Het aansluiten van de gascilinders
I
J
H
G
1 Verwijder de oude afdichtring (D).
2 Plaats een nieuwe afdichtring (D) op de
cilinderhouder (J).
3 Zorg ervoor dat beide aansluitingen met pin-
index (A) onder de gastoevoer (B) zitten.
4 Richt de gascilinder (F) zo, dat de pin-index
openingen op de cilinderkop (E) naar de pin-
index pennen (A) op de cilinderhouder (J)
wijzen.
5 Steek de cilinderkop (E) van de gascilinder (F)
van onderaf in de cilinderhouder (J).
6 Zorg dat de pin-index pennen (A) vast in de
pin-index openingen steken.
7 Draai de hendel (I) op de cilinderhouder (J) met
de wijzers van de klok mee. De top van de
bevestigingspin met schroefdraad zal dan in de
zichtbare uitsparing op de cilinderkop worden
gedraaid. Zorg ervoor dat de gascilinder
verticaal hangt.
8 Draai de hendel (I) van de cilinderhouder (J)
vast.
Indien nodig, kan het ventiel van de gascilinder (C)
met een passende steeksleutel (G) worden
geopend.
Als u de gascilinder verwijdert, plaatst u de plug
(H) in de gemonteerde gascilinderhouder en zet
hem vast.
Gebruiksaanwijzing Fabius MRI SW 3.n
De gascilinders controleren
A
B
C
D
E
F
De drukspecificaties zijn gebaseerd op
gascilinders van maat E bij 21 °C/70 °F. Als de
druk in een gascilinder niet de aanbevolen
minimumdruk bereikt (PSI – MIN), moet de
gascilinder worden vervangen door een volle
gascilinder.
Gas
PSI – VOL (kPa x
100 – VOL)
(normale vullings-
graad)
Air
1900 (131)
N
O
745 (51)
2
O
1900 (131)
2
1 Open de cilinderafsluiters (A).
Zorg ervoor dat de manometers op de gascilinders
de juiste druk aangeven, zoals aanbevolen in de
volgende tabel.
Er mag geen sissend geluid te horen zijn bij het
openen van de cilinderafsluiters.
In dat wel het geval, dan lekt de aansluiting. De
gascilinder moet opnieuw worden gemonteerd.
2 Draai de cilinderafsluiters weer dicht.
Montage en voorbereiding
A
PSI – MIN
(kPa x 100 – MIN)
1000 (69)
600 (42)
1000 (69)
57