Advertenties
Voorbeeld 2: aan DSL-lijnen gekoppelde SIP-lijnen
Interface
LAN 1: Stan-
daardsubnet
LAN 2: Subnet
(SIP-operator A)
LAN 2: Subnet
(SIP-operator A)
LAN 2: Subnet
(SIP-operator B)
Om extra internetrouters (gateways) te gebruiken voor het communicatiesy-
steem, stelt u de desbetreffende subnetten in via de volgende stappen.
1. Open in de Webconsole via Configurator de pagina Netwerk: LAN.
2. Als u de SIP-verbindingen wilt routeren via een ethernetlijn die fysiek
gescheiden is van het bedrijfsnetwerk (zie hierover ook Voorbeeld 2: aan
DSL-lijnen gekoppelde SIP-lijnen vanaf pagina 190), klikt u op de knop
Wijzigen. Activeer onder LAN 2 de optie Status om de bridge tussen de
beide LAN-aansluitingen van het communicatiesysteem te verbreken.
Voer in de invoervelden IP-adres en Netmasker een nieuw en ongebruikt
IP-adresbereik in.
Opmerking:
het IP-adresbereik onder LAN 2 hoeft niet overeen te komen
met het bedrijfsnetwerk of met een IP-adresbereik van de SIP-
internetrouter. U kunt daarom in veel gevallen de voorkeuren
192.168.100.254 voor het IP-adres en 255.255.255.0 voor het
Netmasker toepassen.
Voice over IP (VoIP)
Ondersteuning voor meerdere routers voor SIP-lijnen
IP-adres
192.168.99.254
192.168.98.254
192.168.97.254
192.168.96.254
Netmasker
255.255.255.0
255.255.255.0
255.255.255.0
255.255.255.0
Gateway
192.168.99.1
192.168.98.1
192.168.97.1
192.168.96.1
193
Advertenties
