Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dräger Fabius MRI Gebruiksaanwijzing pagina 220

Anesthesie-werkstation. software 3.n
Verberg thumbnails Zie ook voor Fabius MRI:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bijlage
Bewakingsfuncties en alarmen
De alarmfunctie kan worden gecontroleerd door
een alarmgrens in te stellen die zeker een alarm-
melding tot gevolg zal hebben. De alarmgrenzen
kunnen in het begin en tijdens de controle worden
aangepast.
Controleer de instellingen van de alarm-
grenzen.
Simuleer alarmsituaties en controleer of
de juiste alarmsignalen afgaan.
Controleer O
-weergave en alarm.
2
Controleer volumeweergave en alarm.
Controleer drukweergave en alarm.
Druk op de Standby-toets en bevestig uw
keuze.
Wanneer de Fabius opnieuw wordt opgestart,
worden de standaardinstellingen voor de alarm-
grenzen automatisch hersteld.
Controleer de standaardinstellingen en
pas deze zo nodig aan.
Andere monitors (optioneel)
Zorg ervoor dat externe monitors (indien aanwe-
zig) correct zijn aangesloten en in overeenstem-
ming met de bijbehorende gebruiksaanwijzing zijn
getest.
Test de alarmfuncties op alle monitors.
CO
-monitor en alarmmodule zijn functio-
2
neel.
Anestheticum-monitor en alarmmodule
zijn functioneel.
Anesthesiegas-afvoersysteem
P
Slangen zijn correct aangesloten.
P
Stel het flowregelventiel op het anesthe-
siegas-opvangsysteem zo in dat de vlotter
zich tussen de "Min."- en "Max."-markerin-
gen bevindt.
P
Sluit het Y-stuk af. Sluit alle flowregelven-
tielen.
220
P
Ga naar het Standby-scherm.
Het APL-ventiel instellen op spontaan ademen:
 Draai de APL-ventielknop tegen de wijzers
van de klok in tot de Spont markering is
bereikt.
 Druk op de O
-flush toets en houd deze
2
ingedrukt.
 De ademwegdruk met een afgesloten Y-
stuk is lager dan 10 hPa (cmH
 Laat de O
-flush toets los.
2
 De ademwegdruk is hoger dan of gelijk
aan 0 hPa (cmH
Noodbeademingsballon
Wanneer de ballon wordt ingedrukt, moet
een hoorbaar en merkbare luchtstroom bij
de aansluiting van het masker (conus) ont-
snappen. Nadat de ballon wordt losgela-
ten, moet deze weer snel zijn
oorspronkelijke vorm aannemen.
Sluit de aansluiting van het masker
(conus) af met de bal van de hand: De bal-
lon mag slechts enigszins ingedrukt kun-
nen worden.
P
Alvorens aan te sluiten op de patiënt
– Alle verdampers zijn uitgeschakeld (de
stelwielen zijn in de 0-stand).
– Het APL-ventiel is ingesteld op de
gewenste druk.
– Alle elektronische displays van de vers-
gasflow en de totale flowbuis geven 0 aan.
– De afzuigflow van de endotracheale
afzuiging is aanwezig.
– Het beademingssysteem gebruiksklaar
(de beademingsgaszak is correct uitge-
richt en alle slangen zijn correct aangeslo-
ten).
– De CO
-absorber is aanwezig op het
2
apparaat en voldoende gevuld.
Gebruiksaanwijzing Fabius MRI SW 3.n
O).
2
O).
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave