Parameterveld voor ademvolume
Volume Control
A
B
De volgende gegevens worden weergegeven in
het parameterveld voor het ademvolume:
A De beademingsfrequentie (RR) duidt op de
ademhalingen tijdens de laatste minuut en
wordt weergegeven in ademhalingen per
minuut (apm) (1/min).
De display wordt na 2 ademhalingen
geactiveerd.
Het weergegeven bereik ligt tussen 2 apm
(1/min) en 99 apm (1/min).
B Het ademvolume (VT) duidt op het expiratoire
volume voor elke ademhaling in milliliter (mL).
Het weergegeven bereik loopt van 0 mL tot
1400 mL.
C De gemeten waarde voor het minuutvolume
(MV) duidt steeds op het volume van het
expiratoire gas tijdens de afgelopen minuut in
liters per minuut (L/min).
Het weergegeven bereik loopt van 0,0 L/min tot
99,9 L/min.
D Bovenste alarmgrens van het minuutvolume in
L/min
E Onderste alarmgrens van het minuutvolume in
L/min
Gebruiksaanwijzing Fabius MRI SW 3.n
Volume alarmen
Volume alarmen in automatische
beademingsmodi
Als de volume-alarmmeldingen zijn geactiveerd en
D
C
de Fabius MRI gedurende een bepaalde tijd geen
ademhaling herkent, wordt het alarm APNOE-
E
FLOW!! of APNOE-FLOW!!! getriggerd, zie
hoofdstuk ''Alarm – Oorzaak – Oplossing'' op
pagina 157.
Volume alarmen in Man/Spont
Als de volume-alarmmeldingen zijn geactiveerd en
Fabius gedurende een bepaalde tijd geen
ademhaling herkent, wordt na 30 seconden het
alarm APNOE-FLOW!! met prioriteit LET OP
getriggerd. Als dit alarm niet wordt verholpen, stijgt
de prioriteit na nog eens 30 seconden naar
WAARSCHUWING.
De volume-alarmmeldingen worden automatisch
geactiveerd bij een wijziging van de Standby-
modus in een beademingsmodus.
Alarmgrenzen van het minuutvolume
instellen
De voor de beademingsmodus geconfigureerde
standaard alarmgrenzen kunnen ongewijzigd
worden gebruikt, zie hoofdstuk ''De alarmgrenzen
wijzigen'' op pagina 139,
of
de alarmgrenzen kunnen voor de actuele casus
afzonderlijk worden ingesteld.
Bewaking
125