7636639 - 01 - 26082015
Na opslagbuffertank: De primaire regelaar/aanvoerpomp wordt met de
bestaande bufferopslagtank aangebracht in de waterleiding achter de
bufferopslagtank.
9.2.11 Ketel
Vrijgave onder buitentemp. (2203)
De ketel wordt alleen in werking gesteld als de gemengde buitentempera
tuur onder de hier ingestelde drempelwaarde ligt. Het schakelverschil be
draagt 0,5°C:
Doorlading opslagtank (2208)
Onder prog.nr. 4810 (volladen bufferopslagtank) wordt geselecteerd of en
wanneer de bufferopslagtank geheel wordt geladen ondanks een automati
sche vergrendeling van de opwekker. Onder prog.nr 2203 wordt ingesteld of
de ketel deel uitmaakt van het volladen of niet.
Uit: De ketel maakt geen deel uit van het volladen van de bufferopslag
tank.
Aan: De ketel maakt deel uit van het volladen van de bufferopslagtank.
Min gew wrde (2210) enMax gew wrde (2212)
Als veiligheidsfunctie kan de temperatuurinstelwaarde van de ketel onder
de minimum instelwaarde worden begrensd (prog. nr. (2210) en boven de
maximale instelwaarde (prog. nr. 2212).
Gew wrd handbedrijf (2214)
De temperatuur waarop de ketel wordt afgeregeld in manuele regelmodus.
Min looptijd brander (2241)
Hier wordt de periode die volgt op de inbedrijfstelling van de brander gese
lecteerd, gedurende welke het uitschakelingsverschil wordt verhoogd met
50%. Deze instelling kan echter niet garanderen dat de brander gedurende
de ingestelde periode bedrijfsklaar blijft.
Min branderpauzetijd (2243)
De minimale pauzetijd van de ketel wordt alleen van kracht tussen verwar
mingsopvragen die achtereenvolgens binnenkomen. De minimale pauzetijd
van de ketel blokkeert de ketel gedurende een ingestelde tijd.
SD branderpauze (2245)
Wanneer er een schakelverschil wordt overschreden,Min branderpauzetijd
wordt (prog. nr. 2243) afgebroken. De ketel start ondanks de pauzetijd.
Pomp nadraaitijd (2250) enPomp nalooptijd na Tapw (2253)
De vertragingstijden van de pompen worden geregeld in overeenstemming
met de verwarmingsmodus of de drinkwatermodus.
Ketelpomp bij gen. blok. (2301)
Stoppen van de ketelpomp in geval van ingeschakelde manuele warmtepro
ducent-vergrendeling (bv. via H1).
Uit: Uitschakelen niet geactiveerd.
Aan: Uitschakelen geactiveerd.
Werking warmte opwek. blok. (2305)
De parameter wordt gebruikt om in te stellen of de vergrendeling van de
warmteproducent alleen in werking dient te zijn voor verwarmingsopvragen
of ook voor Tapw-opvragen.
Aleen verwarmingsbedrijf: Alleen verwarmingsopvragen zijn vergrendeld.
Tapw-opvragen zijn nog steeds in bedrijf.
Verw. en Tapw bedrijf: Alle verwarmings- en Tapw-opvragen zijn vergren
deld.
Temperatuurslag Max (2316)
Wanneer de pomp de maximale snelheid bereikt terwijl de ingestelde tem
peratuurstijging normaal is, stijgt het temperatuurverschil via de ketel. De
9 Instellingen
101