9 Instellingen
Afb.40
Opslagtank laden
T
Bx
1
0
108
Puls eenheid opbrengst (3887)
Geeft de het debiet per impuls aan voor de Hx ingang. De Hx-ingang moet
worden geconfigureerd om de impulsen hiervoor te tellen.
9.2.14 Verwarmingsketel op vaste brandstof
Blokkeer andere opwekkers (4102)
Als de ketel voor vaste brandstoffen ingeschakeld is, worden andere produ
centen, bv. olie/gasketels, geblokkeerd zodra er een stijging van de ketel
temperatuur wordt bereikt die aangeeft dat de vergelijkingstemperatuur
overschreden is (prog. nr. 4133).
Min gew wrde (4110)
De ketelpomp wordt allen ingeschakeld als de keteltemperatuur de mini
mum instelwaarde heeft bereikt, die hier ingrtsteld is naast het noodzakelij
ke temperatuurverschil.
Temp diff AAN (4130), Temp diff UIT (4131) en
Vergelijkingstemperatuur (4133)
1 / 0 Aan/uit ketelpomp
Bx Vergelijkende werkelijke temperatuur
TKx
T1 Temp diff AAN
T0 Temp diff UIT
T1
TKx Temperatuur van de ketel
T0
TS Opslagtemperatuur
t Tijd
TS
Er is een voldoende groot temperatuurverschil nodig tussen de keteltempe
ratuur en de vergelijkende temperatuur voor het opstarten van de pomp.
Om de vergelijkende temperatuur te han dhaven, zijn de volgende instellin
RA-0000081
t
gen beschikbaar onder prog. nr. 4133.
Tapwateropnemer B3 / Tapwateropnemer B31: De vergelijkende tempe
ratuur wordt geleverd door de Tapw-sensor B3/B31.
Opslagtank temperatuur B4 / Opslagtank temperatuur B41: De vergelij
kende temperatuur wordt geleverd door de bufferopslagtank sensor B4/
B41.
Gew wrde aanvoertemp: De aanvoertemperatuur-instelwaarde wordt ge
bruikt als vergelijkende temperatuur.
Min gew wrde: De waarde die ingesteld is onder prog. nr. 4110 wordt ge
bruikt als vergelijkende temperatuur.
Pomp nadraaitijd (4140)
Nalooptijd van de pomp instellen.
9.2.15 Bufferopslagtank
Auto opwekkingsblokkade (4720)
De waterafscheiding van de warmteproducent en buffertank wordt gereali
seerd door de automatische vergrendeling van de warmteproducent. De
warmteproducent wordt alleen in werking gesteld als de buffer niet langer
aan de actuele warmtebehoefte kan voldoen. De volgende instellingen zijn
mogelijk:
Geen: De automatische warmteproducent-vergrendeling is uitgeschakeld.
Met B4: De automatische warmteproducent-vergrendeling is ingescha
keld door de buffercilinder B4.
Met B4 en B42/B41: De automatische warmteproducent-vergrendeling is
ingeschakeld door de buffercilinders B4 en B41/B42.
SD opwekkingsblokkade (4721)
De warmteproducent is vergrendeld als de temperatuur van de bufferboiler
hoger is dan de richttermperatuur van de ketel+SD opwekkingsblokkade.
Temp diff buffer/VG (4722)
Als het temperatuurberschil tussen de bufferopslagtank en de verwar
mingskringtemperatuur-opvraag groot genoeg is, wordt de warmte die de
7636639 - 01 - 26082015