Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beademingsmodus Pressure Support (Optioneel) - Dräger Fabius MRI Gebruiksaanwijzing

Anesthesie-werkstation. software 3.n
Verberg thumbnails Zie ook voor Fabius MRI:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening
Dit slagvolume is afhankelijk van de ingestelde
inspiratiedruk (PINSP) en van de
patiëntcompliantie. De parameter Insp Flow wordt
gebruikt om de toename van de helling van de
drukcurve in te stellen. Daarnaast kan een
positieve eind-expiratoire druk (PEEP) worden
ingesteld.
De onderste alarmgrens van de ademwegdruk
(PAW -laag) wordt gebruikt voor het bewaken van
de ademwegdruk om apnoe (disconnectie) en
continue druk te herkennen.
Als de drukcurve de drempelwaarde zowel van
bovenaf als van onderaf niet doorkruist, wordt een
alarm afgegeven.
Beademingsmodus Pressure Support
(optioneel)
Pressure Support is een drukondersteunde
beademingsmodus voor patiënten met spontane
ademhaling. Patiënten die geen inspiratoire
inspanning leveren, mogen niet worden beademd
met Pressure Support.
De beademingsmodus Pressure Support wordt
geactiveerd door de inspiratoire inspanning van de
patiënt. De meeste anesthetica hebben een
verlaagde reactie van de patiënt op kooldioxide en
hypoxemie tot gevolg. Daarom geven
beademingsmodi die door patiënten worden
getriggerd onder deze omstandigheden geen
zekerheid over voldoende beademing. Bovendien
zal het gebruik van spierverslappers het triggeren
door de patiënt negatief beïnvloeden.
In de Pressure Support-beademingsmodus is de
apnoebeademingsfunctie beschikbaar. Hierdoor
kan een minimale beademing worden
gegarandeerd. Om apnoebeademing te activeren,
moet voor de instelling RRapn een andere
instelling worden geselecteerd dan UIT. Als de
gedetecteerde spontane beademingsfrequentie
van de patiënt tot onder de ingestelde waarde voor
RRapn zakt, wordt een mechanische ademhaling
toegepast. Apnoebeademing is niet bedoeld als
primaire beademingsmodus.
102
Voor apnoebeademing gebruikt de Fabius de
instellingen voor de volgende parameters:
– ∆Psupp
– RRapn
– Insp Flow
– PEEP
Als 2 opeenvolgende mechanische beademingen
met apnoebeademing worden uitgevoerd, wordt
de alarmmelding APNOE-VENTILATIE !!
weergegeven in het alarmmeldingsveld. De
alarmmelding wordt gewist, zodra een spontane
ademhaling wordt gedetecteerd.
Wijzigen naar de Pressure Support-modus
In de volgende voorbeelden en afbeeldingen wordt
de wijziging van de Volume Control-modus in de
Pressure Support-modus beschreven:
Volume Control
A
B
1 Druk op de Pressure Support-toets (A).
2 Pas de beademingsinstellingen (B) aan.
3 Bevestig de nieuwe modus.
Gebruiksaanwijzing Fabius MRI SW 3.n

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave