SIP-systeemtelefoon instellen
U kunt voor elke SIP-systeemtelefoon instellingen verrichten en functie-
toetsen indelen:
1. Open in de Configurator de menupagina TEL Configuratie: Toestellen:
Systeemtoestellen.
2. Kies in de lijst Toestel de toestelingave voor de gewenste SIP-systeemte-
lefoon.
Op de menupagina zijn de actuele configuratie, de indeling van de functie-
toetsen en een toesteldiagram weergegeven.
3. Klik op de knop Wijzigen om algemene instellingen, zoals de displaytaal,
te wijzigen. Bevestig de instelling op de volgende pagina met Toepassen.
4. Al naar gelang het type toestel wordt er een lijst met functietoetsen weer-
gegeven:
– Programkeys: deze functietoetsen kan u op het toestel voorzien van een
papieren strookje met opschrift.
– Topsoftkeys / Softkeys: deze functietoetsen kan u met behulp van het
toesteldisplay voorzien van opschriften.
Klik op een functietoetstitel om het configuratiedialoogscherm voor die
functietoets te openen. Kies onder Type een functie en voer onder Etiket
indien gewenst een tekst in. Bevestig de instelling met Toepassen.
5. Om de instellingen naar de SIP-systeemtelefoon te sturen, klikt u op de
pagina TEL Configuratie: Toestellen: Systeemtoestellen op de knop
Toepassen.
De SIP-systeemtelefoon wordt opgestart en neemt daarbij de nieuwe
configuratie over.
Details van de bediening van de SIP-systeemtelefoons alsmede een overzicht
van de mogelijke indelingen van de functietoetsen vindt u in de handleidingen
van de toestellen.
DHCP-instellingen
De adres- en toestelconfiguratie wordt met het protocol DHCP van het
communicatiesysteem Forum 5004/5008/5012 naar de SIP-systeemte-
lefoon overgedragen. U kunt de vereiste adresinstellingen bij het toevoegen
van een toestelingave onder TEL Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen
op verschillende manieren verrichten:
Voice over IP (VoIP)
SIP-telefonie
181