Systeemoverzicht
Geïntegreerde teslameter
Tussen de Fabius MRI en de magnetische
resonantie-scanner moet een bepaalde veilige
afstand worden aangehouden. De randveldsterkte
mag niet hoger zijn dan 40 mT (400 gauss). Dit
zorgt voor het volgende:
– De Fabius MRI kan veilig bediend worden.
– Er treedt geen storing op in de nabijheid van de
magnetische resonantie-scanner.
– De MR-beeldvorming wordt niet verstoord.
De Fabius MRI kan tijdens de behandeling in de
MR-omgeving worden bewogen. Als de limiet van
40 mT is overschreden, zullen 2 geïntegreerde
magnetische veldsensors een akoestisch
alarmsignaal afgeven. Het akoestisch
alarmsignaal zal worden gestopt wanneer de
Fabius MRI op een voldoende grote afstand van
de magnetische resonantie-scanner wordt
geplaatst.
OPMERKING
Gebruik de geïntegreerde teslameter niet voor
het bepalen van de bedieningslocatie van de
Fabius MRI in de MR-omgeving. De bepaling van
de bedieningslocatie moet binnen het kader van
de documentatie van de MRI-planning worden
uitgevoerd.
32
Positie van de sensors
A
De twee magnetische veldsensors (A) zijn op de
binnenste zijoppervlakken van het voetstuk
gemonteerd.
De magnetische veldsensors zijn actief als het
apparaat is aangesloten op de netspanning of in
de accumodus is geschakeld.
Gebruiksaanwijzing Fabius MRI SW 3.n
A
≤ 40 mtesla (400 gauss)