7636639 - 01 - 26082015
Tapwaterpomp Q3: Aandrijving voor tapw-opslagtank
Tapw pomp intern Q33: Laadpomp voor Tapw-cilinder met externe warm
tewisselaar.
Verw circ pomp VG1 Q2: De gepompte verwarmingskring HC1 is inge
schakeld.
Verw circ pomp VG2 Q6: De gepompte verwarmingskring HC2 is inge
schakeld.
Verw circ pomp VG3 Q20: De gepompte verwarmingskring HC3 is inge
schakeld.
Collectorpomp Q5: Er is een circulatiepomp nodig voor het collectorkring
voor het aansluiten van een zonnecollector.
Zonpomp ext wiss K9: Als er meerdere warmtewisselaars aangesloten
zijn, moet de bufferopslag op de betreffende relaisuitgang worden inge
steld. Daarnaast moet het type zonne-energie regelaareenheid worden
vastgelegd in prog. nr. 5840.
Zon pomp zwembad K18: Als er meerdere warmtewisselaars aangesloten
zijn, moet het zwembad op de betreffende relaisuitgang worden inge
steld. Daarnaast moet het type zonne-energie regelaareenheid worden
vastgelegd in prog. nr. 5840.
Opnemertype collector (6097)
Keuze van gebruikte sensortypes voor het meten van de collectortempera
tuur.
Correctie collectoropnemer (6098)
Instellen van een correctiewaarde voor collectorsensor 1.
Correctie buitentemp opn (6100)
Instellen van een correctiewaarde voor buitensensor.
Gebouwtijdconstante (6110)
De hier ingestelde waarde heeft invloed op de rectiesnelheid van de aanvoe
rinstelwaarde in geval van schommeledne buitentemperaturen in functie
van het gebouwontwerp.
Voorbeeldwaarden (zie ook Geoptimaliseerd uit):
40 voor gebouwen met dikke muren of buitenisolatie.
20 voor gebouwen met een normaal bouwontwerp.
10 voor gebouwen met een licht bouwontwerp.
Centrale gew wrde beïnvl (6117)
De centrale instelwaarde-leiding stelt de instelwaarde van de warmteprodu
cent in op de vereiste centrale doorstromingstemperatuur. Met de instelling
is de maximale correctie beperkt, zelfs wanneer er een grotere aanpassing
vereist mocht zijn.
Vorstbev installatie (6120)
De verwarmingskringpomp wordt aangestuurd zonder warmteopvraag
naargelang de buitentemperatuur. Indien de buitentemperatuur de onder
ste grenswaarde van -4°C bereikt, wordt de verwarmingskringpomp inge
schakeld. De pomp wordt om de 6 uur gedurende 10 minuten ingeschakeld,
wanneer de buitentemperatuur tussen -5°C en +1.5°C ligt. Wanneer de bo
venste grenswaarde van 1,5°C bereikt is, schakelt de pomp uit.
Opslaan opnemers (6200)
Sensormodes kunnen worden opgeslagen onder prog. nr. 6200. Dit gebeurt
automatisch; na het veranderen van het verwarmingssysteem echter (ver
wijderen van een sensor) moet de status weer worden opgeslagen op de
sensorterminals.
Reset naar standaard param (6205)
De fabrieksinstelling van de regelaar wordt op de besturing geschreven.
9 Instellingen
119