6 Installatie
6.4
Aansluitingen van de luchttoevoer/rookgasafvoer
46
Als er in de regio nog oude gasleidingen voorkomen, wordt het installeren
van een gasfilter aanbevolen.
Resten in gasleidingen en pijpverbindingen dienen te worden verwijderd.
6.3.2 Controleer waterdichtheid.
Gevaar
Gevaar! Levensgevaar door gas!
De hele gasinlaatpijp, vooral de verbindingen, moet worden gecon
troleerd op lekkages voor de inbedrijfstelling.
De klep van de gasbrander moet bij een maximale druk van slechts
100 mbar worden gecontroleerd.
6.3.3 Ontluchten van de gasleiding
De gasleiding moet worden ontlucht voor de eerste inbedrijfstelling.
Hiervoor dient de meetnozzle voor de aansluitdruk en ontluchting te wor
den geopend, waarbij rekening wordt gehouden met de veiligheidsvoor
schriften. Controleer de lekdichtheid van het aansluiting na de ontluchting.
Gevaar
Levensgevaar door gas!
De hele gasinlaatpijp, vooral de verbindingen, moet worden gecon
troleerd op lekkages voor de inbedrijfstelling.
6.4.1 Rookgasaansluiting
Om de SGB te laten werken als een condensatieboiler op gas, moet de rook
gaspijp geschikt zijn voor een rookgastemperatuur van minder dan 120°C
(rookgaspijp type B). Het rookgaspijpsysteem SAS, goedgekeurd volgens de
bouwregels, is bestemd voor dit doel.
Samenvatting van de noodzakelijke basisconstructiesets
RLA:
RLUA:
RLUA met muuraanslui
ting:
Toelichting
Het aansluiten van de ketel als een RLUA-versie (RLUA-set en moge
lijk WAS) kan tot een verminderde opbrengst van de ketel leiden,
hetgeen wordt gecompenseerd door de afdeling klantenservice van
BRÖTJE.
Goedkeuringsnummer
De SAS is goedgekeurd door het Deutsche Institut für Bautechnik (DIBt)
(Duits instituut voor bouwtechniek) in algemene overeenstemming met de
bouwregels:
Goedkeuringsnummer: Z-7.2.-1104
SAS 160-2/SAS 160-4/SAS 200
SAS 160-2/SAS 160-4/SAS 200 + RLUA
SAS 160-2/SAS 160-4/SAS 200 + RLUA + WAS
7636639 - 01 - 26082015