DECTover IP/OpenMobility manager: WLAN-profielen
De volgende instellingen dient u alleen voor standaardgebruik uit te voeren.
Algemene instellingen
●
Kies het gewenste WLAN Profiles en schakel de optie Profile Active in.
●
Geef als identificatie van het draadloze netwerk een SSID (Service Set
Identifier, radiocode) op. Deze radiocode wordt met regelmatige tussen-
pozen uitgezonden. Daardoor wordt het gemakkelijker om het gewenste
draadloze netwerk te vinden, bijvoorbeeld met de functie "Beschikbare
draadloze netwerken weergeven" in Windows.
●
De volgende instellingen dient u bij standaardgebruik ongewijzigd te laten:
VLAN Tag op 0 (uitgeschakeld), Beacon Period op100 ms, DTIM Period
op 5, RTS Threshold op 2347 (uitgeschakeld), Fragmentation Threshold
op 2346 (uitgeschakeld) en Interference Avoidance op "Uit".
Tip:
als u uitsluitend moderne WLAN-kaarten met 802.11g gebruikt,
kunt u de snelheid van de dataoverdracht verhogen door de
instelling 802.11-Mode op "802.11g only" te zetten.
●
U kunt met de instelling Hidden SSID-Mode voorkomen dat de radiocode
(SSID) wordt uitgezonden. Hierdoor wordt de identificatie van het netwerk
moeilijker en wordt de dataveiligheid normaal gesproken niet verbeterd;
het verdient daarom aanbeveling om deze instelling op "uit" te laten staan.
Veiligheidsinstellingen
Gebruik in geen geval uit gemakzucht of om configuratieproblemen te voor-
komen de instelling Open System of Wired-Equivalent Privacy (WEP).
Uitzondering: u gebruikt het netwerk voor een internetcafé.
U
-DECT en DECTover IP
pn
®
Configuratie
225