Advertenties
Ondersteuning voor meerdere routers voor SIP-lijnen
In voorbeeld 1 zijn er extra internetrouters (DSL-modems: DSL 2 en DSL 3)
verbonden met het bedrijfsnetwerk. Via deze routers verloopt het VoIP-/SIP-
verkeer tussen het communicatiesysteem en de SIP-operators (A en B). U
moet op de extra internetrouters van het bedrijfsnetwerk gescheiden IP-
adresbereiken instellen. Op dezelfde manier stelt u in het communicatiesy-
steem in aanvulling op het standaardsubnet twee andere subnetten met de
desbetreffende gateways in.
Opmerking:
u moet de DHCP-functie van de extra internetrouter uitscha-
kelen, zodat via DHCP geconfigureerde werkstations het
hiervoor bestemde IP-adresbereik blijven gebruiken.
Voorbeeld 2: aan DSL-lijnen gekoppelde SIP-lijnen
U hebt SIP-accounts bij meerdere SIP-operators. Een van uw operators stelt u
twee DSL-lijnen ter beschikking. Bij elke DSL-lijn hoort een apart SIP-account
met anders toegewezen oproepnummers. Om technische en organisatorische
redenen moet u bij deze operator het gegevensverkeer voor een bepaalde
SIP-account ook routeren via de desbetreffende, hiervoor bestemde DSL-lijn.
Voor beide DSL-lijnen of SIP-accounts moet bovendien dezelfde naam gecon-
figureerd worden voor de SIP-registrar. (U configureert de naam via Configu-
rator, menu TEL Configuratie: Lijnen: SIP-operator.)
Als aanvulling ter verhoging van de resiliëntie doet u er goed aan om de SIP-
verbindingen te routeren via een ethernetlijn die fysiek gescheiden is van het
bedrijfsnetwerk. Zo kunt u ook op een betrouwbare manier voorkomen dat
computers in het bedrijfsnetwerk een van de VoIP-internetrouters gebruiken.
190
Voice over IP (VoIP)
Advertenties
