Download Print deze pagina

Hoofdstuk 5 - Opslag; Accu-Opslag; Vaarklaar Maken; Motor - Mercury Marine Zeus 3000 Series Handleiding

Advertenties

Accu-opslag

Altijd wanneer de accu voor langere duur opgeslagen wordt, moet u ervoor zorgen dat de cellen met water gevuld zijn en
dat de accu helemaal geladen en in goede staat is. Hij moet schoon zijn en mag niet lekken. Volg de instructies van de
accufabrikant voor opslag.

Vaarklaar maken

Motor

NB: Afvoer van propyleenglycol in het milieu kan door de wet verboden zijn. Vang de propyleenglycol op en voer af volgens
de plaatselijke en landelijke wet- en regelgeving.
1.
Tap bij motoren die zijn gereedgemaakt voor opslag bij koud weer (vorst) of seizoensopslag de propyleenglycol af in
een geschikte bak. Voer de propyleenglycol af volgens de plaatselijke en landelijke wet- en regelgeving.
2.
Raadpleeg het toepasselijke werkplaatshandboek voor de door Mercury Diesel aanbevolen procedures voor het
opnieuw vaarklaar maken van uw motorinstallatie.

Aandrijving

1.
Voer alle onderhoud uit dat is voorgeschreven onder het interval Om de 500 uur of een keer per jaar (wat zich het
eerste voordoet) in hoofdstuk 4 - Onderhoud , met uitzondering van de werkzaamheden die bij het bergen van de
aandrijving al verricht zijn.
2.
Controleer vooraf aan de ingebruikname het peil van alle vloeistoffen.

Motorinstallatie

Het loskoppelen of aansluiten van de accukabels in de verkeerde volgorde kan leiden tot letsel door een elektrische
schok of kan schade toebrengen aan het elektrisch systeem. Koppel de negatieve (-) accukabel altijd als eerste los en
sluit deze als laatste aan.
1.
Installeer een geheel geladen accu. Maak de klemmen van de accukabels en de accupolen schoon. Sluit de kabels
weer aan (zie LET OP hierboven). Zet elke kabelklem bij het aansluiten stevig vast. Breng op alle polen een laagje
anticorrosiespray voor accupolen aan om de corrosie te helpen vertragen.
Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen ze schade
op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
2.
Open de zeewaterkranen.
3.
Als de boot niet in het water ligt, voer dan koelwater toe aan de waterinlaatopeningen.
4.
Start de motor en kijk aandachtig naar de instrumenten en naar het System View-paneel. Overtuig u ervan dat alle
systemen goed werken.
5.
Raadpleeg de handleiding voor gebruik en onderhoud voor uw motor (verkrijgbaar van de motorfabrikant) en
inspecteer de motor zorgvuldig op tekenen van lekkage van brandstof, olie, vloeistof, water en uitlaatgassen.
6.
Controleer de aandrijving zorgvuldig op lekkage van smeermiddel, vloeistof, water en uitlaatgassen.
7.
Controleer of het stuursysteem, de elektronische schakelregeling en gasregeling via de ERC, en de joystick goed
werken.
8.
Controleer na het eerste gebruik het peil van alle smeermiddelen en vloeistoffen.
90-8M0122560
MAART 2016
nld
OPGELET
!
KENNISGEVING

Hoofdstuk 5 - Opslag

Bladzijde 93

Advertenties

loading