Indien u de zomertijd instelt: ❑ Druk op [Zomertijdinstellingen] ➞ [Aan] ➞ [Startdatum]. ❑ Selecteer achtereenvolgend de maand en de dag in de keuzelijsten ➞ druk op [OK]. ❑ Druk op [Einddatum] ➞ selecteer de maand en dag waarop de zomertijd eindigt ➞ druk op [OK]. ❑...
  • Pagina 34 Druk op [OK]. De geselecteerde mode is ingesteld. Druk herhaaldelijk op [Gereed] tot het scherm met basisfuncties voor verzending verschijnt. Opslaan van het faxnummer van uw machine U dient het faxnummer van uw machine op te slaan. Dit nummer wordt afgedrukt langs de bovenrand van elk document dat u verzendt.
  • Pagina 35 • Bedrijfsnaam: Canon • Bedrijfsnaam en afdeling: Canon-Accounting Dept. Wanneer u een document verzendt, dan geeft de machine bij de ontvanger uw naam of bedrijfsnaam (en naam van de afdeling indien van toepassing) weer als informatie over de afzender of vermeldt deze informatie op het afdrukpapier.
  • Pagina 36 OPMERKING • Wanneer u een fax verzendt, kan de naam van de machine in de TX Terminal ID worden afgedrukt. • U kunt slechts één machinenaam opslaan. • Indien Gebruikers ID beheer op ‘Aan’ is ingesteld dan worden in plaats van de naam van de machine de gebruikersnaam en het e-mailadres, die u met de UI op afstand heeft opgeslagen in het veld Van op de machine bij de ontvanger weergegeven.
  • Pagina 37 Overzicht van activiteiten bij verzending Dit gedeelte beschrijft de basis verzendhandelingen. OPMERKING • Voordat u de verzendfunctie gebruikt, is het handig wanneer u eerst informatie over de volgende onderwerpen leest: - Hoofdschakelaar en bedieningspaneelschakelaar (raadpleeg Hoofdstuk 1 “Voordat u deze machine gaat gebruiken”...
  • Pagina 38 ● Indien de melding <Voer met de numerieke toetsen het afdeling ID en wachtwoord in.> verschijnt: ❑ Druk op [Afdeling ID] ➞ voer het Afdeling ID in met (numerieke toetsen). ❑ Druk op [Wachtwoord] ➞ voer het wachtwoord in met (numerieke toetsen).
  • Pagina 39 Druk op (VERZENDEN). Scherm met basisfuncties voor verzending Plaats uw originelen. OPMERKING Voor instructies met betrekking tot het plaatsen van uw originelen, raadpleegt u Hoofdstuk 2 “Basishandelingen” in de Naslaggids. 1-22 Overzicht van activiteiten bij verzending...
  • Pagina 40 Specificeer de bestemmingen. OPMERKING • Afhankelijk van de bestemming zijn de volgende opties vereist: - E-mail, I-Fax, file server: de Kleuren verzendkit (standaard bij de iR2022i/iR2018i) geactiveerd - Fax: de Super G3 FAX kaart geïnstalleerd • U kunt maximaal 501 bestemmingen tegelijk specificeren. (Van de 501 bestemmingen kan één nieuwe bestemming worden aangegeven via het tabblad Nieuw adres of met de (numerieke toetsen).) Als u een groep aangeeft die uit meerdere bestemmingen bestaat, wordt elke bestemming als afzonderlijk adres geteld.
  • Pagina 41 ❑ Indien u documenten naar een fax verzendt, dan kunt u de gewenste bestemming invoeren (numerieke toetsen). (Raadpleeg “Aangeven van bestemmingen met het tabblad Nieuw adres” op pag. 2-2.) ● Als een bestemming is opgeslagen onder een snelkiestoets knop: ❑ Druk op [Snelkiestoetsen] ➞...
  • Pagina 42 Druk op de keuzelijst Scaninstellingen ➞ selecteer een scaninstelling. Om de instellingen van de Scan mode te wijzigen, selecteert u [Optie] in de keuzelijst Scaninstellingen en past u de instellingen aan. (Raadpleeg “Scaninstellingen” op pag. 3-4.) OPMERKING Voor instructies met betrekking tot het instellen van de Scan mode, raadpleegt u “Selecteren van een Scan mode”...
  • Pagina 43 Druk op [Verzendinstellingen] ➞ geef de verzendinstellingen aan. Geef indien gewenst de instellingen Uitgestelde verzending, Stempelen en Directe verzending aan. OPMERKING • Voor instructies met betrekking tot het instellen van de mode Uitgestelde verzending, raadpleegt u “Uitgestelde verzending van een opdracht” op pag. 4-13. •...
  • Pagina 44 Druk op [Bestandsindeling] ➞ selecteer een bestandsindeling voor het document dat u wilt verzenden ➞ druk op [Gereed]. Dit deel van de procedure is niet nodig als één van de volgende punten van toepassing is: • Als bestemming is een faxnummer aangegeven. •...
  • Pagina 45 OPMERKING • Als u een kleurendocument wilt verzenden, selecteer dan [JPEG] of [PDF (Compact)] als de bestandsindeling. • Om een TIFF bestand te bekijken, heeft u een softwarepakket nodig dat TIFF ondersteunt (zoals Imaging for Windows). • Om een JPEG bestand te bekijken, is een programma nodig dat JPEG bestanden ondersteunt. •...
  • Pagina 46 BELANGRIJK • Indien uw machine de iR2030/iR2025/iR2022i of de iR2018i is en u plaatst uw originelen in de aanvoer, dan wordt het formaat van de originelen automatisch gedetecteerd. Als het papier bij de andere partij niet identiek is aan het gescande formaat, zal de oorspronkelijke afbeelding iets worden verkleind.
  • Pagina 47 Indien de optionele Kaartlezer-E1 is aangesloten, verwijdert u de controlekaart. OPMERKING Voor instructies met betrekking tot het gebruik van de optionele Kaartlezer-E1, raadpleegt u Hoofdstuk 3 “Optionele apparatuur” in de Naslaggids. Indien Afdeling ID beheer of Gebruikers ID beheer is ingesteld, druk dan op (In-/Uitloggen).
  • Pagina 48 Faxdocumenten handmatig verzenden Met deze mode kunt u faxdocumenten handmatig verzenden nadat u heeft gecontroleerd of de bestemming gereed is om faxverzendingen te ontvangen. Gebruik Handmatige verzending als de ontvanger een faxapparaat heeft dat niet automatisch kan ontvangen. BELANGRIJK • Met Handmatige verzending kunt u een document dat uit twee of meer pagina's bestaat alleen verzenden als u hiervoor de aanvoer gebruikt.
  • Pagina 49 Druk op [Nieuw adres] ➞ [Fax]. Druk op [Verbreken]. U moet nu de kiestoon horen (een continue hoge toon). Geef de scaninstellingen aan. OPMERKING • Voor instructies met betrekking tot het instellen van de Scan mode voor uw documenten, raadpleegt u “Selecteren van een Scan mode” op pag. 3-2. •...
  • Pagina 50 Geef de bestemming aan met (numerieke toetsen) of door op [Snelkiestoetsen] te drukken. Na het kiezen van het faxnummer kunt u een toestelnummer invoeren. De details van elk item staan hieronder vermeld. [Toon]: Druk hierop wanneer u rechtstreeks naar een toestel wilt bellen dat op een PBX (Private Branch Exchange) is aangesloten die alleen toonsignalen accepteert.
  • Pagina 51 Annuleren van een opdracht U kunt een opdracht annuleren via het touch panel display, het scherm Systeem Monitor of door (Stop) op het bedieningspaneel te drukken. Via het touch panel display U kunt een verzendopdracht annuleren door op [Annuleren] te drukken terwijl de opdracht wordt gescand.
  • Pagina 52 Met de Stop toets U kunt een verzendopdracht annuleren door op (Stop) te drukken terwijl de opdracht wordt gescand. Druk op (Stop). De verzendopdracht is geannuleerd. Verwijder uw originelen. Via het scherm Systeem Monitor U kunt een verzendopdracht annuleren terwijl deze wordt verzonden of wacht om te worden verzonden en u kunt een faxontvangstopdracht annuleren terwijl deze wordt ontvangen.
  • Pagina 53 Druk op [RX/TX]. Druk op [TX opdr. stat.]. 1-36 Annuleren van een opdracht...
  • Pagina 54 Selecteer de verzendopdracht die u wilt annuleren ➞ druk op [Annuleren]. Indien de opdracht die u wilt annuleren niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om door de lijst te bladeren. Het selecteren en annuleren van meerdere opdrachten tegelijk is niet mogelijk. Selecteer en annuleer de opdrachten één voor één.
  • Pagina 55 Druk op [Systeem monitor]. Druk op [Fax]. Selecteer [TX opdr. stat.] of [RX opdr. stat.] . 1-38 Annuleren van een opdracht...
  • Pagina 56 Selecteer de opdracht die u wilt annuleren ➞ druk op [Annuleren]. ● Indien u een TX opdracht wilt annuleren: ❑ Selecteer de TX opdracht die u wilt annuleren ➞ druk op [Annuleren]. Indien de opdracht die u wilt annuleren niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om door de lijst te bladeren.
  • Pagina 57 Druk op [Ja]. Als u de opdracht niet wilt annuleren, drukt u op [Nee]. De melding <Bezig met annuleren...> verschijnt gedurende ca. twee seconden op het touch panel display. De faxopdracht is geannuleerd. OPMERKING De geannuleerde opdracht wordt als <NG> (Niet goed) op het scherm Log weergegeven. Druk op [Gereed].
  • Pagina 58 Standaard verzendmethoden HOOFDSTUK In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u bestemmingen specificeert, controleert, wijzigt en wist. Aangeven van bestemmingen met het tabblad Nieuw adres ....... . . 2-2 Een faxnummer aangeven .
  • Pagina 59 Aangeven van bestemmingen met het tabblad Nieuw adres Dit gedeelte beschrijft de procedure voor het aangeven van een nieuwe bestemming die niet in het adresboek is opgeslagen. BELANGRIJK • Indien Beperk nieuwe adressen onder Systeeminstellingen (via het scherm Extra functies) op ‘Aan’ is ingesteld, dan kunt u geen bestemmingen aangeven via de tab Nieuw adres.
  • Pagina 60 OPMERKING Indien er geen bestemming op het scherm met basisfuncties voor verzenden is weergegeven, dan kunt u verdergaan met stap 2 zonder op [Fax] op de tab Nieuw adres te drukken. Voer het faxnummer van de ontvanger in met (numerieke toetsen), De details van elk item staan hieronder vermeld.
  • Pagina 61 Druk op [OK]. De aangegeven bestemming verschijnt op het scherm met basisfuncties voor verzenden. OPMERKING Indien Bevestig ingevoerde faxnummers in Beperkte toegang tot bestemmingen onder Systeeminstellingen op “Aan” is ingesteld, dan dient u het faxnummer ter bevestiging opnieuw ➞ in te voeren. Voer het faxnummer in dat u in stap 2 heeft ingevoerd druk op [OK].
  • Pagina 62 Aangeven van een I-fax adres Deze mode stelt u in staat een nieuw I-fax adres aan te geven. Ongeacht de afstand en de regio, helpt I-fax u de verzendkosten te reduceren door de transacties via internet te laten lopen. U kunt een I-fax adres direct invoeren met het toetsenbord op het touch panel display. Wanneer u I-fax gebruikt, kunt u ook de scaninstellingen en de instellingen bij de bestemming aangeven.
  • Pagina 63 Aangeven van een file server Dit gedeelte beschrijft de twee methoden voor het aangeven van een file server in het netwerk als bestemming voor een verzendopdracht. Als u Windows (SMB) als serverprotocol selecteert, dan kunt u het toetsenbord of de toets Bladeren gebruiken. BELANGRIJK •...
  • Pagina 64 Gebruik van het toetsenbord Druk op [Nieuw adres] ➞ [Bestand]. Druk op de keuzelijst Protocol ➞ selecteer het protocol van de gewenste server. U kunt de volgende server protocols gebruiken: [FTP]: Selecteer dit protocol als u documenten verzendt naar een computer die met Sun Solaris 2.6 of hoger, Mac OS X Internet Information Services 5.0 onder Windows 2000 Server, Internet Information Services 5.1 onder Windows XP Professional, Internet Information Services 6.0 onder...
  • Pagina 65 Geef alle instellingen aan. Indien u [Windows (SMB)] selecteert als het server protocol, kunt u de file server aangeven door op [Bladeren] te drukken. Voor instructies met betrekking tot het gebruik van de toets Bladeren, raadpleegt u “Gebruik van de toets Bladeren (Windows (SMB))” op pag. 2-9. [Hostnaam]: Druk op [Hostnaam] ➞...
  • Pagina 66 Gebruik van de toets Bladeren (Windows (SMB)) Druk op [Nieuw adres] ➞ [Bestand]. Druk op de keuzelijst Protocol ➞ selecteer [Windows (SMB)]. Druk op [Bladeren]. BELANGRIJK Nadat de hoofdschakelaar in de AAN-stand is gezet, dient u te wachten tot de in Starttijdinstellingen ingestelde tijd is verstreken voordat u op [Bladeren] drukt. Netwerkverzendingen zijn niet mogelijk voordat deze opstarttijd is verstreken.
  • Pagina 67 Selecteer de gewenste werkgroep ➞ druk op [Omlaag]. Om één niveau hoger te gaan, drukt u op [Boven]. Als de gewenste werkgroep niet wordt getoond, druk dan op [▼] of [▲] om de gewenste werkgroep te zoeken. Selecteer de gewenste file server ➞ druk op [Omlaag]. Om één niveau hoger te gaan, drukt u op [Boven].
  • Pagina 68 Als het scherm Voer netwerkwachtwoord in verschijnt, voert u uw gebruikersnaam en netwerkwachtwoord in. ❑ Geef alle instellingen aan ➞ druk op [OK]. [Gebruikersnaam]: Druk op [Gebruikersnaam] ➞ voer uw gebruikersnaam in ➞ druk op [OK]. De gebruikersnaam kan uit maximaal 24 tekens bestaan. [Wachtwoord]: Druk op [Wachtwoord] ➞...
  • Pagina 69 Controleer uw instellingen ➞ druk op [OK]. De file server bestemming verschijnt op het scherm met basisfuncties voor verzending. 2-12 Aangeven van bestemmingen met het tabblad Nieuw adres...
  • Pagina 70 Aangeven van opgeslagen bestemmingen U kunt een bestemming selecteren die in het adresboek of onder een snelkiestoets is opgeslagen. U kunt ook de onder de favorietenknoppen opgeslagen bestemmingen en instellingen oproepen om hun inhoud te controleren, ze te bewerken of ze te wissen. OPMERKING •...
  • Pagina 71 Selecteer de bestemming ➞ druk op [OK]. U kunt meerdere bestemmingen selecteren. Druk op de alfanumerieke toetsen (zoals [ABC]) om voor elke letter of elk cijfer de individuele toetsen te laten verschijnen. U kunt een letter of cijfer selecteren om het weergavebereik te beperken.
  • Pagina 72 Druk op [Snelkiestoetsen]. Selecteer de gewenste snelkiestoets ➞ druk op [Gereed]. Aan elke snelkiestoets is een driecijferig nummer toegewezen. Als u het driecijferige nummer van de gewenste snelkiestoets weet, dan voert u dit in met (numerieke toetsen). Als de gewenste snelkiestoets niet wordt getoond, druk dan op [▼] of [▲] om de gewenste snelkiestoets te zoeken.
  • Pagina 73 BELANGRIJK Om deze functie te kunnen gebruiken, dient u eerst de gewenste documentinstellingen en bestemmingen op te slaan onder de favorietenknoppen. (Raadpleeg “Favorietenknoppen” op pag. 8-18.) Druk op [Favorietenknoppen]. Selecteer de gewenste favorietenknop ➞ druk op [Gereed]. Als de gewenste favorietenknop niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de gewenste favorietenknop te zoeken.
  • Pagina 74 Controleren/wijzigen van een bestemming U kunt een aangegeven bestemming controleren en wijzigen voordat u uw documenten scant. OPMERKING Alleen de bestemming die is aangegeven met het tabblad Nieuw adres kan worden gewijzigd. Selecteer de bestemming ➞ druk op [Details]. Als de bestemming die u wilt controleren of wijzingen niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de gewenste bestemming te zoeken.
  • Pagina 75 ● Indien de bestemming is aangegeven met één van de verzendmethoden op het tabblad Nieuw adres: ❑ Controleer of wijzig de bestemmingsinformatie ➞ druk op [OK]. Wijzig de bestemmingsinformatie op dezelfde manier dat u deze heeft aangegeven. (Raadpleeg “Aangeven van bestemmingen met het tabblad Nieuw adres” op pag. 2-2.) Het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending.
  • Pagina 76 Wissen van een bestemming U kunt een aangegeven bestemming van de lijst met bestemmingen verwijderen voordat u uw documenten laat scannen. Selecteer de te wissen bestemming. Als de bestemming die u wilt wissen niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de gewenste bestemming te zoeken.
  • Pagina 77 Opslaan van nieuwe bestemmingen met de toets Opslaan Via het scherm Adresboek en het scherm Favorietenknoppen kunt u nieuwe bestemmingen opslaan in het adresboek, onder de snelkiestoetsen en onder de favorietenknoppen. Met de toets Opslaan gaat u rechtstreeks naar het scherm Adres opslaan in Adresboekinstellingen (via het scherm Extra functies), het scherm Snelkiestoetsen in Adresboekinstellingen (via het scherm Extra functies) en het scherm Favorietenknop opslaan in TX instellingen bij <Standaard instellingen>...
  • Pagina 78 ● Als u bestemmingen onder de snelkiestoetsen wilt opslaan: ❑ Druk op [Snelkiestoets opslaan] ➞ sla de bestemmingen op. Voor instructies met betrekking tot het opslaan van bestemmingen onder de snelkiestoetsen, raadpleegt u “Opslaan/Bewerken van snelkiestoetsen” op pag. 9-20. U kunt ook bestemmingen onder snelkiestoetsen opslaan door op [Snelkiestoetsen] te drukken ➞...
  • Pagina 79 Selecteer een favorietenknop waaronder u een nieuwe bestemming wilt opslaan ➞ druk op [Opslaan/Bewerken]. Voor instructies met betrekking tot het opslaan onder favorietenknoppen, raadpleegt u “Favorietenknoppen” op pag. 8-18. 2-22 Opslaan van nieuwe bestemmingen met de toets Opslaan...
  • Pagina 80 Scanfuncties HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft de scanfuncties. Selecteren van een Scan mode ............3-2 Scaninstellingen .
  • Pagina 81 Selecteren van een Scan mode U kunt de Scan mode waarmee een document wordt gescand instellen. De machine heeft drie vaste scaninstellingen: • Indien de Kleuren verzendkit (standaard bij de iR2022i/iR2018i) is geactiveerd: Z/W 200 x 200 dpi, Z/W 300 x 300 dpi en Kleur 300 x 300 dpi •...
  • Pagina 82 Druk op de keuzelijst Scaninstellingen ➞ selecteer een scaninstelling. OPMERKING • De volgende combinaties van bestandsindeling en vaste scaninstelling zijn niet mogelijk. Als u ze selecteert, zal wanneer u op (Start) drukt een melding verschijnen de bestandsindeling te wijzigen. - [PDF (Compact)] of [JPEG] als bestandsindeling en [Z/W 200 x 200 dpi] of [Z/W 300 x 300 dpi] als de scan mode - [TIFF] of [PDF] als bestandsindeling en [Kleur 300 x 300 dpi] als de scan mode •...
  • Pagina 83 Scaninstellingen Om voor het origineel dat u wilt verzenden de juiste scaninstellingen te gebruiken, stelt u de Kleur mode (Kleur of Z&W), het documentformaat, de resolutie, densiteit en het type origineel in. Wijzigen van de Kleur mode U heeft de keuze uit de volgende twee kleur modes : Kleur en Z&W (zwart en wit). ■...
  • Pagina 84 Druk op de keuzelijst Scaninstellingen ➞ druk op [Optie]. Druk op [Kleur] of [Z/W] ➞ [OK]. Als [TIFF] of [PDF] is geselecteerd als de bestandsindeling en u [Kleur] selecteert als de Kleur mode, verschijnt op het scherm een melding of u de bestandsindeling wilt wijzigen. Indien [JPEG] of [PDF(Compact)] als bestandsindeling is geselecteerd en u selecteert [Kleur] als de Kleur mode en drukt vervolgens op [OK], dan verschijnt er een melding op het scherm waarin u wordt gevraagd de wijziging van de bestandsindeling te bevestigen.
  • Pagina 85 OPMERKING • Om de scaninstellingen te annuleren, drukt u op de keuzelijst Scaninstellingen ➞ druk op ➞ [Optie] [Annuleren]. • Om alle instellingen te annuleren en de machine terug te zetten in de Standaard mode, drukt u op (Reset). Documentformaat U kunt het documentformaat aangeven van documenten waarvoor u handmatig het formaat dient aan te geven voordat u gaat scannen, zoals transparanten.
  • Pagina 86 Druk op [Documentformaat]. Selecteer het documentformaat. OPMERKING Om een papierformaat in inches te selecteren, drukt u op [Inch-formaat]. Druk op [Gereed] ➞ [OK]. Het geselecteerde formaat is ingesteld en het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending. Scaninstellingen...
  • Pagina 87 Druk op (Start). Indien het origineel op de glasplaat is geplaatst, volg dan de instructies op het touch panel display ➞ druk voor elk origineel eenmaal op (Start). Druk op [Gereed] zodra alle originelen zijn gescand. Het scannen start. Zodra het scannen is voltooid, worden de gescande gegevens naar de gespecificeerde bestemming verzonden.
  • Pagina 88 Druk op de keuzelijst Scaninstellingen ➞ druk op [Optie]. Raadpleeg indien nodig de schermafbeelding in stap 2 van “Wijzigen van de Kleur mode” op pag. 3-4. Druk op de keuzelijst Resolutie ➞ selecteer de gewenste resolutie ➞ druk op [OK]. De geselecteerde mode is ingesteld en het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending.
  • Pagina 89 Instellingen scandensiteit en type origineel Voordat u het origineel laat scannen, kunt u de scandensiteit instellen en het type origineel selecteren. Handmatige densiteitaanpassing U kunt de scandensiteit handmatig instellen op het juiste niveau voor het betreffende origineel. OPMERKING Als u de Kleur mode selecteert, dient u de scandensiteit handmatig aan te passen. Plaats uw originelen ➞...
  • Pagina 90 Druk op (Start). Indien het origineel op de glasplaat is geplaatst, volg dan de instructies op het touch panel display ➞ druk voor elk origineel eenmaal op (Start). Druk op [Gereed] zodra alle originelen zijn gescand. Het scannen start. Zodra het scannen is voltooid, worden de gescande gegevens naar de gespecificeerde bestemming verzonden.
  • Pagina 91 Druk op [A] ➞ [OK]. De scandensiteit wordt automatisch aangepast aan de kwaliteit van het origineel. De geselecteerde mode is ingesteld en het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending. OPMERKING Bij transparanten kan de automatische densiteitaanpassing wellicht niet werken. In deze situatie kan de densiteit handmatig worden aangepast door op [Licht] of [Donker] te drukken.
  • Pagina 92 Type origineel selecteren U kunt handmatig het type origineel selecteren voor het type afbeelding dat u wilt gaan scannen. Voor het aanpassen van de beeldkwaliteit heeft u de keuze uit de volgende drie typen originelen. ■ Tekst mode Deze mode is het meest geschikt voor het scannen van tekstdocumenten. Blauwdrukken of met potlood getekende originelen kunnen eveneens duidelijk worden gescand.
  • Pagina 93 Druk op de keuzelijst Type origineel ➞ selecteer het type origineel ([Tekst/Foto], [Foto] of [Tekst]). De geselecteerde mode is ingesteld en het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending. Druk op [Licht] of [Donker] om de scandensiteit aan te passen ➞ druk op [OK].
  • Pagina 94 OPMERKING • Om de scaninstellingen te annuleren, drukt u op de keuzelijst Scaninstellingen ➞ druk op ➞ [Optie] [Annuleren]. • Om alle instellingen te annuleren en de machine terug te zetten in de Standaard mode, drukt u op (Reset). Dubbelzijdige originelen U kunt de machine instellen om dubbelzijdige originelen die in de aanvoer zijn geplaatst automatisch om te draaien zodat u elke zijde separaat kunt scannen.
  • Pagina 95 Selecteer het type origineel ➞ druk op [OK]. De details van elk item staan hieronder vermeld. [Type boek]: De voor- en achterzijde van het origineel hebben dezelfde boven-onder oriëntatie. [Type kalender]: De voor- en achterzijde van het origineel hebben een wisselende boven-onder oriëntatie.
  • Pagina 96 Verschillende origineelformaten Met deze mode kunt u verschillende origineelformaten tegelijk scannen. BELANGRIJK • Indien uw machine de iR2018i is, plaats de documenten dan in de aanvoer wanneer de mode Verschillende orgineelformaten wordt gebruikt. • De Verschillende origineelformaten mode kan niet worden gebruikt in combinatie met de Documentformaat of Stempelen mode.
  • Pagina 97 Selecteer het type origineel ➞ druk op [OK]. Als u originelen met dezelfde breedte plaatst, drukt u op [Zelfde breedte]. Als u originelen met verschillende breedten plaatst, drukt u op [Verschillende breedte]. Druk op [OK]. De geselecteerde mode is ingesteld en het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending.
  • Pagina 98 Verzenden van documenten HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft de algemene procedures voor het verzenden van documenten, het configureren van de verzendinstellingen en andere handige functies. Verzendmethoden ..............4-2 Een fax verzenden .
  • Pagina 99 Verzendmethoden U kunt de naam van het document, een onderwerpregel, een tekst en een e-mail, I-Fax of file server adres invoeren waarnaar u de documenten wilt verzenden. U kunt documenten verzenden zonder dat u de verzendinstellingen wijzigt, maar u kunt de verzendinstellingen ook aanpassen aan uw werkomgeving.
  • Pagina 100 ■ Directe verzending De machine verzendt elke gescande pagina van het document direct naar de bestemming. Alhoewel Directe verzending langzamer is dan Geheugenverzending, kunt u Directe verzending gebruiken wanneer u een urgent document wilt verzenden voordat u andere documenten gaat verzenden die in het geheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 101 OPMERKING • Om de mode Direct verzenden te annuleren, drukt u nogmaals op [Direct]. • Voor instructies met betrekking tot het instellen van de mode Stempelen, raadpleegt u “Stempelen van originelen” op pag. 4-15. • Voor instructies met betrekking tot het instellen van de mode Uitgestelde verzending, raadpleegt u "Uitgestelde verzending van een opdracht"...
  • Pagina 102 BELANGRIJK • Indien uw machine de iR2030/iR2025/iR2022i of de iR2018i is en u plaatst uw originelen in de aanvoer, dan wordt het formaat van de originelen automatisch gedetecteerd. Als het papier bij de andere partij niet identiek is aan het gescande formaat, zal de oorspronkelijke afbeelding iets worden verkleind.
  • Pagina 103 Verzenden van een e-mailbericht U kunt een document scannen en als bijlage meezenden met een e-mailbericht. U kunt de naam van het document, een regel met het onderwerp, een tekst en een antwoordadres toevoegen. Het gescande document kan als JPEG, TIFF of PDF bestand worden verzonden. OPMERKING In tegenstelling tot verzending via I-fax, kunt u bij verzending via e-mail andere formaten dan A4 selecteren, de resolutie selecteren en afbeeldingen in kleur verzenden.
  • Pagina 104 [Documentnaam]: Druk op [Documentnaam] ➞ voer de naam in van het document dat u wilt verzenden ➞ druk op [OK]. U kunt maximaal 24 tekens voor de naam van het document invoeren. [Onderwerp]: Druk op [Onderwerp] ➞ voer het onderwerp van het e-mailbericht in ➞ druk op [OK]. Voor het onderwerp kunt u maximaal 40 tekens invoeren.
  • Pagina 105 OPMERKING • Voor instructies met betrekking tot het invoeren van tekens, raadpleegt u Hoofdstuk 2 “Basishandelingen” in de Naslaggids. • U kunt ook (numerieke toetsen) gebruiken om nummers in te voeren en (Wissen) om uw invoer te wissen. • Wanneer u documenten verzendt, moet elke pagina als separate afbeelding worden bijgesloten bij een e-mailbericht en moet de extensie van het document overeenkomen met de bestandsindeling die u voor verzending heeft geselecteerd.
  • Pagina 106 OPMERKING • De volgende condities zijn altijd geselecteerd: - Papierformaat: A4 Dit is omdat de afzender niet weet of de machine van de ontvanger andere formaten dan A4 kan ontvangen. Originelen die groter zijn dan A4, worden verkleind naar A4-formaat. - Bestandsindeling: TIFF - Resolutie: Z&W 200 x 100 dpi of Z&W 200 x 200 dpi (VERZENDEN) ➞...
  • Pagina 107 [Antwoorden naar]: Druk op [Antwoorden naar] ➞ selecteer het antwoordadres ➞ druk op [OK]. Als het gewenste antwoordadres niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om het gewenste antwoordadres te zoeken. Druk op de alfanumerieke toetsen (zoals [ABC]) om voor elke letter of elk cijfer de individuele toetsen te laten verschijnen.
  • Pagina 108 Druk op (Start). Indien het origineel op de glasplaat is geplaatst, volg dan de instructies op het touch panel display ➞ druk voor elk origineel eenmaal op (Start). Druk op [Gereed] zodra alle originelen zijn gescand. Het scannen start. Zodra het scannen is voltooid, worden de gescande gegevens naar de gespecificeerde bestemming verzonden.
  • Pagina 109 [Bericht]: Druk op [Bericht] ➞ voer de tekst in ➞ druk op [OK]. Voor het bericht kunt u maximaal 140 tekens invoeren. Een harde return (nieuwe regel) wordt als één teken geteld. Het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending. BELANGRIJK Als u tekens zoals “,”, “/”, “[”...
  • Pagina 110 Uitgestelde verzending van een opdracht De Uitgestelde TX mode stelt u in staat een verzendopdracht in het geheugen op te slaan en het betreffende document op een later tijdstip te verzenden. OPMERKING • Voor Uitgestelde verzending kunt u maximaal 64 opdrachten reserveren. Het werkelijke aantal opdrachten dat u kunt reserveren is wellicht minder dan 64.
  • Pagina 111 (VERZENDEN) ➞ plaats uw originelen ➞ Druk op geef de bestemming aan. Druk op [Verzendinstellingen] ➞ Uitgestelde verzending]. Voer het verzendtijdstip in met (numerieke toetsen). Voer alle vier cijfers van de tijd in (inclusief nullen), volgens het 24-uur systeem. 4-14 Verzendmethoden...
  • Pagina 112 Voorbeelden: ➞ 0905 9:05 v.m. ➞ 1618 4:18 n.m. Als u een tijd instelt vóór de huidige tijd, dan wordt het document de volgende dag op dat tijdstip verzonden. OPMERKING Als u een vergissing maakt bij het invoeren van de verzendtijd, druk dan op (Wissen) ➞...
  • Pagina 113 BELANGRIJK • De Stempelen mode kan niet worden gebruikt in combinatie met de Documentformaat of Verschillende origineelformaten mode. • De mode Stempelen kan niet worden gebruikt wanneer u een faxdocument in de mode Directe verzending of Handmatige verzending wilt verzenden. OPMERKING •...
  • Pagina 114 Druk op [Gereed]. Het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending. Druk op (Start). Het scannen start. Een stempel ( ) verschijnt op het uitgevoerde origineel. OPMERKING Indien de stempel niet duidelijk is geplaatst, dan raadpleegt u Hoofdstuk 7 “Periodiek onderhoud”...
  • Pagina 115 Instellen van de bestandsindeling voor het verzenden van een document U kunt TIFF, JPEG of PDF als bestandsindeling selecteren wanneer u documenten naar een e-mailadres of een file server verzendt. Wanneer u meerdere originelen naar een e-mailadres of file server verzendt, kan elke pagina als een afzonderlijk bestand worden verzonden.
  • Pagina 116 Druk op [Bestandsindeling] ➞ selecteer een bestandsindeling voor het document dat u wilt verzenden ➞ druk op [Gereed]. Indien u meerdere afbeeldingen wilt scheiden en deze als separate bestanden die elk uit slechts één pagina bestaan wilt verzenden, druk dan op [Verdeel in pagina's]. Indien u meerdere afbeeldingen als een enkel bestand wilt verzenden zonder ze te scheiden, druk dan niet op [Verdeel in pagina's].
  • Pagina 117 Druk op (Start). Indien het origineel op de glasplaat is geplaatst, volg dan de instructies op het touch panel display ➞ druk voor elk origineel eenmaal op (Start). Druk op [Gereed] zodra alle originelen zijn gescand. Het scannen start. Zodra het scannen is voltooid, worden de gescande gegevens naar de gespecificeerde bestemming verzonden.
  • Pagina 118 Opdracht oproepen U kunt de laatste drie ingestelde bestemmingen, scaninstellingen en verzendinstellingen oproepen en uw documenten vervolgens verzenden. BELANGRIJK • De machine beschouwt één van de volgende activiteiten als een verzendopdracht: - Wanneer instellingen zoals de bestemming, scaninstellingen en verzendinstellingen zijn aangegeven en op de schakelaar van het bedieningspaneel, (Start) of (Reset) is gedrukt...
  • Pagina 119 Selecteer [1 Terug], [2 Terug] of [3 Terug] ➞ controleer de instellingen ➞ druk op [OK]. Het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending. OPMERKING • U kunt ook controleren welke verzendopdrachten in het geheugen zijn opgeslagen anders ▼...
  • Pagina 120 Ontvangen van documenten HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft de basisfuncties voor ontvangst van documenten. U kunt documenten automatisch ontvangen, ontvangen documenten doorzenden naar een aangegeven bestemming of een document afdrukken dat in het geheugen is ontvangen. Ontvangen van afdrukopdrachten en fax/I-Fax documenten ....... . . 5-2 Ontvangen van documenten.
  • Pagina 121 Ontvangen van afdrukopdrachten en fax/I-Fax documenten ■ Ontvangen van afdrukopdrachten De machine kan afdrukopdrachten van een computer ontvangen en uitvoeren. ■ Ontvangen van I-fax documenten De I-Faxfunctie lijkt op e-mail. In plaats van berichten via het internet te verzenden en ontvangen, stelt I-fax u in staat gescande documenten via het internet te verzenden en ontvangen.
  • Pagina 122 Wanneer het document is ontvangen, blijft de indicator Verwerken/ Gegevens op het bedieningspaneel groen oplichten. Dit geeft aan dat documenten in het geheugen zijn opgeslagen. OPMERKING • Ook wanneer de machine in de Sluimer mode gaat, blijft de Verwerken/Gegevens indicator knipperen of groen branden.
  • Pagina 123 Verwerken van ontvangen documenten Wanneer de machine I-fax/fax documenten ontvangt, worden ze verwerkt zoals onderstaand is aangegeven: : Standaard instelling of normale bediening : Conditionele bediening Ontvangen Doorgezonden naar de Doorzenden aangegeven bestemming Doorzendfout UIT/ Komt niet overeen met de condities Bestemming(en) Doorzenden opgeslagen...
  • Pagina 124 Instellen van de mode Geheugenslot Indien Geheugenslotinstelling bij Communicatie instellingen onder Systeeminstellingen (via het scherm Extra functies) op ‘Aan’ is ingesteld, dan worden ontvangen documenten in het geheugen opgeslagen in plaats van afgedrukt. Volg de onderstaande procedure om de machine handmatig in de Geheugenslot mode te zetten als de Geheugenslottijdklok niet is ingesteld of als u de machine in de Geheugenslot mode wilt zetten voordat de tijdklok automatisch de Geheugenslot mode inschakelt.
  • Pagina 125 Druk herhaaldelijk op [Gereed] tot het scherm met basisfuncties voor verzending verschijnt. Tijdens ontvangst zal het transactienummer op het touch panel display verschijnen. OPMERKING Gebruik het scherm Systeem monitor om te controleren of er nog ontvangen documenten in het geheugen zijn opgeslagen. (Raadpleeg “Controleren van gegevens van ontvangstopdrachten”...
  • Pagina 126 Selecteer de gewenste doorzendinstelling ➞ druk op [Geldig/Ongeldig]. Wanneer u de gewenste doorzendinstelling selecteert en op [Geldig/Ongeldig], dan wordt de “Aan” of “Uit” status die aan de linkerzijde van de conditienaam is weergegeven gewijzigd. (“Aan” wordt “Uit” en “Uit” wordt “Aan”.) <Aan>: Als het document voldoet aan de doorzendcondities, wordt het ontvangen document doorgezonden.
  • Pagina 127 Wissen van ontvangen documenten U kunt elk ontvangen fax en I-Fax document dat in het geheugen is opgeslagen wissen. Indien het geheugen vol is, kan de machine geen documenten meer ontvangen. Aanbevolen wordt overbodige documenten zo vaak mogelijk te wissen. OPMERKING Extra documenten kunnen niet in het geheugen worden ontvangen als het volgende van toepassing is: - Wanneer een totaal van 95 pagina's aan documenten of afbeeldingen in het geheugen is ontvangen...
  • Pagina 128 Selecteer de opdracht die u wilt wissen ➞ druk op [Wissen]. Als de opdracht die u wilt wissen niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲]. Om meerdere documenten te wissen, selecteert en wist u de documenten één voor één. U kunt geen documenten wissen die worden afgedrukt.
  • Pagina 129 Druk op [RX/TX] ➞ [RX opdr. rapp.]. Druk op [I-Fax Geh. slot doc.]. Selecteer het document dat u wilt wissen ➞ druk op [Wissen]. Als het document dat u wilt wissen niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om het gewenste document te laten verschijnen.
  • Pagina 130 Druk op [Ja]. Om het wissen van het geselecteerde document te annuleren, drukt u op [Nee]. De melding <Wissen...> verschijnt gedurende ca. twee seconden op het touch panel display. Het geselecteerde document is gewist. Druk op [Gereed] ➞ [Gereed]. Het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending. 5-11 Ontvangen van afdrukopdrachten en fax/I-Fax documenten...
  • Pagina 131 Beschikbare papierformaten Wanneer ontvangen documenten worden afgedrukt, vindt dat plaats op papier uit de papierlade waar hetzelfde formaat papier aanwezig is als het ontvangen document. Indien alle instellingen in Selecteer cassette van RX instellingen bij <Standaard instellingen> in Communicatie instellingen (via het scherm Extra functies) op ‘Aan’ zijn ingesteld en er geen papier met het juiste formaat beschikbaar is, dan selecteert de machine automatisch een ander papierformaat in de volgende volgorde.
  • Pagina 132 Speciale faxfuncties HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft speciale faxverzendfuncties. Speciaal kiezen ..............6-2 Kiezen vanaf een telefoontoestel .
  • Pagina 133 Speciaal kiezen Voer faxnummers in zoals hieronder is beschreven wanneer de machine op een telefoontoestel is aangesloten of wanneer u internationale faxnummers wilt invoeren. ■ Kiezen vanaf een telefoontoestel Wanneer u via een telefoontoestel een buitenlijn kiest, dan wordt er normaal gesproken een toegangsnummer (bijv.0) gekozen voor het faxnummer van de bestemming.
  • Pagina 134 Druk op [R]. Druk op [Pauze] ➞ voer een faxnummer in. Voorbeeld: Voer 516XXXXXXX als faxnummer in. Druk op [Pauze] nadat u het toegangsnummer voor de buitenlijn heeft ingevoerd (‘R’ in het bovenstaande voorbeeld) en voordat u het faxnummer invoert. Voer een pauzeduur in die lang genoeg is om de kiestoon van de buitenlijn te horen nadat het toegangsnummer voor de buitenlijn is gekozen.
  • Pagina 135 • Er kunnen twee of meer pauzes achter elkaar worden ingevoerd. • De plaats van een pauze en de actuele pauzeduur kunnen variëren afhankelijk van het telefoonsysteem. Neem voor meer informatie contact op met uw Canon dealer of uw telefoonbedrijf.
  • Pagina 136 FAX infodiensten Veel FAX infodiensten voor banken, vliegtuigreserveringen, hotelreserveringen, etc., vereisen toonkiezen voor hun diensten. Indien uw machine op een pulskieslijn is aangesloten, volg dan deze procedure om de machine tijdelijk op toonkiezen in te stellen. OPMERKING Wanneer u gebruik maakt van FAX infodiensten, dan kunt u de mode Oproepen niet gebruiken. Druk op (VERZENDEN).
  • Pagina 137 ● Indien u op [Snelkiestoetsen] drukt: ❑ Selecteer de gewenste snelkiestoets. ❑ Druk op [OK]. Wanneer uw oproep wordt beantwoord en u hoort het opgenomen bericht van de infodienst, druk dan op [Toon]. Wanneer u deze machine gebruikt met toonkiezen, dan is deze stap niet nodig. Nadat u op [Toon] heeft gedrukt, verschijnt er een <T>...
  • Pagina 138 Voer de door de infodienst gevraagde cijfers in met (numerieke toetsen) OPMERKING Wilt u meer informatie over de infodienst, neem dan contact op met het bedrijf dat de dienst exploiteert. Druk op [RX Start] indien u een gefaxte kopie van de informatie wilt ontvangen.
  • Pagina 139 FAX infodiensten...
  • Pagina 140 Controleren/wijzigen van de verzend-/ontvangststatus HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de status van verzend-/ontvangstopdrachten kunt controleren/wijzigen. Controleren van de status van de verzendopdrachten ........7-2 Controleren van gegevens van verzendopdrachten .
  • Pagina 141 Controleren van de status van de verzendopdrachten Dit gedeelte beschrijft hoe u de status van verzendopdrachten kunt controleren/wijzigen. Voor meer informatie, raadpleegt u Hoofdstuk 5 “Controleren van de opdracht- en apparaatstatus” in de Naslaggids. OPMERKING • Indien Weergave opdrachtenlog onder Systeeminstellingen (via het scherm Extra functies) op ‘Uit’...
  • Pagina 142 Druk op [RX/TX]. Selecteer [TX opdr. stat.] of [TX opdr.log]. Selecteer de opdracht waarvan u de details wilt bekijken ➞ druk op [Details]. Indien de opdracht die u wilt selecteren niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de opdracht te zoeken. Controleren van de status van de verzendopdrachten...
  • Pagina 143 ● Als u een opdracht selecteert met [TX opdr. stat.]: ❑ Controleer de details. ● Als u een opdracht selecteert met [TX opdr.log]: ❑ Controleer de details. Druk herhaaldelijk op [Gereed] tot het scherm met basisfuncties voor verzending verschijnt. Controleren van de status van de verzendopdrachten...
  • Pagina 144 Afdrukken van een verzendopdrachtlog (Activiteitenrapport) Druk op [Systeem monitor] ➞ [RX/TX]. Raadpleeg indien nodig de schermafbeeldingen in stap 1 en 2 van “Controleren van gegevens van verzendopdrachten” op pag. 7-2. Selecteer [TX opdr.log]. Druk op [Lijst afdrukken]. OPMERKING Het verzendopdrachtenlog kan alleen worden afgedrukt indien A3, A4 of A4R (normaal of gerecycled papier) in de papierbronnen is geplaatst waarvan de instellingen in Overige bij Lade geschikt voor APS/ADS onder Standaard instellingen (via het scherm Extra functies) op 'Aan' zijn ingesteld’.
  • Pagina 145 Druk op [Ja]. Om het afdrukken te annuleren, drukt u op [Nee]. Het Activiteitenrapport wordt afgedrukt. Druk op [Gereed]. Het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending. Controleren van de status van de verzendopdrachten...
  • Pagina 146 Controleren/wijzigen van de status van ontvangstopdrachten en opdrachten met doorzendfouten U kunt zowel de inhoud van ontvangen documenten die in het geheugen zijn opgeslagen controleren als de status van ontvangstopdrachten. OPMERKING • Indien Weergave opdrachtenlog onder Systeeminstellingen (via het scherm Extra functies) op ‘Uit’...
  • Pagina 147 Druk op [RX/TX]. Druk op [RX opdr. rapp.]. Selecteer een opdracht waarvan u de details wilt bekijken ➞ druk op [Details]. Indien de opdracht die u wilt selecteren niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de opdracht te zoeken. Controleren/wijzigen van de status van ontvangstopdrachten en opdrachten met doorzendfouten...
  • Pagina 148 Controleer de details van de geselecteerde opdracht. Druk herhaaldelijk op [Gereed] tot het scherm met basisfuncties voor verzending verschijnt. Afdrukken van het ontvangstopdrachtenlog (Activiteitenrapport) U kunt het log met ontvangen opdrachten afdrukken (Activiteitenrapport (RX)). Druk op [Systeem monitor] ➞ [RX/TX] ➞ [RX opdr. rapp.]. Raadpleeg indien nodig de schermafbeeldingen in stap 1 t/m 3 van “Controleren van gegevens van ontvangstopdrachten”...
  • Pagina 149 Druk op [Ja]. Om het afdrukken te annuleren, drukt u op [Nee]. Het Activiteitenrapport (RX) wordt afgedrukt. Druk op [Gereed]. Het display gaat terug naar het scherm met basisfuncties voor verzending. Controleren van de aankomst van I-Fax opdrachten De machine controleert regelmatig of een I-fax is gearriveerd. U kunt de ontvangst van een I-fax op elk gewenst moment controleren door de onderstaande procedure te volgen.
  • Pagina 150 OPMERKING Om [Contr. RX I-Fax opdr] te kunnen gebruiken, dient u eerst de POP (Post Office Protocol) instelling in E-mail/I-Fax bij Netwerkinstellingen onder Systeeminstellingen (via het scherm Extra functies) op ‘Aan’ in te stellen, zodat u documenten via POP kunt ontvangen. (Raadpleeg Hoofdstuk 3 “Gebruik van een TCP/IP netwerk”...
  • Pagina 151 Selecteer het document dat u wilt doorzenden ➞ druk op [Details]. Indien de opdracht die u wilt selecteren niet wordt weergegeven op het scherm I-FAX geheugenslot document, druk dan op [▼] of [▲]. Druk op [Doorzenden]. Geef de bestemming aan via het adresboek of de snelkiestoetsen ➞ druk op [Start].
  • Pagina 152 OPMERKING Voor instructies met betrekking tot het gebruik van het adresboek, raadpleegt u “Gebruik van het adresboek” op pag. 2-13. Druk herhaaldelijk op [Gereed] tot het scherm met basisfuncties voor verzending verschijnt. Controleren/wijzigen van de status van I-Fax opdrachten met doorzendfouten U kunt de details van documenten die de machine niet heeft kunnen doorzenden controleren.
  • Pagina 153 ● Indien u de details van opdrachten met doorzendfouten wilt controleren: ❑ Selecteer een opdracht waarvan u de details wilt bekijken ➞ druk op [Details]. Indien de opdracht die u wilt selecteren niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de opdracht te zoeken.
  • Pagina 154 ❑ Controleer de details ➞ druk op [Ja]. Als u het document niet wilt annuleren, drukt u op [Nee]. De melding <Wissen...> verschijnt gedurende ca. twee seconden op het touch panel display. Het geselecteerde document is gewist. ● Indien u een opdracht met een doorzendfout wilt afdrukken ❑...
  • Pagina 155 ❑ Geef de bestemming aan via het adresboek of de snelkiestoetsen ➞ druk op [Start]. OPMERKING • Indien het document succesvol is doorgezonden, dan wordt het uit het geheugen gewist. • Voor instructies met betrekking tot het gebruik van het adresboek, raadpleegt u “Gebruik van het adresboek”...
  • Pagina 156 Controleren/wijzigen van de status van faxopdrachten Dit gedeelte beschrijft hoe u de status van faxopdrachten kunt controleren. OPMERKING • Indien Weergave opdrachtenlog onder Systeeminstellingen (via het scherm Extra functies) op ‘Uit’ is ingesteld, dan wordt [Log] niet op het scherm Systeem monitor weergegeven. •...
  • Pagina 157 Druk op [Fax]. Selecteer [TX opdr. stat.], [RX opdr. stat.] of [Log]. 7-18 Controleren/wijzigen van de status van faxopdrachten...
  • Pagina 158 ● Indien u [TX opdr. stat.] selecteert: ❑ Selecteer de opdracht waarvan u de details wilt bekijken ➞ druk op [Details]. Indien de opdracht die u wilt selecteren niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de gewenste opdracht te zoeken. U kunt TX opdrachten die worden verzonden of wachten om te worden verzonden annuleren door in [TX opdr.
  • Pagina 159 Controleer de details van de geselecteerde opdracht. Druk herhaaldelijk op [Gereed] tot het scherm met basisfuncties voor verzending verschijnt. Afdrukken van het faxopdrachtenlog (activiteitenrapport) U kunt het activiteitenrapport, met daarin opgenomen de starttijd van de verzending, de bestemming, het opdrachtnummer, de verzendmode, het aantal pagina's en het verzendresultaat, afdrukken.
  • Pagina 160 OPMERKING Het activiteitenrapport kan alleen worden afgedrukt indien A3, A4 of A4R (alleen normaal of gerecycled papier) in de papierbronnen is geplaatst waarvan de instellingen in Overige bij Lade geschikt voor APS/ADS onder Standaard instellingen (via het scherm Extra functies) op 'Aan' zijn ingesteld’.
  • Pagina 161 Druk op [Doorzenden]. Geef de bestemming aan in het adresboek ➞ druk op [Start]. OPMERKING Voor instructies met betrekking tot het gebruik van het adresboek, raadpleegt u “Controleren van gegevens van faxopdrachten” op pag. 7-17. Druk herhaaldelijk op [Gereed] tot het scherm met basisfuncties voor verzending verschijnt.
  • Pagina 162 Druk op [Systeem monitor] ➞ [Fax] ➞ [RX opdr. stat.]. Raadpleeg indien nodig de schermafbeeldingen in stap 1 t/m 3 van “Controleren van gegevens van ontvangstopdrachten” op pag. 7-7. Druk op [Doorzend. Ft.status]. ● Indien u de details van opdrachten met doorzendfouten wilt controleren: ❑...
  • Pagina 163 ● Indien u een opdracht met een doorzendfout wilt wissen: ❑ Selecteer de opdracht die u wilt wissen ➞ druk op [Wissen]. Indien de opdracht die u wilt selecteren niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de opdracht te zoeken. Om meerdere documenten te wissen, selecteert en wist u de documenten één voor één.
  • Pagina 164 ● Indien u een opdracht met een doorzendfout wilt doorzenden ❑ Selecteer de opdracht die u wilt doorzenden ➞ druk op [Doorzenden]. Indien de opdracht die u wilt selecteren niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om naar de opdracht te zoeken. ❑...
  • Pagina 165 7-26 Controleren/wijzigen van de status van faxopdrachten...
  • Pagina 166 Aanpassen van de communicatie-instellingen HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de standaard instellingen van de Verzend/Ontvangst functie kunt opslaan en aanpassen aan uw werkomgeving. Wat zijn Extra functies?............. . 8-2 Tabel met communicatie-instellingen .
  • Pagina 167 Wat zijn Extra functies? Extra functies stellen u in staat de verschillende instellingen van de machine aan te passen. OPMERKING De instellingen die zijn aangegeven via het scherm Extra functies, worden nooit gewijzigd wanneer u op (Reset) drukt. Druk op (Extra functies).
  • Pagina 168 Druk op een mode toets om de instellingen aan te geven. Voor meer informatie over de instellingen die u kunt aangeven door op de toetsen op het scherm Extra functies te drukken, raadpleegt u “Tabel met communicatie-instellingen” op pag. 8-5, “Tabel met adresboekinstellingen”...
  • Pagina 169 Geef de gewenste mode aan ➞ druk op [OK]. De geselecteerde mode is ingesteld. Druk herhaaldelijk op [Gereed] tot het scherm met basisfuncties voor verzending verschijnt. Wat zijn Extra functies?
  • Pagina 170 Tabel met communicatie-instellingen De volgende items kunnen worden ingesteld of opgeslagen bij Communicatie-instellingen via het scherm Extra functies. ■ Standaard instellingen Betreffende Item Instellingen pagina TX instellingen Apparaatnaam Maximum 24 tekens pag. 1-18 Datacompressieverhouding* Hoge verhouding, Normaal* , Lage verhouding pag.
  • Pagina 171 ■ Vervolg tabel met Standaard instellingen Betreffende Item Instellingen pagina RX instellingen Dubbelzijdige afdruk pag. 8-26 Aan, Uit* Selecteer cassette Schakelaar A: Aan* , Uit Schakelaar B: Aan* , Uit pag. 8-27 Schakelaar C: Aan* , Uit Schakelaar D: Aan* , Uit Ontvangstverkleining pag.
  • Pagina 172 Datacompressieverhouding voor verzendopdrachten in kleur U kunt de compressieverhouding voor kleurenscans instellen. Een hoge compressieverhouding verlaagt de hoeveelheid geheugen voor het document maar resulteert ook in afbeeldingen met een lagere kwaliteit. Een lage compressieverhouding zal echter resulteren in een hogere hoeveelheid geheugen voor het document maar geeft ook afbeeldingen met een hogere kwaliteit.
  • Pagina 173 Aantal herhalingspogingen Aantal pogingen is de mode die gegevens automatisch opnieuw verzendt wanneer de gegevens niet kunnen worden verzonden. Dit vindt plaats als de andere partij bezig is met verzending of ontvangst of wanneer een fout optreedt. Deze instelling bepaalt het aantal pogingen.
  • Pagina 174 Standaard verzendinstellingen Deze mode stelt u in staat de Standaard instellingen voor de verzendfunctie te wijzigen, inclusief de Scan mode en bestandsindeling. (Raadpleeg “Selecteren van een Scan mode” op pag. 3-2 en “Verzendmethoden” op pag. 4-2.) OPMERKING • Indien u documenten per fax verzendt, dan zijn de hier ingestelde kleur mode en bestandsindeling uitgeschakeld.
  • Pagina 175 Geef alle instellingen aan ➞ druk op [OK]. <Kleur mode>: Selecteer [Kleur] of [Z&W]. <Documentformaat>: Druk op [Documentformaat] ➞ Selecteer een documentformaat ➞ druk op [Gereed]. <Bestandsindeling>: Druk op [Bestandsindeling] ➞ selecteer een bestandsindeling ➞ druk op [Gereed]. Indien u meerdere afbeeldingen wilt scheiden en deze als separate bestanden die elk uit slechts één pagina bestaan wilt verzenden, druk dan op [Verdeel in pagina's].
  • Pagina 176 <Scandensiteit>: Druk op [A], [Licht] of [Donker] om de scandensiteit aan te passen ➞ druk op [OK]. [A]: Past automatisch de scandensiteit aan op een niveau dat het meest geschikt is voor de kwaliteit van het origineel. [Licht]: Zorgt voor een lichtere densiteit. [Donker]: Zorgt voor een donkerder densiteit.
  • Pagina 177 Druk op [Initialiseren]. Druk op [Ja]. Om het initialiseren van de Standaard verzendinstellingen te annuleren, drukt u op [Nee]. De melding <Geïnitialiseerd.> verschijnt gedurende twee seconden op het touch panel display. De Standaard instellingen zijn geïnitialiseerd. 8-12 Standaard verzendinstellingen...
  • Pagina 178 Afdrukken van de TX terminal ID De instelling TX terminal ID stelt u in staat aan te geven of het TX terminal ID wordt afgedrukt langs de bovenrand van documenten die u met fax/I-fax verzendt. Informatie zoals uw faxnummer, naam en I-faxadres wordt afgedrukt, zodat de andere partij direct ziet van wie het document afkomstig is.
  • Pagina 179 Buiten 30/06 2007 10:50 IFAX xxx@xxxx.xxx beeld Origineelvlak Binnen 30/06 2007 10:50 IFAX xxx@xxxx.xxx beeld De geselecteerde mode is ingesteld. ● Als u [Aan] selecteert en de optionele Super G3 Faxkaart is geïnstalleerd: ❑ Druk op [Optie] ➞ geef de afdrukpositie aan ➞ selecteer [FAX] of [TEL] voor <Telefoon # symbool>...
  • Pagina 180 Voorbeeld: Indien u TX Terminal ID op ‘Aan’ instelt, dan wordt de terminal ID informatie als volgt op het papier van de ontvanger afgedrukt: Buiten (040)XXX-XXXX CANON 30/06 2007 10:50 beeld FAX/IFAX/TEL Origineelvlak Binnen 30/06 2007 10:50 (040)XXX-XXXX CANON beeld De geselecteerde mode is ingesteld.
  • Pagina 181 Gammawaarde voor TX opdr. in kleur U kunt de gammawaarde voor kleurenscans instellen. Indien de ingestelde waarde overeenkomt met de gammawaarde bij de machine van de ontvanger, dan wordt de scanbelichting van de uitgevoerde data bij de machine van de ontvanger automatisch aangepast aan het niveau dat het meest geschikt is voor de kwaliteit van het origineel.
  • Pagina 182 Aanpassen van het contrast (Beeldscherpte) Deze mode stelt u in staat originelen te scannen met een hoger of lager contrast. Om originelen met tekst en lijnen met een hoger contrast te scannen, gebruikt u [Hoog] als de instelling. U kunt originelen met drukwerkafbeeldingen of andere grijstinten met een lager (zachter) contrast scannen door [Laag] als instelling te gebruiken.
  • Pagina 183 Favorietenknoppen U kunt elke gewenste combinatie van verzendinstellingen aangeven en deze onder een favorietenknop in het geheugen opslaan. Er zijn 18 favorietenknoppen en deze kunnen worden voorzien van een naam. Dit is een handige functie waarmee u regelmatig gebruikte verzendinstellingen kunt opslaan. OPMERKING •...
  • Pagina 184 Selecteer een favorietenknop ([M1] t/m [M18]) voor het opslaan van de verzendinstellingen ➞ druk op [Opslaan/Bewerken]. Als de gewenste favorietenknop niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de gewenste favorietenknop te zoeken. OPMERKING ■ Toetsen waaronder al instellingen zijn opgeslagen, worden met een zwart vierkantje ( aan de rechter onderzijde van de toets weergegeven.
  • Pagina 185 ● Als u een toets selecteert waaronder al instellingen zijn opgeslagen: ❑ Er verschijnt een scherm dat vraagt te bevestigen dat u de vorige instellingen wilt overschrijven. Druk op [Ja]. Om het overschrijven van de instellingen te annuleren, drukt u op [Nee]. Zodra de instellingen zijn opgeslagen, verschijnt gedurende ca.
  • Pagina 186 Druk op [Naam]. OPMERKING • Als u een toets selecteert waaronder al instellingen zijn opgeslagen, dan verschijnen die instellingen op het display. • U kunt ook namen toewijzen aan toetsen waar nog geen instellingen zijn opgeslagen. • Indien er meer verzendinstellingen zijn opgeslagen dan op dat moment worden weergegeven, ▼...
  • Pagina 187 Wissen van een favorietenknop (Extra functies) ➞ [Communicatie-instellingen] ➞ [TX Druk op instellingen] bij <Standaard instellingen> ➞ [Favorietenknop opslaan]. Selecteer de favorietenknop met de verzendinstellingen die u wilt wissen ➞ druk op [Wissen]. Als de gewenste favorietenknop niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de gewenste favorietenknop te zoeken.
  • Pagina 188 Scaninstellingen voor kleuren verzendopdrachten U kunt de prioriteit instellen voor in kleur gescande gegevens. Door Snelheidprioriteit te selecteren zal het verzenden sneller gaan, maar dit resulteert in een lagere beeldkwaliteit. Door Beeldprioriteit te selecteren zal het verzenden iets langer duren, maar dit resulteert wel in een hogere beeldkwaliteit.
  • Pagina 189 Initiële verzendscherm Deze mode stelt u in staat aan te geven of het tabblad [Favorieten], [Snelkiezen] of het scherm met basisfuncties voor verzending verschijnt zodra de machine is ingeschakeld, op (Reset) is gedrukt of de Automatische Reset mode is ingeschakeld. OPMERKING De standaard instelling is ‘Initiële functie’.
  • Pagina 190 Initialiseren van TX instellingen U kunt bijna alle TX instellingen terugzetten naar de standaard instellingen. BELANGRIJK U kunt geen Aantal pogingen, Naam en TX Terminal ID instellingen initialiseren. OPMERKING Als u de TX instellingen initialiseert, worden ook de instellingen geïnitialiseerd die onder de favorietenknoppen zijn opgeslagen.
  • Pagina 191 Dubbelzijdig afdrukken U kunt ontvangen documenten afdrukken op beide zijden van het papier, zodat u op papier kunt besparen. OPMERKING De standaard instelling is ‘Uit’. (Extra functies) ➞ [Communicatie-instellingen] ➞ [RX Druk op instellingen] bij <Standaard instellingen> ➞ [Dubbelzijdige afdruk]. Selecteer [Aan] of [Uit] ➞...
  • Pagina 192 Selecteren van papierlade U kunt instellen hoe de machine documenten afdrukt wanneer het formaat van het ontvangen document niet overeenkomt met het papier in de machine. Er zijn vier methoden voor afdrukken (Schakelaars A, B, C en D): • Schakelaar A: De afbeelding wordt op twee vellen papier afgedrukt die samen hetzelfde formaat hebben als het ontvangen document.
  • Pagina 193 • Schakelaar D: De afbeelding wordt afgedrukt op papier met een groter formaat dan dat van het ontvangen document. Ontvangen gegevens (Origineel) Uitvoer OPMERKING • Voor meer informatie over het selecteren van een papierbron voor het afdrukken van ontvangen documenten, raadpleegt u Hoofdstuk 4 “Aanpassen van instellingen” in de Naslaggids. •...
  • Pagina 194 Verkleinen van een ontvangen document U kunt de machine instellen om ontvangen documenten automatisch te verkleinen zodat het gehele document binnen het afdrukvlak op het papier wordt afgedrukt. OPMERKING De standaard instellingen zijn: - Ontvangstverkleining Aan - RX verkleining: Auto - Verkleinings %: 90% - Verkleiningsrichting: Alleen verticaal (Extra functies) ➞...
  • Pagina 195 ● Als u [Aan] selecteert: ❑ Geef alle instellingen aan ➞ druk op [OK]. <RX verkleining>: [Auto]: De afbeelding wordt automatisch met een geschikt verkleiningspercentage verkleind. [V.verkl.]: De afbeelding wordt verkleind met een vaste waarde die is ingesteld bij <Verkleinings %>. <Verkleinings %>: Indien u [V.verkl.] heeft geselecteerd, selecteer dan 75%, 90%, 95% of 97% als verkleiningspercentage.
  • Pagina 196 Afdrukken van voettekstinformatie op een ontvangen document U kunt instellen of de machine de datum, dag en tijd van ontvangst, het transactienummer en het paginanummer aan de onderzijde van het ontvangen document afdrukt. 30/06/2007 10:50 [ TX/RX NR. 5010 ] Paginanummer Transactienummer Tijd van ontvangst...
  • Pagina 197 Instellen van doorgaan met afdrukken wanneer de toner op is U kunt instellen of de machine doorgaat met afdrukken van ontvangen documenten en rapporten wanneer de toner bijna op is. Als u de machine instelt om niet door te gaan met afdrukken, dan stopt de machine met afdrukken zodra de toner bijna op is en worden de ontvangen documenten automatisch in het geheugen opgeslagen.
  • Pagina 198 Aanpassen van het lijnvolume U kunt het volume voor de lijntoon die deze machine produceert tijdens een faxverzending instellen. OPMERKING • De lijntoon klinkt wanneer de machine contact maakt met het faxapparaat van de ontvanger. • De standaard instelling is ‘1’, op een schaal van 0 t/m 3. (Extra functies) ➞...
  • Pagina 199 ECM verzending ECM (Fout Correctie Mode) reduceert het effect van systeem- en lijnfouten die op kunnen treden tijdens het verzenden en ontvangen van documenten van en naar een ander faxapparaat dat ECM ondersteunt. Indien de andere machine ECM niet ondersteunt, dan wordt deze instelling genegeerd.
  • Pagina 200 Pauzeduur Soms kan het internationaal kiezen worden beïnvloed door de afstand of de complexe route van verbindingen bij het achtereenvolgens kiezen van de internationale toegangscode, de landcode en het telefoonnummer van de bestemming. Voeg in dergelijke situaties een pauze achter de internationale toegangscode in. Wanneer de machine het nummer kiest, zal deze even pauzeren waar de pauze in het nummer is ingevoegd.
  • Pagina 201 Automatische nummerherhaling Automatische nummerherhaling stelt de machine in staat het faxnummer van de ontvanger automatisch opnieuw te kiezen als de ontvanger niet kan worden bereikt, omdat de lijn bezet is of er een verzendfout optreedt. Autom. nummerherhaling kan op ‘Aan’ of ‘Uit’ worden ingesteld. Indien u Autom. nummerherhaling op ‘Aan’...
  • Pagina 202 Controleren van de kiestoon voordat u gaat verzenden U kunt instellen of u de kiestoon wilt controleren voordat u het nummer gaat kiezen om een fax te verzenden. OPMERKING De standaard instelling is ‘Aan’. (Extra functies) ➞ [Communicatie-instellingen] ➞ [TX Druk op instellingen] bij <Faxinstellingen>...
  • Pagina 203 TX rotatie De functie TX rotatie corrigeert automatisch de oriëntatie van het document door de afbeelding tijdens de verzending te roteren. Als u bijvoorbeeld een document met een horizontale oriëntatie verticaal op de machine plaatst, dan roteert de machine de afbeelding en verzendt deze horizontaal.
  • Pagina 204 ECM ontvangst U kunt binnenkomende documenten ontvangen met ECM (Fout Correctie Mode). ECM is een mode die automatisch fouten in een afbeelding corrigeert terwijl deze wordt ontvangen. Indien de ontvangstsnelheid erg traag blijkt te zijn, dan kunt u de ontvangsttijd versnellen door ECM op ‘Uit’...
  • Pagina 205 8-40 ECM ontvangst...
  • Pagina 206 Opslaan/bewerken van adresboekinstellingen HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft hoe u adressen in het adresboek kunt opslaan en hoe u de opgeslagen informatie kunt bewerken en wissen. Tabel met adresboekinstellingen............9-2 Over het adresboek.
  • Pagina 207 Tabel met adresboekinstellingen De volgende items kunnen worden opgeslagen of ingesteld bij Adresboek instellingen via het scherm Extra functies. Betreffende Item Instellingen pagina Registreer adres Opslaan nieuw adres Bewerken pag. 9-4 Wissen Snelkiestoetsen Registreren/bewerken, wissen pag. 9-20 OPMERKING Voor instructies met betrekking tot het instellen van modes die niet in deze handleiding zijn beschreven, raadpleegt u de andere handleidingen die in “Handleidingen voor de machine,”...
  • Pagina 208 Over het adresboek Het adresboek is een functie die wordt gebruikt voor het opslaan van bestemmingen voor fax, e-mail, I-fax en file servers. Het adresboek is verdeeld in subadresboeken en snelkiestoetsen. In het adresboek kunt u maximaal 300 bestemmingen opslaan en onder de snelkiestoetsen maximaal 200 bestemmingen.
  • Pagina 209 Opslaan van nieuwe adressen Als u een bestemming opslaat in het adresboek, kunt u zich de tijd en moeite besparen van het telkens invoeren van de bestemming. Die bestemming kan ook worden geselecteerd uit het adresboek dat wordt gebruikt voor andere aangepaste instellingen. Adres opslaan is een mode bij de Extra functies.
  • Pagina 210 Voer het faxnummer van de ontvanger in met (numerieke toetsen), , en De details van elk item staan hieronder vermeld. [Pauze]: Druk hierop om een pauze van enkele seconden in het faxnummer dat u kiest in te voegen. Als u een pauze in het faxnummer invoegt, dan wordt de letter <p> weergegeven tussen de cijfers.
  • Pagina 211 Druk op [Optie]. ● Indien u de verzendsnelheid wilt aangeven: ❑ Druk op [Zendsnelheid]. ❑ Selecteer de gewenste verzendsnelheid ➞ druk op [OK]. OPMERKING Indien de verzending van documenten traag start, dan kan dit inhouden dat de telefoonlijnen in uw regio in slechte conditie zijn. Selecteer een lagere snelheid. U kunt [33600 bps], [14400 bps], [9600 bps] of [4800 bps] selecteren.
  • Pagina 212 ● Indien u instellingen voor het internationaal kiezen wilt aangeven: ❑ Druk op [Internationaal]. ❑ Selecteer het type oproep ➞ druk op [OK]. Selecteer [Lokaal] voor het kiezen van lokale telefoonnummers. Selecteer [Internationaal (1)] indien er vaak fouten optreden tijdens het internationaal bellen (wanneer het internationale telefoonnummer in het adresboek is opgeslagen).
  • Pagina 213 ❑ Selecteer [Aan] of [Uit] ➞ druk op [OK]. Wanneer alle instellingen zijn aangegeven, drukt u op [OK]. Druk op [Volgende]. Voer een naam in voor de ontvanger van de fax ➞ [OK]. Voor de naam kunt u maximaal 16 tekens invoeren. Op het display verschijnt opnieuw het scherm Nieuw adres opslaan.
  • Pagina 214 E-mailadressen (Extra functies) ➞ [Adresboekinstellingen]. Druk op Indien er een wachtwoord voor het adresboek is ingesteld, voer het wachtwoord dan in met (numerieke toetsen) ➞ druk op [OK]. (Raadpleeg “Adresboek wachtwoord” op pag. 10-33.) Druk op [Adres opslaan] ➞ [Nw adres toevoeg]. Raadpleeg indien nodig de schermafbeelding in stap 2 van “Faxnummers”...
  • Pagina 215 I-fax adressen (Extra functies) ➞ [Adresboekinstellingen]. Druk op Indien er een wachtwoord voor het adresboek is ingesteld, voer het wachtwoord dan in met (numerieke toetsen) ➞ druk op [OK]. (Raadpleeg “Adresboek wachtwoord” op pag. 10-33.) Druk op [Adres opslaan] ➞ [Nw adres toevoeg]. Raadpleeg indien nodig de schermafbeelding in stap 2 van “Faxnummers”...
  • Pagina 216 Adressen op de file server BELANGRIJK Indien Taal omschakeling in Standaard instellingen (via het scherm Extra functies) op ‘Aan’ is ingesteld, dan worden de hostnaam en het bestandspad van de file server bestemming wellicht niet correct weergegeven en is het wellicht niet mogelijk hiernaar te verwijzen. OPMERKING •...
  • Pagina 217 Druk op de keuzelijst Protocol ➞ selecteer het gewenste protocol. U kunt de volgende server protocols gebruiken: [FTP]: Selecteer dit protocol als u documenten verzendt naar een computer die met Sun Solaris 2.6 of hoger, Mac OS X Internet Information Services 5.0 onder Windows 2000 Server, Internet Information Services 5.1 onder Windows XP Professional, Internet Information Services 6.0 onder Windows 2003 Server, Internet Information Services 7.0 onder Windows...
  • Pagina 218 Voer voor de file server een naam in. Voor de naam van de file server kunt u maximaal 16 tekens invoeren. OPMERKING • Voor instructies met betrekking tot het invoeren van tekens, raadpleegt u Hoofdstuk 2 “Basishandelingen” in de Naslaggids. •...
  • Pagina 219 Druk op [Adresboek]. Selecteer de bestemmingen ➞ druk op [OK]. Om een geselecteerde bestemming te annuleren, selecteert u de bestemming opnieuw zodat het vinkje verdwijnt. Druk op de alfanumerieke toetsen (zoals [ABC]) om voor elke letter of elk cijfer de individuele toetsen te laten verschijnen.
  • Pagina 220 U kunt een bestemming selecteren en op [Details] drukken om het onderstaande scherm te laten verschijnen. Dit stelt u in staat de gedetailleerde informatie te bevestigen die betrekking heeft op de geselecteerde bestemmingen. Druk op [Gereed] om terug te gaan naar het vorige scherm. Herhaal de stappen 4 en 5 om andere bestemmingen toe te voegen.
  • Pagina 221 Wanneer u gereed bent met het opslaan van bestemmingen, drukt u op [Volgende]. Voer voor het groepsadres een naam in. Voor de naam kunt u maximaal 16 tekens invoeren. OPMERKING • Voor instructies met betrekking tot het invoeren van tekens via het touch panel display, raadpleegt u Hoofdstuk 2 “Basishandelingen”...
  • Pagina 222 Bewerken van adresgegevens U kunt de details van de bestemming wijzigen als dat nodig is. (Extra functies) ➞ [Adresboekinstellingen]. Druk op Indien er een wachtwoord voor het adresboek is ingesteld, voer het wachtwoord dan in met (numerieke toetsen) ➞ druk op [OK]. (Raadpleeg “Adresboek wachtwoord” op pag. 10-33.) Druk op [Adres opslaan].
  • Pagina 223 Bewerk de details van het adres ➞ druk op [OK]. Het scherm dat wordt weergegeven is afhankelijk van het type adres dat u in stap 3 selecteert. U kunt alleen de naam wijzigen van een bestemming die is opgeslagen als groepsadres. Het display gaat terug naar het scherm Opslaan adres.
  • Pagina 224 Wissen van adressen U kunt bestemmingen wissen die in het adresboek zijn opgeslagen. (Extra functies) ➞ [Adresboekinstellingen]. Druk op Indien er een wachtwoord voor het adresboek is ingesteld, voer het wachtwoord dan in met (numerieke toetsen) ➞ druk op [OK]. (Raadpleeg “Adresboek wachtwoord” op pag. 10-33.) Druk op [Adres opslaan].
  • Pagina 225 Opslaan/Bewerken van snelkiestoetsen U kunt max. 200 bestemmingen onder snelkiestoetsen opslaan. Dit gedeelte beschrijft hoe u bestemmingen met de functie Snelkiestoetsen kunt opslaan/bewerken. Opslaan snelkiestoetsen is een mode bij Extra functies. Voor instructies met betrekking tot het instellen van de modes in Extra functies, raadpleegt u “Wat zijn Extra functies?” op pag. 8-2. BELANGRIJK Indien Taal omschakeling in Standaard instellingen (via het scherm Extra functies) op ‘Aan’...
  • Pagina 226 Selecteer de snelkiestoets die u wilt opslaan of wijzigen ➞ druk op [Opslaan/Bewerken]. Als de te selecteren snelkiestoets niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de gewenste snelkiestoets te zoeken. U kunt ook het nummer van de snelkiestoets aangeven door het driecijferige nummer van de gewenste snelkiestoets in te voeren met (numerieke toetsen).
  • Pagina 227 Selecteer [Fax], [E-mail], [I-Fax], [Bestand] of [Groep]. Indien u een snelkiestoets selecteert waaronder al een bestemming is opgeslagen, slaat u deze stap over. Opslaan of bewerken van adresgegevens. ● Indien u [Fax] selecteert: ❑ Voer het faxnummer van de bestemming in met (numerieke toetsen), U kunt maximaal 120 tekens voor het faxnummer invoeren.
  • Pagina 228 ● Als u [I-Fax] selecteert: ❑ Voer het I-fax adres in ➞ druk op [Volgende]. ❑ Voer overeenkomstig stap 5 van “I-fax adressen” op pag. 9-10 een naam in voor het I-Fax adres. ❑ Druk op [Volgende]. ❑ Voer een naam voor de snelkiestoets in ➞ druk op [OK]. U kunt maximaal 12 tekens voor de naam van de snelkiestoets invoeren.
  • Pagina 229 ❑ Druk op [Volgende]. ❑ Voer overeenkomstig stap 6 van “Groepsadressen” op pag. 9-13 een naam voor de groep in. ❑ Druk op [Volgende]. ❑ Voer een naam voor de snelkiestoets in ➞ druk op [OK]. Voor de naam kunt u maximaal 12 tekens invoeren. Om andere bestemmingen op te slaan of te bewerken, herhaalt u de stappen 3 t/m 5.
  • Pagina 230 Wissen van snelkiestoetsen U kunt bestemmingen die u onder een snelkiestoets heeft opgeslagen wissen. (Extra functies) ➞ [Adresboekinstellingen]. Druk op Indien er een wachtwoord voor het adresboek is ingesteld, voer het wachtwoord dan in met (numerieke toetsen) ➞ druk op [OK]. (Raadpleeg “Adresboek wachtwoord” op pag. 10-33.) Druk op [Snelkiestoetsen].
  • Pagina 231 Druk op [Ja]. Om het wissen te annuleren, drukt u op [Nee]. Gedurende ca. twee seconden verschijnt de melding <Gewist.> op het touch panel display. De bestemmingen die onder de geselecteerde snelkiestoets zijn opgeslagen worden gewist. 9-26 Wissen van snelkiestoetsen...
  • Pagina 232 Systeeminstellingen HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft de Systeeminstellingen die betrekking hebben op de verzendfunctie. Tabel met systeeminstellingen ............10-2 Communicatie-instellingen .
  • Pagina 233 Tabel met systeeminstellingen De volgende instellingen kunnen worden geselecteerd, opgeslagen of gewijzigd in de Systeeminstellingen via het scherm Extra functies. ■ Systeeminstellingen Betreffende Item Instellingen pagina Communicatie-instellingen E-mail/I-Faxinstellingen* Max. TX datagrootte 0 (Uit), 1 t/m 99 MB; 3 MB* pag. 10-4 Verd.
  • Pagina 234 Betreffende Item Instellingen pagina Misl. doorz. document inst. Afbeelding afdrukken Aan* , Uit pag. 10-30 Afbeelding opslaan in geheugen Aan, Uit* *1 geeft de standaard instelling aan. *2 geeft een item aan dat alleen verschijnt als de Super G3 FAX kaart is geïnstalleerd. *3 geeft een item aan dat alleen verschijnt als de Eenvoudige verzendkit (standaard bij de iR2022i/iR2018i) is geactiveerd.
  • Pagina 235 Communicatie-instellingen Dit gedeelte beschrijft de e-mail, I-Fax, fax en geheugenslotinstellingen. Communicatie-instellingen is een mode bij Extra functies. Voor instructies met betrekking tot het instellen van de modes in Extra functies, raadpleegt u “Wat zijn Extra functies?” op pag. 8-2. E-mail/I-fax instellingen U kunt de instellingen wijzigen voor verzending via e-mail en I-Fax.
  • Pagina 236 I-fax bestanden die de ingestelde limiet overschrijden, worden als een fout behandeld en niet verzonden. Neem voor meer informatie contact op met uw Canon dealer. • Voor instructies met betrekking tot het invoeren van tekens, raadpleegt u Hoofdstuk 2 “Basishandelingen”...
  • Pagina 237 Faxinstellingen TX startsnelheid en RX startsnelheid Dit gedeelte beschrijft hoe de TX en RX startsnelheid moet worden ingesteld. Dit is handig wanneer er problemen ontstaan bij het starten van de verzending of ontvangst van een document. OPMERKING De standaard instelling is ‘33600 bps’ voor zowel de TX startsnelheid als de RX startsnelheid. (Extra functies) ➞...
  • Pagina 238 Selecteer [PSTN] of [PBX]. De details van elk item staan hieronder vermeld. [PSTN]: Selecteer dit als uw machine op een buitenlijn is aangesloten. [PBX]: Selecteer dit als uw machine op een PBX is aangesloten. ● Indien u [PSTN] selecteert: ❑ Druk op [OK].
  • Pagina 239 Indien u [Voorvoeg.]: • Druk op [Code]. • Voer de toegangscode in met (numerieke toetsen) ➞ druk op [OK] ➞ [OK]. Zorg dat u na de toegangscode een pauze invoegt. Indien u aan het einde van de toegangscode op [Pauze] drukt, dan wordt <P> weergegeven. Als u geen pauze invoegt, dan wordt de toegangscode niet geregistreerd.
  • Pagina 240 Geheugenslotinstellingen Er kunnen zich situaties voordoen waarin u alle inkomende documenten in het geheugen wilt opslaan tot u tijd heeft om ze af te drukken of te verzenden. Het blokkeren van de machine, zodat alle documenten in het geheugen worden ontvangen en opgeslagen, wordt geheugenslot genoemd.
  • Pagina 241 Selecteer [Aan] ➞ druk op [Optie]. Als u de Geheugenslot mode niet wilt instellen, selecteert u [Uit] ➞ druk op [OK]. Indien u een wachtwoord wilt instellen Geheugenslot mode, (numerieke toetsen) ➞ voer het wachtwoord dan in met druk op [Volgende]. Als u voor het geheugenslot geen wachtwoord wilt instellen, drukt u zonder iets in te voeren op [Volgende].
  • Pagina 242 Geef de geheugenslotinstellingen aan. ● Als u de rapporten wilt afdrukken die bij Rapportinstellingen zijn ingesteld voor automatisch afdrukken: ❑ Druk op [Aan] voor <Rapport afdrukken>. Als u deze rapporten niet wilt afdrukken, drukt u op [Uit]. OPMERKING • Voor rapportvoorbeelden, raadpleegt u Hoofdstuk 13 “Bijlage.” •...
  • Pagina 243 ❑ Druk op [Geheugenslot starttijd] ➞ geef het tijdstip aan waarop de Geheugenslot mode dient te worden ingeschakeld met (numerieke toetsen). ❑ Druk op [Geheugenslot eindtijd] ➞ geef het tijdstip aan waarop de Geheugenslot mode dient (numerieke toetsen) ➞ druk op [OK]. te worden uitgeschakeld met Voer alle vier cijfers van de tijd in (inclusief nullen), volgens het 24-uur systeem.
  • Pagina 244 ● Als u geen Geh. slot tijdklokinstellingen wilt aangeven: ❑ Druk op [Uit] voor <Geh. slot tijdklokinstellingen> ➞ druk op [OK]. Indien u [Uit] selecteert, dan zal het geheugenslot niet automatisch op een bepaald tijdstip inschakelen. De machine schakelt de Geheugenslot mode alleen in wanneer u Geheugenslot via het scherm Geheugenslotinstellingen screen handmatig op ‘Aan’...
  • Pagina 245 Instellingen voor doorzenden U kunt de machine instellen ontvangen I-fax documenten door te zenden naar andere machines of naar file servers. Indien een ontvangen document voldoet aan de doorzend condities, dan wordt het doorgezonden naar de aangegeven bestemming. In dit gedeelte kunt u lezen wat doorzendcondities zijn, en hoe u doorzendbestemmingen kunt registreren, wijzigen en wissen.
  • Pagina 246 OPMERKING • Het maximale aantal doorzendinstellingen die u kunt opslaan is 11: 10 met doorzendcondities en een fax- of I-Fax doorzendopdracht zonder condities. • U kunt instellen of I-Fax/faxdocumenten met doorzendfouten moeten worden afgedrukt en of ze in het geheugen moeten worden opgeslagen. (Raadpleeg “Behandelen van documenten met doorzendfouten” op pag.
  • Pagina 247 OPMERKING Voor instructies met betrekking tot het invoeren van tekens, raadpleegt u Hoofdstuk 2 “Basishandelingen” in de Naslaggids. Druk op [Doorzendcondities]. Selecteer [Fax] of [I-fax] ➞ druk op [Volgende]. Indien de Kleuren verzendkit (standaard bij de iR2022i/iR2018i) is geactiveerd of de Super G3 FAX kaart is geïnstalleerd, dan is deze stap niet nodig.
  • Pagina 248 Instellen van de doorzendcondities. ● Indien de Kleuren verzendkit (standaard bij de iR2022i/iR2018i) niet is geactiveerd en de Super G3 FAX kaart is geïnstalleerd of [Fax] is geselecteerd als het type ontvangst: ❑ Druk op de keuzelijst Faxnummer ➞ selecteer de doorzendconditie. De beschikbare doorzendcondities zijn: [genegeerd]: Negeert het faxnummerinformatie als doorzendconditie.
  • Pagina 249 ❑ (numerieke toetsen) ➞ druk op [OK]. Voer het doorzendcriterium in met De details van elk item staan hieronder vermeld. [Spatie]: Druk op deze toets om tussen de cijfers een spatie te plaatsen. [+]: Druk op om een “+” teken tussen de landcode en het faxnummer te plaatsen.
  • Pagina 250 ● Indien de Eenvoudige Kleuren verzendkit (standaard bij de iR2022i/iR2018i) is geactiveerd en de Super G3 FAX kaart niet is geïnstalleerd of [I-Fax] is geselecteerd als type ontvangst: ❑ Druk op de keuzelijst Aan, Van of Onderwerp. De beschikbare doorzendcondities zijn: [genegeerd]: Negeert de Aan, Van en Onderwerp informatie als doorzendcondities.
  • Pagina 251 ❑ Voer het doorzendcriterium in ➞ druk op [OK]. ❑ Herhaal deze stap indien nodig voor de andere keuzelijst(en). Als u de criteria voor de doorzendcondities wilt wijzigen zonder de doorzendconditie bij de keuzelijsten Aan, Van en Onderwerp te veranderen, drukt u op [Instellen.] naast de criteria die u wilt wijzigen ➞...
  • Pagina 252 Druk op [Doorzendbestemming] ➞ selecteer een bestemming ➞ druk op [OK]. Druk op de alfanumerieke toetsen (zoals [ABC]) om voor elke letter of elk cijfer de individuele toetsen te laten verschijnen. U kunt een letter of cijfer selecteren om het weergavebereik te beperken.
  • Pagina 253 Druk op [Bestandsindeling] ➞ selecteer de bestandsindeling van het document dat u wilt doorzenden ➞ druk op [Gereed]. Dit deel van de procedure is niet nodig als één van de volgende punten van toepassing is: • Als bestemming is een faxnummer aangegeven. •...
  • Pagina 254 Druk op [OK]. De geselecteerde mode is ingesteld. Wanneer de doorzendbestemmingen niet voldoen aan de doorzendcondities U kunt de doorzendbestemmingen van een ontvangen document opslaan indien de instellingen voor het doorzenden van het ontvangen document niet zijn opgeslagen of als het ontvangen document niet aan alle door u aangegeven doorzendcondities voldoet.
  • Pagina 255 Druk op de keuzelijst Type ontvangst ➞ selecteer [Fax] of [I-Fax]. Indien de Kleuren verzendkit (standaard bij de iR2022i/iR2018i) is geactiveerd of de Super G3 FAX kaart is geïnstalleerd, dan is deze stap niet nodig. Druk op [Doorzendbestemming]. Selecteer de doorzendbestemming ➞ druk op [OK]. Druk op de alfanumerieke toetsen (zoals [ABC]) om voor elke letter of elk cijfer de individuele toetsen te laten verschijnen.
  • Pagina 256 U kunt het type bestemmingen die in de resultatenlijst worden weergegeven beperken door op de keuzelijst Type te drukken. U kunt niet meerdere bestemmingen selecteren. Als u voor de doorzendbestemming een faxnummer heeft geselecteerd, gaat u verder met stap 8. OPMERKING •...
  • Pagina 257 OPMERKING • Om een TIFF bestand te bekijken, heeft u een softwarepakket nodig dat TIFF ondersteunt (zoals Imaging for Windows). • Om de handleiding als PDF-bestand te kunnen bekijken, heeft u Adobe Reader/Adobe Acrobat Reader nodig. Druk op [OK]. De geselecteerde mode is ingesteld. Controleren/Wijzigen van instellingen voor doorzenden U kunt de opgeslagen doorzendinstellingen controleren of wijzigen.
  • Pagina 258 Controleer of wijzig de doorzendinstellingen ➞ druk op [OK]. OPMERKING Voor instructies met betrekking tot het wijzigen van doorzendinstellingen, raadpleegt u “Opslaan van instellingen voor doorzenden” op pag. 10-15. Doorzenden van ontvangen documenten U kunt instellen of ontvangen documenten worden doorgezonden. (Extra functies) ➞...
  • Pagina 259 Als de gewenste doorzendinstelling niet wordt weergegeven, druk dan op [▼] of [▲] om de gewenste doorzendinstelling te zoeken. Druk opnieuw op [Geldig/Ongeldig] als u het doorzenden wilt annuleren. De geselecteerde doorzendinstelling wordt geactiveerd. OPMERKING U kunt instellen of I-Fax/faxdocumenten met doorzendfouten moeten worden afgedrukt en of ze in het geheugen moeten worden opgeslagen.
  • Pagina 260 Afdrukken van instellingen voor doorzenden U kunt een lijst met opgeslagen doorzendinstellingen afdrukken. (Extra functies) ➞ [Systeeminstellingen] ➞ Druk op [Doorzendinstellingen]. Druk op [Lijst afdrukken]. OPMERKING De doorzendinstellingen kunnen alleen worden afgedrukt indien A3, A4 of A4R (normaal of gerecycled papier) in de papierbronnen is geplaatst waarvan de instellingen in Overige bij Lade geschikt voor APS/ADS onder Standaard instellingen (via het scherm Extra functies) op 'Aan' zijn ingesteld’.
  • Pagina 261 Behandelen van documenten met doorzendfouten U kunt instellen hoe de machine documenten moet behandelen die niet konden worden doorgezonden. OPMERKING • De standaard instellingen zijn: - Afbeelding afdrukken: Aan - Afbeelding opslaan in geheugen: Uit • Indien er een doorzendfout optreedt wanneer de modes Afbeelding afdrukken, Afbeelding opslaan in geheugen en Geheugenslot op ‘Uit’...
  • Pagina 262 Druk op [Afbeelding afdrukken]. Selecteer [Aan] of [Uit] ➞ druk op [OK]. De details van elk item staan hieronder vermeld. [Aan]: Drukt de afbeelding af als het doorzenden mislukt. [Uit]: Drukt de afbeelding niet af. Druk op [Afbeelding opslaan in geheugen]. 10-31 Behandelen van documenten met doorzendfouten...
  • Pagina 263 Selecteer [Aan] of [Uit] ➞ druk op [OK]. De details van elk item staan hieronder vermeld. [Aan]: Slaat de afbeelding in het geheugen op als het doorzenden mislukt. [Uit]: Slaat de afbeelding niet op. De geselecteerde mode is ingesteld. OPMERKING Indien u Afbeelding opslaan in geheugen op `Aan' instelt, dan kunt u de opdrachten met doorzendfouten via het scherm I-Fax doorzend fout status of het scherm Fax doorzend fout status doorzenden naar bestemmingen die in het adresboek of onder de snelkiestoetsen zijn...
  • Pagina 264 Beperken van de verzendfunctie U kunt een wachtwoord voor het adresboek instellen, het invoeren van nieuwe adressen beperken, instellen of de verzending via het faxstuurprogramma moet worden geblokkeerd, oproepen en verzenden beperken en de machine zodanig instellen dat er een melding verschijnt om de faxnummers te bevestigen met (numerieke toetsen).
  • Pagina 265 Beperkt nieuwe adressen Deze mode stelt u in staat de invoer van nieuwe bestemmingen te beperken. Wanneer u Beperk nieuwe adressen op ‘Aan’ instelt, dan worden de volgende items beperkt: - het aangeven van een bestemming met de numerieke toetsen. - het wissen van opgeslagen bestemmingen.
  • Pagina 266 Selecteer [Aan] of [Uit] ➞ druk op [OK]. De details van elk item staan hieronder vermeld. [Aan]: De machine kan documenten verzenden via het faxstuurprogramma. [Uit]: De machine kan geen documenten verzenden via het faxstuurprogramma. De geselecteerde mode is ingesteld. Beperken van oproepen Deze mode stelt u in staat de het gebruik van de functie Oproepen te beperken.
  • Pagina 267 OPMERKING ▼ ▲ Indien de gewenste instelling niet wordt weergegeven, druk dan op [ ] or [ ] om de gewenste instelling te zoeken. Selecteer [Aan] of [Uit] ➞ druk op [OK]. De geselecteerde mode is ingesteld. Beperken van groepsverzending Deze mode stelt u in staat de verzending naar meerdere bestemmingen te beperken (behalve de bestemmingen die in een groepsadres zijn opgeslagen).
  • Pagina 268 Afdrukken van communicatierapporten HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft de instelmethode voor de inhoud van communicatierapporten en het afdrukken van lijsten. Tabel met rapportage-instellingen........... . . 11-2 Specificeren van rapportage-instellingen .
  • Pagina 269 Tabel met rapportage-instellingen De volgende items kunnen worden ingesteld of opgeslagen bij Rapportage-instellingen via het scherm Extra functies. ■ Instellingen Betreffende Item Instellingen pagina TX rapport Alleen voor foutmelding* , Aan, Uit pag. 11-3 Rapport met TX afbeelding: Aan* , Uit Activiteitenrapport Autom.
  • Pagina 270 Specificeren van rapportage-instellingen U kunt aangeven hoe de verschillende rapporten worden afgedrukt. Rapportage-instellingen is een mode bij Extra functies. Voor instructies met betrekking tot het instellen van de modes in Extra functies, raadpleegt u “Wat zijn Extra functies?” op pag. 8-2. OPMERKING Het ontvangstopdrachtenlog kan alleen worden afgedrukt indien A3, A4 of A4R (alleen normaal of gerecycled papier) in de papierbronnen is geplaatst waarvan de instellingen in Overige bij Lade...
  • Pagina 271 (Extra functies) ➞ [Rapportinstellingen] ➞ [Instellingen] ➞ Druk op [TX rapport]. Selecteer [Aan], [Alleen voor foutmelding] of [Uit]. ● Als u [Aan] of [Alleen voor foutmelding] selecteert: ❑ Selecteer [Aan] of [Uit] voor <Rapport met TX afbeelding> ➞ druk op [OK]. <Rapport met TX afbeelding>: [Aan]: Een deel van het verzonden document wordt op het rapport afgedrukt.
  • Pagina 272 Activiteitenrapport Het Activiteitenrapport is een afgedrukt log met de resultaten van verzend- en ontvangstopdrachten. U kunt instellen dat het activiteitenrapport automatisch wordt afgedrukt wanneer het aantal transacties 40 bereikt. U kunt ook instellen dat de verzend- en ontvangstlogs afzonderlijk worden afgedrukt.
  • Pagina 273 <Autom. Afdrukken>: [Aan]: Het activiteitenrapport wordt automatisch afgedrukt wanneer het aantal verzend- en ontvangsttransacties de 40 bereikt. [Uit]: Het activiteitenrapport wordt niet automatisch afgedrukt. <TX/RX separaat>: [Aan]: De TX en RX logs worden afzonderlijk afgedrukt. [Uit]: De TX en RX logs worden niet afzonderlijk afgedrukt. De geselecteerde mode is ingesteld.
  • Pagina 274 Lijst afdrukken U kunt de inhoud van het adresboek of de instellingen die zijn aangegeven via het scherm Extra functies afdrukken . Rapportage-instellingen is een mode bij Extra functies. Voor instructies met betrekking tot het instellen van de modes in Extra functies, raadpleegt u “Wat zijn Extra functies?” op pag. 8-2. OPMERKING De lijsten kunnen alleen worden afgedrukt indien A3, A4 of A4R (normaal of gerecycled papier) in de papierbronnen is geplaatst waarvan de instellingen in Overige bij Lade geschikt voor APS/ADS...
  • Pagina 275 Lijst met gebruikersgegevens U kunt de inhoud afdrukken van de verzendinstellingen die zijn aangegeven met het scherm Extra functies. Dit is handig voor het controleren van de details van de instellingen. OPMERKING Voor een voorbeeld van de lijst met gebruikersgegevens, raadpleegt u “Lijst met gebruikersgegevens” op pag.
  • Pagina 276 Oplossen van problemen HOOFDSTUK Dit hoofdstuk beschrijft de procedures voor het nemen van maatregelen als zich een probleem voordoet. Aan het eind van het hoofdstuk leest u wat te doen na bepaalde foutmeldingen en treft u een lijst aan met antwoorden op veel gestelde vragen.
  • Pagina 277 Bij problemen Verzenden van documenten Annuleren van transmissies. Wilt u de verzending annuleren tijdens het scannen van het document? Druk op (Stop) op het bedieningspaneel of druk op [Annuleren] op het touch panel display. Wilt u de verzending annuleren tijdens het document is gescand? Als u een document per fax verzendt, druk dan op [Systeem monitor] ➞...
  • Pagina 278 Document kan niet worden verzonden naar een e-mailadres, I-faxadres of file server. Indien u een e-mail of I-fax verzendt, zijn dan de SMTP Server en DNS (Domain Name System) serverinstellingen correct? Controleer de SMTP Server en DNS (Domain Name System) serverinstellingen. Als u verzendt naar een file server, zijn dan de instellingen voor gebruiker en wachtwoord juist? Controleer de gebruikers- en wachtwoordinstellingen en verzend het document opnieuw.
  • Pagina 279 Ontvangen van documenten De machine ontvangt geen documenten. Heeft de machine voldoende geheugenruimte? Wis overbodige documenten en documenten die storingen hebben veroorzaakt uit het geheugen om de hoeveelheid beschikbaar geheugen te verhogen. (Raadpleeg “Wissen van ontvangen documenten” op pag. 5-8.) De machine ontvangt geen documenten (e-mail, I-fax of file server).
  • Pagina 280 Overige situaties De overdracht is langzaam. Worden documenten met een hoge resolutie verzonden? Wij raden aan documenten met alleen tekst te verzenden met een lagere resolutie. De faxoverdracht is langzaam. Worden documenten met een hoge resolutie verzonden? Wij raden aan documenten met alleen tekst te verzenden met een lage resolutie. (Raadpleeg “Selecteren van een Scan mode”...
  • Pagina 281 Foutmeldingen Dit gedeelte beschrijft de verschillende meldingen die samen met mogelijke oorzaken en oplossingen op het touch panel display verschijnen. Voor toelichtingen of meldingen die hier niet zijn vermeld, kunt u de Naslaggids en de Netwerkhandleiding raadplegen. Schermen met zelfdiagnose informatie Voer de noodzakelijke procedures uit conform de weergegeven zelfdiagnosemelding.
  • Pagina 282 Geen respons van de server. Controleer de instellingen. Oorzaak De aangegeven serverinstellingen zijn onjuist of de server is niet ingeschakeld. Ook kunnen de TCP/IP resources laag zijn. Oplossing Wacht even en probeer het daarna opnieuw. Als het nog steeds niet lukt, probeer dan een andere server te selecteren.
  • Pagina 283 Lijst met foutcodes zonder meldingen Als een fout optreedt terwijl een document wordt verzonden of ontvangen, verschijnt een foutcode op het opdrachtlog op het scherm Systeem monitor en op de diverse rapporten. Controleer de foutcode en voer de voorgeschreven stappen uit om het probleem op te lossen. (Raadpleeg Hoofdstuk 7 “Controleren/wijzigen van de verzend-/ontvangststatus”...
  • Pagina 284 # 0018 Oorzaak 1 De machine van de ontvanger antwoordde niet toen uw machine probeerde documenten te verzenden. Oplossing Bevestig dat communicatie met de machine van de ontvanger mogelijk is en probeer het opnieuw. Oorzaak 2 De documenten konden niet worden verzonden, omdat de machine van de ontvanger bezet was. Oplossing Bevestig dat communicatie met de machine van de ontvanger mogelijk is en probeer het opnieuw.
  • Pagina 285 # 0705 Oorzaak De verzendactie werd onderbroken omdat de gegevens groter zijn dan is ingesteld bij Max. gegevensgrootte voor TX van E-mail/I-fax instellingen in Communicatie-instellingen in Systeeminstellingen (via het scherm Extra functies). Oplossing 1 Wijzig de instelling voor Max. gegevensgrootte voor TX voor E-mail/I-fax instellingen in Communicatie-instellingen in Systeeminstellingen (via het scherm Extra functies).
  • Pagina 286 # 0755 Oorzaak 1 U kunt geen opdrachten verzenden, omdat TCP/IP niet correct functioneert. Oplossing Controleer de TCP/IP instellingen in Netwerkinstellingen onder Systeeminstellingen (via het scherm Extra functies). Oorzaak 2 Het IP adres is niet ingesteld. Oplossing Controleer de TCP/IP instellingen in Netwerkinstellingen onder Systeeminstellingen (via het scherm Extra functies).
  • Pagina 287 # 0806 Oorzaak 1 Bij verzending van een bestand naar een file server zijn een verkeerde gebruikersnaam en wachtwoord ingevoerd. Oplossing Wijzig de gebruikersnaam of het wachtwoord. Oorzaak 2 Voor verzending van een e-mail of I-fax is een verkeerde bestemming aangegeven. Oplossing Controleer de bestemming van het e-mail of de I-Fax.
  • Pagina 288 # 0813 Oorzaak De ingestelde naam van de POP server is onjuist. Oplossing Controleer de naam van de POP server in E-mail/I-fax in Netwerkinstellingen in Systeeminstellingen (via het scherm Extra functies). # 0816 Oorzaak U heeft het maximale aantal pagina's dat u kunt scannen om te worden gefaxt bereikt. Oplossing Reset of verhoog het maximale aantal pagina's of neem contact op met uw systeembeheerder.
  • Pagina 289 # 0829 Oorzaak Het bestand dat wordt ontvangen is groter dan ca. 1.000 pagina's. Oplossing Deze machine kan maximaal ca. 1.000 pagina's met gegevens in het geheugen opslaan, maar zal alle gegevens die deze limiet overschrijden wissen. Vraag de afzender de resterende pagina's opnieuw te verzenden.
  • Pagina 290 Vragen & Antwoorden Kan de machine documenten automatisch opnieuw verzenden wanneer er tijdens de verzending verzendfouten optreden? Indien u het document via een andere verzendmethode dan fax verzendt, geeft dan de instelling voor Aantal pogingen aan. Om toegang te krijgen tot de instelling Aantal pogingen, drukt u op (Extra functies) ➞...
  • Pagina 291 Wat gebeurt er bij een stroomstoring met de documenten in het geheugen en de geheugeninstellingen? Documenten die in het geheugen van het systeem zijn opgeslagen, blijven zelfs in het geheugen wanneer de stroomtoevoer naar de machine wordt onderbroken. De inhoud van het adresboek wordt op dezelfde wijze in het geheugen opgeslagen.
  • Pagina 292 Bijlage HOOFDSTUK In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de rapporten en lijsten, de technische gegevens en het trefwoordenregister. Voorbeelden van rapporten en lijsten ..........13-2 TX rapport/Fout TX Report .
  • Pagina 293 Een TX rapport kan zodanig worden ingesteld dat het automatisch na elke verzonden opdracht wordt afgedrukt of alleen wanneer er een verzendfout optreedt. (Raadpleeg “TX rapport” op pag. 11-3.) 09/12 2005 10:50 FAX 123XXXXXX CANON 0001 ******************* TX RAPPORT...
  • Pagina 294 ■ AFD. ID Als Afdeling ID beheer is ingesteld, zal het Afdeling ID worden afgedrukt. ■ ONTVANGSTADRES Het adres van de ontvanger wordt afgedrukt. ■ ID BESTEMMING De naam van de ontvanger wordt afgedrukt. ■ ST. TIJD De datum en het tijdstip (24-uur systeem) waarop de ontvangst van het document aanving, worden afgedrukt.
  • Pagina 295 U kunt instellen of u na verzending van documenten automatisch een Multicommunicatie resultaatrapport wilt afdrukken. (Raadpleeg “TX rapport” op pag. 11-3.) 09/12 2005 10:50 FAX 123XXXXXX CANON 0001 ****************************** MULTI TX/RX RAPPORT ******************************...
  • Pagina 296 Dit document wordt gebruikt om te controleren of documenten goed door deze machine zijn ontvangen. U kunt instellen of u automatisch een RX rapport wilt laten afdrukken. (Raadpleeg “RX rapport” op pag. 11-6.) 09/12 2005 10:50 FAX 123XXXXXX CANON 0001 ******************* RX RAPPORT *******************...
  • Pagina 297 40 bereikt. De overzichten voor verzending en ontvangst kunnen separaat worden afgedrukt. U kunt een Activiteitenrapport op elk moment handmatig afdrukken via het scherm Systeem Monitor. (Raadpleeg “Afdrukken van een verzendopdrachtlog (Activiteitenrapport)” op pag. 7-5.) 09/12 2005 10:50 FAX 123XXXXXX CANON 0001 ************************ ACTIVITEITENRAPPORT ************************ ST.
  • Pagina 298 Lijst met doorzendcondities U kunt de inhoud van de ingestelde doorzendinstellingen afdrukken. U kunt deze lijst op elk gewenste moment zelf afdrukken. (Raadpleeg “Afdrukken van instellingen voor doorzenden” op pag. 10-29.) 09/12 2005 10:50 FAX 123XXXXXX CANON 0001 ************************************* LIJST MET DOORZENDCONDITIES...
  • Pagina 299 Adresboeklijst U kunt de inhoud van het adresboek (Adresboek - of snelkiestoetsen) afdrukken. Druk handmatig de lijst van het geselecteerde adresboek af. (Raadpleeg “Adresboeklijst” op pag. 11-7.) 09/12 2005 10:50 FAX 123XXXXXX CANON 0001 ***************************** ADRESBOEKLIJST ***************************** BESTEMMING NAAM TYPE TX...
  • Pagina 300 ■ ADRES BESTEMMING • Indien het TX TYPE ‘FTP’ of ‘SMB’ (file server) is: De hostnaam wordt op de eerste regel afgedrukt en het pad naar de map op de tweede regel. • Indien het TX TYPE ‘I-FAX’ of ‘MAIL’ is: Het I-Fax adres of e-mailadres wordt afgedrukt.
  • Pagina 301 Technische gegevens De technische gegevens kunnen als gevolg van productverbeteringen of toekomstige productintroducties zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Verzendfunctie ■ Scanfuncties Item Technische gegevens Communicatieprotocol FTP (TCP/IP), SMB (TCP/IP) Bestandsindeling TIFF (Z&W), PDF (Z&W), JPEG (Kleur), PDF (Compact) (Kleur) Resolutie 100 x 100 dpi, 150 x 150 dpi, 200 x 100 dpi, 200 x 200 dpi, 200 x 400 dpi, 300 x 300 dpi, 400 x 400 dpi, 600 x 600 dpi Besturingssystemen...
  • Pagina 302 Super G3 FAX kaart Item Technische gegevens Gebruikte telefoonlijn/Aantal lijnen PSTN, 1 lijn Scanlijndensiteit (scan, verzending) Standaard: 8 pixels* /mm x 3,85 lijnen/mm Fijn: 8 pixels* /mm x 7,7 lijnen/mm Superfijn: 8 pixels* /mm x 15,4 lijnen/mm Ultrafijn: 16 pixels* /mm x 15,4 lijnen/mm Verzendsnelheid Super G3: 33,6 kbps, G3: 14,4 kbps...
  • Pagina 303 Index Cijfers Bestemmingen, wissen Bij de snelkiestoetsen, 9-25 Uit het adresboek, 9-19 2-Zijdig origineel toets, 1-10 Van de lijst met bestemmingen, 2-19 Bewerken van standaard verzendinstellingen, 8-9 Bladeren toets, gebruik, 2-6 Aantal pogingen, 8-8 Activiteitenrapport, 7-5, 11-2, 11-5 Adresboek Controleren van de kiestoon voordat u gaat Adresboeklijst, 13-8 verzenden, 8-37 Afdrukken van het adresboek, 11-7...
  • Pagina 304 Doorzenden zonder condities, 10-23 In-/uitschakelen van de doorzendfunctie, 5-6 Informatie over doorzendinstellingen, 10-14 Favorietenknoppen Opslaan, 10-15 Wissen, 10-28 Instellen van bestemmingen, 2-15 Naam geven, 8-20 Opslaan, 8-18 Wissen, 8-22 Favorietenknoppen key, 1-9 Faxinstellingen, 10-6 Juridische informatie Faxopdrachten CE, xiv Afdrukken van het faxopdrachtenlog, 7-20 Copyrights, xv Controleren van gegevens van faxopdrachten, 7-17 Disclaimers, xv...
  • Pagina 305 RX rapport, 11-2, 11-6 Ontvangen van documenten Doorzenden van ontvangen documenten, 5-6 Informatie over ontvangen van documenten, 5-2 Verkleinen van ontvangen documenten, 8-29 Samba, 2-7, 9-12 Wissen van ontvangen documenten, 5-8 Scandensiteit Ontvangstopdrachten Automatische densiteitaanpassing, 3-11 Afdrukken van het ontvangstopdrachtenlog, 7-9 Handmatige densiteitaanpassing, 3-10 Controleren van gegevens van Scaninstelling, selecteren, 3-2...
  • Pagina 306 TX rotatie, 8-38 Selecteren van het type telefoonlijn, 1-12 Te doen, 1-11 TX terminal ID, 8-13 Type origineel Foto mode, 3-13 Selecteren, 3-13 Tekst mode, 3-13 Tekst/Foto mode, 3-13 Wissen toets, 1-8 Type origineel toets, 1-10 Type telefoonlijn, 1-12 Type telefoonlijn, instellen, 1-11 Zomertijd, 1-14 Uitgestelde verzending, 4-13 V&A, 12-15...
  • Pagina 307 13-16 Index...
  • Pagina 308 Tel. 02/722 04 11 Fax. 02/721 32 74 Groot-Hertogdom-Luxemburg: Canon Luxembourg SA 21, Rue des Joncs 1818 Howald Tel. 352/48 47 96 222 Fax. 352/48 99 76 E-mail: duchenec@Canon-Benelux.com De technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © Canon Europa N.V. 2007...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ir2025Ir2022Ir2018i