Samenvatting van Inhoud voor BRÖTJE EuroCondens SGB 170 H
Pagina 1
België Installatiehandleiding Gasgestookte condensatieketel EuroCondens SGB 125 H SGB 170 H SGB 215 H SGB 260 H SGB 300 H...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig ge bruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden. Onze Service en klantenservice-organisatie kan hierbij helpen.
1 Veiligheid 1 Veiligheid 1.1 Algemene veiligheidsinstructies Gevaar Indien u gas ruikt: 1. Gebruik geen vuur, rook niet, gebruik geen elektri sche contacten of schakelaars (bel, verlichting, mo tor, lift, etc.). 2. Sluit de gasaanvoer af. 3. Open de ramen. 4.
Pagina 7
1 Veiligheid Opgelet Beveiliging etgen onopzetetlijke inschakeling. Wanneer het verwarmingssysteem leeg is, dient u er voor te zorgen dat de ketel niet onopzettelijk kan wor den ingeschakeld. Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, ge voelsmatige of geestelijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te ge...
1 Veiligheid Waarschuwing Gevaar voor beschadiging. De condensatieketel op gas mag alleen worden opge steld in ruimten met schone verbrandingslucht. Vreem de voorwerpen zoals stuifmeel mogen nooit de inlaat openingen passeren en het binnenste van de installatie bereiken. De ketel mag niet worden gestart als er spra ke is van een zware stofontwikkeling, bijv.
1 Veiligheid 1.3 Specifieke veiligheidsinstructies 1.3.1 Ondergronds vloeibaar gas De SGB voldoet aan DIN EN 126 en DIN EN 298 en hoeft daar om bij het gebruik van ondergronds gas niet te worden voor zien van een extra scheidingsklep. 1.4 Aansprakelijkheden 1.4.1 Aansprakelijkheid van de fabrikant Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde richtlijnen.
Pagina 10
1 Veiligheid Vraag aan de installateur uitleg over uw installatie. Laat de benodigde inspecties en onderhoud uitvoeren door een erkend installateur. Bewaar de handleidingen in goede staat en in de buurt van het apparaat. 7636639 - 01 - 26082015...
2 Over deze handleiding Over deze handleiding Algemeen Deze handleiding is bestemd voor installateurs van een SGB-ketel. Toelichting De gebruiks- en installatiehandleidingen zijn ook beschikbaar op onze internetsite. Aanvullende documentatie Hier is een overzicht van de verdere documenten die deel uitmaken van dit verwarmingssysteem.
Pagina 12
2 Over deze handleiding Gevaar Kans op gevaarlijke situaties die ernstig persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Gevaar voor elektrische schok Gevaar voor elektrische schok. Waarschuwing Kans op gevaarlijke situaties die licht persoonlijk letsel kunnen ver oorzaken. Opgelet Kans op materiële schade. Toelichting Let op, belangrijke informatie.
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Richtlijnen en normen Naast de algemene technische regels dienen de relevante normen, regels, verordeningen en richtlijnen te worden nageleefd. DIN 4109; Geluidsbescherming bij bouwplanning DIN EN 12828 verwarmingssystemen in gebouwen. EnEV - Energiebesparingsregels Federale verordening ter controle van de uitstoot 3.
3 Technische specificaties Productnaam 125 H 170 H 215 H 260 H 300 H Lagetemperatuurketel B1-ketel Ruimteverwarmingstoestel met warm tekrachtkoppeling Combinatieverwarmingstoestel Nominale warmteafgifte Prated Nuttige warmteafgifte bij een nomi 121,6 165,8 210,1 254,5 294,0 nale warmteafgifte en werking op hoge temperatuur Nuttige warmteafgifte bij 30% van 40,5 55,2...
Pagina 15
3 Technische specificaties Model 125 H 170 H 215 H 260 H 300 H Nominaal warmte-aanvoerbereik: Aardgas Verwar 20,0 - 125,0 28,0 - 170,0 35,0 - 215,0 42,0 - 260,0 48,0 - 300,0 ming Verwar 35,0 - 125,0 35,0 - 170,0 48,0 - 215,0 58,0 - 260,0 58,0 - 300,0...
3 Technische specificaties Model 125 H 170 H 215 H 260 H 300 H Max. aanvoertemperatuur °C Volumestroom ∆T = 20 K kg/h 5.375 7.310 9.245 11.180 12.900 ∆T = 10 K kg/h 10.750 14.620 18.490 22.360 25.800 Hydraulische weerstand ∆T = 20 K mbar ∆T = 10 K...
3 Technische specificaties 3.2.5 Afmetingen en aansluitingen Afb.2 Afmetingen en aansluitingen RA-0000208 Tab.5 Afmetingen Model 125 H 170 H 215 H 260 H 300 H Aansluiting luchttoevoer Ø 110 Ø 110 Ø 125 Ø 125 Ø 125 Verwarmingsdebiet (HV) Flens DN 65 7636639 - 01 - 26082015...
Pagina 19
3 Technische specificaties Model 125 H 170 H 215 H 260 H 300 H Verwarmingsretour (HR) Flens DN 65 Gasaansluiting R 1" R 1½" R 1½" R 1½" R 1½" Aansluiting veiligheidsgroep R 1" R 1" R 1¼" R 1¼" R 1¼"...
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Voornaamste componenten 4.1.1 Ketel Afb.4 Keteloverzicht SGB 125 H - 170 H Rookgasaansluiting Keteldebiet (KV) Aansluiting veiligheidsgroep Ketelretour (KR) Aansluiting luchttoevoer Gasaansluiting Ketelbesturing LMS Ontstekingstransformator (onder de besturingsbehuizing) Ionisatie elektrode Kijkglas voor controle van de vlam (onder de besturingsbehuizing) Ventilator Ontstekingselektrodeblok Venturi...
4 Beschrijving van het product 4.1.2 Kamerapparaat RGT Afstandsinstelling van alle instelbare besturingsfuncties van de basistoepas sing is mogelijk met gebruik van het kamertoestel RGT (Accessoire) Afb.6 Bedrijfsinterface van het kamertoe 1 Bedrijfsmodus-toets, verwarmingsmodus stel RGT 2 Bedrijfsmodus-toets, tapwatermodus 3 Scherm 4 ESC toets (annuleren) 5 OK toets (bevestiging) 6 Aanwezigheidstoets...
4 Beschrijving van het product 4.2.2 Displays Afb.8 Symbolen op het display Verwarmen tot comfort instelwaarde Verwarmen tot gereduceerd instelwaarde Verwarmen tot vorstbeveiliging instelwaarde Actueel proces Vakantie functie actief Verwijzing naar verwarmingskringen Brander in bedrijf (alleen ketel) Koeling actief (Alleen warmtepomp) Compressor in bedrijf (alleen warmtepomp) Onderhoudsmelding Foutmelding...
5 Voor de installatie Voor de installatie Installatievoorschriften Opgelet De installatie van het apparaat moet door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en nationale voorschriften. Installatie-eisen 5.2.1 Corrosiebeveiliging Opgelet Gevaar voor schade aan de installatie! De verbrandingslucht moet vrij zijn van corrosieve elementen - met name geconstateerde dampen die fluor en chloor bevatten, bijvoor...
5 Voor de installatie 5.2.3 Eisen aan verwarmingswater Opgelet Let op de eisen aan de kwaliteit van het verwarmingswater! De eisen aan de kwaliteit van het verwarmingswater zijn in de afge lopen tijd strenger geworden naarmate de systeemomstandighe den wijzigen: minder vraag naar warmte het gebruik van gascondensatieketels in een cascadeopstelling bij grotere projecten.
5 Voor de installatie 5.2.4 Verdere informatie over het verwarmingswater Het water mag geen vreemde bestanddelen bevatten, zoals zweetdrup pels, roestdeeltjes, kalkaanslag of slib. Tijdens de inbedrijfstelling dient het systeem te worden gespoeld totdat er schoon water uit komt. Als het systeem wordt gespoeld moet ervoor worden gezorgd dat het water niet door de warmtewisselaar van de ketel stroomt, dat de radiatorthermosta...
5 Voor de installatie 5.2.6 Behandelen en voorbereiden van het verwarmingswater Bepaling van het systeemvolume De totale hoeveelheid water in het verwarmingssysteem wordt berekend aan de hand van het systeemvolume (= vulwatervolume) plus het aanvul lende watervolume. In de ketelspecifieke schema's van BRÖTJE wordt, in ver band met een betere leesbaarheid, alleen het systeemvolume vermeld.
5 Voor de installatie Bij de meeste verwarmingssystemen is er geen vorstbescherming tot -28 °C vereist; -15 °C is normaal gesproken voldoende. De warmtedrager moet 2:1 worden verdund met water om dit instelpunt in te stellen. Deze mengver houding dient te worden getest door BRÖTJE in verhouding tot zijn prakti sche geschiktheid voor het gebruik met hoogrendementketels op gas.
5 Voor de installatie 4. Na 8 tot 12 weken controleert en registreert u de pH-waarde. Sluit een onderhoudscontract af. 5. Eenmaal per jaar controleert u of het systeem correct functioneert met betrekking tot druk, pH-waarde en het volume van het gebruike opvul water.
5 Voor de installatie Opgelet Gevaar voor schade aan de installatie! Agressieve vreemde stoffen in de verbrandingslucht kunnen de warmte producerende voorziening beschadigen of vernielen. Daar om is het monteren in ruimten met een hoge luchtvochtigheid (zie ook "Gebruik in vochtige ruimten") of zware stofophoping alleen toegestaan bij van de ruimtelucht onafhankelijke bedrijfsmodi.
5 Voor de installatie Transport Afb.11 Transportmiddelen Draagvoorzieningen Oogbout Voor het transport van de ketel naar de montageplaats met behulp van een kraan, kan voor het aanslaan de oogbout bovenop de ketel worden gebruikt. Verwijder daarvoor het middelste behuizingsdeksel van de SGB. Voor een handmatig transport van de ketel naar de montageplaats steekt u 2 voldoende lange stalen buizen (Ø...
5 Voor de installatie Aansluitschema's 5.5.1 Toepassingsvoorbeelden Afb.12 SGB, één verwarmingscircuit en heetwaterbereiding, AguaSave en AguaClean-optie (hydraulisch schema) 7636639 - 01 - 26082015...
Pagina 33
5 Voor de installatie Afb.13 SGB, één verwarmingscircuit en heetwaterbereiding, AguaSave en AguaClean-optie (hydraulisch schema) 7636639 - 01 - 26082015...
Pagina 34
5 Voor de installatie Afb.14 SGB, één verwarmingscircuit en heetwaterbereiding, AguaSave en AguaClean-optie (hydraulisch schema) 7636639 - 01 - 26082015...
Pagina 35
5 Voor de installatie Afb.15 SGB, één verwarmingscircuit en heetwaterbereiding, AguaSave en AguaClean-optie (hydraulisch schema) 7636639 - 01 - 26082015...
Pagina 36
5 Voor de installatie Afb.16 SGB, 3 gemengde verwarmingscircuits en heetwaterbereiding, AguaSave en AguaClean-optie (hydraulisch schema) 7636639 - 01 - 26082015...
Pagina 37
5 Voor de installatie Afb.17 SGB, 3 gemengde verwarmingscircuits en heetwaterbereiding, AguaSave en AguaClean-optie (hydraulisch schema) 7636639 - 01 - 26082015...
Pagina 38
5 Voor de installatie Afb.18 Ketelcascade 2SGB, 3 gemengde verwarmingscircuits, hydraulische by-pass en heetwaterbereiding, AguaSave en Agua Clean-optie (hydraulisch schema) 7636639 - 01 - 26082015...
Pagina 39
5 Voor de installatie Afb.19 Ketelcascade 2SGB, 3 gemengde verwarmingscircuits, hydraulische by-pass en heetwaterbereiding, AguaSave en Agua Clean-optie (hydraulisch schema) 7636639 - 01 - 26082015...
Pagina 40
5 Voor de installatie Afb.20 Ketelcascade 2SGB, 3 gemengde verwarmingscircuits, hydraulische by-pass en heetwaterbereiding, AguaSave en Agua Clean-optie (hydraulisch schema) 7636639 - 01 - 26082015...
6 Installatie Installatie Montage 6.1.1 De rookgasaansluiting aanpassen Onderstaand wordt de aanpassing van de bovenkant op de achterkant van de rookgasaansluiting getoond. 1. Verwijder de onderste achterwand. 2. Verwijder de rookgasaansluiting die naar boven loopt en plaats een elleboogstuk van 87°. 3.
6 Installatie 6.1.2 Aansluiting luchttoevoer aan de zijkant monteren Onderstaand wordt de montage van de Aansluiting luchttoevoer aan de lin kerzijde van de ketel getoond. 1. Verwijder de onderste achterwand 2. Verwijder de afdekplaat aan de zijkant 3. Steek het elleboogstuk in de bestaande toevoerleiding en draai hem in de zijdelingse positie 4.
6 Installatie Wateraansluitingen 6.2.1 Verwarmingscircuit aansluiten Sluit het verwarmingscircuit op het keteldebiet (KV) en de ketelretour (KR) aan op de bovenkant van de SGB. Wanneer een verwarmingscircuit met menger en een drukpomp voor de heetwaterbereiding gelijktijdig op het ke teldebiet en de ketelretour moet worden aangesloten, moet als menger een 3-weg menger worden gebruikt.
6 Installatie Als er in de regio nog oude gasleidingen voorkomen, wordt het installeren van een gasfilter aanbevolen. Resten in gasleidingen en pijpverbindingen dienen te worden verwijderd. 6.3.2 Controleer waterdichtheid. Gevaar Gevaar! Levensgevaar door gas! De hele gasinlaatpijp, vooral de verbindingen, moet worden gecon troleerd op lekkages voor de inbedrijfstelling.
6 Installatie 6.4.2 Rookgassysteem Afb.23 SGB met rookgaspijpensysteem SAS voor de van de ruimtelucht afhankelijke en onafhankelijk werking RLUA RLUA RLUA RLUA Luchtopening 50 cm tot 450 cm naar gelang ketelvermogen RLUA Luchtopening 1 x 150 cm 1 x 75 cm Luchtopening Luchtopening 50 cm...
6 Installatie Voor individuele gevallen met betrekking tot de van de ruimtelucht onaf hankelijke werking van de SGB moet een BRÖTJE-berekening worden ge maakt Meer informatie staat vermeld in deTechnische informatie of op de website van BRÖTJE, www.broetje.de Lengte van rookgaspijpen voor cascadesystemen 6.4.3 Algemene informatie over het het uitlaatgas-pijpsysteem Normen en eisen Naast de algemene technische regels moeten ook de onderstaande...
6 Installatie Brandbestendigheidsduur van de schacht bij gebouwen met een lagere bouwhoogte: 30 min. 6.4.4 Schoorsteen reeds in bedrijf Als er al een aansluiting voor het installeren van een concentrische uitlaat gaspijp een schoorsteen wordt gebruikt die eerder voor op olie of vaste brandstof gestookte ketels werd ingezet, moet de schoorsteen eerst grondig door een specialist worden gereinigd.
6 Installatie ketelruimte met een ventilatiemogelijkheid zijn uitgevoerd. De vrije ruimte bij elkaar kruisende pijpen moet ten minste A = 125 cm zijn Een bijbeho rend luchtinlaatrooster is verkrijgbaar als toebehoren. Montage 1. De pijpen en vormstukken moeten in elkaar worden gezet tot aan de basis van de aansluiting.
6 Installatie Voor uitlaatgassystemen in gebouwen met een hoogte van minder dan < 15.00 m in het verticale gedeelte, een pijpleidinglengte van minder dan 2,00 m in het horizontale gedeelte en een maximale leidingdiameter van 150 mm met een maximale afbuiging (met uitzondering voor de afbuiging di rect bij de ketel en in de as) is één reinigings- en inspectie-opening in de in...
6 Installatie Afb.27 Trekontlastingen RA-0000064 6.5.4 Circulatiepompen De toegestane stroombelasting per pompuitgang bedraagt I = 1A. N max 6.5.5 Apparaatzekeringen Apparaatzekering in de regelaar ISR: Zekeringen: T 6.3A H 250V 6.5.6 Sluit sensor / componenten aan Gevaar Gevaar voor elektrische schok! Gevaar door niet oordeelkundig werk! Het schakelschema moet worden nageleefd.
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen Gevaar De inbedrijfstelling mag alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd. De installateur controleert de bevestiging van de bui zen, de correcte werking van alle regel-, besturings- en veiligheids voorzieningen en meet de verbrandingswaarden. Als deze werk zaamheden niet correct worden uitgevoerd, bestaat er een aanzien...
7 Inbedrijfstelling Er werden alleen componenten gebruikt, die conform de betreffende standaard zijn getest en Datum / handteke gemarkeerd. Alle systeemcomponenten zijn geïnstalleerd volgens de instructies van de fabri ning kant. Stempel van de fir Het gehele systeem voldoet aan de norm. Om te garanderen dat de warmtebron gedurende een lange periode betrouwbaar en zuinig .......
7 Inbedrijfstelling Toelichting Men verlaat de functie Stilstand regelaar door ongeveer 3 seconden op de toets Modus verwarming te drukken, bij het bereiken van de maximale keteltemperatuur of door een tijdsbegrenzing Als er behoefte is aan warmte vanuit een opslagtank in de vorm van opgerolde slangen, wordt er in deze behoefte ook tijdens de stop...
7 Inbedrijfstelling Voor meer informatie, zie Technische gegevens, pagina 14 GUID-6D53C28A-DD96-4E9B-915F-A733465011E0, pagina 0 Afsluitende instructies 7.5.1 Instructies voor de klant De klant moet volledig worden geïnformeerd over de werking van de ver warming en de beveiligingsinstallaties. Hij moet vooral worden geïnstru eerd over de onderstaande zaken: De luchttoevoeropening mag niet gesloten of verkleind worden.
8 Werking Werking Gebruik van het bedieningspaneel 8.1.1 Parameters wijzigen Instellingen die niet rechtsreeks via het bedieningspaneel worden veran derd, moeten op instellingsniveau worden uitgevoerd. Het basis-programmeringsproces wordt hieronder weergegeven met ge bruik van het voorbeeld van de instelling van Datum en tijd. 1.
8 Werking 8.1.2 Procedure voor programmering De keuze van de instellingsniveaus en de menu-items wordt als volgt be paald: 1. Druk op OK. Het scherm Eindgebruiker wordt getoond. 2. Houd de resetknop gedurende ca. 3 seconden ingedrukt. De instelniveaus verschijnen 3.
8 Werking 1. Schakel de verwarmingsnoodschakelaar in 2. Gasafsluiter opendraaien 3. Open de afsluitkranen voor de aan- en afvoer van verwarmingswater op de ketel. 4. Open het deksel van het bedieningspaneel en zet de AAN/UIT-schake laar op het bedieningspaneel van de ketel op AAN. RA-0000162 5.
8 Werking Beveiligingsmodus Geen verwarmingstoepassing Temperatuur volgens vorstbeveiliging instelwaarde Beveiligingsfuncties geactiveerd Automatische zomer/winter-omschakeling actief Automatisch dagverwarmingsgrens actief 8.2.5 Instellen van tapwaterbedrijf Ingeschakeld tapwaterbereiding volgens het ingesteld tijdprogramma. Uitgeschakeld tapwaterbereiding is uitgeschakeld Toelichting XXXXXXXXXXXXXX Voor de tapwaterverwarming is een instelling tussen 50 en 60°C XXXX aanbevolen Tijden voor tapwaterverwarming worden in het tijdsprogramma...
8 Werking 5. Druk op OK. 6. Selecteer de parameter Aan. 7. Druk op OK. 8. Sluit het programmeerniveau door de bedrijfsmodus-toets voor de verwarmingsmodus in te drukken. De instelwaarde voor de noodwerking instellen In de bedrijfsmodus "Handmatige werking" kunt u hiervoor een nominale temperatuurwaarde voor aangeven: 1.
9 Instellingen Instellingen Parameterlijst Afhankelijk van de systeemconfiguratie worden niet alle geregi streerde parameters in het display weergegeven. Om het eindgebruiker (Eu), Inbedrijfstelling (C) en Technicus (E) instellingniveau te bereiken: Druk op de OK toets. Druk vervolgens op de Informatietoets gedurende ongeveer 3 s. Selecteer de kring met de regelknop Bevestig met de OK toets.
Pagina 64
9 Instellingen Bedieneenheid Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Software versie — (1) De parameter is allen zichtbaar in de kamereenheid. (2) Deze parameter is alleen zichtbaar als er in de programmeringseenheid een geschikte instelling beschikbaar is. (3) Deze parameter is alleen zichtbaar in de kamereenheid, daar de besturingseenheid in de ketel permanent op de besturingseenheid gepro grammeerd is.
Pagina 65
9 Instellingen Tijdsprogramma verwarmingskring 4 /Tapw Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau 1e fase uit 22:00 (h/min) 2e fase in --:-- (h/min) 2e fase uit --:-- (h/min) 3e fase in --:-- (h/min) 3e fase uit --:-- (h/min) Kopieren Standaard waarden Nee | Ja Tijdsprogramma verwarmingskring 5 Prog.
Pagina 66
9 Instellingen Verwarmingscircuit Ni Standaardwaarde Prog. nr. veau Prog. nr. Prog. nr. Vertr. warmte vraag 1046 1346 Ruimteinvloed 1050 1350 - - - % Ruimtetemp begrenzing 1060 1360 0,5 °C Snel opstoken 1070 1370 - - - °C Geoptimaliseerd uit 1080 1380 Tot gew wrd...
Pagina 68
9 Instellingen Primaire regelaar/aanvoerpomp Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Looptijd servomotor 2134 120 s Voorregelaar/circ pomp 2150 Na opslagbuffertank Voor opslagbuffertank | Na opslagbuffertank Ketel Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Vrijgave onder buitentemp. 2203 - - - °C Doorlading opslagtank 2208 Uit | Aan Min gew wrde...
Pagina 69
9 Instellingen Ketel Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau 2444 SGB 125 H: 125 kW Vent. uitgang Tapw. max SGB 170 H: 170 kW SGB 215 H: 215 kW SGB 260 H: 260 kW SGB 300 H: 300 kW Regelaar vertraging 2450 Aleen Uit | Aleen verwarmingsbedrijf | Alleen Tapwater modus | Verw.
Pagina 70
9 Instellingen Zonne-energie Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau dT IN buffer 3813 - - - °C dT UIT buffer 3814 - - - °C Min laadtemp buffer 3815 - - - °C dT IN zwembad 3816 - - - °C dT UIT zwembad 3817 - - - °C...
Pagina 71
9 Instellingen Bufferopslagtank Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Herkoelingtemperatuur 4755 60 °C Herkoeling ketel/VG 4756 Uit | Aan Herkoeling collector 4757 Uit | Zomer | Altijd Met zonne toepassing 4783 Nee | Ja dT IN retouromleiding 4790 8 °C dT UIT retouromleiding 4791 4 °C Vergelijktemp retouromleidin...
Pagina 72
9 Instellingen Prog. nr. Ni Standaardwaarde Tapwater opslagtank veau Met zonne toepassing 5093 Nee | Ja Min pomptoerental 5101 Max pomptoerental 5102 100 % Toerental P-band Xp 5103 35 °C Toerental I-tijd Tn 5104 120 s Toerental D-tijd Tv 5105 45 s Transfer strategie 5130...
Pagina 83
9 Instellingen Diagnose warmte opwekking Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau dT collector 1/tapwater 8513 dT collector 1/buffer 8514 dT collector 1/zwembad 8515 Aanv. temp. zonne energie 8519 Retour temp. zonne energie 8520 24-uur zonne energie verm. 8526 Totale zonne energie verm. 8527 Bedr uren zonne-energie 8530...
Pagina 84
9 Instellingen Diagnose gebruikers Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Verw grp mengklep 3 open 8791 Uit | Aan Verw grp mengklep 3 dicht 8792 Uit | Aan Snel opstoken VG Pomp 3 8795 Ruimtetemperatuur 3 8800 Gew waarde ruimte 3 Aanvoertemp 3 8804 Ruimtethermostaat 3...
Pagina 85
9 Instellingen Diagnose gebruikers Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Relaisuitgang QX22 moduul 2 9054 Uit | Aan Relaisuitgang QX23 moduul 2 9055 Uit | Aan Relaisuitgang QX21 moduul 3 9056 Uit | Aan Relaisuitgang QX22 moduul 3 9057 Uit | Aan Relaisuitgang QX23 moduul 3 9058 Uit | Aan...
9 Instellingen Prog. nr. Ni Standaardwaarde Info optie veau Min. kamertemperatuur Max. kamertemperatuur Aanvoertemperatuur cascade Temperatuur van de ketel Buitentemperatuur Min. buitentemperatuur Max. buitentemperatuur Tapwatertemperatuur 1 Tapwatertemperatuur op tekening Collectortemperatuur 1 24 h capaciteit zonne-energie Totale capaciteit zonne-energie Temp. ketel op vaste brandstof Buffertemperatuur 1 Zwembad temperatuur Status verwarmingsgroep 1...
9 Instellingen 9.2.2 Bedienergedeelte Taal (20) Hier kunt u de taal van de meldingen aan de gebruiker wijzigen. Info (22) Tijdelijk: Het informatiedisplay keert na 8 minuten terug naar het basis menu. Permanent: Het informatiedisplay wordt permanent weergegeven na het oproepen met de informatieknop.
9 Instellingen der prog.nr. 42, terwijl als Ruimte unit 2/Ruimte unit 3 geselecteerd is, al leen de relevante verwarmingskring kan worden gebruikt. Bedienapparaat 1/Bedienapparaat 2/Bedienapparaat 3: deze instelling is bestemd voor uitsluitend gebruik zonder kamerfuncties en is niet nodig in combinatie met deze regelaar.
9 Instellingen Tijdsprogramma 4 kan worden gebruikt voor de Tapw- en voor de circulatie pomp, afhankelijk van de instelling en wordt altijd weergegeven. Het tijdsprogramma 5 wordt niet toegewezen aan een functie en kan vrij worden gebruikt voor een toepassing die een uitgang QX gebruikt. Voorselectie (500 –...
9 Instellingen 9.2.6 Verwarmingskringen Bedrijfsmodus (700, 1000, 1300) De bedieningsmodus kan door middel van de bedieningsmodus-toets op de kamereenheid of via deze bedrijfslijn worden ingesteld. Beveiligingsbedrijf: De verwarming wordt uitgeschakeld in de beveili gingsmodus. De kamer blijft echter wel beveiligd tegen vorst (Gewenste wrde vorstbijv.
Pagina 91
9 Instellingen Afb.29 Stooklijn diagram 2,74 2,24 °C 1,74 1,24 0,76 0,24 °C RA-sRE036B AT Buitentemperatuur VT Aanvoertemperatuur Bepalen van de helling van de stooklijn. Voer de laagste berekende buitentemperatuur in volgens de klimaat zone (bv 12°C in Frankfurt) in het diagram (zie Figuur 1, pagina 91) (bv. verticale lijn op -12°C).
Pagina 92
9 Instellingen Afb.30 Zomer/Winter verwarminggrens A Uit E Aan ZW Zomer/Winter verwarminggrens °C T Continu temp. t Tijd x Gedempte buitentemperatuur (Prog. nr. 8703) De verwarmingskring schakelt over naar zomerbedrijf zodra de gemiddelde buitentemperatuur gedurende de afgelopen 24 uur met 1°C boven de hier ingestelde waarde stijgt.
Pagina 93
9 Instellingen Toelichting Als er echter een RGT/RGTF of RGB kamereenheid aangesloten is, en de instelling “kamerinvloed” ingesteld is tussen 1 en 99%, wordt de afwijking van de actuele en ingestelde kamertemperaturen geregi streerd en in aanmerking genomen in de temperatuurregeling. Op die manier kan er externe warmte in aanmerking worden genomen waardoor er een constante kamertemperatuur tot stand kan wor...
Pagina 94
9 Instellingen dens de snelle verlaging wordt er geen warmte-opvraag gestuurd naar de warmteproducent. Snelle verlaging is mogelijk met of zonder kamersensor: met kamersensor wordt de verwarmingskringfunctie uitgeschakeld totdat de kamertempera tuur gedaald tot de verlaagde instelwaarde of de vorstbeveiligings-instel waarde.
9 Instellingen tietijd (voorloop) wordt hier tot een maximum beperkt. Door het instellen van de optimalisatietijd = 0 wordt de functie uitgeschakeld. Gew wrde toename Red start (800, 1090, 1390) en Gew wrde toename Red einde (801, 1101, 1401) Afb.34 Gereduceerde instelwaarde stijging TA1 Gereduceerde instelwaarde stijging start TA2 Gereduceerde instelwaarde stijging einde...
Pagina 96
9 Instellingen Opgelet Houd u zich aan de eisen en normen die zijn vastgesteld door de fa brikant van de dekvloer. Een correcte werking is alleen mogelijk met een correct geïnstalleerd ver warmingssysteem (water-, elektrisch systeem en instellingen). Afwijkingen kunnen tot schade aan de dekvloer leiden. De dekvloer-functie kan eerder worden stopgezet door de instelling 0=OFF.
Pagina 97
9 Instellingen Temperatuurslag Nom.: De spreiding tussen de ketelaanvoertemperatuur en de ketelretourtemperatuur wordt de temperatuurstijging genoemd. Toelichting Omdat de regeling door middel van de ketelsensor wordt uitge voerd, is deze instelling alleen geschikt als slechts één verwar mingscircuitpomp beschikbaar is. Min pomptoerental (882, 1182, 1482) De minimale snelheid voor de pomp van het verwarmingscircuit kan met deze functie worden gespecificeerd.
9 Instellingen Afb.36 Vrijgave afhankelijk van de tijdscha Klokprogr's VG'en: De Tapw-temperatuur wordt omgeschakeld tussen de kelprogramma's van de verwarmings nominale Tapw-temperatuur en de verlaagde nominale Tapw-tempera kringen (voorbeeld). tuurwaarde, afhankelijk van de tijdschakelprogramma's. Telkens wanneer de inschakeltijd wordt vooruitgezet. Deze wordt met 1 uur vooruitgezet.
9 Instellingen Verblijfsduur legionella func (1646) Met deze functie wordt de tijd ingesteld gedurende welke de instelwaarde van de legionellafunctie geactiveerd is om ziektekiemen te doden. Toelichting Als de koudere opslagtanktemperatuur stijgt boven de instelwaar de legionella functie -1 K, wordt ervan uitgegaan dat de instelwaar de legionella functie is gehaald en de timer begint te lopen.
Pagina 100
9 Instellingen Ja: De gebruikerkring wordt gevuld vanuit de primaire besturingsauto maat op/door de systeempomp. 9.2.9 Zwembad Gew wrde zonverwarming (2055) Wanneer er zonne-energie wordt gebruikt, wordt het zwembad hier op de instelwaarde verwarmd. Gew wrd bronverwarming (2056) Wanneer de verwarmingsproducent wordt gebruikt, wordt het zwembad hier op de instelwaarde verwarmd.
Pagina 101
9 Instellingen Na opslagbuffertank: De primaire regelaar/aanvoerpomp wordt met de bestaande bufferopslagtank aangebracht in de waterleiding achter de bufferopslagtank. 9.2.11 Ketel Vrijgave onder buitentemp. (2203) De ketel wordt alleen in werking gesteld als de gemengde buitentempera tuur onder de hier ingestelde drempelwaarde ligt. Het schakelverschil be draagt 0,5°C: Doorlading opslagtank (2208) Onder prog.nr.
9 Instellingen waarde die in temeratuurstijging maximaal is ingesteld, wordt niet over schreden. Dit wordt bereikt door de ketelinstelwaarde te verlagen op de ac tuele retourtemperatuur plus de waarde die hier weergegeven is. Opgelet De grenswaarde van de keteltemperatuur mag alleen worden vast gelegd als er een modulerende verwarmingskringpomp is geconfi...
9 Instellingen den ligt, wordt de pompsnelheid voor de ketelpomp door lineaire omzetting weergegeven. Ventilatormotor Prog. nr. 2441: Met deze parameter kan in de verwarmingsmodus de maximale keteltemperatuur worden beperkt. Prog. nr. 2444: Met deze parameter kan de maximale ketelcapaciteit voor de tapwatermodus worden beperkt.
9 Instellingen zaam opengaande mengers reeds starten voordat de brander in bedrijf gaat. Zodoende kan een keteltemperatuur die te hoog is worden voorkomen. Drukschakelaar afschakeling (2500) Deze functie controleert de statische waterdruk met behulp van de aange sloten waterdrukschakelaar. Afhankelijk van de optie (Start blokkering of Stoorstand) een startblokkering of blokkeringspositie wordt uitgevoerd bij een dienovereenkomstige diagnose.
9 Instellingen Bijschakelvertraging (3533) De veelvuldig vooruit en terug schakelen (cycli) van d eketel wordt voorko men door de inschakelvertraging en daardoor wordt een stabiele bedrijfs toestand gegarandeerd. Auto opw volgorde omsch (3540) De volgorde van de hoofd cv-ketel en de ondergeschikte ketel wordt bepaald door de omschakeling van de volgorde en op die manier wordt de toepas...
Pagina 106
9 Instellingen dT IN buffer (3813),dT UIT buffer (3814) enMin laadtemp buffer (3815) Het inschakelpunt en uitschakelpunt van de collectorpomp wordt met deze functies ingesteld. De basis is het temperatuurverschil tussen collectortem peratuur en opslagtemperatuur van de bufferopslagtank. Naast het temperatuurverschil is het bereiken van een bepaalde minimum temperatuur in de verzamelaar noodzakelijk voor het oplaadproces in de buffer.
Pagina 107
9 Instellingen Wachttijd relatieve prio (3826) Overdracht van prioriteit wordt uitgesteld met de hier ingestelde tijd. Wachttijd parallelbedrijf (3827) Gelijktijdig gebruik is mogelijk wanneer primaire pompen op zonne-energie worden gebruikt als er voldoende zonne-energie beschikbaar is. Hiervoor kan, naast de momenteel verwarmde opslagtank, de volgende opslagtank in de prioriteitsvolgorde eveneens gelijktijdig worden verwarmd.
9 Instellingen Puls eenheid opbrengst (3887) Geeft de het debiet per impuls aan voor de Hx ingang. De Hx-ingang moet worden geconfigureerd om de impulsen hiervoor te tellen. 9.2.14 Verwarmingsketel op vaste brandstof Blokkeer andere opwekkers (4102) Als de ketel voor vaste brandstoffen ingeschakeld is, worden andere produ centen, bv.
Pagina 109
9 Instellingen verwarmingskring nodig heeft, uit de bufferopslagtank gehaald. De warm teproducent is geblokkeerd. Min. opslagtemp verw bedrijf (4724) Aks de temperatuur in de opslagtank van de buffertank onder deze waarde daalt, wordt de verwarmingskring uitgeschakeld als er geen warmteprodu cent beschikbaar is.
Pagina 110
9 Instellingen tourstroom. De retourtemperatuur wordt daardoor nog lager, hetgeen leidt tot een hogere efficiency met een condensatieketel, bijvoorbeeld Temperatuursteiging: Als de retourtemperatuur van de verbruikers lager is dan de temperatuur op de geselecteerde sensor (prog. nr. 4795), kan de retourstroom worden voorverwarmd door omleiding via het onderste ge...
9 Instellingen Herlading : De cilinder wordt alleen bij iedere Tapw-aanvraag opnieuw ge laden. Doorlading: De cilinder wordt volledig geladen bij iedere Tapw-aanvraag. Doorlading legionella: De cilinder wordt volledig geladen als de legionella functie geactiveerd is; anders wordt deze alleen bijgeladen. Doorlading 1ste..: Tijdens het eerste laden tijdens een dag wordt de ci...
9 Instellingen Toelichting De verzamelpomp kan opnieuw worden ingeschakeld door de func tie om het oververhitten van de verzamelaar te voorkomen (zie pro gramma nummer 3850) totdat de veilige temperatuur is bereikt. Herkoelingtemperatuur (5055) Vastleggen van de temperatuur voor het afkoelen van de Tapw-opslag. Herkoeling collector (5057) Het afkoelen van de oververhitte collector door het afgeven van de energie aan de omgeving van de collector.
9 Instellingen Met voorregelaar/circ pomp (5092) Nee: De Tapw-opslagtank wordt gevuld zonder primaire besturingsauto maat/systeempomp Ja: De Tapw-cilinder wordt gevuld vanuit de primaire besturingsautomaat op/door de voedingspomp. Met zonne toepassing (5093) Deze functie bepaalt of de Tapw-cilinder door zonne-energie dient te wor den verwarmd.
9 Instellingen Doorlading met B36 (5146) Hier kan worden aangegeven of het einde van het volladen wordt gedetec teerd via de temperatuur op de laadsensor B36. Nee: Het einde van het volladen wordt gedetecteerd via de temperatuur op de bovenste en onderste opslagsensor B3 en B31. Ja: Het einde van het volladen wordt gedetecteerd via de temperatuur op de bovenste opslagsensor B3 en de laadsensor B36.
Pagina 115
9 Instellingen Tapwater: De verdeelklep (DV) gaat naar de DHW-positie nadat de laatste opvraag afgesloten is. Tapw separaat circuit (5736) De aparte Tapw-kring kan alleen worden gebruikt in een ketelcascade. Uit: De aparte Tapw-kring functie is uitgeschakeld. Iedere beschikbare ke tel kan de Tapw opslagtank verzorgen.
Pagina 116
9 Instellingen Ketelpomp Q1: De aangesloten pomp wordt gebruikt om het ketelwater te laten recirculeren. Alarmuitgang K10: Een nieuwe fout wordt aangegeven door middel van deze alarmrelais. Het contact wordt gesloten met de vertragingstijd, die geselecteerd is onder prog. nr. 6612. Als er geen foutmeldingen zijn, opent het contact zonder vertraging.
Pagina 117
9 Instellingen den uitgeschakeld om het totale energieverbruik van het systeem te ver minderen. Opnemeringang BX1 (5930),Opnemer ingang BX2 (5931) enOpnemer ingang BX3 (5932) Functies naast de basisfuncties worden aangeboden door het configureren van de sensoringangen. Geen: Sensoringangen gedeactiveerd. Tapwateropnemer B31: Tweede Tapw-sensor, die wordt gebruikt voor vol ledig laden van de legionellafunctie.
9 Instellingen Vrijgave zwembad solar: Deze functie stelt de zwembadverwarming op zonne-energie in staat om extern te worden vrijgegeven (bijv. via hand matige schakelaar) of dat de laadprioriteit voor de zonne-energie wordt vastgelegd in vergelijking met de opslag. Bedrijfsniveau Tapw: Het toepassingsniveau kan worden ingesteld via het contact in plaats van via het interne tijdschakelprogramma (extern tijd...
9 Instellingen Tapwaterpomp Q3: Aandrijving voor tapw-opslagtank Tapw pomp intern Q33: Laadpomp voor Tapw-cilinder met externe warm tewisselaar. Verw circ pomp VG1 Q2: De gepompte verwarmingskring HC1 is inge schakeld. Verw circ pomp VG2 Q6: De gepompte verwarmingskring HC2 is inge schakeld.
Pagina 120
9 Instellingen Opgelet De besturingsparameters worden overschreven. De fabrieksinstel lingen worden opgeslagen in de regelaar. Activering van prog. nr. 6205 De regelaar wordt op de fabrieksinstelling gereset Controlle nr warmtebron 1 (6212), Controlle nr warmtebron 2 (6213), Controlle nr opslagtank (6215) en (6217)Controle nr verw groepen De standaardvoorziening genereert een controlenummer om het systeem...
9 Instellingen Bufferopslagtank Huishoudelijke bufferwatertank Bufferopslagtank, zonne-energie aansluiting Laadpomp, zonne-energie aansluiting Aflsluitklep warmteproducent Verdeelklep Verdeelklep, zonne-energie aansluiting Primaire regelaar, zonder warmtewisselaar Primaire regelaar, 1 warmtewisselaar Tussenkring, zonder warmtewisselaar Tussenkring, 1 warmtewisselaar Primaire pomp/tussenkring, zonder warmtewisselaar Laadpomp/tussenkring, 1 warmtewisselaar Verdeelklep, tussenkring, zonder warmtewisselaar Verdeelklep, tussenkring, 1 warmtewisselaar Primaire regelaar/tussenkring, zonder warmtewisse...
Pagina 122
9 Instellingen Werkgebied omschakelingen (6620) Als de instelling Centraal geactiveerd is onder respectievelijk prog. nr. 6221 en 6223, kan de actie voor deze instelling worden ingesteld. De volgende in stellingen zijn mogelijk: Segment: De overgang is voor alle regelaars in hetzelfde segment uitge voerd.
9 Instellingen 9.2.19 Storing Melding (6700) Een momenteel bestaande storing in het systeem wordt hier weergegeven in de vorm van een storingscode. Weergave SW diagnose code (6705) In geval van fout, wordt deze fout permanent in het display weergegeven. Daarnaast wordt de diagnosecode weergegeven in het display. Branderautom.
Pagina 124
9 Instellingen Melding Ion stroom (7051) Functie voor display en reset van de brander ionisatie actuele servciemel ding De servicemelding kan alleen worden gereset als de oorzaak voor het onderhoud verholpen is. Schoorsteenvegerfunctie (7130) De schoorsteenveeg-functie wordt bij dit prog. nr. in- en uitgeschakeld. Toelichting Deze functie wordt op grond van de instelling uitgeschakeldUit of automatisch wanneer de maximale boilertemperatuur bereikt...
9 Instellingen 9.2.21 Configuratie van de uitbreidingsmodules Functie uitbreidingsmoduul 1 (7300), Functie uitbreidingsmoduul 2 (7375) und Functie uitbreidingsmoduul 3 (7450) Wanneer een functie is geselecteerd, worden de in- uitgangen van de uit breidingsmodule door functies overeenkomstig de onderstaande tabel be zet: Aansluitklemmen QX21...
Pagina 126
9 Instellingen Relaisuitgang QX21 moduul 2, (7376), Relaisuitgang QX22 moduul 2(7377) en Relaisuitgang QX23 moduul 2 (7378) , Relaisuitgang QX21 moduul 3 (7451), Relaisuitgang QX22 moduul 3 (7452) and Relaisuitgang QX23 moduul 3 (7453) Geen: Sensoruitgangen gedeactiveerd. Circ pomp Q4: De aangesloten pomp dient als een tapwatercirculatie pomp (zie prog.
Pagina 127
9 Instellingen Verwarmingscircuitpomp HC1/HC2: Het relais wordt gebruikt voor het in schakelen van de verwarmingscircuitpomp Q2/Q6. Tapwater aandrijving Q3: Afhankelijk van het watersysteem wordt er een tapwaterlaadpomp of verdeelklep aangesloten. Melduitgang K35: De statusuitgang is geactiveerd wanneer er een com mando van de regelaar naar de branderbesturing bestaat.
Pagina 128
9 Instellingen verwarmingscircuits en tapwater worden genegeerd. De vorstbeveili gingsfunctie van de ketel blijft ingeschakeld. Toelichting De schoorsteenveegfunctie kan wel worden uitgevoerd ondanks de verwarmingsvergrendeling. Storing/alarmmelding: Het sluiten van de ingangen Hx leidt tot een inter ne foutmelding in de besturingsautomaat, die tevens wordt weergegeven via een relaisuitgang, die geprogrammeerd is als een alarmuitgang, of in het afstandsbesturingssysteem.
Pagina 129
9 Instellingen moduul 2 (7392), Spanningswrde 1 H2 mod 3 (7464) en Func wrd 2 H2 moduul 3 (7467) Afb.43 Voorbeeld van de warmtevraag 10 V F1 Functiewaarde 1 F2 Functiewaarde 2 [°C] S Spanning tot Hx F2=130 U1 Spanningwaarde 1 U2 Spanningwaarde 2 V Richtwaarde aanvoertemperatuur F2=100...
Pagina 130
9 Instellingen 9.2.23 Status Status Met deze functie kan de status van het geselecteerde systeem worden opge vraagd. Tab.15 Statustabel verwarmingscircuit De volgende meldingen zijn mogelijk onder verwarmingscircuit: Eindgebruiker (Eu) Inbedrijfstelling, technicus (menu Status) Beveiliging aangesproken Beveiliging aangesproken Handmatige regeling actief Handbedrijf actief Vloerverw.
Pagina 132
9 Instellingen Eindgebruiker (Eu) Inbedrijfstelling, technicus (menu Status) Retourbegrenzing, deellast Laden buffer Laden buffer In deellastbedrijf v VG, tapw In deellastbedrijf v VG, tapw In deellastbedrijf v VG, tapw In deellastbedrijf v VG, tapw Vrijgegeven voor VG, tapw Vrijgegeven voor VG, tapw In bedrijf voor tapw In bedrijf voor tapw In deellastbedrijf voor tapw...
Pagina 133
9 Instellingen Eindgebruiker (Eu) Inbedrijfstelling, technicus (menu Status) In bedrijf voor VG Aanloopontlasting Beschermde start, deellast Retourbegrenzing Retourbegrenzing, deellast In bedrijf voor VG In deellastbedrijf voor VG In deellastbedrijf voor VG In bedrijf voor tapw In bedrijf voor tapw In deellastbedrijf voor tapw In deellastbedrijf voor tapw In bedrijf voor VG, tapw In bedrijf voor VG, tapw...
9 Instellingen Toelichting U kunt deze waarde veranderen, let erop dat prog. nr. 2452 (Regelaar vertr. vent. uitg.) altijd hoger is. Gew belasting vollast (9529) Nominale output ventilatorsnelheid onder ketel in HF. Naspoeltijd (9540) Na-ontluchtingstijd Opgelet Deze parameter moet worden gewijzigd door een erkend installa teur! Vent.
10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Algemeen 10.1.1 Algemene instructies In verwarmings- en airconditioningsystemen is een regelmatige controle en onderhoud nodig door gekwalificeerd personeel om de correcte werking vol gens de productspecificaties te garanderen en daarvoor de hoge efficiency en geringe milieuverontreiniging op lange termijn. Gevaar voor elektrische schok Maak de ketel spanningsloos voor u met de werkzaamheden be...
10 Onderhoud 10.2 Onderhoudsmeldingen 10.2.1 Onderhoudsmelding Als het onderhoudsteken verschijnt in het display komt er een onder houdsmelding voor of het systeem is in een bijzondere bedrijfsmodus. 1. Druk op informatietoets Nadere informatie wordt weergegeven Onderhoudscode-tabel Toelichting De onderhoudsmelding is niet geactiveerd door de instelling in de fabriek.
10 Onderhoud Fasenummer Display Bedrijfstoestand Beschrijving van de functie Start preventie Er is geen interne of externe vrijgave (bv. geen waterdruk, gasge brek) Veiligheidsuitschakeling. STOE Foutpositie De actuele storingsmodus wordt weergegeven. 10.3 Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden 10.3.1 De hardheid van het water controleren Tijdens de aanbevolen onderhoudsintervallen van de ketel moet tevens de hardheid van het verwarmingswater worden gecontroleerd.
10 Onderhoud Afb.46 Brander uitnemen 8. Verwijder alle moeren en ringen 9. Trek de complete brander met branderafdichting er naar voren toe uit Toelichting Op de afbeelding wordt weergegeven hoe de brander uit de SGB 125 H - 170 H wordt verwijderd. De brander wordt op dezelfde wij ze uit de SGB 215 H - 300 H verwijderd.
10 Onderhoud Afb.48 De isolatie van de verbrandingsruimte 3. Plaats een bevestigingsklem met onder een hoek geplaatste punten plaatsen vanaf de achterkant in het bovenste isolatiepaneel 4. De isolatiepanelen plaatsen Het bovenste isolatiepaneel plaatsen Het linker isolatiepaneel plaatsen Het rechter isolatiepaneel plaatsen Druk het middelste isolatiepaneel D in de overgebleven ruimte 5.
10 Onderhoud 2. Reinig de warmtewisselaar met een zachte borstel of spoel deze met water door. 3. Verwijder de resten uit de rookgasverzamelbak RA-0000237 4. Verwijder de sifon en reinig deze 5. De sifon opnieuw monteren 6. Plaats het paneel van de rookgasverzamelbak opnieuw Toelichting Gebruik nieuwe pakkingen wanneer het paneel wordt geplaatst.
10 Onderhoud Gevaar voor elektrische schok Levensgevaar door elektrische stroom! Voordat de servicewerkzaamheden worden gestart, moet de ketel van de energietoevoer worden gescheiden en beveiligd tegen onop zettelijk inschakelen. In de onderstaande stappen wordt beschreven hoe de ontstekingselektro den moeten worden vervangen: 1.
10 Onderhoud Afb.52 De ionisatie-elektrode verwijderen 2. Verwijder de moeren en trek de ionisatie-elektrode samen met de pakking naar buiten. Toelichting Op de afbeelding wordt weergegeven hoe de ionisatie-elektrode uit de SGB 125 H - 170 H wordt verwijderd. De ionisatie-elektrode wordt op dezelfde wijze uit de SGB 215 H - 300 H verwijderd.
11 Bij storing 11 Bij storing 11.1 Foutcode-tabel Hieronder volgt een samenvatting van de foutcodetabel. Als er an dere foutcodes worden weergegeven, informeer dan de installateur. Fout Foutomschrijving Toelichting/oorzaken code Geen fout Storing buitentemperatuursensor Controleer aansluiting of buitentemperatuursensor, noodbe diening Keteltemperatuur 1 sensor storing Controleer de aansluiting, informeer de verwarmingspecialist Keteltemperatuur vaste brandstofsensor storing...
Pagina 145
11 Bij storing Fout Foutomschrijving Toelichting/oorzaken code Vergrendeling veiligheidstemperatuurbegrenzer Geen warmte-afvoer, STB onderbreking, mogelijke kortsluiting in de gasklep , interne zekering defect; laat eenheid afkoelen en voer reset uit; Als de storing meerdere keren voorkomt, in formeer dan de installateur Temperatuurcontrole schakelt uit Geen warmtevoorziening;...
Pagina 146
11 Bij storing Fout Foutomschrijving Toelichting/oorzaken code Mengergroep dezelfde functie Uitbreidingsmodule / mengergroep dezelfde functie Sensor BX1 werkt niet Sensor BX2 werkt niet Sensor BX3 werkt niet Sensor BX21 werkt niet (EM1, EM2 of EM3) Sensor BX22 werkt niet (EM1, EM2 of EM3) Collectorpomp Q5 ontbreekt Collectorsensor B6 ontbreekt Zonne tapw-sensor B31 ontbreekt...
11 Bij storing 11.2 Storing zoeken 11.2.1 Foutmelding Als het foutsymbool in het display verschijnt, is er sprake van een fout in het verwarmingssysteem. 1. Druk op de informatietoets. Er wordt meer informatie over de storing weergegeven. Foutcode-tabel Voor meer informatie, zie Foutcode-tabel, pagina 144 11.2.2 Uitschakeling bij foutmelding Het uitschakelen bij een storing is een veiligheidsuitschakeling voor het ge...
12 Verwijdering/Recycling 12 Verwijdering/Recycling 12.1 Verpakking Als onderdeel van de verpakkingsregels biedt BRÖTJE lokale opruimingsfaci liteiten voor het vakbedrijf om een correcte recycling van alle verpakking te garanderen. Om het milieu te beschermen, is de verpakking 100% recycle baar. Houdt u zich aan de wettelijke voorschriften die van toepassing zijn in uw land.